AlKlttI NiSlfS- MraiHtit- La De Spiritussmakkelarij op de kust bij Camperduin. De cycloon yan 1925. Woensdag 11 Augustus 1926. OSsto Janrguog. No. 7892. Eerste Blad. li Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. OU iet? on el- ;o- ng en I zij 1 ld: ns op Dit el- an en do be en, de len bet el- -an len de ide jn- i en- ter ka- j Qte :Vle De en 1 be- en. >en an en. het i in •an ar- bel j ïen Dit blad vorachljnt viermaal por week: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zatordag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor- löutleu nog zooveel mogelijk in het oerotuitkomond nummer goi>luatut. Uilgevers i N.V. v.h. TltAPMAPJ Co., Sclïagen. POSTREKENING No. 28330. INT. TELEF. jPriJa pet 3 maandon fl.05. Losso nurnmcra 3 cc:M» ADVERTEN- flTIóN van 1 tot B rogols f 1.10, iodoro rogol moor BO cont (bowljsno. no. 20. |J,nbogTOi)on). Grooto lottora worden name plaatarulmto borokond. DIT NUMMER BESTAAT UÏT TWEE BLADEN. e gd eni de! m ü«-n liscl m 4000 Liter spiritus gesmokkeld, afkom stig uit Duitschland. Tegen elk dor be klaagden wordt 6 maanden gevangenis straf en 1128193.85 boete geëischt. Heden werd door de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar ,de zaak tegen Chr Gerrit Verweij te Aker sloot en E. Schermerhorn te Bergen terzake spiri- tussmokkelarij op de kust bij Camperduin behan deld. De Rechtbank is als volgt samengesteld: President Mr. Dr. Muller; als bijzittende rechters fungeeren Mr. R. M. Leesberg (plaatsverv.) en Mr. Cleveringa, ter wijl bet O. M. werd waargenomen door Mr. Van Loockeren Campagne, Griffier Jhr. Mr. v. d. Bran- deier. Aangezien het hier een ontduiking van de belasting geldt, treedt als eischer in deze zaak de rijksadvo caat Mr. Asser op. In deze zaak zijn 13 getuigen gedagvaard. Er is veel belangstelling op de tribune voor deze smokkelaffaire. Aan verdachten was ten laste gelegd, dat zij op of omstreeks 18 Mei 1920 omstreeks 10 uur namid dag te Camperduin, gemeente Schoorl, nabij hot café Camperduin vanuit zee in het Koninkrijk, zonder eenlgo verklaring of aangifte aan den eersten wacht of aan het kantoor, waar zulks behoorde en alzoo frauduleus, hebben ingevoerd, althans doen invoe ren 198 kisten met 2 bussen van 10 L. inhoud spiri tus van 90 pet. sterkte, totaal 3960 L. of 9603.2 L., idem van 30 pet. Zijnde do verdachte Verweij bij vonnis der Recht bank te Winschoten, datum 13 October 1925, terzake van frauduleuze invoer van gedistilleerd veroordeeld. Aan verdachte, Schermerhorn, wordt ten laste ge legd, dat hij ter plaatso en omstreeks ten tijde, te voren vermeld, opzettelijk voormeld misdrijf heeft uitgelokt door 't verschaffen van do gelegenheid, de middelen of inlichtingen en wel door: a. De inlading van het voormelde gedistilleerd te Bremershafen te bezorgen of te doen bezorgers b. Den caféhouder J. Vriendjes te Camperduin te bewegen, het licht in zijn café langer dan gewoon lijk te laten branden, teneinde dit alé baken te laten dienen en hem op genoemde 18 Mei mede te deelen, dat de lossing 's avonds zou plaats vinden; c. J. Eduard als poster in dienst te nemen; d. Op he; strand lichtsignalen te geven, althans dat verdachte, Schermerhorn, door do onder a, b, c en d vermelde handelingen ter plaatse en omstreoks ten tijde als voren vermeld, opzettelijk bij het plegen van vermeld misdrijf behulpzaam is geweest en op zettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen daar toe heeft verstrekt. Ton tweede dat verdachten ter plaatse en omstreeks ten tij cl o als onder i vermeid, voormelde hoeveelheid gedistilleerd, zijnde meer dan 1 L. hebben ingevoerd of doen invoeren, niet gedekt door de vereisebto do cumenten. Het getuigenverhoor. Ais eerste getuige wordt gehoord de heer Kolder- hof, inspecteur bij de diréete belastingen op invoer rechten en accijnsen te Alkmaar, welke als zoodanig een belangrijke rol in deze zaak vervuld heeft. Getuige Kolderhof