Wat voort» Uwe opmerking betreft dat de vraag
gesteld in ons schrijven van 18 Juni J.I., eerst na zes
maanden onderhandelen gesteld wordt, vindt zijn
oorzaak in een gedeeltelijk veranderde samenstel
ling der Commissie en het resultaat der groote ver
gadering van belanghebbenden.
Het heeft ons teleurgesteld dat U gemeend heeft
daarop hot antwoord te moeten geven, vervat in Uw
brief van 29 Juni JJ.
Hen beslissing betreffende eventueel® t bijdragen
vóór 1 Augustus is niet te verwachten. In 'zoo korten
tijd zullen de Raden zich niet kunnen uitspreken en
eventueel© besluiten tot bijdrage niet goedgekeurd l
kunnen zijn.
Bovendien komt het onze Commissie voor dat wij,
gezien den wensch der vergadering van belangheb
benden, do Raden niet voldoende gegevens kunnen
voorleggen en over voldoende cijfers beschikken, om
het belang der zaak te kunnen verdedigen, te vaag
als het is slechts met gegevens over één jaar cn
wel een zeer ongunstig jaar te komen.
In verband met een en ander verzoeken wij U be
leefd ons te willen verstrekken de exploitatiecijfers
over alle jaren, da.t deze lijn in exploitatie is ge
weest en wel zooveel mogelijk gespecificeerd en ge
splitst naar personen- en goederenvervoer.
Voorts zullen we gaarne vernemen wat U verstaat
in Uw bovengenoemd schrijven met „een jaar lij k-
sche opoffering tot een voldoend bedrag de verdere
exploitatie van den tramweg te verzekeren".
Voor vruchtdragende behandeling der zaak zou
den wij het op prijs stellen wanneer door U een be
drag werd genoemd in overeenstemming met de wer
kelijke behoefte en aannemende dat de exploitatie
zoo zal plaats hebben, dat deze het meest in overeen
stemming is met de behoeften van cte streek en ook
datgene, wat aan vracht op deze lijn is aangewezen,
niet over andere lijnen zal worden gevoerd.
De Commissie inzake de Stoomtram
Schagen—Wognum.
Aan
de Directie der Nederlandsche Spoorwegen
te Utrecht.
Waarop volgde als antwoord een schrijven van de
Directie van den volgenden inhoud:
Nederlandsche Spoorwegen.
Algemeene dienst. Utrecht, 22 Juli 1926.
Aan den Hoor Burgemeester der Ge
meente Opmeer, Voorzitter der Com
missie inzake den tramweg Schagen-
Wognum te Opmeer.
In antwoord op nevenvermeld schrijven deelen wij
Uwe Commissie mede, dat wij, nu vaststaat, 'dat men
vóór 1 Augustus a.s. noch met een beslissing op
onze vraag, noch met bepaalde tegenvoorstellen zal
komen integendeel ook nu weer blijkt, dat men
probeert de zaak op de lange baan te schuiven,
de onderhandelingen met de belanghebbende Ge
meenten en Polderbesturen als mislukt zullen moe-
te beschouwen.
Wij zullen ons thans derhalve tot den Minister van
Waterstaat wenden.
De Directie,
(get) onleesbaar.
Het gevolg van dit schrijven was, dat onze Com
missie gemeend heeft de tusschenkomst van den Mi
nister van Waterstaat te moeten inroepen, waar met
de Directie verder niet was ie onderhandelen.
Wo hebben de gevoerde correspondentie overgelegd
en den Minister verzocht zijn tusschenkomst te wil
len verleenen om do tram te behouden, in elk ge
val heeft do Commissie verzocht op hot verzoek van
de Directie aan den Minister om opheffing van de
lijn, van advies te mogen dienen, en zond daarvoor
hot volgende schrijven:
Commissie inzake
de Stoomtram SchagenWognum.
Opmeer, 28 Juli 1926.
Winkel,
Wij hebben de eer Uwe Excellentie beleefd te be
richten, dat onze Commissie zich andermaal genood
zaakt gevoelt Uwe tusschenkomst in te roepen in
zake hot door de Directie der Nederlandsche Spoor-
wegen aangekondigd voornemen om de stoomtram
Schagen—Wognum op te heffen.
