SchagerCourant Poolmenschen. Zaterdag 14 Augustus 1926. 69ste Jaargang. No. 7894. Vierde Blad. Gemengd Nieuws. Joski en Heiki waren de zoons van visseher Kos- kinen. Ondanks dat er geen overvloed van eten en ''drinken in Koskinens hut was, groeiden de beide jon gens goed op, en toen zij zeventien jaar waren, was er niet één in het visschersdorp, die met hen durfde vechten. Zij hingen ais .klitten aan elkaar en nog nooit was het hun kameraden gelukt, hen tegen el; kander op te liitsen. De roodharige plompe Joski vond het heel natuurlijk, dat de blonde levendige Heiki, zoowei te water als te land aJs aanvoerder optrad en het kwam niet in hem op, zich tegen den zin van Heiki te verzetten, al waren diens voor stellen nog zoo gek. De jongens leerden reeds vroeg 't vissohen.Zyvoeren daarbij zoo roekeloos op zee rond, dat allen hen een vroegfcydigen dood voorspelden. Zelfs het moest 'woest© weer kon hen niet weerhouden en eenmaal bleven zij na oen onweer zoo lang weg, dat de thuis- Ëehleven visschers ze voor verloren hielden. ><>ch na een paar dagen kwamen ze, de boot half vol water en het zed in stukken gescheurd, in het visschersdorp terug. Zn waren door het onweer overvallen en haddon enkele dagen op 1'even en dood togen de golven gevochten. Toch was 't hen gelukt, de boot., on danks liet Irinnonsfcroomende water, boven water te houden en met een lap zeil. hot onweer te ont vluchten. Toen de wind zioh koerde, was 't hjin mogelijk geworden, naai* huis terug te keoren. Zoo wareli zij voor ditmaal geborgen. De boot had esh- ter zulke schade geléden, dat zij verder onbruik baar was. i Dat was voor de oude Koskinen een groot ver lies, en deshal've réisden de jongens naar Hanimer- fest, om zich als IJszeevaarders te verhuren, ten einde daardoor de noodige middelen voor een nieuwe boot op te sparen. Zij werden zeer gemist in het dorp, en den ouden Koskinen kende men niet meer na het vertrek van zijn zoons. De beide broeders namen dienst op een zee hondenjager. Het grootste deel der bemanning be stond uit ervaren poolzeevaarders, die in hun leven veel meer gezien hadden, dan de beide jon gen-., die nooit hun visschersdorp verlaten hadden. Zoolang het vaartuig op de helling lag om ge- dicht. to worden, had de bemanning vrüaf. Ilot grootste deel van den dag brachten zij aan door met in de koffiekamer te zitten. Zij beweerden, dat het de gramophoon was, die hen daarheen trok. Doch wie met den toestand op de hoogte was, wist dat de drank deze aantrekkingskracht, op hen uit oefende. Men schonk deze drank zoowel in do koffie vermengd als klaar. En geen avond ging voorbij zonder liajidtastelijkhoden en spektakel! De politie bemoeide zich echter ongaarne met de geschillen tusschcn de poolzeevaarders.Deze wilde kerels gingen natuurlijk niet zachtzinnig met de politie om, wanneer or moest worden ingeéjrepen. Het spreekt van zelf, dat Joski en Heiki niet ontkwamen aan dit ruwe léven en dit zou do plaats worden, waar aan hun jarenlange innige vriend schap oen einde zou komen. De keiherin LyDü Metnï, was een rood blond, grof gebouwd K vanen- meisje, dat nooit geleerd had haar bruisende le venslust to verbergen. Op den avond toen de beide broeders voor het eerst de koffiekamer binnentraden, was één der visschers bezig Lylli^ de eene dampende „karstf' na de andere aan te bieden. Zij zou de beide nieuwe gasten in 't geheel niet bemerkt hebben, als niet een van haar kameraden haar uitgenoodjgd had. mor hen te klinken. Ze kwam dichter by de tafel, en toen