SchagerCourant
Poolmenschen.
Zaterdag 14 Augustus 1926.
69ste Jaargang. No. 7894.
Vierde Blad.
Gemengd Nieuws.
Joski en Heiki waren de zoons van visseher Kos-
kinen. Ondanks dat er geen overvloed van eten en
''drinken in Koskinens hut was, groeiden de beide jon
gens goed op, en toen zij zeventien jaar waren, was
er niet één in het visschersdorp, die met hen durfde
vechten. Zij hingen ais .klitten aan elkaar en nog
nooit was het hun kameraden gelukt, hen tegen el;
kander op te liitsen. De roodharige plompe Joski
vond het heel natuurlijk, dat de blonde levendige
Heiki, zoowei te water als te land aJs aanvoerder
optrad en het kwam niet in hem op, zich tegen
den zin van Heiki te verzetten, al waren diens voor
stellen nog zoo gek.
De jongens leerden reeds vroeg 't vissohen.Zyvoeren
daarbij zoo roekeloos op zee rond, dat allen hen
een vroegfcydigen dood voorspelden. Zelfs het moest
'woest© weer kon hen niet weerhouden en eenmaal
bleven zij na oen onweer zoo lang weg, dat de thuis-
Ëehleven visschers ze voor verloren hielden.
><>ch na een paar dagen kwamen ze, de boot half
vol water en het zed in stukken gescheurd, in
het visschersdorp terug.
Zn waren door het onweer overvallen en haddon
enkele dagen op 1'even en dood togen de golven
gevochten. Toch was 't hen gelukt, de boot., on
danks liet Irinnonsfcroomende water, boven water
te houden en met een lap zeil. hot onweer te ont
vluchten. Toen de wind zioh koerde, was 't hjin
mogelijk geworden, naai* huis terug te keoren. Zoo
wareli zij voor ditmaal geborgen. De boot had esh-
ter zulke schade geléden, dat zij verder onbruik
baar was. i
Dat was voor de oude Koskinen een groot ver
lies, en deshal've réisden de jongens naar Hanimer-
fest, om zich als IJszeevaarders te verhuren, ten
einde daardoor de noodige middelen voor een
nieuwe boot op te sparen. Zij werden zeer gemist
in het dorp, en den ouden Koskinen kende men
niet meer na het vertrek van zijn zoons.
De beide broeders namen dienst op een zee
hondenjager. Het grootste deel der bemanning be
stond uit ervaren poolzeevaarders, die in hun
leven veel meer gezien hadden, dan de beide jon
gen-., die nooit hun visschersdorp verlaten hadden.
Zoolang het vaartuig op de helling lag om ge-
dicht. to worden, had de bemanning vrüaf. Ilot
grootste deel van den dag brachten zij aan door
met in de koffiekamer te zitten. Zij beweerden,
dat het de gramophoon was, die hen daarheen trok.
Doch wie met den toestand op de hoogte was, wist
dat de drank deze aantrekkingskracht, op hen uit
oefende. Men schonk deze drank zoowel in do koffie
vermengd als klaar. En geen avond ging voorbij
zonder liajidtastelijkhoden en spektakel! De politie
bemoeide zich echter ongaarne met de geschillen
tusschcn de poolzeevaarders.Deze wilde kerels
gingen natuurlijk niet zachtzinnig met de politie
om, wanneer or moest worden ingeéjrepen.
Het spreekt van zelf, dat Joski en Heiki niet
ontkwamen aan dit ruwe léven en dit zou do plaats
worden, waar aan hun jarenlange innige vriend
schap oen einde zou komen. De keiherin LyDü
Metnï, was een rood blond, grof gebouwd K vanen-
meisje, dat nooit geleerd had haar bruisende le
venslust to verbergen.