vertelt dan, dat hij er lucht van gekregen had, dat op den bewusten datum ge tracht zou worden spiritus binnen te smokkelen op de kust bij Camperduin. Dit was aanleiding voor hem om maatregelen te nemen teneinde dezen frauduleu- zen invoer te voorkomen. Deze maatregelen beston den hierin, dat hij met eenige manschappen naar Camperduin is gegaan en daar op verschillende pun ten posten heeft, uitgezet, welke aan de hand van een terreinkaart aan de rechters wordt duidelijk ge maakt. Getuige heeft verder niets kunnen waar nemen door de duisternis, die ^.oen heerschte. Wel heeft hij later op het strand de kisten aangetroffen, w ar bij bij inventarisatie bleek, dat er 19S kisten waren, in elk waarvan zich 2 bussen bevonden, elke bus van 10 Liter, "alzoo een hoeveelheid van 3960 Liter uitmakende. Verder.waren er 5 halsjukken, 2 grijpliaken eii een stuk touw. Deze hoeveelheid spiritus was aan accijns rechten en invoerrechten resp. f25098.90 en ongeveer f400 onderhevig. Verder worden aan getuige eenige technische vra,- gen gesteld met betrekking tot den afstand uit de kust en de naastbijgelegen kantoren van inklaring, in dit geval IJmukien en Den Helder, waarop de smokkelwaar onderhevig is aan de accijnsen en in- voeirechten. Hieromtrent ontstaat tusschen getuige en Mr. Jü- <Jen, den verdediger van Schermerhorn, eenige ge- dachtemvisseling, waarin laatstgenoemde vraagt, waar op Nederlandsch territoir de invoer begint en waar men zich aan houden moet, wanneer men op Nederlandsch grondgebied komt. Mr. Jüdell was de meening toegedaan, dat wanneer het schip was blijven liggen er niets gebeurd zou zijn. Op een vraag van den verdediger of er bij het ge ven der lichtsignalen, welke in de dagvaarding wor den genoemd, ook in cod#of iets dergelijks geseind is. antwoord getuige dit niet te" weten. Daar de verdediger verder niet te vragen heeft en ook de beide verdachten niets op de getuigenis van den heer Koldenhof hebben Aan te merken, wordt do volgende getuige Mey, adjunct-inspecteur bij de rijks belastingen gehoord, welke met het uitzetten dor posten heiast was. Getuige vertelt, dat hij alleen den weg naar het strand was ingeslagen cn toen op een gegeven oogenblik niet verder durfde, daar hij een schim: voor zich zag welke verdween en ongeveer 10 Meter verder weer opdook. Daarbij had hij opge merkt, dat deze gestalte tweemaal, een lichtsein ge geven had in de richting van de zee. Kort daarop hoorde hij twee schoten lossen en dit was voor hem het sein geweest om in to grijpen. Met inmiddels toegeschoten hulp .werd de door ge tuige achtervolgde gestalte gevangen genomen, welke later bleek één der verdachten, Verweij te zijn. Getuige is daarop naar het strand gegaan, en heeft daar de reeds bovongenoemde kisten gevonden, als mede eenige kisten bij het café van Vriendjes op het hooge duin. Op een vraag van Mr. Jüdell of de verklaring van getuige een voorloopig of definitief karakter draagt, antwoordt deze dat zijn verklaring definitief is. De volgende getuige, Jongkind, kommies bij de directe belastingen, zegt de lichtsignalen, alsmede ü9 kisten te bebben gezien. De kommies Van Vliet had op post gestaan achter het café van Vriendjes en in zee een schip gezien, van waaruit lichtsignalen werden gegeven, die door lichtsignalen vanaf het land werden beantwoord. Daarna merkte hij op, dat vanaf het schip voorwer pen in zee werden geworpen. De commies Boersma had op post gestaan bij het stormsignaal on eveneens het schip, naar schatting 150 Meter uit de kust, gezien. Door een ruit werden vanuit den kotter korte lichtsignalen gegeven. Ge tuige had eveneens opgemerkt dat er contact bestond tusschen den kotter en de wal. De verdediger vraagt aan getuige, of hij ook weet dat aan den stormbal een lantaarn hangt. Getuige antwoordt bevestigend, maar zegt, dat de lantaarn op dat oogenblik niet brandde, zoomin als de straatlantaarn, welke'op 20 meter afstand van