Wat voort» Uwe opmerking betreft dat de vraag gesteld in ons schrijven van 18 Juni J.I., eerst na zes maanden onderhandelen gesteld wordt, vindt zijn oorzaak in een gedeeltelijk veranderde samenstel ling der Commissie en het resultaat der groote ver gadering van belanghebbenden. Het heeft ons teleurgesteld dat U gemeend heeft daarop hot antwoord te moeten geven, vervat in Uw brief van 29 Juni JJ. Hen beslissing betreffende eventueel® t bijdragen vóór 1 Augustus is niet te verwachten. In 'zoo korten tijd zullen de Raden zich niet kunnen uitspreken en eventueel© besluiten tot bijdrage niet goedgekeurd l kunnen zijn. Bovendien komt het onze Commissie voor dat wij, gezien den wensch der vergadering van belangheb benden, do Raden niet voldoende gegevens kunnen voorleggen en over voldoende cijfers beschikken, om het belang der zaak te kunnen verdedigen, te vaag als het is slechts met gegevens over één jaar cn wel een zeer ongunstig jaar te komen. In verband met een en ander verzoeken wij U be leefd ons te willen verstrekken de exploitatiecijfers over alle jaren, da.t deze lijn in exploitatie is ge weest en wel zooveel mogelijk gespecificeerd en ge splitst naar personen- en goederenvervoer. Voorts zullen we gaarne vernemen wat U verstaat in Uw bovengenoemd schrijven met „een jaar lij k- sche opoffering tot een voldoend bedrag de verdere exploitatie van den tramweg te verzekeren". Voor vruchtdragende behandeling der zaak zou den wij het op prijs stellen wanneer door U een be drag werd genoemd in overeenstemming met de wer kelijke behoefte en aannemende dat de exploitatie zoo zal plaats hebben, dat deze het meest in overeen stemming is met de behoeften van cte streek en ook datgene, wat aan vracht op deze lijn is aangewezen, niet over andere lijnen zal worden gevoerd. De Commissie inzake de Stoomtram Schagen—Wognum. Aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht. Waarop volgde als antwoord een schrijven van de Directie van den volgenden inhoud: Nederlandsche Spoorwegen. Algemeene dienst. Utrecht, 22 Juli 1926. Aan den Hoor Burgemeester der Ge meente Opmeer, Voorzitter der Com missie inzake den tramweg Schagen- Wognum te Opmeer. In antwoord op nevenvermeld schrijven deelen wij Uwe Commissie mede, dat wij, nu vaststaat, 'dat men vóór 1 Augustus a.s. noch met een beslissing op onze vraag, noch met bepaalde tegenvoorstellen zal komen integendeel ook nu weer blijkt, dat men probeert de zaak op de lange baan te schuiven, de onderhandelingen met de belanghebbende Ge meenten en Polderbesturen als mislukt zullen moe- te beschouwen. Wij zullen ons thans derhalve tot den Minister van Waterstaat wenden. De Directie, (get) onleesbaar. Het gevolg van dit schrijven was, dat onze Com missie gemeend heeft de tusschenkomst van den Mi nister van Waterstaat te moeten inroepen, waar met de Directie verder niet was ie onderhandelen. Wo hebben de gevoerde correspondentie overgelegd en den Minister verzocht zijn tusschenkomst te wil len verleenen om do tram te behouden, in elk ge val heeft do Commissie verzocht op hot verzoek van de Directie aan den Minister om opheffing van de lijn, van advies te mogen dienen, en zond daarvoor hot volgende schrijven: Commissie inzake de Stoomtram SchagenWognum. Opmeer, 28 Juli 1926. Winkel, Wij hebben de eer Uwe Excellentie beleefd te be richten, dat onze Commissie zich andermaal genood zaakt