Na ons schrijven van 12 December 1925 en het daar
op van Uwo Excellentie ontvangen antwoord van
17 December 1025, Afd. Spoorwegen, heeft er plaats
gehad een vergadering met belanghebbenden, mot
een vertegenwoordiger der Directie, waarin naar vo
ren werden gebracht verschillende aangelegenheden,
waarin men verwachtte een exploitatie te kunnen
bereiken, die een geheel ander beeld zou geven en
zeer zeker een nadeelig saldo zou beperken tot een
gering bedrag, zoo het niet geheel zou verdwijnen.
Op ons verzoek verstrekte do Directie een exploi
tatierekening, waaruit wij meenden onvoldoende ge
gevens te kunnen putten en een later gezonden uit
voeriger exploitatierekening bracht niet moer resul
taat.
Orze Commissie onderging na die vergadering van
belanghebbenden eenige verandering én deze veran
derde samenstelling én de uitspraak van de verga
dering van belanghebbenden, gaf onze Commissie
aanleiding de vraag te stellen als in bijgaah'd schrij
ven genoemd. (Bijlage I).
'Daarop ontving de Commissie als antwoord van de
Directie haar schrijven hierbij gevoegd als bijlage II.
Onze Commissie zag daarin aanleiding om de Di
rectie te antwoorden bij haar schrijven, hierbij ge
voegd als bijlage III
Daarop ontving do Commissie als antwoord van de
Directie haar schrijven hieraan toegevoegd als bij
lage IV.
Waar uit dit laatste schrijven blijkt, dat de Maat
schappij niettegenstaande zij aan ons verzoek om
inlichtingen niet heeft voldaan, do opheffing aan
Uwe Excellentie zal vragen, on waar derhalve niet
de Directie der Nederlandsche Spoorwegen niet
verder is te onderhandelen, wenden wij ons ander
maal tot Uwe Excellentie en brengen het goheole ver- Een verzoek vnn het Wxt-Gele Kruis te Groot»-
loop der onderhandelingen onder Uwe aandacht, metrbroek, om een subsidie van il50 sol bij de begroo-
beleefd verzoek door Uwe tusschenkomst te mogen i ting worden behandeld.
bereiken dat deze lijn niet wordt opgeheven en wij Énkele financieele regelingen, dienst 1926, zoo-
in de gelegenheid zuilen worden gesteld op het ver-1 als enkele wijzigingen in do ^emcentobogruoting,
zoek van de Directie der Nederlandsche Spoorwegen alsmede enkele uf- en oversohry vingen, waaronder
aun Uwe Excellentie van advies to mogen dienen. een post van f1200 voor restauratie van den toren,
Aap
De Commissie inzake de Stoomtram
Schagen—Wognum.
Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat
te 's-Gravenhage.
De in dit schrijven genoemde bijlagen zijn reeds
in dit overzicht verwerkt.
Het antwoord van den Minister zal moeten aange
ven welke stappen de Commissie verder zal doen.
Wij hebben echter gemeend U niet onkundig te moe
ten laton van den stand van zaken, zooais die thans
is.
Do Commissie
A. COMMANDEUR, Voorzitter.
A. DE RIDDER, Secretaris.
Voorïoopig zal dus het resultaat mooten worden
afgewacht, zegt voorzatter.
Wat klein goed.
Van de afdeeling Opmeer-Spanbroek van het
Witte Kruis, af deeling Westfriesland, is een schrij
ven ingekomen, waarin zij hun dank betuigen voor
de toegekende subsidie.
Van dc malariabestrijding, afdeeling Alkmaar,
is een schrijven ingekomen om een post te willen
uittrekken voor de malariabestrijding in 1927,
tegen 1 cent per inwoner.
Zal bij de begrooting behandeld worden.
Van het R.K. schoolbestuur is een schrijven in
gekomen om de R.K. school aan te sluiten bij de
waterleiding, teneinde goed drinkwater voor do
kinderen te hebben en voor sohooisohoomnaak te
kunnen gebruiken.