het café-Vriendjes geplaatst ia Vermoed wordt, dat deze door de smokkelaars uitgedraaid is. De commies Bos had eveneens bij het café Vriend jes post gevat en behalve de lichtsignalen ook ge zien, dat na het lossen van de twee schoten, goede ren in zee werden geworpen. Hij' was op het schieten afgegaan enlhadiernandaangehoud6ii\di& later Verweij bleek te zijn. Deze liep in do richting van Petten en zeide tegen zijn aanhouders dat zij zich maar kalm moesten houden. Aanstonds zou hij alles wel vertel len. On een desbetreffende vraag van Mr. Jüdell zegt getuige, dat ook de ambtenaren signalen hebben ge geven, doch pas na het lossen der schoten. De drie rijksveldwachters Koekoek, Bergsma, en Miné hebben alle de lichtsignalen en hei lossen ge zien, en zijn na het lossen der schoten opgesprongen en hebben hun assistentie verleend bij het aanhou den van Verweij. Daarna wordt getuige Vriendjes, de eigenaar van het café op het*duin, gehoord. Deze verklaart, dat hij daartoe door Schermerhorn verzocht, zijn licht heeft laten branden om als haken te dienen voor een schuit die daar op de kust zou landen. Den avond, voorafgaande aan den bewuste, is Schermerhorn nog bij hem geweest. Schermerhorn heeft toen aan ge tuige gevraagd: „Kun je zwijgen?" waarop getuige antwoordde, dat als er iets viel te verdienen hij er voor te vinden was en op zijn vraag hoeveel hij dan wel kon verdienen, heeft Schermerhorn gezegd: „Hoeveel moet je hebben?" waarop Vriendjes zei van f 100, maar deze zegt, dat Schermerhorn het zelf aangeboden heeft. Verder bad Vriendjes niets rte doen. Wel wist hij nog, dat er voor Schermerhorn brieven waren inge komen. Op een vraag van Mr. Leesberg, antwoordt getuige niet te hebbehgeweten dat-,,sprit" sterke drank Was. Door getuige Vriendjes was nog aan Schermer horn aangeboden om een zekeren Jb. Eduard in de combinatie op te nemen, hetgeen echter niet is ge schied. Deze verschijnt tha&s als getuige en verklaart niet in het café Vriendjes te zijn geweest in verhand met de smokkelarij. Hij had echter met Schermerhorn afgesproken, dat hij post zou vatten bij het café Vriendjes om uit te kijken en zou fluiten als er iets gebeurde, ofschoon hij niet wist wat er zou gebeuren. Pres.: Zou er iets voor krijgen? Getuige: Ja, Schermerhorn had gezegd, dat het op f 100 niet aankwam. Getuige heeft eveneens het schip waargenomen en ook een persoon zien weg- loopen, maar geen fluitsignaal gegeven. Hij heeft zich achter het café van Vriendjes verborgen. Verdachte Schermerhorn ontkent, dat hij gezegd zou hebben, dat het op f 100 niet aankwam. wel heeft hij getuige gevraagd, of hij wilde uitkijken in l verband met een onderneming, i De volgende getuike W. Schuit, chauffeur te Schoorl heeft Schermerhorn den avond van le voren naar Camperduin gereden, waarover hij echter zijn mond moest houden, en waarvoor hij 'n belooning van f25 kreeg. Getuige had wel gezien, dat er iets niet in den haak was. Als laatste getuige wordt gehoord do deskundige op chemisch gebied, Stoker; die de spiritus onder zocht heeft en waarvan het resultaat was dat de spi ritus 96 procent bleek te zijn. De verklaring van Verweij. Wanneer het fretuiüenverhoor ts afgeloopen, wordt aan den verdachte Verweij, op diens verzoek, pele- genheid gegeven, een verklaring af te leggen. Verweij begint met te zeggen, dat hii nooit een vol ledige verklaring heeft afgelegd, maar thans verlof daartoe heeft gekregen om de volle waarheid te zeg gen. i Verdachte vertelt dan, dat Schermerhorn Inlichtin gen bij hem heeft ingewonnen over een landing op de kus( h'.i Camperduin .Dit naar aanleiding van een brief, welke Schermerhorn uit Bremershaven van Fritz Michilsen had ontvangen. Verweij had een landing afgeraden, omdat hef niet zonder gevaar was. en Michilsen werd daarmede in kennis gesteld. On danks dat wilde deze dc zaak doorzetten en daarna zijn Verweij en Schermerhorn naar Duitschland ge reisd. We