AlKlttI NiSlfS-
MraiHtit- La
De Spiritussmakkelarij op de
kust bij Camperduin.
De cycloon yan 1925.
Woensdag 11 Augustus 1926.
OSsto Janrguog. No. 7892.
Eerste Blad.
li
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
OU
iet?
on
el-
;o-
ng
en I
zij 1
ld:
ns
op
Dit
el-
an
en
do
be
en,
de
len
bet
el-
-an
len
de
ide
jn- i
en-
ter
ka- j
Qte
:Vle
De
en 1
be-
en.
>en
an
en.
het i
in
•an
ar-
bel j
ïen
Dit blad vorachljnt viermaal por week: Dinsdag, Woonsdag, Donder
dag on Zatordag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
löutleu nog zooveel mogelijk in het oerotuitkomond nummer goi>luatut.
Uilgevers i N.V. v.h. TltAPMAPJ Co., Sclïagen.
POSTREKENING No. 28330. INT. TELEF.
jPriJa pet 3 maandon fl.05. Losso nurnmcra 3 cc:M» ADVERTEN-
flTIóN van 1 tot B rogols f 1.10, iodoro rogol moor BO cont (bowljsno.
no. 20. |J,nbogTOi)on). Grooto lottora worden name plaatarulmto borokond.
DIT NUMMER BESTAAT UÏT TWEE BLADEN.
e
gd
eni
de!
m
ü«-n
liscl
m
4000 Liter spiritus gesmokkeld, afkom
stig uit Duitschland. Tegen elk dor be
klaagden wordt 6 maanden gevangenis
straf en 1128193.85 boete geëischt.
Heden werd door de Arrondissementsrechtbank te
Alkmaar ,de zaak tegen Chr Gerrit Verweij te Aker
sloot en E. Schermerhorn te Bergen terzake spiri-
tussmokkelarij op de kust bij Camperduin behan
deld.
De Rechtbank is als volgt samengesteld: President
Mr. Dr. Muller; als bijzittende rechters fungeeren Mr.
R. M. Leesberg (plaatsverv.) en Mr. Cleveringa, ter
wijl bet O. M. werd waargenomen door Mr. Van
Loockeren Campagne, Griffier Jhr. Mr. v. d. Bran-
deier.
Aangezien het hier een ontduiking van de belasting
geldt, treedt als eischer in deze zaak de rijksadvo
caat Mr. Asser op.
In deze zaak zijn 13 getuigen gedagvaard.
Er is veel belangstelling op de tribune voor deze
smokkelaffaire.
Aan verdachten was ten laste gelegd, dat zij op
of omstreeks 18 Mei 1920 omstreeks 10 uur namid
dag te Camperduin, gemeente Schoorl, nabij hot café
Camperduin vanuit zee in het Koninkrijk, zonder
eenlgo verklaring of aangifte aan den eersten wacht
of aan het kantoor, waar zulks behoorde en alzoo
frauduleus, hebben ingevoerd, althans doen invoe
ren 198 kisten met 2 bussen van 10 L. inhoud spiri
tus van 90 pet. sterkte, totaal 3960 L. of 9603.2 L., idem
van 30 pet.
Zijnde do verdachte Verweij bij vonnis der Recht
bank te Winschoten, datum 13 October 1925, terzake
van frauduleuze invoer van gedistilleerd veroordeeld.
Aan verdachte, Schermerhorn, wordt ten laste ge
legd, dat hij ter plaatso en omstreeks ten tijde, te
voren vermeld, opzettelijk voormeld misdrijf heeft
uitgelokt door 't verschaffen van do gelegenheid,
de middelen of inlichtingen en wel door:
a. De inlading van het voormelde gedistilleerd te
Bremershafen te bezorgen of te doen bezorgers
b. Den caféhouder J. Vriendjes te Camperduin te
bewegen, het licht in zijn café langer dan gewoon
lijk te laten branden, teneinde dit alé baken te laten
dienen en hem op genoemde 18 Mei mede te deelen,
dat de lossing 's avonds zou plaats vinden;
c. J. Eduard als poster in dienst te nemen;
d. Op he; strand lichtsignalen te geven, althans
dat verdachte, Schermerhorn, door do onder a, b, c
en d vermelde handelingen ter plaatse en omstreoks
ten tijde als voren vermeld, opzettelijk bij het plegen
van vermeld misdrijf behulpzaam is geweest en op
zettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen daar
toe heeft verstrekt.