Op den avond toen de beide broeders voor het
eerst de koffiekamer binnentraden, was één der
visschers bezig Lylli^ de eene dampende „karstf'
na de andere aan te bieden. Zij zou de beide nieuwe
gasten in 't geheel niet bemerkt hebben, als niet
een van haar kameraden haar uitgenoodjgd had.
mor hen te klinken. Ze kwam dichter by de tafel,
en toen zij daar den slanken Heiki zag. staan, kregen
haar oogen dion hartstochtelijk verlangenden blik,
welke voor de mannen zoo gevaarlijk is. Zij ging op
z\jn knie zitten en streek met haar vingers liet-
kiH.zend door zijn dichte haren. En zij dnihto zdch
zbo vast tegen hem aan, dat hij de warmte van
haar gloeiende lichaam door zijn kleeren heen
.voelde. Hij werd niurrood en trachtte zich los
te rukken. Maar zij lachte hem begeerig toer
„Jouw domkop, heb je nog nooit een vrouw aan
geraakt?" En zij liet haar handen bevend over
zijn knie glüdon.
liet was hem, alsof hij inwendig brandde, en
haar heete adem hinderde hem niet langer.
De half beschonken yisscher, die al dien tijd de
verovering van Heiki liad gadegeslagen, sprong
plotseling op. en sloeg den jongen met de vuist in
het gezicht, zoodat 't bloed er uit spoot.
Het Kvanen-meisje verbleekte- en wilde zioh er
tussen en weipen, maar Heiki gooide haar op zij
en ging don visseher te lijf. Hij hief hem
hoog op en wierp hem met zulk een kracht togen
do deur, dat de wanden kraakten. De visseher bleef
als een dood© massa tussehen de panoolon van de
deur liggen en eerst toen wat brandewijn tussehen
zijn tanden gegoten werd, kwam er weor leven in
hem. Iiy wankelde de koffiekamer uit, gevolgd
door het hoongelach van do anderen. Het Kvanen-
meisje> nam haar plaats op de knie van Heiki
weer in.
Joski had den strijd tussehen Heiki en 'den
schipper gevolgd met oen spanning, die hem den
hals als net ware had diohtge^noerd. Ajs een ge
wond roofdier had hij neergezeten, bereid, om op
don visseher lo- te springen. indien Heiki was
neergeslagen Toen de stryd geëindigd was, ging
Joski naar sjyn broer toe en fluisterdo:
„.Je had hem bnna doodgeslagen. Heiki/'
Heiki antwoordde niét, doch 't meisje vroeg
hem wie hy was.
„Mijn broer", antwoordde Heiki.
„Dan moeten wy met hem drinken" lachte zij,
en. ging naar het buffet om een nieuwen kop
karsk te halen.
Toen Joski den kop leeg gedronken had, schoof
nii dichter t naar 't meisje toe, dat zich tus
sehen de beide broeders in geplaatst had en streek
met zijn vingers over haar goudblonde haren.
Voor do eerste maal benijdde hij Heiki. Het meisje
keerde zich om en lachte tegen hem. Hij trok zijn
tand terug, alsof hij, zioh gebrand had.
Maar die aanraking was als een siddering door
het. lichaam van 't meisje gegaan, on steeds
dichter schoof zi.j_ naai* hom toe, Hij zag, hoe Heiki
wit werd als krijt, en hij had op 't eerste oogen
blik zoo'n sterk medelijden met hem, dat hij er aan
dacht zich los te rukken. Maar in 't volgende oogen-
blik drukte hij 't meisje tegen ach aan.
..Toen stond Heiki op, gaf Joski zoo'n vuistslag in
*yn gezicht, dat het hem zwart voor de oogen
•werd.Een oogenblik zat hij stil, als verdoofd van de
'slag, maar dan sprong liy# op en sloeg Heiki tegen
den grond. De andere visschers wierpen zich or
tussehen, alvorens de beide vechtenden hun mes
sen getrokken hadden, terwijl Heiki die de meeste
slagen gekregen had, beschaamd naar buiten ging.
Doch in de deur keerde hij tl ;h om en dreigdo
Joski: „Je zult niet levend meer uit do IJszee
."terugkomen".
Zoowel Heiki als Joski kwamen niet meer terug
in het café. Alleen Joeki bezocht t meisje nog
een paar maal. De "broers gingen elkander aan
boora voorbij en zonnen op wraak. Eenmaal tracht
te Heiki zijn broeder, die zioh over een rol touiw
boog. met zijn mes te doorsteken, doch de schipper
kon net nog net keeren en Heiki werd in h©t ruim
opgesloten. Do schipper wilde geen moord aan
boord van z^n schip, zoolang dat in de haven lag.