hebhen daar. vertelt eVrweij. verder, den kotter met de kisten geladen en ons den Zondagnacht a*n VAN RIjèwiJK'S SCHOEN HANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. i den bewusten avond voorafgaande naar de Engelsche j kust laten afdrijven. Daarna zijn we naar Holland i overgestoken, waar we Maandagavond aankwamen, maai* door het slechte weer waren we toen niet in 1 staat te landen. Den avond daarop ging het beter en zoodra de gelegenheid gunstig was, is hij van het achip afgegaan en op de pier gaan liggen. Hij heeft eerst nog mat Schermerhorn gesproken. Toén is het sein tot lossen gegeven. De kisten werden over boord gegooid en door de twee Duitsche matrozen Jan en Philip met de vlet naar het strand gebracht, de eer ste twee vrachten door de branding heen, maar op aanraden van Verweij, met het oog op het gevaar, werden de drie volgende vrachten tot aan de bran ding gebracht en daar in zee gegooid, waarna ze van zelf aanspoelden. Met het juk werden ze daarop ver der het strand op gebracht. Toen de lading geheel ge lost was is Verweij weggegaan; maar daarbij, zooals reeds gezegd, aangehouden. Verweij besluit met te zeggen, dat hij geen aan deel in de zaak heeft gehad, maar alles gedaan heeft om zijn lust naar avonturen te bevredigen. De President herinnert hem er echter aan, dat hij reeds eerder te Winschoten wegens smokkelen tot 8 maanden gevangenisstraf is veroordeeld. De verklaring van Schermerhorn. Daarna legt Schermerhorn eon verklaring af, wolko grootendeels met die van Verweij overeen komt. Schermerhorn vertelt van den brief; dien hij in Maart ontvangen had en waarmee hij naar Verwed gegaan is, die hem een landing bij Cam perduin had afgeraden. Zoo ook van de reis naar Düitsehland, waar hij Michil&en ontmoette, die hem vroeg of 'hij geen aandeel in de zaak wilde hebben, aangezien de persoon, waarmee Michel- sen geassociëerd was, niet kon betalen. Schermer- ihorn heeft er toen in toegestemd 2590 Mark .te lee- non tegen 10 pet. Na afloop zou hfj zijn geld terugkrijgen. De President vraagt hem, of hii dus voor 't ver dere vervoer zou zorgen, maar volgens Öehermer- horn is dit niet geheel! en al juist, en de reden waarom hij altijd zoo'n onvolledige verklaring heeft afgelegd, bij het verhoor door den burgemeester van Bergen, was, dat hij zoo weinig mogelijk mensehan er bij wilde betrekken. van het vervoer of doen 'vervoeren. De kapitein van den kotter heeft de spiritus vervoerd en is dufl de verantwoordelijke persoon., De vraag of Schermerhom opzettelijk voor meld misdrijf heeft uitgelokt, moet pertinent ontkennend worden beantwoord, want men kan toch niet iets uitlokken, wat reeds 14 dagen van te voren in Bremerhaven is gebeurd. Evenmin kan hij uitgelokt hebben, dat Vriendjes zijn licht heeft laten branden. Spr. besohouwt dit niet als strafr haro uitlokkingent» doch als gewone mededeelingen. Wat betreft de indienstneming van JEduard als poster. Toen het schip er lag was het feit reeds gepleegd en het is twijfelachtig, of alleen het bloote feit dat men iemand in dienst neemij], strafbaar is. Hieraan voegt spr,. toe een definitie van posten, nll. een brief op do bus doen of het tegeiDiouden van een werkwillige bij een staking. Spr. gelooft niet, dat één van deze beide defini ties de bedoeling geweest is. Er blijft nu nog over medeplichtigheid. De 10 pet., welke Schermerhorn voor zijn geld zou krij gen, ia niet hoog, zooals door den president ge- idacht werd; Het is zelfs zeer normaal. De f25 beloontng, die Schermerhorn aen Schub fogeven hc-efo. Spr. kan rioh indenken, dat ver achte hiertoe gekomen is, toen hjj terugkomende, den chauffeur Boren op den dijk zag staan en hij liever niet wilde, dat zijn moeder, r die een zeer bekende persoon in Bergen is, iets van zijn zwerftochten aan de weet zou komen. Want zegt spr., Schermerhorn heeft nooit ge- Ieeerd te werken, omdat hy steeds, in een milieu verkeerd heeft, waar