Ton tweede dat verdachten ter plaatse en omstreeks
ten tij cl o als onder i vermeid, voormelde hoeveelheid
gedistilleerd, zijnde meer dan 1 L. hebben ingevoerd
of doen invoeren, niet gedekt door de vereisebto do
cumenten.
Het getuigenverhoor.
Ais eerste getuige wordt gehoord de heer Kolder-
hof, inspecteur bij de diréete belastingen op invoer
rechten en accijnsen te Alkmaar, welke als zoodanig
een belangrijke rol in deze zaak vervuld heeft.
Getuige Kolderhof vertelt dan, dat hij er lucht
van gekregen had, dat op den bewusten datum ge
tracht zou worden spiritus binnen te smokkelen op
de kust bij Camperduin. Dit was aanleiding voor hem
om maatregelen te nemen teneinde dezen frauduleu-
zen invoer te voorkomen. Deze maatregelen beston
den hierin, dat hij met eenige manschappen naar
Camperduin is gegaan en daar op verschillende pun
ten posten heeft, uitgezet, welke aan de hand van
een terreinkaart aan de rechters wordt duidelijk ge
maakt. Getuige heeft verder niets kunnen waar
nemen door de duisternis, die ^.oen heerschte. Wel
heeft hij later op het strand de kisten aangetroffen,
w ar bij bij inventarisatie bleek, dat er 19S kisten
waren, in elk waarvan zich 2 bussen bevonden, elke
bus van 10 Liter, "alzoo een hoeveelheid van 3960
Liter uitmakende. Verder.waren er 5 halsjukken,
2 grijpliaken eii een stuk touw.
Deze hoeveelheid spiritus was aan accijns rechten
en invoerrechten resp. f25098.90 en ongeveer f400
onderhevig.
Verder worden aan getuige eenige technische vra,-
gen gesteld met betrekking tot den afstand uit de
kust en de naastbijgelegen kantoren van inklaring,
in dit geval IJmukien en Den Helder, waarop de
smokkelwaar onderhevig is aan de accijnsen en in-
voeirechten.
Hieromtrent ontstaat tusschen getuige en Mr. Jü-
<Jen, den verdediger van Schermerhorn, eenige ge-
dachtemvisseling, waarin laatstgenoemde vraagt,
waar op Nederlandsch territoir de invoer begint en
waar men zich aan houden moet, wanneer men
op Nederlandsch grondgebied komt. Mr. Jüdell was
de meening toegedaan, dat wanneer het schip was
blijven liggen er niets gebeurd zou zijn.
Op een vraag van den verdediger of er bij het ge
ven der lichtsignalen, welke in de dagvaarding wor
den genoemd, ook in cod#of iets dergelijks geseind
is. antwoord getuige dit niet te" weten.
Daar de verdediger verder niet te vragen heeft en
ook de beide verdachten niets op de getuigenis van
den heer Koldenhof hebben Aan te merken, wordt do
volgende getuige Mey, adjunct-inspecteur bij de rijks
belastingen gehoord, welke met het uitzetten dor
posten heiast was. Getuige vertelt, dat hij alleen den
weg naar het strand was ingeslagen cn toen op een
gegeven oogenblik niet verder durfde, daar hij een
schim: voor zich zag welke verdween en ongeveer 10
Meter verder weer opdook. Daarbij had hij opge
merkt, dat deze gestalte tweemaal, een lichtsein ge
geven had in de richting van de zee.
Kort daarop hoorde hij twee schoten lossen en dit
was voor hem het sein geweest om in to grijpen.