zij daar den slanken Heiki zag. staan, kregen haar oogen dion hartstochtelijk verlangenden blik, welke voor de mannen zoo gevaarlijk is. Zij ging op z\jn knie zitten en streek met haar vingers liet- kiH.zend door zijn dichte haren. En zij dnihto zdch zbo vast tegen hem aan, dat hij de warmte van haar gloeiende lichaam door zijn kleeren heen .voelde. Hij werd niurrood en trachtte zich los te rukken. Maar zij lachte hem begeerig toer „Jouw domkop, heb je nog nooit een vrouw aan geraakt?" En zij liet haar handen bevend over zijn knie glüdon. liet was hem, alsof hij inwendig brandde, en haar heete adem hinderde hem niet langer. De half beschonken yisscher, die al dien tijd de verovering van Heiki liad gadegeslagen, sprong plotseling op. en sloeg den jongen met de vuist in het gezicht, zoodat 't bloed er uit spoot. Het Kvanen-meisje verbleekte- en wilde zioh er tussen en weipen, maar Heiki gooide haar op zij en ging don visseher te lijf. Hij hief hem hoog op en wierp hem met zulk een kracht togen do deur, dat de wanden kraakten. De visseher bleef als een dood© massa tussehen de panoolon van de deur liggen en eerst toen wat brandewijn tussehen zijn tanden gegoten werd, kwam er weor leven in hem. Iiy wankelde de koffiekamer uit, gevolgd door het hoongelach van do anderen. Het Kvanen- meisje> nam haar plaats op de knie van Heiki weer in. Joski had den strijd tussehen Heiki en 'den schipper gevolgd met oen spanning, die hem den hals als net ware had diohtge^noerd. Ajs een ge wond roofdier had hij neergezeten, bereid, om op don visseher lo- te springen. indien Heiki was neergeslagen Toen de stryd geëindigd was, ging Joski naar sjyn broer toe en fluisterdo: „.Je had hem bnna doodgeslagen. Heiki/' Heiki antwoordde niét, doch 't meisje vroeg hem wie hy was. „Mijn broer", antwoordde Heiki. „Dan moeten wy met hem drinken" lachte zij, en. ging naar het buffet om een nieuwen kop karsk te halen. Toen Joski den kop leeg gedronken had, schoof nii dichter t naar 't meisje toe, dat zich tus sehen de beide broeders in geplaatst had en streek met zijn vingers over haar goudblonde haren. Voor do eerste maal benijdde hij Heiki. Het meisje keerde zich om en lachte tegen hem. Hij trok zijn tand terug, alsof hij, zioh gebrand had. Maar die aanraking was als een siddering door het. lichaam van 't meisje gegaan, on steeds dichter schoof zi.j_ naai* hom toe, Hij zag, hoe Heiki wit werd als krijt, en hij had op 't eerste oogen blik zoo'n sterk medelijden met hem, dat hij er aan dacht zich los te rukken. Maar in 't volgende oogen- blik drukte hij 't meisje tegen ach aan. ..Toen stond Heiki op, gaf Joski zoo'n vuistslag in *yn gezicht, dat het hem zwart voor de oogen •werd.Een oogenblik zat hij stil, als verdoofd van de 'slag, maar dan sprong liy# op en sloeg Heiki tegen den grond. De andere visschers wierpen zich or tussehen, alvorens de beide vechtenden hun mes sen getrokken hadden, terwijl Heiki die de meeste slagen gekregen had, beschaamd naar buiten ging. Doch in de deur keerde hij tl ;h om en dreigdo Joski: „Je zult niet levend meer uit do IJszee ."terugkomen". Zoowel Heiki als Joski kwamen niet meer terug in het café. Alleen Joeki bezocht t meisje nog een paar maal. De "broers gingen elkander aan boora voorbij en zonnen op wraak. Eenmaal tracht te Heiki zijn broeder, die zioh over een rol touiw boog. met zijn mes te doorsteken, doch de schipper kon net nog net keeren en Heiki werd in h©t ruim opgesloten. Do schipper wilde geen moord aan boord van z^n