Voorzitter zegt, dat de overige scholen allo zijn
aangesloten en voor deze school nu green uitzonde
ring to willen maken. Spr. stelt voor hot verzoek
in te willigen en de koeten op do exploitatiereke
ning pnder te brengen. Algemeen goedgevonden.
De armenrekening over 1925 wees uit» dat de
rekening sloot met een ontvangst van f 7852.23Va en
en oen uitgave van f 5966.92Va, zoodat het voor
deelig saldo f 1885.31 bedroeg.
Deze rekening zal gelijk met de gemeentereke
ning onderzocht worden.
De gemeenterekening over 1925 sloot met een
voordeelig saldo van f 3773.861/» op don gewonen
dienst in ontvangst en uitgaaf op f71468.38 en
f 67694.51Vt, terwijl de kapitaalsdienst in ontvangst
en uitgaaf sloot op f 61846.54 en 61841.81. Alzoo een
voordeelig saldo van f "4.68.
Tot commissie, belast met het nazien der reke
ning worden de raadsleden benoemd, met uitzon
dering van de wethouders.
De voordracht voor zetters, wegrens periodieke
aftreding van de heeren Vijn en Schilder, wordt
als volgt opgemaakt: vacature-W. Vjjn: no. 1
W. Vijn, no. 2 S. Glas; vacaturo-C. Schilder: na 1
C. Schilder, no. 2 N. Blaauw.
Volgt oen^ verzoek van de Gemeente-ontvanger,
om een jaarlijksclie bijdrage voor aansluiting aan de
telefoon. Do kosten bedragen f61 por jaar gedu
rende 5 iaar. De ontvanger vraagt nu of do go-
5mocnto hierin voor de helft zou willen bijdragen,
dus f30.50 per iaar.
Voorzitter zegt, dat het zeer gemakkelijk zou
zijn, wanneer de gomoento-ontvnnger, die te Aarta-
woud woont, telefonisch zou zijn aangesloten cn
daarom stellen B. on W. voor om het verzoek to©
te staan. Algemeen goedgevonden.
Brandbluschmiddelen,
Is aan do orde de aansoliailfiug van brand
bhwchm atonaal in verband met do waterleiding
en een daarvoor aan te gane goldloening.
Yoorzittor licht toe, dat bereids f610 is betaald,
t.w. 7 kranen a f70 is ±'490 en 6 sluitstukken van
f 20 is f 120, samen f 610.
Naar aanleiding van een opmerking van den
heer Blaauw zou dus de verandering van het
sluitstuk bij het spuithuisjo in een brandkraan,
nog f50 kosten met zich brengen.
Voorzitter zegt verder, dat met den heer v. d.
Plas, technisch adviseur bij het waterleidingbe
drijf to Hoorn en de firma Otterbein en Co. ge-
oonfereerd is over de aanschaffing van materiaal
en gebleken is, dat daarvoor oen l>odrag van
f859.50 noodig was. Dit bedrag gevoegd bij de
hiervoorgenoemde f610 zou tez.imen ongeveer een
rond bedrag van f1500 uitmaken, waarvoor B. en
W. adviseeren een geldleening aan to gaan van
f1500 tegen hoogstens 5 pet. af te lsosen in 10 jaar.
Voorzitter zegt, dat ieder brandweercorps dan
in het bezit zal komen van 100 meter slang, on
.dat ook de oude slangen pasklaar gemaakt zul.en
worden om nog dienst te kunnen doen, voor zoo
ver zo den druk van de waterleiding kunnen weer
staan, hetwelk bij do onlangs gehouden demonstra^
tie niet van alle oude slangen gezegd kan wor
den, daar er enkele niet tegen dien druk bestand
bleken te zijn en ploften. Overigéns was de demon
stratie goed geslaagd, en bleken de kranen in aiie
opzichten goed te voldoen.
Do heer Bossen geeft in overweging ook in de
Gouw kranen te plaatsen, waarop voorzitter ant
woordt, dat daar nader op zal worden teruggeko
men, doch dat daar elke aan te leggen kraan niet
op f70, maar op f120 zal komen.