Met inmiddels toegeschoten hulp .werd de door ge
tuige achtervolgde gestalte gevangen genomen,
welke later bleek één der verdachten, Verweij te
zijn.
Getuige is daarop naar het strand gegaan, en heeft
daar de reeds bovongenoemde kisten gevonden, als
mede eenige kisten bij het café van Vriendjes op het
hooge duin.
Op een vraag van Mr. Jüdell of de verklaring van
getuige een voorloopig of definitief karakter draagt,
antwoordt deze dat zijn verklaring definitief is.
De volgende getuige, Jongkind, kommies bij de
directe belastingen, zegt de lichtsignalen, alsmede
ü9 kisten te bebben gezien.
De kommies Van Vliet had op post gestaan achter
het café van Vriendjes en in zee een schip gezien,
van waaruit lichtsignalen werden gegeven, die door
lichtsignalen vanaf het land werden beantwoord.
Daarna merkte hij op, dat vanaf het schip voorwer
pen in zee werden geworpen.
De commies Boersma had op post gestaan bij het
stormsignaal on eveneens het schip, naar schatting
150 Meter uit de kust, gezien. Door een ruit werden
vanuit den kotter korte lichtsignalen gegeven. Ge
tuige had eveneens opgemerkt dat er contact bestond
tusschen den kotter en de wal.
De verdediger vraagt aan getuige, of hij ook weet
dat aan den stormbal een lantaarn hangt.
Getuige antwoordt bevestigend, maar zegt, dat de
lantaarn op dat oogenblik niet brandde, zoomin als
de straatlantaarn, welke'op 20 meter afstand van
het café-Vriendjes geplaatst ia Vermoed wordt, dat
deze door de smokkelaars uitgedraaid is.
De commies Bos had eveneens bij het café Vriend
jes post gevat en behalve de lichtsignalen ook ge
zien, dat na het lossen van de twee schoten, goede
ren in zee werden geworpen. Hij' was op het schieten
afgegaan enlhadiernandaangehoud6ii\di& later Verweij
bleek te zijn. Deze liep in do richting van Petten en
zeide tegen zijn aanhouders dat zij zich maar kalm
moesten houden. Aanstonds zou hij alles wel vertel
len.
On een desbetreffende vraag van Mr. Jüdell zegt
getuige, dat ook de ambtenaren signalen hebben ge
geven, doch pas na het lossen der schoten.
De drie rijksveldwachters Koekoek, Bergsma, en
Miné hebben alle de lichtsignalen en hei lossen ge
zien, en zijn na het lossen der schoten opgesprongen
en hebben hun assistentie verleend bij het aanhou
den van Verweij.
Daarna wordt getuige Vriendjes, de eigenaar van
het café op het*duin, gehoord. Deze verklaart, dat
hij daartoe door Schermerhorn verzocht, zijn licht
heeft laten branden om als haken te dienen voor een
schuit die daar op de kust zou landen. Den avond,
voorafgaande aan den bewuste, is Schermerhorn nog
bij hem geweest. Schermerhorn heeft toen aan ge
tuige gevraagd: „Kun je zwijgen?" waarop getuige
antwoordde, dat als er iets viel te verdienen hij er
voor te vinden was en op zijn vraag hoeveel hij dan
wel kon verdienen, heeft Schermerhorn gezegd:
„Hoeveel moet je hebben?" waarop Vriendjes zei van
f 100, maar deze zegt, dat Schermerhorn het zelf
aangeboden heeft.
Verder bad Vriendjes niets rte doen. Wel wist hij
nog, dat er voor Schermerhorn brieven waren inge
komen.
Op een vraag van Mr. Leesberg, antwoordt getuige
niet te hebbehgeweten dat-,,sprit" sterke drank
Was. Door getuige Vriendjes was nog aan Schermer
horn aangeboden om een zekeren Jb. Eduard in de
combinatie op te nemen, hetgeen echter niet is ge
schied.
