DAMRUBRIEK. ROMMELKRUID. De Wereld der Vrouw pp §gf S 81 n g§ B 4? §K IS HK 8 §j p p 8 m Éüf 8 I! mp ÉH SI w Even Lachen. Ware Woorden. I I Nuttige Wenken. Ier abrikoren voegt men wat' auiker, room en eenige daden opgeloste gelatine, hetgeen men eveneens op ja laat !s het vast geworden, dan hakt men leze gelei, garneert daarmee den vrijgebleven rand -an den koekbodem en bestrooid daarna de taart net gehakte amandelen. I Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden lan C. AMELS Wz., WINKEL. PROBLEEM NoJ L Auteur A. Polman, Almelo. ZWART. Mm, w. wA. w m M w Hf WA w 11 ÜP ■mg. ÜP WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 2 8 9 13 17 18 19 20 22 28. Stand Wit, 9 schijven, op: 16 26 27 29 30 31 38 39 42. PROBLEEM No. 2. Auteur A. Polman, Almelo. dat de huid niet door de zon verbrand wordt (met zoeken en bleef t— volgens het verhaal vam den Eh- al de onaangenaamheden van afschilferen, enz.) wan-grisehman een heele week plakken. De vriend bo neer we alle deelen, die in direct contact met het j sloot hem dus een stille wenk te geven, om op te zonlicht komen, morgens inwrijven met een watje i stappen, met, olijfolie? dat de huid dan bruin wordt, maar niet verbrandt? Geloof jc niet. vroeg hij, dat je vrouw en kinde ren erg naar je zullen verlangen? Wel, zei de Schot, ik geloof dat jo gelijk hebt. Dat is heel attent van je. Ik zal ze een boodschap dat één Amerikaansche gallon gelijk is aan 3.785 sturen, dat ze ook moeten komen. liter? dat één Engelsche gallon gelijk is aau 4.545 liter? ZWART. b M M m iS§ s® 11 §gj 0 '0 Ut m IÉ §1 li n 0 ié 81 g§ i IÉ 0t- Él fH n 18 W&i SM 3' if 2K s W WIT. 3ta.nd, Zwart, 9 schijven, op: 5 12 13 22 26 27 28 29 33. Stand Wit, 9 schijven, op: 20 31 37 39 41 43 44 48 50. Voor beginners den volgenden stand, waarin Wit lam maakt. Zwart, schijven op: 2 tot 11 13 14 15 17 19 20 23 27. Wit, schijven op: 25 26 30 33 35 36 38 tot 44 46 tot 50. Op de volgende manier maakt Wit dam: Wit: 33-29, 30-24, 35X24, 33—29. Zwart: 23X45, 19X30, 20X29. Wie nooit, zijn hart heftig in beweging heeft voe- 1 len komen door vreugde of door smart, kan zeker niet voor een mensch in vollen zin van het woord worden aangezien. g i Over het algemeen is er slechts een wijze, waarop ge iemand waarlijk helpen kunt, namelijk door hem te ieerén zichzelf te helpen. Waardeering heeft ieder mensch noodig. Alle eigenschappen kunnen door doode onverschilligheid ten gronde gericht worden. Zich in den dienst der waarheid1 begeven, betee- kent: eerlijk aanvaarden van hetgeen zich' op een 1 gegeven oogenblik als waarheid aan ons opdringt. i Bij al ons streven en werken is volharding onmis baar; wie iets ten halve doet, doet niets. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat de wand van een zeepbel 1 millioenste centi meter dik is? dat het kleinste beentje in het menschelijk lichaam in het trommelvlies van het oor gevonden wordt? I dat een pond kurki voldoende is om een mensch drijvende te houden? I dat een walvisoh buitengewoon goed kan hooren? dat hij reeds onderduikt als op een mijl af- i stand een schip- zijn spoor kruist? dat het bekende insect, het lievenheershaantje, hoewel van nature een vleesch et er, ook van zoetlg- heid, als appelstroop, houdt? dat dit aardige beestje er geen been in ziet, zijn zusjes en broertjes op te eten, als die nog klein zijn? M| dat vier uur sterk nadenken evenveel vermoeit alsj 10 uur handenarbeid? LIEFDES ONZIN. Hendrik", lispte het pasverloofde meisje, „ik wil je iets vragen". „Ja, engel," fluisterde bij. „Zeg me dan, Hendrik, zou je evengoed van me gehouden hebben, als je me nooit ontmoet bad?" NOG ZOO KWAAD NIET. Zij: „Een kus spreekt boekdoelen. zegt men". Hh": „Wel, zou het niet leuk zijn, een bibliotheek te beginnen?" DAT WAS BEWIJS GENOEG, Hij: „Marie, ik zou voor jou door een hel willen gaanl" Zij': „Dat zeg .je nu wel. maar hoe kun je dat be wijzen?" Hij: „Wordt mijn vrouwl" GELIJK HAD HL Ober, kijk eens hier. Ik heb maar één mootje van die visch gehad en U berekent me de heele visch l