Toen JosB voor de laatste maal' het meisje be
zocht, zwoer zij hem bij al wat naar heilig was,
trouw te blijven, zoolang hij op de zee rondzwalkte.
En zij werden het eens, dat zij in den herfst zouden
gaan trouwen, ingeval' hij zooveel' op zijn reis zou
verdienen, dat zij geld genoeg hadden.
Mijlen ver strekte izich het ijs voor den zeehond-
vaarder, uit. Wanneer de zon soms een oogenblik
door de grauwe wolkenmassa heenstraalde, schit
terde het ,ijs als kristal :im een bonte mengeling van
kleuren. Doch zonder de gouden zonnestralen was de
ijsmassa niets anders dan een vuilgrauwe woestijn.
Zij, die met het vangen der zeehonden waren be
last, hadden dag aan dag 't ijs met 't bloed der die
ren "roodgekleurd en de vervolgde dieren hadden
zich verder op het ijs teruggetrokken om aan 'hun
vervolgers te ontkomen.
Deze dagelijksche ruwe slachterij bracht de man
nen in een extase, zoodat ken dit bloedige schouw
spel lot een wellust werd. Zij maaiden de zeehon
den in een. soort krankzinnige opgewondenheid neer
en waren nauwelijks in staat ze te. dooden. En zoo
lagen de gewonde dieren op 't ijs en bloedden dood
met een sidderende doodsangst in de oogen.
De beide visschers jongens namen met dezelfde
hartstocht als alle anderen aan de jacht deel. doch
nimmer waren zij daarbij met elkander in hotsing
gekomen. Slechts één afgedwaald schot had het be
hoeven te zijn. en er was een man minder aan boord
geweest. Het gansche schip was overstroomd niet
bloed en het gezicht daarvan stompte hun zinnen al.
Ze werden bruut en ruw in den omgang.
Heiki wachtte nog steeds op een gelegenheid om
zijn wraak op Joski to koelen, en dikwijls had hij
getracht hem op het ijs tijdens de jacht te naderen,
maar steeds was er iemand die hem dat verhinderdo.
Toen de zeehonden spaarzamer werden," verdeel
den zich de jagers over het ijs, Nu keek niemand
meer naar de beide jongens om en zoo gebeurde het
°P een dag, dat er een strijd om een zeehond tus
sehen hen ontsond.Joski doodde 't dier en Heiki
kwam in wilde ren aangestormd om hem met zijn
haak neer te slaan. Hij struikelde echter, zoodat de
haak m een Wijden boog uit zijn hand vloog.
Alvorens hij een nieuwen overval kon bewerstelü-
gen, was Joski op zijn post.
„Wilde je my werkelyk neerslaan, Heiki?" vroeg
Joski.
Zijn broeder werd donkerrood en liep weg.
Op een dag werden walrussen op den rand van
het ijs gezien en -de jagers trokken er op uit om ze te
vangen. Ze waren in twee booten verdeeld en roei
den- voorzichtig naar het ijs, waarop de \valrussen
in de zon lagen te koesteren. Het was paartijd en
hartstochtelijk drukten zij zich tegen elkaar aan. Nu
en dan stieten ze diepe keelgeluiden uit, een luid,
ongearticuleerd brullen, dat ver over het ijs klonk
In hun weelderigheid stieten zij hun machtige slag
tanden in bet ijs, zoodat het in kleine stukjes om
hen heen spatte. En daar de wind van hen af was,
bemerkten zij de menschen niet.
De boot kwam voorzichtig nader onopgemerkt, door
de -dieren, die in ihun paringsspel luider en luider
brulden. Tenslotte was db boot op schootsafstand ge
naderd. Joski. die schutter in één der booten was,
legde aan, een dóffe 'knal en één .der beide walrus
sen hief zich bijna loodrecht omhoog in de -lucht en
viel dan dood op het ijs neer.
Het andere "dier, niet begrijpende, wat zijn metge
zel overkomen was, snuffelde aan diens horst, en lik-
'ry.pt °ed op, -dat op de sneeuw droop.
Zij wist niet dat haar mannetje dood was. Doch
plotseling ging een schok door het dier en beweging
loos bleef het, liggen. Heiki had het geschoten.