dit met noodig was. Het is ook hier weer: Ledigheid is des duivels oorkussen/ Toen kwam de brief uit Duitschland. Verdachte stelt zich allerlei mooie dingen voor. Een tocht naar Duitschland, het avontuurlijke van, de zaak en zoo meer. Spr. gelooft niet, dat hier opzet in het spel is, en vraagt ten slotte vrijspraafe van het ten laste gelegd, of indien mocht blijken, dat toch nog straf zou moeten worden geëischt, een (voorwaardelijke straf, opdat zijn cliënt zou inzien, dat werken beter is dan niets doen. Verweij, die geen verdediger had, meent nog te zijher verdediging te moeten aanvoeren, dat lnj bij 't lossen niet behulpzaam geweest is. Na nog eenige re- en dupliek tusschen don rijk^ advocaat on deni verdediger, wordt do ziaak gesfo 'ten de uitspraak bepaald over 14 dagen. Het requisitoir van advocaat. den- Rijks- Hierna wordt de zitting voor een uur geschorst. Na heropening worden de verdachten er door den president op gewezen, dat ze van de geloste spiri- tos natuurlijk geen aangifte gedaan hadden, waar na hü het woord aan den rijksadvocaat, Mr. Asser, geeft. Deze begint mot een woord van dank uit te spreken aan de rechtbank voor haar goed be leid in deze zaak, alsmede aan don inspecteur Kol denhof voor diens ijver en tact, bij de inbeslag name getoond. Verder wijst hij er op, dat het gepleegde feit zeer ernstig is, en een groot nadeel voor de rijks- sohatkist zou hebben opgeleverd. Vordaehten neb- i ben de wetten van 1822 en 1862 overtreden. Spr. gelooft niet, dat het Verweij zal "baten of hij nu ul zegt, dat hij het gedaan heeft uit lüst naar avonturen en wijst er op, dat het feit reeds gepleegd was, toen Verweij zich tot op 150 Meter uit het strand, met ziju sohip bevond en al was Verweij nu i niet direct belanghebbende of eigenaar van do 1'a- ding, zou hij volgens do wot bosehouwd kunnen worden als eon supercarga, dus iemand die opzich ter over de lading wad en derhalve strafbaar zijn. Verder wijst spr. inet nadruk op de woorden door i Verweij geuit: „Toen alles van boord af was, ben i ik weggegaan." Dit wijst erop, zegt spr., dab het zijn lading was. Ten aanzien van Schermerhorn gelooft ,Spr., dat het verband minder hecht is. Hjer doet zich de vraag voor, wat 13 do invoer binnen het koninkrijk. Art. 6 van het Algemeen Wetboek houdt een verbod in, goederen langs de eerste posten, dos IJmuiden of Helder, in te voeren. Art.; 6 bevat echter geen strafbepaling,doch spr. zou het onaannemelijk vinden, wanneer men straf baar-stelde den invoer lange de eerste posten en niet strafbaar de invoer buiten de eerste posten om. Art. 205 spreekt over den invoer in 't koninkrijk en daartoe behoort ook het territoriale water tob op 3 mijlen uit do kust. Het schip bevond zich op 150 M. uit de kust, dus kon de spiritus reeds als ingevoerd beschouwd worden. Dit betreft alleen den invoer van de spiritus, doch eveneens kan aan verdachte ten Laste gelegd worden, dat hij art. 133 van do distdJleerwet heeft overtreden, nl. liet yen- voor van frauduleus ingevoerde spiiatus. pr. komt ten slotte tot deze ooncl'usie, dat beide verdachten schuldig zijn bevonden aan liet ton laste gelegde en eischt tegen elk van lion 6 maandqn gevangenisstraf on f 126.193.85 boete. De verdediging. Do verdediger van Schermerhorn, Mr. Jüdell1 uit Bergen, hierna, hot woordverkrijgende, wijst er in do eerste plaats op, dat hij to verdedigen hoeft twee verhoeren, rif. net origineeïö verhoor on de Vrije bewerking van dat origineel© verhoor. Spr. gaat de beide verhooren met elkaar verge lijken en wijst op de verschillende zinswendingen, die bij het opstellen van de vrije bewerkingen geno men zijn, en wel zoodanig, dat daarmede het ten laste gelegde zooveel mogelijk verzwaard wordt. Spr. vindt het een toppunt dat een verbaal op een dergelijke wijze verminkt en misvormd wordt en zal het gaarne aan de hoeren rechters overlaten, om dusdanige processen-verbaal te