gevoelt Uwe tusschenkomst in te roepen in zake hot door de Directie der Nederlandsche Spoor- wegen aangekondigd voornemen om de stoomtram Schagen—Wognum op te heffen. Na ons schrijven van 12 December 1925 en het daar op van Uwo Excellentie ontvangen antwoord van 17 December 1025, Afd. Spoorwegen, heeft er plaats gehad een vergadering met belanghebbenden, mot een vertegenwoordiger der Directie, waarin naar vo ren werden gebracht verschillende aangelegenheden, waarin men verwachtte een exploitatie te kunnen bereiken, die een geheel ander beeld zou geven en zeer zeker een nadeelig saldo zou beperken tot een gering bedrag, zoo het niet geheel zou verdwijnen. Op ons verzoek verstrekte do Directie een exploi tatierekening, waaruit wij meenden onvoldoende ge gevens te kunnen putten en een later gezonden uit voeriger exploitatierekening bracht niet moer resul taat. Orze Commissie onderging na die vergadering van belanghebbenden eenige verandering én deze veran derde samenstelling én de uitspraak van de verga dering van belanghebbenden, gaf onze Commissie aanleiding de vraag te stellen als in bijgaah'd schrij ven genoemd. (Bijlage I). 'Daarop ontving de Commissie als antwoord van de Directie haar schrijven hierbij gevoegd als bijlage II. Onze Commissie zag daarin aanleiding om de Di rectie te antwoorden bij haar schrijven, hierbij ge voegd als bijlage III Daarop ontving do Commissie als antwoord van de Directie haar schrijven hieraan toegevoegd als bij lage IV. Waar uit dit laatste schrijven blijkt, dat de Maat schappij niettegenstaande zij aan ons verzoek om inlichtingen niet heeft voldaan, do opheffing aan Uwe Excellentie zal vragen, on waar derhalve niet de Directie der Nederlandsche Spoorwegen niet verder is te onderhandelen, wenden wij ons ander maal tot Uwe Excellentie en brengen het goheole ver- Een verzoek vnn het Wxt-Gele Kruis te Groot»- loop der onderhandelingen onder Uwe aandacht, metrbroek, om een subsidie van il50 sol bij de begroo- beleefd verzoek door Uwe tusschenkomst te mogen i ting worden behandeld. bereiken dat deze lijn niet wordt opgeheven en wij Énkele financieele regelingen, dienst 1926, zoo- in de gelegenheid zuilen worden gesteld op het ver-1 als enkele wijzigingen in do ^emcentobogruoting, zoek van de Directie der Nederlandsche Spoorwegen alsmede enkele uf- en oversohry vingen, waaronder aun Uwe Excellentie van advies to mogen dienen. een post van f1200 voor restauratie van den toren, Aap De Commissie inzake de Stoomtram Schagen—Wognum. Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat te 's-Gravenhage. De in dit schrijven genoemde bijlagen zijn reeds in dit overzicht verwerkt. Het antwoord van den Minister zal moeten aange ven welke stappen de Commissie verder zal doen. Wij hebben echter gemeend U niet onkundig te moe ten laton van den stand van zaken, zooais die thans is. Do Commissie A. COMMANDEUR, Voorzitter. A. DE RIDDER, Secretaris. Voorïoopig zal dus het resultaat mooten worden afgewacht, zegt voorzatter. Wat klein goed. Van de afdeeling Opmeer-Spanbroek van het Witte Kruis, af deeling Westfriesland, is een schrij ven ingekomen, waarin zij hun dank betuigen voor de toegekende subsidie. Van dc malariabestrijding, afdeeling Alkmaar, is een schrijven ingekomen om een post te willen uittrekken voor de malariabestrijding in 1927, tegen 1 cent per inwoner. Zal bij de begrooting behandeld