I.oen de beide booten aan den: ijsrand aanlagen,
sprongen de beide schutters er eerst uit. Joski ha/1
reeds zijn mes gereed, om één van de beide dieren
het vel af te trekken. Doch toen gebeurde' het. Als
een ruk ging het plotseling door het dier, en brul
lend ging het overeind staan.
Het maakte een sprong op het ijs en wierp zich
op Joski, voordat deze den tijd had met een nieuw
schot aan het leven van het dier een einde te maken.
£itte adem sloe§ hem uit de roode kaken van
het dier tegemoet, dat met zyn slagtanden naar
hem sloeg, doch miste, en in het ijs houwde, waar
door oen witte regen de donkere menschengestalte
omgaf.
■■Help mij, Heiki", steunt Joski, „help mij".
„Tieiki -trijdt oen liarden strijd met zich zelf. Nn
was zijn broeder, dien hij zoolang naar het leven
gestaan had. zijn einde nabij. De walrus wilde hem
met zijn reuzentanden het lichaam openrijten. En als
Joski er niet meer was, zou hij zijn plaats naast
Lylli weer kunnen innemen.
Maar Joski's luid hulpgeroep klonk hem weder
in de ooren, en plotseling keerden zijn gedachten
terug naar hun kinderjaren, toen hij en Joski onaf
scheidelijk met elkaar speelden en werkten. Het goe-
de ui hem zegevierde. Hy legde zijn geweer aan en
drukte af.
Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag de walrus
m doodskronkelingen^naast Joski op het ijs.
„Ik dank je, Heiki". Joski gaf zijn broeder een
hand. Tranen liepen hem^over de wangen.
De walrus had mot zyn slagtanden alleen zyh
schouder geraakt, doch niet zóó erg, dat hij niet bij
het aftrekken der vollen behulpzaam kon zijn. Vanaf
dezen dag waren de beide jongens weer steeds, zoo
als vroeger samen. Toen echter tegen den herfst
het -schip weer naar Hammerfest terug ging, wa
ren de overige schippers benieuwd, of hun vriend
schap wederom schipbreuk zou lijden, als het
meisje er tussehen kwam.
Toen Joski laat iri den avond, de achterkamer van
hot café binnentrad, zag hij dat een Pus het meisje
gezelschap hield. Hij verwijderde zich, zonder op-
hef te maken. Op het schip teruggekomen, fluister
de hy Tieiki toe:
„ï.ylli gaat mot iedereeen om, die maar wil".
„Goed dat. Ik dien walrus geschoten heb", zei
TTeiki en draaide zich in zyn kooi op zyn andere zij
om.
EENIGE OPLEVING IN DEN PAARDENHANDEL
IN DUrrSCHLAND.
Men schrijft aan de N. R. Crt.:
Naar de R-ijksbond der fokkers van het kóud-
bloedpaard in Duitsohl'and meedeelt, ia or den
Iaatston tijd eenige verbetering gekomen in den
t-oestand van don Duitschen paardenhandel'. Op de
publieke verkooping, 'de vorige maand door den
Rond van paardenfokkers in de provincie Saksen
te Maagdenburg gehouden; bestond betrekkelijk
goede kooplust, zoodat de bedongen prijzen, in ver
gel ijking met hetgeen op de vorige verkooping be-
taqJd werd, eenige verbetering vertoonden. De ge
middelde prys bedroeg voor veulens 349 mark, voor
werkpaarden 1055 mark.