Deze verschijnt tha&s als getuige en verklaart niet
in het café Vriendjes te zijn geweest in verhand met
de smokkelarij. Hij had echter met Schermerhorn
afgesproken, dat hij post zou vatten bij het café
Vriendjes om uit te kijken en zou fluiten als er iets
gebeurde, ofschoon hij niet wist wat er zou gebeuren.
Pres.: Zou er iets voor krijgen?
Getuige: Ja, Schermerhorn had gezegd, dat het op
f 100 niet aankwam. Getuige heeft eveneens het
schip waargenomen en ook een persoon zien weg-
loopen, maar geen fluitsignaal gegeven. Hij heeft
zich achter het café van Vriendjes verborgen.
Verdachte Schermerhorn ontkent, dat hij gezegd
zou hebben, dat het op f 100 niet aankwam. wel
heeft hij getuige gevraagd, of hij wilde uitkijken in
l verband met een onderneming,
i De volgende getuike W. Schuit, chauffeur te Schoorl
heeft Schermerhorn den avond van le voren naar
Camperduin gereden, waarover hij echter zijn mond
moest houden, en waarvoor hij 'n belooning van f25
kreeg. Getuige had wel gezien, dat er iets niet in den
haak was.
Als laatste getuige wordt gehoord do deskundige
op chemisch gebied, Stoker; die de spiritus onder
zocht heeft en waarvan het resultaat was dat de spi
ritus 96 procent bleek te zijn.
De verklaring van Verweij.
Wanneer het fretuiüenverhoor ts afgeloopen, wordt
aan den verdachte Verweij, op diens verzoek, pele-
genheid gegeven, een verklaring af te leggen.
Verweij begint met te zeggen, dat hii nooit een vol
ledige verklaring heeft afgelegd, maar thans verlof
daartoe heeft gekregen om de volle waarheid te zeg
gen. i
Verdachte vertelt dan, dat Schermerhorn Inlichtin
gen bij hem heeft ingewonnen over een landing op
de kus( h'.i Camperduin .Dit naar aanleiding van een
brief, welke Schermerhorn uit Bremershaven van
Fritz Michilsen had ontvangen. Verweij had een
landing afgeraden, omdat hef niet zonder gevaar was.
en Michilsen werd daarmede in kennis gesteld. On
danks dat wilde deze dc zaak doorzetten en daarna
zijn Verweij en Schermerhorn naar Duitschland ge
reisd.
We hebhen daar. vertelt eVrweij. verder, den kotter
met de kisten geladen en ons den Zondagnacht a*n
VAN RIjèwiJK'S
SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
i
den bewusten avond voorafgaande naar de Engelsche j
kust laten afdrijven. Daarna zijn we naar Holland i
overgestoken, waar we Maandagavond aankwamen,
maai* door het slechte weer waren we toen niet in 1
staat te landen. Den avond daarop ging het beter en
zoodra de gelegenheid gunstig was, is hij van het
achip afgegaan en op de pier gaan liggen. Hij heeft
eerst nog mat Schermerhorn gesproken. Toén is het
sein tot lossen gegeven. De kisten werden over boord
gegooid en door de twee Duitsche matrozen Jan en
Philip met de vlet naar het strand gebracht, de eer
ste twee vrachten door de branding heen, maar op
aanraden van Verweij, met het oog op het gevaar,
werden de drie volgende vrachten tot aan de bran
ding gebracht en daar in zee gegooid, waarna ze van
zelf aanspoelden. Met het juk werden ze daarop ver
der het strand op gebracht. Toen de lading geheel ge
lost was is Verweij weggegaan; maar daarbij, zooals
reeds gezegd, aangehouden.
Verweij besluit met te zeggen, dat hij geen aan
deel in de zaak heeft gehad, maar alles gedaan heeft
om zijn lust naar avonturen te bevredigen.
De President herinnert hem er echter aan, dat hij
reeds eerder te Winschoten wegens smokkelen tot 8
maanden gevangenisstraf is veroordeeld.
De verklaring van Schermerhorn.