Ja, meneer, dat is zoo de regel van het huis. - Zoo, nu dan ben ik blij, dat ik geen biefstuk genomen heb* i VAN EEN ANDERE OFVATTING. I>e Schotten, boewol een uitnemend volk, hebben in Engeland nu eenmaal den roep van buitengewone zuinigerds en gierigaards. Een Schot kwam dan een vriend te Londen be- NOOIT VERLEGEN. Graaf Jaubert, een hoveling van koning Louis Philippe van Frankrijk, kon somtijds zeer puntig en snedig in zijn opmerkingen zijn en of zijn kwinksla gen vriend of vijand troffen, was hem totaal onver schillig,. Gebeurde het soms. dat zijn woorden wat al te snijdend waren geweest, dan bad hij er bijzonder goed slag van om er zich weer uit te redden. Bij zekere gelegenheid, dat hij1 niet zeer tevreden over maarschalk Soult was, maakte hij een aantal puntdichten op hem. (De maarschalk, wien het ter ocre was gekomen, was daardoor zeer geraakt en op een receptie bij den koning, toen de graaf naar hem toetrad om hem te begroeten, keerde hij dezen in het hijzijn van een aantal heeren, den rug toe. Mijnheer, de maarschalk, zeide graaf Jaubert met de 'grootste bedaardheid, ik) heb gehoord, dat mij niet als een uwer vrienden beschouwt. Tot mijn genoegen zie ik, dat er geen grond voor dat gerucht is. Hoe zoo, mijnheer? Omdat het uw gewoonte niet is, antwoordde de graaf, den vijand uw rug toe te keeren. EEN UITSLUITEND VLEESCHDIEET. De bekende pooi onderzoeker Vilhjalmur Stefans- son heeft niet alleen gedurende vele jaren de pool streken onderzocht en doorkruist, maar hij heeft ook bij zichzelf en anderen onderzoekingen gedaanover den invloed van een dieet, dat uitsluitend bestond uit vleesch en visch. Hij schreef hierover een boek, dat in Amerika veel belangstelling heeft gewekt. Naar aanleiding daarvan heeft C. Lieb uit New York PARIJSCHE MODE. Uit den aard der zaak is het voor iedere vrouw, die gewend is, zich goed te klee'don, wel eens nuttig, de laatste mode op het gebied van onderkleeding te brengen, temeer, wanneer deze door haar zelf even goed cn zeker veel goedkooper zelf gemaakt ka worden. No. 1115 is een chemise pantalon van rose, mauve, lichtgroene of saumon kleurige cröpo de chine met geplisseerde zijbanen en een garneersel van entre- deux en Valencienne of andere kant. Onder No. 111G is afgebeeld een gekleede onder jurk van toile do soio met, smalle geplisseerde zij- baantje -:. Het garneer.-.1 bestaat uil ingezet haiulbon- duursel. Knippatronen zijn verkrijgbaar onder opgave van de Nos. 1115 en 111G. Kosten 70 cents per stuk. MOEDERS EN HAAR KINDEREN. Als Baby mee. nad^ buiten gaat. Een. Moeder zegt: „Als wij de kleine medenamen, wanneer wij naar buiten gaan, nemen wij altijd deze speciale hangmat mede. Zij bestaat uit een meter canvas (goed zwaar ongebleekt katoen kan ook dienst doen) met breede zoomen aan iederen kant. Dit stuk goed kan gemak kelijk opgevouwen medegenomen worden. Zijn wij' in de bosschen' aangeland, dan steken wij; een stevigen stok door deze zoomen en leggen de uiteinden van de stokken in de vier vorken, die wij: in den grond gedreven hebben. Ook als baby niet medegaat, ne men wij soms déze hangmat mede 'om er hoeden o£ lichte bagage in te leggen. Deze behoeft dan niet op den grond in het stof te liggen. Een wringer van een waschmadhine of oen losse wringmachine moet altijd na het gebruik zorgvuldig worden losgeschroefd, teneinde te voorkomen, dat de rollen op elkaar drukken en door het eigen gewicht, gedeukt worden. Bij rollen welke niot door de schroeven, kunnen worden opgedraaid, plaatst men twee stukjes hout tusschen beide, waardoor dan ge noeg "ruimte ontstaat om het pletten te voorkomen en tevens om lucht door te laten. Als men bij het wasschen wat zout in het blauw sel water werpt, terwijl men, bezig is het 'goed te blauwen, zal dit, ten zeerste ten goede komen aan het gelijk blijven- van de kleur, wat vooral van belang is met het oog op ingezette lapjes. Kragen, boorden en manchetten, welke op de na den en zoomen teekenen van slijitage begirmen te vertoonen, kunnen nog wat worden bijgewerkt, door wat witte was