worden. Van het R.K. schoolbestuur is een schrijven in gekomen om de R.K. school aan te sluiten bij de waterleiding, teneinde goed drinkwater voor do kinderen te hebben en voor sohooisohoomnaak te kunnen gebruiken. Voorzitter zegt, dat de overige scholen allo zijn aangesloten en voor deze school nu green uitzonde ring to willen maken. Spr. stelt voor hot verzoek in te willigen en de koeten op do exploitatiereke ning pnder te brengen. Algemeen goedgevonden. De armenrekening over 1925 wees uit» dat de rekening sloot met een ontvangst van f 7852.23Va en en oen uitgave van f 5966.92Va, zoodat het voor deelig saldo f 1885.31 bedroeg. Deze rekening zal gelijk met de gemeentereke ning onderzocht worden. De gemeenterekening over 1925 sloot met een voordeelig saldo van f 3773.861/» op don gewonen dienst in ontvangst en uitgaaf op f71468.38 en f 67694.51Vt, terwijl de kapitaalsdienst in ontvangst en uitgaaf sloot op f 61846.54 en 61841.81. Alzoo een voordeelig saldo van f "4.68. Tot commissie, belast met het nazien der reke ning worden de raadsleden benoemd, met uitzon dering van de wethouders. De voordracht voor zetters, wegrens periodieke aftreding van de heeren Vijn en Schilder, wordt als volgt opgemaakt: vacature-W. Vjjn: no. 1 W. Vijn, no. 2 S. Glas; vacaturo-C. Schilder: na 1 C. Schilder, no. 2 N. Blaauw. Volgt oen^ verzoek van de Gemeente-ontvanger, om een jaarlijksclie bijdrage voor aansluiting aan de telefoon. Do kosten bedragen f61 por jaar gedu rende 5 iaar. De ontvanger vraagt nu of do go- 5mocnto hierin voor de helft zou willen bijdragen, dus f30.50 per iaar. Voorzitter zegt, dat het zeer gemakkelijk zou zijn, wanneer de gomoento-ontvnnger, die te Aarta- woud woont, telefonisch zou zijn aangesloten cn daarom stellen B. on W. voor om het verzoek to© te staan. Algemeen goedgevonden. Brandbluschmiddelen, Is aan do orde de aansoliailfiug van brand bhwchm atonaal in verband met do waterleiding en een daarvoor aan te gane goldloening. Yoorzittor licht toe, dat bereids f610 is betaald, t.w. 7 kranen a f70 is ±'490 en 6 sluitstukken van f 20 is f 120, samen f 610. Naar aanleiding van een opmerking van den heer Blaauw zou dus de verandering van het sluitstuk bij het spuithuisjo in een brandkraan, nog f50 kosten met zich brengen. Voorzitter zegt verder, dat met den heer v. d. Plas, technisch adviseur bij het waterleidingbe drijf to Hoorn en de firma Otterbein en Co. ge- oonfereerd is over de aanschaffing van materiaal en gebleken is, dat daarvoor oen l>odrag van f859.50 noodig was. Dit bedrag gevoegd bij de hiervoorgenoemde f610 zou tez.imen ongeveer een rond bedrag van f1500 uitmaken, waarvoor B. en W. adviseeren een geldleening aan to gaan van f1500 tegen hoogstens 5 pet. af te lsosen in 10 jaar. Voorzitter zegt, dat ieder brandweercorps dan in het bezit zal komen van 100 meter slang, on .dat ook de oude slangen pasklaar gemaakt zul.en worden om nog dienst te kunnen doen, voor zoo ver zo den druk van de waterleiding kunnen weer staan, hetwelk bij do onlangs gehouden demonstra^ tie niet van alle oude slangen gezegd kan wor den, daar er enkele niet tegen dien druk bestand bleken te zijn en ploften. Overigéns was de demon stratie goed geslaagd, en bleken de kranen in aiie opzichten goed te voldoen. Do heer Bossen geeft in overweging ook in de Gouw kranen te plaatsen, waarop voorzitter ant woordt, dat daar nader