schip, zoolang dat in de haven lag. Toen JosB voor de laatste maal' het meisje be zocht, zwoer zij hem bij al wat naar heilig was, trouw te blijven, zoolang hij op de zee rondzwalkte. En zij werden het eens, dat zij in den herfst zouden gaan trouwen, ingeval' hij zooveel' op zijn reis zou verdienen, dat zij geld genoeg hadden. Mijlen ver strekte izich het ijs voor den zeehond- vaarder, uit. Wanneer de zon soms een oogenblik door de grauwe wolkenmassa heenstraalde, schit terde het ,ijs als kristal :im een bonte mengeling van kleuren. Doch zonder de gouden zonnestralen was de ijsmassa niets anders dan een vuilgrauwe woestijn. Zij, die met het vangen der zeehonden waren be last, hadden dag aan dag 't ijs met 't bloed der die ren "roodgekleurd en de vervolgde dieren hadden zich verder op het ijs teruggetrokken om aan 'hun vervolgers te ontkomen. Deze dagelijksche ruwe slachterij bracht de man nen in een extase, zoodat ken dit bloedige schouw spel lot een wellust werd. Zij maaiden de zeehon den in een. soort krankzinnige opgewondenheid neer en waren nauwelijks in staat ze te. dooden. En zoo lagen de gewonde dieren op 't ijs en bloedden dood met een sidderende doodsangst in de oogen. De beide visschers jongens namen met dezelfde hartstocht als alle anderen aan de jacht deel. doch nimmer waren zij daarbij met elkander in hotsing gekomen. Slechts één afgedwaald schot had het be hoeven te zijn. en er was een man minder aan boord geweest. Het gansche schip was overstroomd niet bloed en het gezicht daarvan stompte hun zinnen al. Ze werden bruut en ruw in den omgang. Heiki wachtte nog steeds op een gelegenheid om zijn wraak op Joski to koelen, en dikwijls had hij getracht hem op het ijs tijdens de jacht te naderen, maar steeds was er iemand die hem dat verhinderdo. Toen de zeehonden spaarzamer werden," verdeel den zich de jagers over het ijs, Nu keek niemand meer naar de beide jongens om en zoo gebeurde het °P een dag, dat er een strijd om een zeehond tus sehen hen ontsond.Joski doodde 't dier en Heiki kwam in wilde ren aangestormd om hem met zijn haak neer te slaan. Hij struikelde echter, zoodat de haak m een Wijden boog uit zijn hand vloog. Alvorens hij een nieuwen overval kon bewerstelü- gen, was Joski op zijn post. „Wilde je my werkelyk neerslaan, Heiki?" vroeg Joski. Zijn broeder werd donkerrood en liep weg. Op een dag werden walrussen op den rand van het ijs gezien en -de jagers trokken er op uit om ze te vangen. Ze waren in twee booten verdeeld en roei den- voorzichtig naar het ijs, waarop de \valrussen in de zon lagen te koesteren. Het was paartijd en hartstochtelijk drukten zij zich tegen elkaar aan. Nu en dan stieten ze diepe keelgeluiden uit, een luid, ongearticuleerd brullen, dat ver over het ijs klonk In hun weelderigheid stieten zij hun machtige slag tanden in bet ijs, zoodat het in kleine stukjes om hen heen spatte. En daar de wind van hen af was, bemerkten zij de menschen niet. De boot kwam voorzichtig nader onopgemerkt, door de -dieren, die in ihun paringsspel luider en luider brulden. Tenslotte was db boot op schootsafstand ge naderd. Joski. die schutter in één der booten was, legde aan, een dóffe 'knal en één .der beide walrus sen hief zich bijna loodrecht omhoog in de -lucht en viel dan dood op het ijs neer. Het andere "dier, niet begrijpende, wat zijn metge zel overkomen was, snuffelde aan diens horst, en lik- 'ry.pt °ed op, -dat op de sneeuw droop. Zij wist niet dat haar mannetje dood was. Doch plotseling ging een schok