Wellicht zullen ook de Nederlandsche koud-
bloedfokkers in de gelegenheid zijn, ©enigermate
te profiteeren van deze opleving in den Duitsohen
paardenhandel, hoewel 't invoerrecht, dat thans
voor koudbloedpaarden met een waarde beneden
2500 mark tot 140 mark teruggebracht is, nog steeds
een ernstig bezwaar voor liet herstel van onzen
export naar Duitsohland blyven zal. Dat de in
voer van paarden in Duitsohland onder invloed van
de malaise in den handel en van de hooge invoer
rechten n igenoeg tot stilstand gebracht is, blykt
duidelyk uit de Duitsche invoeroyfers voor de eer
ste helft van het loc/pende jaar. In dit tijdvak zijn
door Duitsohland slechts 4089 paarden geïmpor
teerd, tegenover een invoer van Z4.200 paarden in
dezelfde periode van 1925. Bovendien waren meer
dan de helft der in de eerste helft van dit jaar in
Duitsohland ingevoerde paarden (2209 stuks) kleine
paarden met oen hoogte beneden 1.40 M., welke
meest uit Oost-Europeosohe landen betrokken wor
den. Do import van andere soorten paarden ver
toont derhalve een achteruitgang van 23.000 stuks
in de eerste zes maanden van 1925 tot minder dan
2000 stuks in dezelfde periode van dit jaar. Hoewel
het er nog niet naar uitziet, dat een sterke uitvoer-
vraag naar paarden voor Duitsohland hier te
wachten is, is toch reeds eenig herstel' van onzen
paardenexport merkbaar. Onder de bestaande re
geling van het Duitsche invoerrecht zullen daarvan
echter alleen de fokkers van het zuivere of ge
kruiste trekpaard kunnen profiteeren.
BLYTHWOOD-
Het groote buitenverblijf Rlythwood te Stanted
te Eseex is in den nacht van Dinsdag op Woens
dag door brand vernield. Er sliepen op het moment
dat de vlammen om zioh heen begonnen te grij
pen, negen personen in het huis, o.w. de eigenaar
lord Blyth. Daar deze ziek te bed lag en zich niet
zelf kon redden, zou hij zijn omgekomen, ware niet
pijn neef Jan Blyth, hem te hulp gesneld. Deze
liet den zieke aan een touw naar beneden door
'een raam van de slaapkamer op de bovenverdie
ping. Alle overige huisgenooten konden ontsnap
pen, doch twee hunner ontvingen daarbij letsel.
Dit is reeds de 23ste ernstige brand m een En
gelsen buitenverblijf in 20 maanden ty'ds.
Dat de jeugdige Jan Blyth hij is -21 jaar
er in mocht slagen zijn -oom te redden, dankte
deze aan de draadlooze telefonie. Jan Blyth had
op de bovenverdieping een lang touw, dat ge
diend had voor het overeindbrengen van antenne
masten en dat touw deed nu goede diensten.
Kranig was ook het gedrag van inej. Hurrell; de
70-jarige huishoudster ,di© met grooten moed door
het brandende gebouw naar de vierde verdieping
liep om de andere dienstboden te waarschuwen.
Zy kreeg ernstige brandwonden en bezeerde zich
bovendien toen zij langs een ladder nair bene
den moest.
DE KINDER-RO0VERBENDEN IN RUSLAND.
Eenige wéken geleden werden gemeld eenige
staaltjes van vagebonden van kinderen op de Rus-
sische Spoorwegen. Thans vertelt, aldus de Msb.,
de leider van net Pauselijk Üostersch instituut te
Rome, pater d'Herbigny S.J., in een beschrijving
van zyn jongste reis naar Kieff en Moskou, hoe
hy zelf in Kieff heeTe scharen van 'deze jeugdige
bandieten, die zich veelal ji ware rooverbenden
vereenigen, en geheele streken onveilig maken, ont
moet heeft.
Ze loopen in den zomer zoo goed - als geheel
naakt, slechts eenige flarden hangen om hun lyf.
Men noemt ze met recht den sohnk der bevolking,
«want ze vergenoegen zich niet met enkel bedelen,
maar vallen de menschen op straat aan, ol be
treden met 5 of 6 tegelijk op een fceeken van hun
hoofdman een "Cvinkel en plunderen deze in weinige
minuten leeg. Het is onmogelijk hun te weerstaan,
want zy hebben een verschrikkelijk wapep: de erg
ste besmettelijke ziekten, die zy berekenend we
ten te benutten. Zou een vrouw op straat weigeren
hen 'fc gevraagde handtasohje uit 'te léveren, dan
roept de jonge rooverhoofdman koelbloedig: „Geef
al, anders byt ik." „Laat het los anders geef ik
ie de ziekte! En zijn tofcop heb bloed indringende
beet draagt daadwerkelijk met heb speeksel het
ongeneeslijk gif der onbeerendsfce ziekten op de
aangegrepene over. En niet wéinig gevallen van
dit soort worden in de officieel© politieberichten
medegedeeld.