Tenslotte kan de raad zich met het voorstel van
B. en W.,'om een geldleening van f1500 aan te
gaan, vereenigen.
worden algemeen goedgekeurd.
Alles publiek of 'alles onderhandsch
B. en W. stellen voor, om het gemeenteland in de
Bennemeer onderhandsch aan deri tegenwoordigen
huurder P. Veerman te Twisk, te verhuren.
Voorzitter zegt. dat de heer Vijn het land heeft
hekeken en het land wordt uitstekend gebruikt. B. en'
W. oordeelen, dat als het land publiek wordt ver
huurd, het meer zal opbrengen als dat het onder
handsch gebeurd. Toch willen B. en W. dat niet, mot
het oog op de opjagorij. De gemeentekas zal er wel
licht voorïoopig wel bij varen, maar of het land er op
inzake de Stoomtram SchagenWognum: >vooruit zal gaan. is nog zeer de vraag. Nu is door do|
electrische bemaling in de Bennemeer de belasting
omboog gegaan en willen B. en W. dat de huur met
f 10 per H.A. wordt- verhoogd en gebracht van f 150
op f 160. Zij willen het daarom- voor 4 jaar verhuren
voor de ronde som van f 800. De grootte is even klei
ner dan 5 II.A.
De heer Blauw acht de prijs voldoende gezien de
tegenwoordige productenprijzen.
Er wordt opgemerkt, dat de huurder al zijn mest1
naar het gemeenteland brengt, wat den heer Vijn
doet opmerken, dat een huurman het ook wel wil hu- j
ren die allemaal dres heeft en dus zijn mest wel op
zijn eigen land zou brengen.
Meegedeeld wordt, dat het om de helft wordt ge
hooid.
De heer Bossen is niet voor onderhandsch verhu
ren. Spr. noemt het niet consequent in de gemeentel
alles publiek te verhuren en buiten de gemeente on
derhandsch. Spr. noemt dat de menschen buiten de:
gemeente bevoordeelen. Wij hebben in de gemeente
ook wei goede gebruikers, maar die moeten toch ook i
steeds weer publiek huren en staan bloot aan opja-
gerij. Spr. vindt maar één standpunt goed, dat is:
alles publiek verhuren, of alles onderhandsch.
Voorzitter zegt, dat B. en W. deze kwestie ook
hebben besproken, maar hier hadden wij te doen met
een goede gebruiker.
De heer Bossen: Die hebben wij hier ook.
De heer Vijn: Er is geen enkele ingezetene die
belang heefti bij deze onderhandsche verhuring. Het
gaat geheel buiten de inwoners om. Als er éón bij be
trokken was. zoui ik het ook niet willen.
De heer Bossen: Wij scheppen voor de huurders
buiten de gemeente een voordeeliger conditie als voor
de huurders in de gemeente. Dat is mijn standpunt.
Voorzitter: Wij hebben een ander standpunt. Hier
heeft geen enkele ingezetene last van.
De heer Bossen: Ze zullen in de gemeente zeggen,
dat ze buiten de gemeente meer voordeelen genieten
dan in de gemeente. -I
Voorzitter: Laat ze zeggen.
De heer Groen is het met B. en W. eens.
De heer Bossen: In de Bennemeer wordt het land
verhuurd voor i 150 f 160. Hier moeten de men
schen door de publieke verhuring f 200 f 250 ge
ven, dat- ia onrechtvaardig
De heer Ham oordeelt, dat B. en W. het onder
handsch verhuren in het belang der gemeente doen.
Op deze wijze wordt het een waardevermeerdering,
het kan bij publieke verhuring wel eens waardever
mindering worden.
De heer Bossen: Of andersom.
De heer Ham: Ik ga op het advies van B. en W. af.
De heer Bossen: Of dat altijd maar juist is.
De heer Vijn: Da's wantrouwen in B. en W.
De heer Bossen: Da's geen wantrouwen maar het
is niet consequent.
De heer Vijn: Je kunt toch wel aannemen dat B.
en W. zoo maar niet iets zeggen.