door het dier en beweging loos bleef het, liggen. Heiki had het geschoten. I.oen de beide booten aan den: ijsrand aanlagen, sprongen de beide schutters er eerst uit. Joski ha/1 reeds zijn mes gereed, om één van de beide dieren het vel af te trekken. Doch toen gebeurde' het. Als een ruk ging het plotseling door het dier, en brul lend ging het overeind staan. Het maakte een sprong op het ijs en wierp zich op Joski, voordat deze den tijd had met een nieuw schot aan het leven van het dier een einde te maken. £itte adem sloe§ hem uit de roode kaken van het dier tegemoet, dat met zyn slagtanden naar hem sloeg, doch miste, en in het ijs houwde, waar door oen witte regen de donkere menschengestalte omgaf. ■■Help mij, Heiki", steunt Joski, „help mij". „Tieiki -trijdt oen liarden strijd met zich zelf. Nn was zijn broeder, dien hij zoolang naar het leven gestaan had. zijn einde nabij. De walrus wilde hem met zijn reuzentanden het lichaam openrijten. En als Joski er niet meer was, zou hij zijn plaats naast Lylli weer kunnen innemen. Maar Joski's luid hulpgeroep klonk hem weder in de ooren, en plotseling keerden zijn gedachten terug naar hun kinderjaren, toen hij en Joski onaf scheidelijk met elkaar speelden en werkten. Het goe- de ui hem zegevierde. Hy legde zijn geweer aan en drukte af. Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag de walrus m doodskronkelingen^naast Joski op het ijs. „Ik dank je, Heiki". Joski gaf zijn broeder een hand. Tranen liepen hem^over de wangen. De walrus had mot zyn slagtanden alleen zyh schouder geraakt, doch niet zóó erg, dat hij niet bij het aftrekken der vollen behulpzaam kon zijn. Vanaf dezen dag waren de beide jongens weer steeds, zoo als vroeger samen. Toen echter tegen den herfst het -schip weer naar Hammerfest terug ging, wa ren de overige schippers benieuwd, of hun vriend schap wederom schipbreuk zou lijden, als het meisje er tussehen kwam. Toen Joski laat iri den avond, de achterkamer van hot café binnentrad, zag hij dat een Pus het meisje gezelschap hield. Hij verwijderde zich, zonder op- hef te maken. Op het schip teruggekomen, fluister de hy Tieiki toe: „ï.ylli gaat mot iedereeen om, die maar wil". „Goed dat. Ik dien walrus geschoten heb", zei TTeiki en draaide zich in zyn kooi op zyn andere zij om. EENIGE OPLEVING IN DEN PAARDENHANDEL IN DUrrSCHLAND. Men schrijft aan de N. R. Crt.: Naar de R-ijksbond der fokkers van het kóud- bloedpaard in Duitsohl'and meedeelt, ia or den Iaatston tijd eenige verbetering gekomen in den t-oestand van don Duitschen paardenhandel'. Op de publieke verkooping, 'de vorige maand door den Rond van paardenfokkers in de provincie Saksen te Maagdenburg gehouden; bestond betrekkelijk goede kooplust, zoodat de bedongen prijzen, in ver gel ijking met hetgeen op de vorige verkooping be- taqJd werd, eenige verbetering vertoonden. De ge middelde prys bedroeg voor veulens 349 mark, voor werkpaarden 1055 mark. Wellicht zullen ook de Nederlandsche koud- bloedfokkers in de gelegenheid zijn, ©enigermate te profiteeren van deze opleving in den Duitsohen paardenhandel, hoewel 't invoerrecht, dat thans voor koudbloedpaarden met een waarde beneden 2500 mark tot 140 mark teruggebracht is, nog steeds een ernstig bezwaar voor liet herstel van onzen export naar Duitsohland blyven zal. Dat de in voer van paarden in Duitsohland onder invloed van de malaise in den handel en van de hooge invoer rechten n igenoeg tot stilstand gebracht is, blykt duidelyk uit de Duitsche invoeroyfers