beoordeelën. Spr. zegt voorts, dab door den rijksadvocaat op zeer handige wijze de invoering op Nederlandsch (grondgebied naar voren is gebracht. Dit kan ech ter ten opzichte van Schermerhorn vervallen, aan gezien hy geen fading in, op of bij zich had. waar van in art. 205 sprake is.Dit ten lasto gelegde ver valt dus vanzelf. Even weinig bewezen is de kwestie Een vredig landschap vertoont de Geldersche Ach terhoek in dit land dat vanouds behoorde tot de Heerlijkheid Borculo. Overal vindt men hier een zacht golvenden hoog gelegen bodem met hier en daar een heuvelrug, die men evenwel zonder grooïe moeite bestijgt en oveiv trekt. Hier zijn geen zichtbare slooten of slootjes langs den weg of tusschen akkers en weilanden en geen kaden of dijken in de verte, zooalg in het Holland- sche vlakke polderland, maar alleen nu en-dan een stroomende diepliggende beek met weinig helder wa ter er in, die door het land kronkelt en zich gewoon lijk al spoedig in een kreupelboschje aan het go- zicht onttrekt. Langs de groote breede hoofdwegen, die hier goed behand en onderhouden worden, en dus voor druk ve.rkoer uitstekend geschikt zijn, staat aan weerszij den eone rij eiken en berken met hun gladde zilver grijze stammen. Daarachter valt. de berm af in eon breede greppel, dicht bewassen en vaak verbergen onder overhangende groote pluimvarens, allerlei heestergewassen en brem- "en braamstruiken. Zoo is de weg, afgescheiden van het aangelegen erf of busch, van wei- of bouwland, of ook van de nog on ontgonnen gronden/ Thans, in den vac.mtietijd, snorren auto's en mo torfietsen over die hoofdwegen, de bekende stofwolk ken achter zich opjagend, .over die urenverre afstan den Van die hoofdwegen gaan tal van zandwegen, links- en rechtsaf, meestal met een voetpaadje er naast, omdat de diepe karresporen minder gemakke lijk begaanbaar zijn. Het landvolk hier maakt op die paadjes ook druk gebruik van de fiets. Doch voor de vreemdelingen, die aan een fietspad allicht even hoogere eischen stellen, is een tocht over die smalle, eindeloos stijgende en dalende kronkelpaadjes, tusschen roggeakkers en boschjes en heideveldjes of wildernis in een streek die schaars bezet is met woningen en waar de afstanden groot zijn, niet bijzonder uitlokkend. In dat opzicht is de wandelaar, die niet tegen eene wandeling van een uur of twee drie opziet, met of zonder een dwaaltochtje er tussqhendoor. de ge lukkigste. Hij vindt hier aan die binnenpaden ge durig do mannen die aan het zichten van de rogge, en de vrouwen, die aan hot binden van de schoven zijn en die iedereen gaarne den wég wijzen en steeds behulpzaam zich toonen. En nujuist oen jaar gelodon, is over dit rus tige landschap met zijn natuurschoon, do Verwoes tende adem van don cycloon heengegaan. Van ver achter Borculo weggekomen, is hij in zeer korten tijd door hot land getrokken naar het, gebied van Twente, overal de sporen van zijn bezoek achterlatend. De boomon, die in menigte dwars over de groote wegen waren neergesmakt, zijn al lang verwijderd en op vele plaatsen vervangen door jonge stamme tjes tusschen een paar stokken gebonden. Borculo, het in het vorige jaar zoo veel bezochte landstadje, geeft van buitenaf gezien, den indruk van een plaats in aanbouw: overal jonge aanplant, breede toegangswegen, straten die, verlegd worden, huizen nieuw of vernieuwd althans, maar gedurig ontmoet men een opening in de huizenrij, alsof er brand is geweest en dan een bewoonde houten keet in de plaats gezet. Vraagt men wat hiervan is, dan krijgt men ten antwoord: „de cycloon, meneerl ingestort I" Komt men aan de oude Hervormde kerk, dan ziet men eene mine, weer met houten noodwoningen er om heen. Zoo moet een gebouw er uitzien, verbeeldt men zich. als er vanuit een luchtschip bommen zijn ingeworpen en een brand er alleen de muren en de raamroeden met de stukken glas heeft overgelaten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1