Daarna legt Schermerhorn eon verklaring af,
wolko grootendeels met die van Verweij overeen
komt. Schermerhorn vertelt van den brief; dien
hij in Maart ontvangen had en waarmee hij naar
Verwed gegaan is, die hem een landing bij Cam
perduin had afgeraden. Zoo ook van de reis naar
Düitsehland, waar hij Michil&en ontmoette, die
hem vroeg of 'hij geen aandeel in de zaak wilde
hebben, aangezien de persoon, waarmee Michel-
sen geassociëerd was, niet kon betalen. Schermer-
ihorn heeft er toen in toegestemd 2590 Mark .te lee-
non tegen 10 pet. Na afloop zou hfj zijn geld
terugkrijgen.
De President vraagt hem, of hii dus voor 't ver
dere vervoer zou zorgen, maar volgens Öehermer-
horn is dit niet geheel! en al juist, en de reden
waarom hij altijd zoo'n onvolledige verklaring heeft
afgelegd, bij het verhoor door den burgemeester van
Bergen, was, dat hij zoo weinig mogelijk mensehan
er bij wilde betrekken.
van het vervoer of doen 'vervoeren. De kapitein
van den kotter heeft de spiritus vervoerd en is dufl
de verantwoordelijke persoon.,
De vraag of Schermerhom opzettelijk voor
meld misdrijf heeft uitgelokt, moet pertinent
ontkennend worden beantwoord, want men kan toch
niet iets uitlokken, wat reeds 14 dagen van te
voren in Bremerhaven is gebeurd. Evenmin kan hij
uitgelokt hebben, dat Vriendjes zijn licht heeft
laten branden. Spr. besohouwt dit niet als strafr
haro uitlokkingent» doch als gewone mededeelingen.
Wat betreft de indienstneming van JEduard als
poster. Toen het schip er lag was het feit reeds
gepleegd en het is twijfelachtig, of alleen
het bloote feit dat men iemand in dienst neemij],
strafbaar is. Hieraan voegt spr,. toe een definitie
van posten, nll. een brief op do bus doen of het
tegeiDiouden van een werkwillige bij een staking.
Spr. gelooft niet, dat één van deze beide defini
ties de bedoeling geweest is.
Er blijft nu nog over medeplichtigheid. De 10
pet., welke Schermerhorn voor zijn geld zou krij
gen, ia niet hoog, zooals door den president ge-
idacht werd; Het is zelfs zeer normaal.
De f25 beloontng, die Schermerhorn aen Schub
fogeven hc-efo. Spr. kan rioh indenken, dat ver
achte hiertoe gekomen is, toen hjj terugkomende,
den chauffeur Boren op den dijk zag staan en hij
liever niet wilde, dat zijn moeder, r die een zeer
bekende persoon in Bergen is, iets van
zijn zwerftochten aan de weet zou komen.
Want zegt spr., Schermerhorn heeft nooit ge-
Ieeerd te werken, omdat hy steeds, in een milieu
verkeerd heeft, waar dit met noodig was. Het is
ook hier weer: Ledigheid is des duivels oorkussen/
Toen kwam de brief uit Duitschland. Verdachte
stelt zich allerlei mooie dingen voor. Een tocht
naar Duitschland, het avontuurlijke van, de zaak
en zoo meer. Spr. gelooft niet, dat hier opzet
in het spel is, en vraagt ten slotte vrijspraafe
van het ten laste gelegd, of indien mocht blijken,
dat toch nog straf zou moeten worden geëischt, een
(voorwaardelijke straf, opdat zijn cliënt zou inzien,
dat werken beter is dan niets doen.
Verweij, die geen verdediger had, meent nog
te zijher verdediging te moeten aanvoeren, dat lnj
bij 't lossen niet behulpzaam geweest is.
Na nog eenige re- en dupliek tusschen don rijk^
advocaat on deni verdediger, wordt do ziaak gesfo
'ten de uitspraak bepaald over 14 dagen.
Het requisitoir van
advocaat.
den- Rijks-
Hierna wordt de zitting voor een uur geschorst.