voor de eer ste helft van het loc/pende jaar. In dit tijdvak zijn door Duitsohland slechts 4089 paarden geïmpor teerd, tegenover een invoer van Z4.200 paarden in dezelfde periode van 1925. Bovendien waren meer dan de helft der in de eerste helft van dit jaar in Duitsohland ingevoerde paarden (2209 stuks) kleine paarden met oen hoogte beneden 1.40 M., welke meest uit Oost-Europeosohe landen betrokken wor den. Do import van andere soorten paarden ver toont derhalve een achteruitgang van 23.000 stuks in de eerste zes maanden van 1925 tot minder dan 2000 stuks in dezelfde periode van dit jaar. Hoewel het er nog niet naar uitziet, dat een sterke uitvoer- vraag naar paarden voor Duitsohland hier te wachten is, is toch reeds eenig herstel' van onzen paardenexport merkbaar. Onder de bestaande re geling van het Duitsche invoerrecht zullen daarvan echter alleen de fokkers van het zuivere of ge kruiste trekpaard kunnen profiteeren. BLYTHWOOD- Het groote buitenverblijf Rlythwood te Stanted te Eseex is in den nacht van Dinsdag op Woens dag door brand vernield. Er sliepen op het moment dat de vlammen om zioh heen begonnen te grij pen, negen personen in het huis, o.w. de eigenaar lord Blyth. Daar deze ziek te bed lag en zich niet zelf kon redden, zou hij zijn omgekomen, ware niet pijn neef Jan Blyth, hem te hulp gesneld. Deze liet den zieke aan een touw naar beneden door 'een raam van de slaapkamer op de bovenverdie ping. Alle overige huisgenooten konden ontsnap pen, doch twee hunner ontvingen daarbij letsel. Dit is reeds de 23ste ernstige brand m een En gelsen buitenverblijf in 20 maanden ty'ds. Dat de jeugdige Jan Blyth hij is -21 jaar er in mocht slagen zijn -oom te redden, dankte deze aan de draadlooze telefonie. Jan Blyth had op de bovenverdieping een lang touw, dat ge diend had voor het overeindbrengen van antenne masten en dat touw deed nu goede diensten. Kranig was ook het gedrag van inej. Hurrell; de 70-jarige huishoudster ,di© met grooten moed door het brandende gebouw naar de vierde verdieping liep om de andere dienstboden te waarschuwen. Zy kreeg ernstige brandwonden en bezeerde zich bovendien toen zij langs een ladder nair bene den moest. DE KINDER-RO0VERBENDEN IN RUSLAND. Eenige wéken geleden werden gemeld eenige staaltjes van vagebonden van kinderen op de Rus- sische Spoorwegen. Thans vertelt, aldus de Msb., de leider van net Pauselijk Üostersch instituut te Rome, pater d'Herbigny S.J., in een beschrijving van zyn jongste reis naar Kieff en Moskou, hoe hy zelf in Kieff heeTe scharen van 'deze jeugdige bandieten, die zich veelal ji ware rooverbenden vereenigen, en geheele streken onveilig maken, ont moet heeft. Ze loopen in den zomer zoo goed - als geheel naakt, slechts eenige flarden hangen om hun lyf. Men noemt ze met recht den sohnk der bevolking, «want ze vergenoegen zich niet met enkel bedelen, maar vallen de menschen op straat aan, ol be treden met 5 of 6 tegelijk op een fceeken van hun hoofdman een "Cvinkel en plunderen deze in weinige minuten leeg. Het is onmogelijk hun te weerstaan, want zy hebben een verschrikkelijk wapep: de erg ste besmettelijke ziekten, die zy berekenend we ten te benutten. Zou een vrouw op straat weigeren hen 'fc gevraagde handtasohje uit 'te léveren, dan roept de jonge rooverhoofdman koelbloedig: „Geef al, anders byt ik." „Laat het los anders geef ik ie de ziekte! En zijn tofcop heb bloed indringende beet draagt daadwerkelijk met heb speeksel het ongeneeslijk gif der onbeerendsfce ziekten op de