Op het land voelen zich deze jonge roevers nog
beter thuis. Ze stelen wat ze gebruiken, kunnen,
waar ze het maar vinden kunnen. De boeren geven
hun meest en reeds uit medelijden wat zij verlan
gen, brood en vléesch of een kleedingstuk' maar o,
wee, als er een iets durft weigeren, dan wordt
hy al gauw de wraak der kinderen gewaar. Spoedig
sterft een of ander stuk vee op geheimzinnige wijzo,
gaat een schuur of stroodak in vlammen op, oer
verdwijnt een kind uit de boerderij...
Men zegt dat onder deze jonge misdadigers, wier
ouders by de sovjetrevolutie en in den hongersnood
omgekomen zün, zich een groot getal bevinden der
voorheen adelliikste famüiea van Rusland. Een
treurig voorbeeld, hoe het met de marxistische
volkswelvaart in werkelijkheid gesteld is.
EEN DORP VERBRAND.
Te Grossendorf in Pommeren zijn gisteren 22 hof
steden met 57 gebouwen door brand verwoest. Vijf
tig varkens, 80 koeien en veel klein vee is in de
vlammen omgekomen en de reeds onder dak gebrach
te oogst is geheel verbrand. Van het geheele dorpje
zijn nog slechts elf gebouwen over.
ONLUSTEN OP KRETA
Op het eiland Kreta hebben onlusten plaats gehad.
Estazias, de Grieksche minister-president, verklaar
de weliswaar, dat alle geruchten over deze onlusten
sterk overdreven zijn, maar tevens wordt gemeld,
dat generaal Pangalos, de President van de Repu
bliek, zijn vacantie heeft onderbroken om naar
Athene terug te keeren ten einde aldaar met de bur
gerlijke en militaire autoriteiten te beraadslagen over
maatregelen voor herstel van de orde op Kreta. Van
cfficieele Grieksohe zijde wordt nog verzekerd, dat
de incidenten uitgelokt zijn door aan Pangalos vij
andig gezinde politici, die zich voor dit doel naar dit
eiland zouden hebben begeven.
Minister-president Estazias heeft een proclamatie
tot de bevolking van Kreta gericht, waarin hij enkele
maatregelen aankondigt, die aan de wenschen der
bevolking beantwoorden.
GEDOOD.
Op de mijn Moltke bij Gladbeck zijn gisteren drie
mijnwerkers, allen gehuwd en vader, door neerstor
tend gesteente gedood.
BOSCHBRANDEN.
Naar de Parijsche bladen gisteren uit Toulon meld
den, stonden de bosschen op de Oostelijke helling
van het eiland van den Levant, een van de drie groote
eilanden van Hyères. in brand. De marine bood hulp.
In do buurt van Béziers heeft een boschbrand ge
woed, die men eerst na 26 uur meester is geworden.
Op een van de drie eilandjes tegenover Hyeres aan
de Fransche riviera is gisteren zulk een geweldige
brand uitgebroken, dat de 200 bewoners in allerijl
het eilandje hebben moeten verlaten wegens de hitte
en den rook. De weerschijn van de vlammen was
tot in Nice zichtbaar. Drijvende stoomspuiten heb
ben het vuur nog een oogenblik aangetast, maar door
de hitte konden zij niet dicht genoeg naderen en
daarom bleef hun rol beperkt tot 't beletten van bet
overslaan van de vlammen naar de twee naburige
eilandjes die met het. verbrande één gToep vormen.
Het boschrijke eilandje is volkomen leeggebnand1 en
van de 30 gebouwen is er geen enkel gespaard.
FRAUDULEUZE INVOER.
Tn den sneltrein Brussel-Parijs heeft de douane
voor driehonderdduizend frankJluweelen ontdekt,
welke een Perzisch ondernaa/n Ried Elloptoza, op
frauduleuze wijze paar Frankrijk wilde overbren
gen.. De Pers is gearresteerd en opgesloten; de ju-
weelen ziijn in beslag genomen.
DUITSCH. VISSCHERSVAARTUIG BIJ IJSLAND
BESCHOTEN.