De heer Schilder zegt, dat het hier een apart ge
val betreft, niemand in de gemeente heeft er eenige.
schade of last van. Het is heel ver van Hoogwoud
af.
De heer Bossen: Het is altijd publiek verhuurd.
De heer Vijn: Vroeger is het bijna steeds onder
handsch verhuurd.
Voorzitter: Altijd.
De heer Blauw zegt dat in den mobilisatietijd toon
er geen verhooging van huur gegeven wou worden,
tot publieke verhuring is overgegaan.
De heer Ham meent, dat als naar het oordeel van
B. en W. de huurprijs hoog genoeg is. spr. voor on
derhandsche huur is. De huurprijs behoeft niet hoo-
ger opgejaagd, spr. herhaalt, dat het dan wel eens na
deelig voor de gemeente kan worden, waardevermin
dering als er het gevolg van is.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met
den heer Bossen tegen.
„van die benden is* het nu volkomen duidelijk?, niet?
..Volkomen," antwoordde Mr. Brunger die be
seft©, dat zijn reputatie weg was, als hij het niet
zeide. „Alleen wat studie voor noodig, dat is alles.
Ik heb nog nooit zoo'n zonderlinge geschiedenis
gehoord."
„Ik laat me hangen, als ik er een woord van
begrijp," mengde BilL .zich in het gesprek. „Wie
zijn die benden?"
George stond op. „Dat zal ik ie later wel eens
uitleggen, oude jongen. Maar we verspillen tijd
door hier te blijven. Ik was bijna aan het emde,
toen jullie kwamen. Do kat is hier heel
dicht in de bnurt."
De detective en BUI sprongen op. George .gingl
voort. „Vanavond of morgenochtend gaat zy in
andere handen over. Als u beiden precies doet wat
ik zeg en de rest aap mij overlaat, zullen we haar
te pakken krijgen. Morgenavond zal' ik alles uit
leggen."
,Js dat zeker?" vroeg de detective.
„Zoo goed als. Het zal op hot kantje af zyn,
maar als het ditmaal niet lukf, dan beslist zeker
binnen heel korten tijd. Ik zweer., dat u, als.u met
mij in contact blijft, dichter bij de kat zult zyn dan
dat u er alleen bij komt."
Oprechtheid straalde bij deze woorden uit etyn
oogon.
„Neem Jh et bevel pp u, Sir" zeide Mr. Brunger.
„Goed. Gaat mede. Ik zal u beidon vannacht een
post aanwijzen. We mooten een vrij groot eind
loopen. Vraag mij niets; ik moot denken."
„Absoluut niets," zeide de detective; hij was in
derdaad te verbijsterd.
„Goddank!" prevelde George: nam zijn hoed;
ging hun voor in den neerplasscnden regen.
V.
George bracht hen naar de.difford Arms, on
geveer twee mijl verder. Voor het oogenblik had
hü slechts één doel. Hij moest zien af te komen
van Bill en dien verduivelden detective; dan moest
hij zoo vlug mogelijk met de kat uit Temple
Colney weg.
Onder het loopen dacht hy verder dan aan zijn
oorspronkelijk doel, dacht hij aan do toekomst. De
eerste halve mijl besloot hij de Roos onmiddellijk
aan zyn oom terug te geven, zonder te wachten,
dat de belooning weder verhoogd werd. Langer
blijven doorgaan met het spel, dat voelde hij, zou
gelijk staan met het verliezen van wat Mr. Marra-
pit uit dankbaarheid voor hem doen zou.
Maar die veerkracht der jeugd! De regen, die in
Zjjn gezicht sloeg» verkoelde zy'n voorhoofd: scheen
zyn brein te verkoelen. Voor hij een halve mijl ver
der was, wankelde hij reeds in zijn besluit, verze
kerde hy zichzelf, dat, aangenomen, dat hy de
Roos verbergen kon op de plek. wélke een schit
terende inspiratie hem ingaf, hy veiliger dan ooit
zijn zou. De twee mannen, die het gevaarlijkst voor
hem waren do detective en do speciale verslag
gever van de Daily", die nu door do modder
achter hein aan sjokten had hy onder den duim.