op zal worden teruggeko men, doch dat daar elke aan te leggen kraan niet op f70, maar op f120 zal komen. Tenslotte kan de raad zich met het voorstel van B. en W.,'om een geldleening van f1500 aan te gaan, vereenigen. worden algemeen goedgekeurd. Alles publiek of 'alles onderhandsch B. en W. stellen voor, om het gemeenteland in de Bennemeer onderhandsch aan deri tegenwoordigen huurder P. Veerman te Twisk, te verhuren. Voorzitter zegt. dat de heer Vijn het land heeft hekeken en het land wordt uitstekend gebruikt. B. en' W. oordeelen, dat als het land publiek wordt ver huurd, het meer zal opbrengen als dat het onder handsch gebeurd. Toch willen B. en W. dat niet, mot het oog op de opjagorij. De gemeentekas zal er wel licht voorïoopig wel bij varen, maar of het land er op inzake de Stoomtram SchagenWognum: >vooruit zal gaan. is nog zeer de vraag. Nu is door do| electrische bemaling in de Bennemeer de belasting omboog gegaan en willen B. en W. dat de huur met f 10 per H.A. wordt- verhoogd en gebracht van f 150 op f 160. Zij willen het daarom- voor 4 jaar verhuren voor de ronde som van f 800. De grootte is even klei ner dan 5 II.A. De heer Blauw acht de prijs voldoende gezien de tegenwoordige productenprijzen. Er wordt opgemerkt, dat de huurder al zijn mest1 naar het gemeenteland brengt, wat den heer Vijn doet opmerken, dat een huurman het ook wel wil hu- j ren die allemaal dres heeft en dus zijn mest wel op zijn eigen land zou brengen. Meegedeeld wordt, dat het om de helft wordt ge hooid. De heer Bossen is niet voor onderhandsch verhu ren. Spr. noemt het niet consequent in de gemeentel alles publiek te verhuren en buiten de gemeente on derhandsch. Spr. noemt dat de menschen buiten de: gemeente bevoordeelen. Wij hebben in de gemeente ook wei goede gebruikers, maar die moeten toch ook i steeds weer publiek huren en staan bloot aan opja- gerij. Spr. vindt maar één standpunt goed, dat is: alles publiek verhuren, of alles onderhandsch. Voorzitter zegt, dat B. en W. deze kwestie ook hebben besproken, maar hier hadden wij te doen met een goede gebruiker. De heer Bossen: Die hebben wij hier ook. De heer Vijn: Er is geen enkele ingezetene die belang heefti bij deze onderhandsche verhuring. Het gaat geheel buiten de inwoners om. Als er éón bij be trokken was. zoui ik het ook niet willen. De heer Bossen: Wij scheppen voor de huurders buiten de gemeente een voordeeliger conditie als voor de huurders in de gemeente. Dat is mijn standpunt. Voorzitter: Wij hebben een ander standpunt. Hier heeft geen enkele ingezetene last van. De heer Bossen: Ze zullen in de gemeente zeggen, dat ze buiten de gemeente meer voordeelen genieten dan in de gemeente. -I Voorzitter: Laat ze zeggen. De heer Groen is het met B. en W. eens. De heer Bossen: In de Bennemeer wordt het land verhuurd voor i 150 f 160. Hier moeten de men schen door de publieke verhuring f 200 f 250 ge ven, dat- ia onrechtvaardig De heer Ham oordeelt, dat B. en W. het onder handsch verhuren in het belang der gemeente doen. Op deze wijze wordt het een waardevermeerdering, het kan bij publieke verhuring wel eens waardever mindering worden. De heer Bossen: Of andersom. De heer Ham: Ik ga op het advies van B. en W. af. De heer Bossen: Of dat altijd maar juist is. De heer Vijn: Da's wantrouwen in B. en W. De heer Bossen: Da's geen wantrouwen maar het is niet consequent. De heer