Uit Bremerhaven, 12 Augustus. Het stoomvis-
schersvaartuig Caroline Sprenger van de reederij
Sirius alhier is volgens bericht van den schipper den
25 Mei binnen de 3 mijlszone van IJsland door een
Doenschen kruiser zonder voorafgaande waarschu
wing beschoten en ernstig beschadigd, hoewel het
schip geenerlei aanstalten maakte om te vluchten, 't
Duitsche departement van buitenlandsche zaken
heeft zich hieromtrent de vorige maand tot Kopen
hagen gericht. De Deensche regeering beloofde te
antwoorden, doch heeft zulks tot dusver nog niet
gedaan.
DE BEZUINIGING IN FRANKRIJK.
Volgens de „Figaro" zijn de groote manoeuvres in
September afgelast, ongetwijfeld met bezuinigings
doeleinden. De betrokken troepen zullen thans slechtB
garnizoensoefeningen houden.
GROOTE ONTPLOFFING IN HONGARIJE.
Uit Boedapest, 12 Aug. In de munitiefabriek van
Manfred Weiss op het eiland Czepel heeft heden
avond om zeven uur een geweldige ontploffing plaatk
gehad, waarna het grootste gedeelte der gebouwen
door brand wed venield. 't Vuur is 00 KM. in den
omtrek zichtbaar. Door deze ontploffing zouden drie
buskruitmagazijnen vernietigd zijn.
•Het aantal dooden en gewonden is nog niet vast
te stellen. Daar nog verdere ontploffingen te vree
zen zijn, is het eiland door militairen afgezet.
Nader wordt bericht dat door de uitbarsting geheele
gedeelten van straten zijn ingestort.
In verband met het groote aantal slachtoffers werd
de Reddingmaatschappij te Boedapest verzocht alle
beschikbare middelen naar de plaats vani den ramp
te zenden.
Op het'oogenblik kan elleen worden vastgesteld dat
de ontploffing is begonnen bij een machine in de
natronenfabriek.
EEN DUITSCHE POLITIEFILM.
Ter gelegenheid van de politietentoonstelling te Ber
lijn in het najaar te houden, zal o.a. ook een groote
politiefilm vertoond worden, welke een beeld zal ge
ven van het geheele politieapparaat, zooals dit werkt
bij de ontdekking van een ernstige misdaad.
IN DE VERKEERDE VLIEGMACHINE.
Een Franach zakenman, die naar Parijs moest,
stapte te Brussel i(n een Handley-Page-Napier-vlieg-
machine. Toen de machine een paar uur later landde,
bemerkte de verbaasde Franschman, dat hen niet in-
Parijs, doch in Londen stond. Hij was in de verkeer
de vliegmachine gestapt.
Voor zooveel bekend is dit de eerste keer, dat een
passagier op het vasteland van Europa zich in zijn
machine vergist heeft.
REBELLIE IN EEN GEVANGENIS.
In de beruchte Sing Singgevangeiiis, in Amerika,
waar in 1918 de z.g. „roode opstand" heeft plaats ge
had, is Zonqag j.1. opnieuw een opstand uitgebroken.
Deze opstand werd veroorzaakt door de gebroeders
Barsyork, die veroordeeld zijn tot de traf den doods
door middel van electrocutie wegens het neerschie
ten en vermoorden van een winkelhouder. De op
stand had plaats in het z.g. doodenhuis. waar elf ge
vangenen op hej, voltrekken van het over hen uit
gesproken doodvonnis wachtten, die geweld maakten
tegen hun van ijzeren staven voorziene celdeuren
en ongeveer twee uren aaneen joelden en schreeuw
den. De gevangenen begonnen ailen tegelijk met hun
gejank, dat werd afgewisseld door het uiten van
obscene scheldwoorden en alle soorten bedreigingen
aan het adres van de cipieren. De opstand was ge
richt tegen de voeding en de auwne ruimte in het
doodenhuis. De cipieren onderdrukten den opstand
„met de gewone middelen" zooals zij verklaarden. Zij
traden met twee revolvers gewapend cel voor cel
binnen, waar zij hun mannetje klein kregen. De ge
broeders Barsyork werden bij wijze van straf op
vloeibaar dieet gezet, dat wil zeggen twee keer per
dag dunne gruweL
MOND- EN KLAUWZEER IN BELGTë
De Brusselsche redacteur der Msb. mei dit d.d. 12
Augustus:
Uit Brugge wordt vernomen, dat een epidemie -van
mónd- en klauwzeer groote uitbreiding neemt in de
omgeving van de stad, Menigvuldige stallen zijn aan
getast. De plaag woedt ook in Veurne-Ambacht,
streek waar de veeteelt zeer uitgebreid is.