aangegrepene over. En niet wéinig gevallen van dit soort worden in de officieel© politieberichten medegedeeld. Op het land voelen zich deze jonge roevers nog beter thuis. Ze stelen wat ze gebruiken, kunnen, waar ze het maar vinden kunnen. De boeren geven hun meest en reeds uit medelijden wat zij verlan gen, brood en vléesch of een kleedingstuk' maar o, wee, als er een iets durft weigeren, dan wordt hy al gauw de wraak der kinderen gewaar. Spoedig sterft een of ander stuk vee op geheimzinnige wijzo, gaat een schuur of stroodak in vlammen op, oer verdwijnt een kind uit de boerderij... Men zegt dat onder deze jonge misdadigers, wier ouders by de sovjetrevolutie en in den hongersnood omgekomen zün, zich een groot getal bevinden der voorheen adelliikste famüiea van Rusland. Een treurig voorbeeld, hoe het met de marxistische volkswelvaart in werkelijkheid gesteld is. EEN DORP VERBRAND. Te Grossendorf in Pommeren zijn gisteren 22 hof steden met 57 gebouwen door brand verwoest. Vijf tig varkens, 80 koeien en veel klein vee is in de vlammen omgekomen en de reeds onder dak gebrach te oogst is geheel verbrand. Van het geheele dorpje zijn nog slechts elf gebouwen over. ONLUSTEN OP KRETA Op het eiland Kreta hebben onlusten plaats gehad. Estazias, de Grieksche minister-president, verklaar de weliswaar, dat alle geruchten over deze onlusten sterk overdreven zijn, maar tevens wordt gemeld, dat generaal Pangalos, de President van de Repu bliek, zijn vacantie heeft onderbroken om naar Athene terug te keeren ten einde aldaar met de bur gerlijke en militaire autoriteiten te beraadslagen over maatregelen voor herstel van de orde op Kreta. Van cfficieele Grieksohe zijde wordt nog verzekerd, dat de incidenten uitgelokt zijn door aan Pangalos vij andig gezinde politici, die zich voor dit doel naar dit eiland zouden hebben begeven. Minister-president Estazias heeft een proclamatie tot de bevolking van Kreta gericht, waarin hij enkele maatregelen aankondigt, die aan de wenschen der bevolking beantwoorden. GEDOOD. Op de mijn Moltke bij Gladbeck zijn gisteren drie mijnwerkers, allen gehuwd en vader, door neerstor tend gesteente gedood. BOSCHBRANDEN. Naar de Parijsche bladen gisteren uit Toulon meld den, stonden de bosschen op de Oostelijke helling van het eiland van den Levant, een van de drie groote eilanden van Hyères. in brand. De marine bood hulp. In do buurt van Béziers heeft een boschbrand ge woed, die men eerst na 26 uur meester is geworden. Op een van de drie eilandjes tegenover Hyeres aan de Fransche riviera is gisteren zulk een geweldige brand uitgebroken, dat de 200 bewoners in allerijl het eilandje hebben moeten verlaten wegens de hitte en den rook. De weerschijn van de vlammen was tot in Nice zichtbaar. Drijvende stoomspuiten heb ben het vuur nog een oogenblik aangetast, maar door de hitte konden zij niet dicht genoeg naderen en daarom bleef hun rol beperkt tot 't beletten van bet overslaan van de vlammen naar de twee naburige eilandjes die met het. verbrande één gToep vormen. Het boschrijke eilandje is volkomen leeggebnand1 en van de 30 gebouwen is er geen enkel gespaard. FRAUDULEUZE INVOER. Tn den sneltrein Brussel-Parijs heeft de douane voor driehonderdduizend frankJluweelen ontdekt, welke een Perzisch ondernaa/n Ried Elloptoza, op frauduleuze wijze paar Frankrijk wilde overbren gen.. De Pers is gearresteerd en opgesloten; de ju- weelen ziijn in beslag genomen. DUITSCH. VISSCHERSVAARTUIG BIJ IJSLAND BESCHOTEN. Uit Bremerhaven, 12 Augustus. Het