Na heropening worden de verdachten er door den
president op gewezen, dat ze van de geloste spiri-
tos natuurlijk geen aangifte gedaan hadden, waar
na hü het woord aan den rijksadvocaat, Mr.
Asser, geeft. Deze begint mot een woord van dank
uit te spreken aan de rechtbank voor haar goed be
leid in deze zaak, alsmede aan don inspecteur Kol
denhof voor diens ijver en tact, bij de inbeslag
name getoond.
Verder wijst hij er op, dat het gepleegde feit
zeer ernstig is, en een groot nadeel voor de rijks-
sohatkist zou hebben opgeleverd. Vordaehten neb-
i ben de wetten van 1822 en 1862 overtreden. Spr.
gelooft niet, dat het Verweij zal "baten of hij nu
ul zegt, dat hij het gedaan heeft uit lüst naar
avonturen en wijst er op, dat het feit reeds gepleegd
was, toen Verweij zich tot op 150 Meter uit het
strand, met ziju sohip bevond en al was Verweij nu
i niet direct belanghebbende of eigenaar van do 1'a-
ding, zou hij volgens do wot bosehouwd kunnen
worden als eon supercarga, dus iemand die opzich
ter over de lading wad en derhalve strafbaar zijn.
Verder wijst spr. inet nadruk op de woorden door
i Verweij geuit: „Toen alles van boord af was, ben
i ik weggegaan." Dit wijst erop, zegt spr., dab het
zijn lading was.
Ten aanzien van Schermerhorn gelooft ,Spr., dat
het verband minder hecht is.
Hjer doet zich de vraag voor, wat 13 do invoer
binnen het koninkrijk. Art. 6 van het Algemeen
Wetboek houdt een verbod in, goederen langs de
eerste posten, dos IJmuiden of Helder, in te voeren.
Art.; 6 bevat echter geen strafbepaling,doch spr.
zou het onaannemelijk vinden, wanneer men straf
baar-stelde den invoer lange de eerste posten en
niet strafbaar de invoer buiten de eerste posten om.
Art. 205 spreekt over den invoer in 't koninkrijk
en daartoe behoort ook het territoriale water tob
op 3 mijlen uit do kust. Het schip bevond zich op
150 M. uit de kust, dus kon de spiritus reeds als
ingevoerd beschouwd worden. Dit betreft alleen
den invoer van de spiritus, doch eveneens kan aan
verdachte ten Laste gelegd worden, dat hij art. 133
van do distdJleerwet heeft overtreden, nl. liet yen-
voor van frauduleus ingevoerde spiiatus.
pr. komt ten slotte tot deze ooncl'usie, dat beide
verdachten schuldig zijn bevonden aan liet ton
laste gelegde en eischt tegen elk van lion 6 maandqn
gevangenisstraf on f 126.193.85 boete.
De verdediging.
Do verdediger van Schermerhorn, Mr. Jüdell1 uit
Bergen, hierna, hot woordverkrijgende, wijst er
in do eerste plaats op, dat hij to verdedigen hoeft
twee verhoeren, rif. net origineeïö verhoor on de
Vrije bewerking van dat origineel© verhoor.
Spr. gaat de beide verhooren met elkaar verge
lijken en wijst op de verschillende zinswendingen,
die bij het opstellen van de vrije bewerkingen geno
men zijn, en wel zoodanig, dat daarmede het ten
laste gelegde zooveel mogelijk verzwaard wordt.
Spr. vindt het een toppunt dat een verbaal op
een dergelijke wijze verminkt en misvormd wordt
en zal het gaarne aan de hoeren rechters overlaten,
om dusdanige processen-verbaal te beoordeelën.
Spr. zegt voorts, dab door den rijksadvocaat op
zeer handige wijze de invoering op Nederlandsch
(grondgebied naar voren is gebracht. Dit kan ech
ter ten opzichte van Schermerhorn vervallen, aan
gezien hy geen fading in, op of bij zich had. waar
van in art. 205 sprake is.Dit ten lasto gelegde ver
valt dus vanzelf. Even weinig bewezen is de kwestie
Een vredig landschap vertoont de Geldersche Ach
terhoek in dit land dat vanouds behoorde tot de
Heerlijkheid Borculo.