Als liy ze nu nog een paar 'dagen op het ver
keerde spoor houden kon
Hot omslaan van een hoek bracht hen in 't
gezicht van do Clifford Arms. George waas: „Ik
wou, dat u daar den naoh$ doorbracht on daar
bleef, tot ik morgen terugkom. Er is daar iemand,
dien u moet J>ewaken den logementhouder.!
„Een van de benden?" vroeg Mr. Brunger heesch
van aandoening.
„Bende B de leider. Laat hem niet merken,
dat u achterdocht hebt. Houd hem alleen goed
in het oog."
„Heefthy de kat?"
Doordringend keek George eerst den detective,
dan Bill aan. „Nog niet!" zeide hy met den
den grootsten nadruk.
Waterleiding voor de Langereis.
Bij de rondvraag informeert de heer Bossen, of er
nu geen kans bgstaai dat de menschen aan de Lan
gereis aan de waterleiding kunnen worden aange
sloten. Zij zijn jaloersch daar opde menschen aan de
brug dio wel aangesloten zijn. Spr. vraagt, of het
niet wenschelijk zou zijn dat de burgemeester eens
confereerde met de burgemeesters van Nieuwe Nie-
dorp. Winkel, en Oude Niedorp, om dit punt eens te
bespreken.
Voorzitter zegt, dat spr. zijn best heeft gedaan om
de 5 ingezetenen aan de Langereis aangesloten te
krijgen en dat is gelukt dank zij de welwillendheid
van het Waterleidingbedrijf. De huis ds onder de
Langereis aangelegd naar den anderen kar# wat
voor het bedrijf een schadepost je is geweest. Wat de
verdere aansluiting van de Langereis 'betreft, acht
spr. het beter dat de menschen nu zelf maar eens
komen en zelf de zaak maar eens aanpakken on ons
eens toonen hoeveel werkelijke belangstelling er is-.
Hetzelfde heeft spr. gezegd tot de menschen aan de
Faad. Daar moest de waterleiding ook komen heette
het, maar men hoort van de menschen zelf niets.
Spr. is steeds gaarne bereid te helpen, maar laat
men dan eens uit den hoek komen. Spr. vindt hot
mooi als de menschen die niet aangesloten zijn, ja
loersch worden op degenen die wel zijn aangesloten,
dan is er alle kans dat er ln Hoogwoud zeer veel
aansluitingen komen, en wat het verdere betreft,
Winkel 'heeft niet zooveel belang voor de Langereis
en voor er met de andere gemeentebesturen wordt
geconfereerd, dienen wij eerst te weten, of er werke
lijk belangstelling voor de waterleiding is.
De heer Bossen wijst op het brandspuithuisje aan
de vVeere, dat moet noodig geschilderd.
Voorzitter zal nazien.
Dat liep mis.
De heer Ham informeert naar de schouw der ge-
meentelanderijen.
Voorzitter zegt, dat de heer Vijn daarover slraks
wel inlichtingen zou hebben gegeven, maar dit kan
ook nu wel.
De heer Vijn zegt, dat alles in orde was, behalve
bij een drietal eigenaren, nl. de heeren C. Pannekeet,
P. Groen en nog iemand, wiens naam spreker ver
geten is. Bij dit drietal liet de toestand nogal wat te
wenschen over. Spr. heeft geen aanschrijving gezon
den om den boel nog in orde te maken, omdat het
al wat laat was. B. en W. zullen voortaan eerder
schouw houden.
Voorzitter zegt, dat Groen ook den tuin achter het
raadhuis in gebruik heeft en daar is het ook niet in
orde, wat spr. aan Groen's vader heeft meegedeeld.
Voorzitter vindt het nogal aardig dat de heer Groen
als raadslid op schouw aandrong en nu is bij hem
zelf de zaak niet in orde.
Onze pracht-posterijen.