stoomvis- schersvaartuig Caroline Sprenger van de reederij Sirius alhier is volgens bericht van den schipper den 25 Mei binnen de 3 mijlszone van IJsland door een Doenschen kruiser zonder voorafgaande waarschu wing beschoten en ernstig beschadigd, hoewel het schip geenerlei aanstalten maakte om te vluchten, 't Duitsche departement van buitenlandsche zaken heeft zich hieromtrent de vorige maand tot Kopen hagen gericht. De Deensche regeering beloofde te antwoorden, doch heeft zulks tot dusver nog niet gedaan. DE BEZUINIGING IN FRANKRIJK. Volgens de „Figaro" zijn de groote manoeuvres in September afgelast, ongetwijfeld met bezuinigings doeleinden. De betrokken troepen zullen thans slechtB garnizoensoefeningen houden. GROOTE ONTPLOFFING IN HONGARIJE. Uit Boedapest, 12 Aug. In de munitiefabriek van Manfred Weiss op het eiland Czepel heeft heden avond om zeven uur een geweldige ontploffing plaatk gehad, waarna het grootste gedeelte der gebouwen door brand wed venield. 't Vuur is 00 KM. in den omtrek zichtbaar. Door deze ontploffing zouden drie buskruitmagazijnen vernietigd zijn. •Het aantal dooden en gewonden is nog niet vast te stellen. Daar nog verdere ontploffingen te vree zen zijn, is het eiland door militairen afgezet. Nader wordt bericht dat door de uitbarsting geheele gedeelten van straten zijn ingestort. In verband met het groote aantal slachtoffers werd de Reddingmaatschappij te Boedapest verzocht alle beschikbare middelen naar de plaats vani den ramp te zenden. Op het'oogenblik kan elleen worden vastgesteld dat de ontploffing is begonnen bij een machine in de natronenfabriek. EEN DUITSCHE POLITIEFILM. Ter gelegenheid van de politietentoonstelling te Ber lijn in het najaar te houden, zal o.a. ook een groote politiefilm vertoond worden, welke een beeld zal ge ven van het geheele politieapparaat, zooals dit werkt bij de ontdekking van een ernstige misdaad. IN DE VERKEERDE VLIEGMACHINE. Een Franach zakenman, die naar Parijs moest, stapte te Brussel i(n een Handley-Page-Napier-vlieg- machine. Toen de machine een paar uur later landde, bemerkte de verbaasde Franschman, dat hen niet in- Parijs, doch in Londen stond. Hij was in de verkeer de vliegmachine gestapt. Voor zooveel bekend is dit de eerste keer, dat een passagier op het vasteland van Europa zich in zijn machine vergist heeft. REBELLIE IN EEN GEVANGENIS. In de beruchte Sing Singgevangeiiis, in Amerika, waar in 1918 de z.g. „roode opstand" heeft plaats ge had, is Zonqag j.1. opnieuw een opstand uitgebroken. Deze opstand werd veroorzaakt door de gebroeders Barsyork, die veroordeeld zijn tot de traf den doods door middel van electrocutie wegens het neerschie ten en vermoorden van een winkelhouder. De op stand had plaats in het z.g. doodenhuis. waar elf ge vangenen op hej, voltrekken van het over hen uit gesproken doodvonnis wachtten, die geweld maakten tegen hun van ijzeren staven voorziene celdeuren en ongeveer twee uren aaneen joelden en schreeuw den. De gevangenen begonnen ailen tegelijk met hun gejank, dat werd afgewisseld door het uiten van obscene scheldwoorden en alle soorten bedreigingen aan het adres van de cipieren. De opstand was ge richt tegen de voeding en de auwne ruimte in het doodenhuis. De cipieren onderdrukten den opstand „met de gewone middelen" zooals zij verklaarden. Zij traden met twee revolvers gewapend cel voor cel binnen, waar zij hun mannetje klein kregen. De ge broeders Barsyork werden bij wijze van straf op vloeibaar dieet gezet, dat wil zeggen