Maatregelen zijn voorgeschreven oan de plaag te
bestrijden.
BUURTVERKEER IN LONDEN.
Het nieuwe station van Charing .Cross dat onder
de Theems door verbinding heeft met de lijnen van
de Southern Londen, zal de volgende (maand voor
het verkeer worden geopend. Op het oogenblik be
draagt bet aantal passagiers dat op het ondergrond!-
sche station van Charing Cross in- en uitstapt, onge
veer 33 millioen per jaar. Men verwacht, dat het
verkeer in het vergroote station zal stijgen tot ruim
50 millioen passagiers per }aar.
EINDELIJK GEARRESTEERD.
Na een opwindende jacht, waaraan ook een aan-
al voorbijgangers deelnamen, heeft de Keulsche po
litie de band weten te leggen op een beruchten in-
en uitbreker, Heinrich Metzler genaamd, 27 jaar
oud. Tijdens zijn achtervolging, loste hij meerdere
revolverschoten, waardoor een chauffeur <licht ge
wond werd. Hoewel nog betrekkelijk jong, heeft
Metzler reeds 16 jaar tuchthuis, wit .te boeten. Meer-
niêlen wist hij uit de 'gevangenis te ontsnappen. Al
leen in Keulen staan veertig inbraken op zijn reke
ning. Zijn specialiteit was het beklimmen van ge
vels, wat hem het openbreken van deuren uit
spaarde.
ZOO ZUN ONZE MANIEREN.
Eenige weken geleden maakte de Engelsche
vrachtboot „Tiverton" een ireis van Rotterdam naar
Batoem. AI enhad er voor gezorgd, dat er voor de
geheele reis heen en terug voldoende drinkwa
ter aan boord was.
Bij aankomst in de baven van 'Batoem was de
ontvangst der Sovjets mindor vriendelijk. Vooral te
gen de Engelsche schepen wordt door de sovjets
den laatsten tijd een zeer vijandige houding aan
genomen. Dit blijkt reeds uit de manier waarop de
invoer-verboden Worden toegepast. Zoo werd de
scheepsjongen, die een paar nieuwe pantoffels aan
boord had, gestraft met een geldboete van één
pond; een ander, die stof voor een costuum bij zioh
had, kreeg niet minder dan een boete van zeven
pond.
Kort na het vertrek uit Batoem werden verschil
lende ziektegévallen geconstateerd, waarvan enkele
van ernstigen aard. Te Constantinopel vroeg men
om geneeskundige hulp, doch deze werd geweigerd
en (het schip werd gedwongen onmiddellijk door te
varen.
Eerst dn de haven van' Zea (Griekenland) werd
hulp verleend.
Eenonderzoek bracht aan het licht, dat het drink
water met cholera-bacillen was besmet. De omstandig
heden doen vermoeden, 'dait hier opzet in t spel is
en dat de sovjets uit haat tegen ,de Engelschen het
drinkwater hebben besmet.
Nadat het schip ontsmet was geworden, kon de
reis naar Rotterdam worden vervolgd, waar het op
het «indé van de vorige week arriveerde en van
waar het inmiddels wederom naar Hamburg is ver
trokken.
RIVIER/BRUG INGESTORT-
Uit Tokio. 12 Aug. Ten gevolge van het instorten
van een brug, waarop zich tal van bedevaartgan
gers bevonden, zijn gisteravond te Nejirisnachi .in
het Noorden van Japan zestig personen om het le
ven gekomen terwijl eenzelfde aantal nog vermist
wordt. Door zware regens was het water in de rivier
hoog gestegen. Vele in doodangst verkeerende man
nen, vrouwen en kinaeren werdon door den stroom
meegesleurd voordat*hulpverleening mogelijk was.