Vijn: Je kunt toch wel aannemen dat B. en W. zoo maar niet iets zeggen. De heer Schilder zegt, dat het hier een apart ge val betreft, niemand in de gemeente heeft er eenige. schade of last van. Het is heel ver van Hoogwoud af. De heer Bossen: Het is altijd publiek verhuurd. De heer Vijn: Vroeger is het bijna steeds onder handsch verhuurd. Voorzitter: Altijd. De heer Blauw zegt dat in den mobilisatietijd toon er geen verhooging van huur gegeven wou worden, tot publieke verhuring is overgegaan. De heer Ham meent, dat als naar het oordeel van B. en W. de huurprijs hoog genoeg is. spr. voor on derhandsche huur is. De huurprijs behoeft niet hoo- ger opgejaagd, spr. herhaalt, dat het dan wel eens na deelig voor de gemeente kan worden, waardevermin dering als er het gevolg van is. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met den heer Bossen tegen. „van die benden is* het nu volkomen duidelijk?, niet? ..Volkomen," antwoordde Mr. Brunger die be seft©, dat zijn reputatie weg was, als hij het niet zeide. „Alleen wat studie voor noodig, dat is alles. Ik heb nog nooit zoo'n zonderlinge geschiedenis gehoord." „Ik laat me hangen, als ik er een woord van begrijp," mengde BilL .zich in het gesprek. „Wie zijn die benden?" George stond op. „Dat zal ik ie later wel eens uitleggen, oude jongen. Maar we verspillen tijd door hier te blijven. Ik was bijna aan het emde, toen jullie kwamen. Do kat is hier heel dicht in de bnurt." De detective en BUI sprongen op. George .gingl voort. „Vanavond of morgenochtend gaat zy in andere handen over. Als u beiden precies doet wat ik zeg en de rest aap mij overlaat, zullen we haar te pakken krijgen. Morgenavond zal' ik alles uit leggen." ,Js dat zeker?" vroeg de detective. „Zoo goed als. Het zal op hot kantje af zyn, maar als het ditmaal niet lukf, dan beslist zeker binnen heel korten tijd. Ik zweer., dat u, als.u met mij in contact blijft, dichter bij de kat zult zyn dan dat u er alleen bij komt." Oprechtheid straalde bij deze woorden uit etyn oogon. „Neem Jh et bevel pp u, Sir" zeide Mr. Brunger. „Goed. Gaat mede. Ik zal u beidon vannacht een post aanwijzen. We mooten een vrij groot eind loopen. Vraag mij niets; ik moot denken." „Absoluut niets," zeide de detective; hij was in derdaad te verbijsterd. „Goddank!" prevelde George: nam zijn hoed; ging hun voor in den neerplasscnden regen. V. George bracht hen naar de.difford Arms, on geveer twee mijl verder. Voor het oogenblik had hü slechts één doel. Hij moest zien af te komen van Bill en dien verduivelden detective; dan moest hij zoo vlug mogelijk met de kat uit Temple Colney weg. Onder het loopen dacht hy verder dan aan zijn oorspronkelijk doel, dacht hij aan do toekomst. De eerste halve mijl besloot hij de Roos onmiddellijk aan zyn oom terug te geven, zonder te wachten, dat de belooning weder verhoogd werd. Langer blijven doorgaan met het spel, dat voelde hij, zou gelijk staan met het verliezen van wat Mr. Marra- pit uit dankbaarheid voor hem doen zou. Maar die veerkracht der jeugd! De regen, die in Zjjn gezicht sloeg» verkoelde zy'n voorhoofd: scheen zyn brein te verkoelen. Voor hij een halve mijl ver der was, wankelde hij reeds in zijn besluit, verze kerde hy zichzelf, dat, aangenomen, dat hy de Roos verbergen kon op de plek. wélke een schit terende inspiratie hem ingaf, hy veiliger dan ooit zijn zou. De twee mannen, die het