De heer Glas brengt de posterijen ter sprake en
wijst er op dat hij daarover vroeger reeds heeft ge
klaagd. Toen is gezegd, nog wat afwachten, maar nu
de herfst a.s. is, wil spr. nogmaals op het zelfde ge
val wijzen. Hij heeft het oog op het feit, dat de ge-
heele post van het groote dorp Hoogwoud door één
man op de fiets van Obdam wordt gehaald. En het
gevolg is, dat als er te veel ligt, niet alles wordt mee
genomen en de rest ter gelegener tijd raar Hoogwoud
komt. Spr. meend, dat de Ned. Posterijen in de eer
ste plaats aangewezen waren om voor het vervoer
van de post de Nederlandsche spoorwegen to nemen.
De trèm hier wordt door die Ned, Spoorwegen ge
ëxploiteerd, komt vlak langs ons dorp en toch neemt
de Ned. Posterijen een fiets te baat om dat vervoer
kilometers ver te doen plaats hebben. Spr. wijst cr
op, hoe de post naar Winkel, Nieuwe Niedorp, Span
broek, Opmeer ook per fiets, autobus, enz. wordt ver
voerd, maar niet door de tram. Als men nu de train
wil opheffen, had toch de Ned. Posterijen daarvan
toch wel gebruik kunnen maken.
Spr. wijst er op hoe vroeger de postpakkettendienst
heeft bestaan, waarmee spr. veel kaas verzond. Spr.'s
opvolger heeft dat op andere wijze moeten doen,
hetzij per autobus of vrachtrijder naar Hoorn of
Winkel, onbruikbaar als die postpakkettendienst is
geworden. Sor. vraagt of B. en W. nu niet hun in
vloed kunnen aamVenden om verbetering in het ver
voer der post voor Hoogwoud te krijgen.
Voorzitter is zeer bevreesd, dat als B. en W. de di
rectie der posterijen wijzen op het vervoer vanaf
Obdam. hen dan geantwoord zal worden: daarmee
heeft U niets ie maken. Als uw post op tijd aankomt
en op tijd besteld wordt, is dat andere onze intieme
aangelegenheid, die U niet aangaat. Er is hier een
postbeambte afgedankt en ik. zegt spr., heb gepro
beerd om dien ibeambté He behouden, omdat hij wel
to gebruiken was voor den verderen postdienst en
avondbestelling. De directeur te Hoorn zeide. daar
mee heeft U niets te maken. Uw gemeente betaal I
gulden en 1 cent per inwoner voor de avondbestel-
ling, als die maar op tijd geschiedt heeft U met tb»
rest niots te inaken.
De heer Glas boaamt dit. maar vraagt, of de ge
meente er dan niets mee hoeft te maken, als een deel
der post ie Obdam blijft liggen, omdat de postbode
die niet kan meenemen. De man behoeft niet meer
mee te nemen als zooveel. En dat is gelukkig, an
ders kon men Ijem alles wel laten meesjouwen. En
de rest blijft yte Obdam en komt dan later te Hoog
woud. Dat. is den vorigen winter gebeurd.
Voorzitter wil het graag probeeren en acht een
mondelinge bespreking dan het beste. Wij gaan
dan met zijn vieren maar eens heen zegt spr. II j
betreurt het evenwel dat de verzending van do kaas
door den opvolger van den heer CJas niet meer
plaats vindt. Dan zou blijken, dat er niet voldoende
personeel was voor dat vervoer en kon aan de han 1
van dat feit daarover worden geklaagd.
De heer Glas meent, dat er evengoed wel gewezen
kan worden op het verkeerde da; de post vanaf ob
dam niet altijd te dragen is door 1 beambte. Spr.
meent, dat wij met de posterijen achteruit gaan
Vroeger kwam de post te Opmeer per postwagen en
ging dan naar Hoogwoud, dat was vlak bij en ging
vlug. Nu komt de post heelfemaal van Obdam, inet do
post gaat de tijd achteruit.
B. en W. zullen probeeren wat er aan te doen is.
Hierna sluiting.
GEMEENTE SCHOOR!*.
Ingeschreven gedurende de maand Juli 1926.
Geboren: Johanna Wilhelmina, dochter van Jan
Dijkhof en van Elizabeth Catharina Goudsblom.