twee keer per dag dunne gruweL MOND- EN KLAUWZEER IN BELGTë De Brusselsche redacteur der Msb. mei dit d.d. 12 Augustus: Uit Brugge wordt vernomen, dat een epidemie -van mónd- en klauwzeer groote uitbreiding neemt in de omgeving van de stad, Menigvuldige stallen zijn aan getast. De plaag woedt ook in Veurne-Ambacht, streek waar de veeteelt zeer uitgebreid is. Maatregelen zijn voorgeschreven oan de plaag te bestrijden. BUURTVERKEER IN LONDEN. Het nieuwe station van Charing .Cross dat onder de Theems door verbinding heeft met de lijnen van de Southern Londen, zal de volgende (maand voor het verkeer worden geopend. Op het oogenblik be draagt bet aantal passagiers dat op het ondergrond!- sche station van Charing Cross in- en uitstapt, onge veer 33 millioen per jaar. Men verwacht, dat het verkeer in het vergroote station zal stijgen tot ruim 50 millioen passagiers per }aar. EINDELIJK GEARRESTEERD. Na een opwindende jacht, waaraan ook een aan- al voorbijgangers deelnamen, heeft de Keulsche po litie de band weten te leggen op een beruchten in- en uitbreker, Heinrich Metzler genaamd, 27 jaar oud. Tijdens zijn achtervolging, loste hij meerdere revolverschoten, waardoor een chauffeur <licht ge wond werd. Hoewel nog betrekkelijk jong, heeft Metzler reeds 16 jaar tuchthuis, wit .te boeten. Meer- niêlen wist hij uit de 'gevangenis te ontsnappen. Al leen in Keulen staan veertig inbraken op zijn reke ning. Zijn specialiteit was het beklimmen van ge vels, wat hem het openbreken van deuren uit spaarde. ZOO ZUN ONZE MANIEREN. Eenige weken geleden maakte de Engelsche vrachtboot „Tiverton" een ireis van Rotterdam naar Batoem. AI enhad er voor gezorgd, dat er voor de geheele reis heen en terug voldoende drinkwa ter aan boord was. Bij aankomst in de baven van 'Batoem was de ontvangst der Sovjets mindor vriendelijk. Vooral te gen de Engelsche schepen wordt door de sovjets den laatsten tijd een zeer vijandige houding aan genomen. Dit blijkt reeds uit de manier waarop de invoer-verboden Worden toegepast. Zoo werd de scheepsjongen, die een paar nieuwe pantoffels aan boord had, gestraft met een geldboete van één pond; een ander, die stof voor een costuum bij zioh had, kreeg niet minder dan een boete van zeven pond. Kort na het vertrek uit Batoem werden verschil lende ziektegévallen geconstateerd, waarvan enkele van ernstigen aard. Te Constantinopel vroeg men om geneeskundige hulp, doch deze werd geweigerd en (het schip werd gedwongen onmiddellijk door te varen. Eerst dn de haven van' Zea (Griekenland) werd hulp verleend. Eenonderzoek bracht aan het licht, dat het drink water met cholera-bacillen was besmet. De omstandig heden doen vermoeden, 'dait hier opzet in t spel is en dat de sovjets uit haat tegen ,de Engelschen het drinkwater hebben besmet. Nadat het schip ontsmet was geworden, kon de reis naar Rotterdam worden vervolgd, waar het op het «indé van de vorige week arriveerde en van waar het inmiddels wederom naar Hamburg is ver trokken. RIVIER/BRUG INGESTORT- Uit Tokio. 12 Aug. Ten gevolge van het instorten van een brug, waarop zich tal van bedevaartgan gers bevonden, zijn gisteravond te Nejirisnachi .in het Noorden van Japan zestig personen om het le ven gekomen terwijl eenzelfde aantal nog vermist wordt. Door zware regens was het water in de rivier hoog gestegen. Vele in doodangst verkeerende man nen, vrouwen en kinaeren werdon door den stroom meegesleurd voordat*hulpverleening mogelijk was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 11