gevaarlijkst voor hem waren do detective en do speciale verslag gever van de Daily", die nu door do modder achter hein aan sjokten had hy onder den duim. Als liy ze nu nog een paar 'dagen op het ver keerde spoor houden kon Hot omslaan van een hoek bracht hen in 't gezicht van do Clifford Arms. George waas: „Ik wou, dat u daar den naoh$ doorbracht on daar bleef, tot ik morgen terugkom. Er is daar iemand, dien u moet J>ewaken den logementhouder.! „Een van de benden?" vroeg Mr. Brunger heesch van aandoening. „Bende B de leider. Laat hem niet merken, dat u achterdocht hebt. Houd hem alleen goed in het oog." „Heefthy de kat?" Doordringend keek George eerst den detective, dan Bill aan. „Nog niet!" zeide hy met den den grootsten nadruk. Waterleiding voor de Langereis. Bij de rondvraag informeert de heer Bossen, of er nu geen kans bgstaai dat de menschen aan de Lan gereis aan de waterleiding kunnen worden aange sloten. Zij zijn jaloersch daar opde menschen aan de brug dio wel aangesloten zijn. Spr. vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn dat de burgemeester eens confereerde met de burgemeesters van Nieuwe Nie- dorp. Winkel, en Oude Niedorp, om dit punt eens te bespreken. Voorzitter zegt, dat spr. zijn best heeft gedaan om de 5 ingezetenen aan de Langereis aangesloten te krijgen en dat is gelukt dank zij de welwillendheid van het Waterleidingbedrijf. De huis ds onder de Langereis aangelegd naar den anderen kar# wat voor het bedrijf een schadepost je is geweest. Wat de verdere aansluiting van de Langereis 'betreft, acht spr. het beter dat de menschen nu zelf maar eens komen en zelf de zaak maar eens aanpakken on ons eens toonen hoeveel werkelijke belangstelling er is-. Hetzelfde heeft spr. gezegd tot de menschen aan de Faad. Daar moest de waterleiding ook komen heette het, maar men hoort van de menschen zelf niets. Spr. is steeds gaarne bereid te helpen, maar laat men dan eens uit den hoek komen. Spr. vindt hot mooi als de menschen die niet aangesloten zijn, ja loersch worden op degenen die wel zijn aangesloten, dan is er alle kans dat er ln Hoogwoud zeer veel aansluitingen komen, en wat het verdere betreft, Winkel 'heeft niet zooveel belang voor de Langereis en voor er met de andere gemeentebesturen wordt geconfereerd, dienen wij eerst te weten, of er werke lijk belangstelling voor de waterleiding is. De heer Bossen wijst op het brandspuithuisje aan de vVeere, dat moet noodig geschilderd. Voorzitter zal nazien. Dat liep mis. De heer Ham informeert naar de schouw der ge- meentelanderijen. Voorzitter zegt, dat de heer Vijn daarover slraks wel inlichtingen zou hebben gegeven, maar dit kan ook nu wel. De heer Vijn zegt, dat alles in orde was, behalve bij een drietal eigenaren, nl. de heeren C. Pannekeet, P. Groen en nog iemand, wiens naam spreker ver geten is. Bij dit drietal liet de toestand nogal wat te wenschen over. Spr. heeft geen aanschrijving gezon den om den boel nog in orde te maken, omdat het al wat laat was. B. en W. zullen voortaan eerder schouw houden. Voorzitter zegt, dat Groen ook den tuin achter het raadhuis in gebruik heeft en daar is het ook niet in orde, wat spr. aan Groen's vader heeft meegedeeld. Voorzitter vindt het nogal aardig dat de heer Groen als raadslid op schouw aandrong en nu is bij hem zelf de zaak niet in orde. Onze pracht-posterijen. De heer Glas brengt de posterijen ter sprake