Overal vindt men hier een zacht golvenden hoog
gelegen bodem met hier en daar een heuvelrug, die
men evenwel zonder grooïe moeite bestijgt en oveiv
trekt.
Hier zijn geen zichtbare slooten of slootjes langs
den weg of tusschen akkers en weilanden en geen
kaden of dijken in de verte, zooalg in het Holland-
sche vlakke polderland, maar alleen nu en-dan een
stroomende diepliggende beek met weinig helder wa
ter er in, die door het land kronkelt en zich gewoon
lijk al spoedig in een kreupelboschje aan het go-
zicht onttrekt.
Langs de groote breede hoofdwegen, die hier goed
behand en onderhouden worden, en dus voor druk
ve.rkoer uitstekend geschikt zijn, staat aan weerszij
den eone rij eiken en berken met hun gladde zilver
grijze stammen. Daarachter valt. de berm af in eon
breede greppel, dicht bewassen en vaak verbergen
onder overhangende groote pluimvarens, allerlei
heestergewassen en brem- "en braamstruiken. Zoo is
de weg, afgescheiden van het aangelegen erf of
busch, van wei- of bouwland, of ook van de nog on
ontgonnen gronden/
Thans, in den vac.mtietijd, snorren auto's en mo
torfietsen over die hoofdwegen, de bekende stofwolk
ken achter zich opjagend, .over die urenverre afstan
den Van die hoofdwegen gaan tal van zandwegen,
links- en rechtsaf, meestal met een voetpaadje er
naast, omdat de diepe karresporen minder gemakke
lijk begaanbaar zijn. Het landvolk hier maakt op die
paadjes ook druk gebruik van de fiets.
Doch voor de vreemdelingen, die aan een fietspad
allicht even hoogere eischen stellen, is een tocht
over die smalle, eindeloos stijgende en dalende
kronkelpaadjes, tusschen roggeakkers en boschjes en
heideveldjes of wildernis in een streek die schaars
bezet is met woningen en waar de afstanden groot
zijn, niet bijzonder uitlokkend.
In dat opzicht is de wandelaar, die niet tegen
eene wandeling van een uur of twee drie opziet, met
of zonder een dwaaltochtje er tussqhendoor. de ge
lukkigste. Hij vindt hier aan die binnenpaden ge
durig do mannen die aan het zichten van de rogge,
en de vrouwen, die aan hot binden van de schoven
zijn en die iedereen gaarne den wég wijzen en steeds
behulpzaam zich toonen.
En nujuist oen jaar gelodon, is over dit rus
tige landschap met zijn natuurschoon, do Verwoes
tende adem van don cycloon heengegaan. Van ver
achter Borculo weggekomen, is hij in zeer korten tijd
door hot land getrokken naar het, gebied van Twente,
overal de sporen van zijn bezoek achterlatend.
De boomon, die in menigte dwars over de groote
wegen waren neergesmakt, zijn al lang verwijderd
en op vele plaatsen vervangen door jonge stamme
tjes tusschen een paar stokken gebonden.
Borculo, het in het vorige jaar zoo veel bezochte
landstadje, geeft van buitenaf gezien, den indruk
van een plaats in aanbouw: overal jonge aanplant,
breede toegangswegen, straten die, verlegd worden,
huizen nieuw of vernieuwd althans, maar gedurig
ontmoet men een opening in de huizenrij, alsof er
brand is geweest en dan een bewoonde houten keet
in de plaats gezet.
Vraagt men wat hiervan is, dan krijgt men
ten antwoord: „de cycloon, meneerl ingestort I"
Komt men aan de oude Hervormde kerk, dan ziet
men eene mine, weer met houten noodwoningen er
om heen. Zoo moet een gebouw er uitzien, verbeeldt
men zich. als er vanuit een luchtschip bommen zijn
ingeworpen en een brand er alleen de muren en de
raamroeden met de stukken glas heeft overgelaten,