Elia Louisa, dochter van Johannes de Boer en van
Margaretha Kooyman. Murgaretha Theresia, doch
ter van Nicolaas Kaag en van Alida Maria Groot.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.
Overleden: Maart je Dekker, 68 jaar, weduwe van
Klaas Praat.
Rill riep: „By God!" De detective wreef zich
in blijde verwachting in zy'n banden.
Zy gingen bet logement binnen. Bill' dischte een
verbaal op van touristen, die den trein gemist had
den. Een kamer werd besproken. Een kwartier
later spoedde George zich naar Temple Colney
terug. Bij bet postkantoor hield bij stil;
kocht een briefkaart; wachtte even, terwy'1 hy
het schitterende denkbeeld, dat nu vorm aangeno
men had, nog overdacht; schreef Ha.n aan zijn
Mary:
„Mijn Kefsto schat in de wereld AI
dezen tijd heb je niets van .mij gehoord, maar ie
kan wel raden wat voor een tyd ik gehad heb.
Lieveling, luister goed. Dit is hoogst belangrijk.
Onze toekomst hangt ervan af. Kom morgen om
twaalf uur by mij in die ingevallen hut in t kreu-
pelboschje aan aen'Shipley Road, waar we den
dag vlak vóór mijn examen geweest zyn. Zoek een
voorwendsel om weg te komen. Je moet er zijn.
En vertel het aan niemand.
Tot morgen, mijn lieve kleine Mary. G.?
Hy postte de briefkaart.
ROEK VI.
Van het verloren en gevonden parades.
HOOFDSTUK I.
Mrs. Major bidt om het Paradys.
I.
Ehkoi en alleen omdat George de Roos van Saron
ontvoerde, verkocht Miss Pridham, die een winkel
van alles en nog wat in Angel Street, Marylebone
Road, heeft, een paar groene gebreide pantoffels,
ieder versierd met een rooden gebreiden bobbel,
die ruim twee jaar melancholiek uit de etalage had
den liggen kijken.
En Airs. Major kocht ze.
Na dien vreeselyken ochtend, waarop zy met een
droge keel en mond en barstende hoofdpyn het
gevolg van haar nachtelijk gesprek met Old Toni
.Mr. Alarrapit's huis verlaten^ had, had Airs.
Major in afzondering op e»en zat-slaapkamer in
Angel Street gewoond. Zy was niet voornemens
onmiddellijk een andere betrekking te zookon. Deze
vrouw had de heerlykeid van Heron's Holt ge
proefd; haar hart was daar; een paar maanden
zoo besloot zij, zuchtend over haar lot zou
zy in eenzaamheid peinzen over het paradys, da.
zy verloren had.
Airs. Alaj'or was geen groote courantonlézeres.
Het belangrijkste blad van de „Daily" bracht zy.
echter op een goeden dag mede naai* haar zit-slaap-
kamer, gewikkeld om een kwart flesch Old Tom.
Het was de dag, toen voor het eerst het «Inbraak
landhuis" uit de kolommen der „Daily" schreeuwde
Bekende namen troffen haar blik; zy las; zocht
pen en papier, schreef met geïnspireerde pen aan
Air. Alarrapit:
„Ik durf zelfs niet beginnen. Waarde Air. Alar
rapit!' Ik heb zelfs het recht verbeurd u toe te
spreken; maar in dit oogon blik, waarop u zoo
zwaar beproefd wordt, doet iets, dat sterker i.9
dan ik zelf, mij de pen opnemen
Hier /hjeld Airs. Major op; las over wat zy
geschreven had; verscheurde zonder een "zucht 't
blad papier en begon opnieuw. Dat „iets, dat
sterker is dan ik ?elf" was, dat vóelde .zij, heel
goed, verkeerd. Iets, dat beslist sterker was dan
zij zelf, zat in de kwart flesch op korten af
stand van haar neus, en het viel haar in, dat een
wreede geest haar bedoeling zoo zou kunnen uit»
leggen. Zy verscheurde het blad. Zij was een
kranige vrouw.
Wordt vervolgd.