en wijst er op dat hij daarover vroeger reeds heeft ge klaagd. Toen is gezegd, nog wat afwachten, maar nu de herfst a.s. is, wil spr. nogmaals op het zelfde ge val wijzen. Hij heeft het oog op het feit, dat de ge- heele post van het groote dorp Hoogwoud door één man op de fiets van Obdam wordt gehaald. En het gevolg is, dat als er te veel ligt, niet alles wordt mee genomen en de rest ter gelegener tijd raar Hoogwoud komt. Spr. meend, dat de Ned. Posterijen in de eer ste plaats aangewezen waren om voor het vervoer van de post de Nederlandsche spoorwegen to nemen. De trèm hier wordt door die Ned, Spoorwegen ge ëxploiteerd, komt vlak langs ons dorp en toch neemt de Ned. Posterijen een fiets te baat om dat vervoer kilometers ver te doen plaats hebben. Spr. wijst cr op, hoe de post naar Winkel, Nieuwe Niedorp, Span broek, Opmeer ook per fiets, autobus, enz. wordt ver voerd, maar niet door de tram. Als men nu de train wil opheffen, had toch de Ned. Posterijen daarvan toch wel gebruik kunnen maken. Spr. wijst er op hoe vroeger de postpakkettendienst heeft bestaan, waarmee spr. veel kaas verzond. Spr.'s opvolger heeft dat op andere wijze moeten doen, hetzij per autobus of vrachtrijder naar Hoorn of Winkel, onbruikbaar als die postpakkettendienst is geworden. Sor. vraagt of B. en W. nu niet hun in vloed kunnen aamVenden om verbetering in het ver voer der post voor Hoogwoud te krijgen. Voorzitter is zeer bevreesd, dat als B. en W. de di rectie der posterijen wijzen op het vervoer vanaf Obdam. hen dan geantwoord zal worden: daarmee heeft U niets ie maken. Als uw post op tijd aankomt en op tijd besteld wordt, is dat andere onze intieme aangelegenheid, die U niet aangaat. Er is hier een postbeambte afgedankt en ik. zegt spr., heb gepro beerd om dien ibeambté He behouden, omdat hij wel to gebruiken was voor den verderen postdienst en avondbestelling. De directeur te Hoorn zeide. daar mee heeft U niets te maken. Uw gemeente betaal I gulden en 1 cent per inwoner voor de avondbestel- ling, als die maar op tijd geschiedt heeft U met tb» rest niots te inaken. De heer Glas boaamt dit. maar vraagt, of de ge meente er dan niets mee hoeft te maken, als een deel der post ie Obdam blijft liggen, omdat de postbode die niet kan meenemen. De man behoeft niet meer mee te nemen als zooveel. En dat is gelukkig, an ders kon men Ijem alles wel laten meesjouwen. En de rest blijft yte Obdam en komt dan later te Hoog woud. Dat. is den vorigen winter gebeurd. Voorzitter wil het graag probeeren en acht een mondelinge bespreking dan het beste. Wij gaan dan met zijn vieren maar eens heen zegt spr. II j betreurt het evenwel dat de verzending van do kaas door den opvolger van den heer CJas niet meer plaats vindt. Dan zou blijken, dat er niet voldoende personeel was voor dat vervoer en kon aan de han 1 van dat feit daarover worden geklaagd. De heer Glas meent, dat er evengoed wel gewezen kan worden op het verkeerde da; de post vanaf ob dam niet altijd te dragen is door 1 beambte. Spr. meent, dat wij met de posterijen achteruit gaan Vroeger kwam de post te Opmeer per postwagen en ging dan naar Hoogwoud, dat was vlak bij en ging vlug. Nu komt de post heelfemaal van Obdam, inet do post gaat de tijd achteruit. B. en W. zullen probeeren wat er aan te doen is. Hierna sluiting. GEMEENTE SCHOOR!*. Ingeschreven gedurende de maand Juli 1926. Geboren: Johanna Wilhelmina, dochter van Jan Dijkhof en van Elizabeth Catharina Goudsblom. Elia Louisa, dochter van Johannes de Boer en van Margaretha Kooyman. Murgaretha Theresia, doch ter van Nicolaas Kaag en van Alida Maria Groot. Ondertrouwd en Getrouwd: Geene. Overleden: Maart je Dekker, 68 jaar, weduwe van Klaas Praat. Rill riep: „By God!" De detective wreef zich in blijde verwachting in zy'n banden. Zy gingen bet logement binnen. Bill' dischte een verbaal op van touristen, die den trein gemist had den. Een kamer werd besproken. Een kwartier later spoedde George zich naar Temple Colney terug. Bij bet postkantoor hield bij stil; kocht een briefkaart; wachtte even, terwy'1 hy het schitterende denkbeeld, dat nu vorm aangeno men had, nog overdacht; schreef Ha.n aan zijn Mary: „Mijn Kefsto schat in de wereld AI dezen tijd heb je niets van .mij gehoord, maar ie kan wel raden wat voor een tyd ik gehad heb. Lieveling, luister goed. Dit is hoogst belangrijk. Onze toekomst hangt ervan af. Kom morgen om twaalf uur by mij in die ingevallen hut in t kreu- pelboschje aan aen'Shipley Road, waar we den dag vlak vóór mijn examen geweest zyn. Zoek een voorwendsel om weg te komen. Je moet er zijn. En vertel het aan niemand. Tot morgen, mijn lieve kleine Mary. G.? Hy postte de briefkaart. ROEK VI. Van het verloren en gevonden parades. HOOFDSTUK I. Mrs. Major bidt om het Paradys. I. Ehkoi en alleen omdat George de Roos van Saron ontvoerde, verkocht Miss Pridham, die een winkel van alles en nog wat in Angel Street, Marylebone Road, heeft, een paar groene gebreide pantoffels, ieder versierd met een rooden gebreiden bobbel, die ruim twee jaar melancholiek uit de etalage had den liggen kijken. En Airs. Major kocht ze. Na dien vreeselyken ochtend, waarop zy met een droge keel en mond en barstende hoofdpyn het gevolg van haar nachtelijk gesprek met Old Toni .Mr. Alarrapit's huis verlaten^ had, had Airs. Major in afzondering op e»en zat-slaapkamer in Angel Street gewoond. Zy was niet voornemens onmiddellijk een andere betrekking te zookon. Deze vrouw had de heerlykeid van Heron's Holt ge proefd; haar hart was daar; een paar maanden zoo besloot zij, zuchtend over haar lot zou zy in eenzaamheid peinzen over het paradys, da. zy verloren had. Airs. Alaj'or was geen groote courantonlézeres. Het belangrijkste blad van de „Daily" bracht zy. echter op een goeden dag mede naai* haar zit-slaap- kamer, gewikkeld om een kwart flesch Old Tom. Het was de dag, toen voor het eerst het «Inbraak landhuis" uit de kolommen der „Daily" schreeuwde Bekende namen troffen haar blik; zy las; zocht pen en papier, schreef met geïnspireerde pen aan Air. Alarrapit: „Ik durf zelfs niet beginnen. Waarde Air. Alar rapit!' Ik heb zelfs het recht verbeurd u toe te spreken; maar in dit oogon blik, waarop u zoo zwaar beproefd wordt, doet iets, dat sterker i.9 dan ik zelf, mij de pen opnemen Hier /hjeld Airs. Major op; las over wat zy geschreven had; verscheurde zonder een "zucht 't blad papier en begon opnieuw. Dat „iets, dat sterker is dan ik ?elf" was, dat vóelde .zij, heel goed, verkeerd. Iets, dat beslist sterker was dan zij zelf, zat in de kwart flesch op korten af stand van haar neus, en het viel haar in, dat een wreede geest haar bedoeling zoo zou kunnen uit» leggen. Zy verscheurde het blad. Zij was een kranige vrouw. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 6