over de rafels te strijken, waarna het j strijken en afwerken op de gewone wijze geschieden - kan. Chocolade- en cacao-vlekken kunnen. gewoonlijk het beste van de kleeren worden verwijderd, als zij eerst met koud water gewasschen zijn en daarna een flinke boeveelheid snel stroomond of bejegend warm j water er over uitgestort wordt. Als men een wit zijden blouse of jumper wasschen wil, welke men een weinigje stijf wil maken, werpt men een paan klontjes suiker in (het. wrlng-water, daarna rolt men de zijde tusschen twee handdoeken, waarna het strijken moet plaats vinden, terwijl het goed nog dampt. NIEUWE POTTEN EN PANNEN Bij, het in gebruik nemen van nieuw gekochte pot ten en pannen heeft men dikwijls last van hot „zwee- ten". dat deze artikelen tengevolge der verhitting gaan doen. Men kan dit voorkomen door met een doorgesneden ui de gehoele oppervlakte der pannen van tevoren te bestrijken. Men zal dan van het on aangename druipwater geen last hebben. een artikel geschreven in het „J. of the Am. Med. Ass.", waaruit wij het volgende overnemen. Stefansson is maar weinig ziek geweest in zijn le ven; hij leed aan mazelen en bof tijdens zijn jeugd en in den winter en de lente van 1918, toen hij in het vorre Noordon was. leed hij aan typhus, longontste king, en borstvliesontsteking, hij bleef toen drie maanden in bed. Gedurende de eerste drie of vier da gen van het begin der ziekte, toen hij hoofdpijn en koorts kreeg, was hij in een kamp. Hij) moest toen veertig Eng. mijlen ineen sneeuwstorm ioopen tot hij in een bewoonde plaats kwam, waar hij het gewone dieet kreeg van de typhuslijders, met weinig of geen vleesch. Het ging niet goed mot hem, daarom nam hij zijn behandeling in eigen handen, liet zich per slede 300 Eng. mijlen ver brengen, naar het hospitaal te Fort Yukon. Gedurende dezen tocht, at hij eerst bevroren rauwe visch en later groote hoeveelheden, vleesch en visch, Spoedig nadat bij dit dieet begon werd bij weer beter; de tocht, duurde 27 dagen; bij aankomst was bij 13 Kg. zwaarder, dan bij het be gin en genezen van zijn typhus. Van de elf en een half jaar, dat Stefansson ini do poolstreken leefde, at hij negen jaar lang slechts vleesch of visch en dronk slechts water. Zout ge bruikte hij bij uitzondering. Stefansson is thans 47 jaar; hij verkeert in bla kende gezondheid en werkt veel; schrijft boeken, houdt voordrachten en reist- veel, Hij gebruikt nu een gemengd dieet, maar zijn voorliefde gaat t-och naar rauwe visch en rauw vleesch. Bij' geneeskundig onderzoek bleek 'bij' volkomen gezond te zijn. C. Lieb somt de volgende punten op, die het leven van Stefansson betreffen: lo. Hij bracht 111/4 jaar in de Poolstreken door. 2o. Gedurende 9 jaar leefde hij uitsluitend van vleesch en visch', echter niet achter elkaar. 3o. Negen maanden lang proefde hij geen groen ten, vruchten of brood. 4o. Zoowel zijn gewicht, als zijn physieke en psy chische gesteldheid was het beste, toén hij1 uitsluitend vleesch gebruikte. 5o. Hij kon dit dieet zoowel in de warmte als in de koude verdragen, en zoowel in rust als in bewe ging. 0<». Hij leed nooit aan constipatie. 7o. Zoowel zijn baar als zijn tanden zijn in een uitstekenden toestand. Hot voorbeeld van Stefansson staat niet alleen. Ook do Eskimo's, van wie bekend is. dat *o vaak lang leven, oten ongeveer uitsluitend vleesch en visch. En in Amerika schijnen er ook dergelijke vleesclleters te zijn: C. Lieb doèlt mede, dat hij en kele patiënten .heeft behandeld. <3te drie keer daags biefstuk aten en niets anders. Hoewel deze mededeelingan ongetwijfeld, ivan bo-« lang zijn voor de kennis van het dieét van den mensch en geön steun geven aan de meening, dat nierziekten en jicht in verband zouden staan met ne veel vleeschgebruik, moet men "toch -opmerken, dat er groote bezwaren zijn aam het uitsluitend eten van vleesch en visch in onze streken. Want vermoedelijk zal de goede werking, van bet vleesch en vischdieet wol hierin gelegen zijn, dat het rauw wordt genut tigd. Wij zijn veelal gewoon onze typhuspatiönten rauw zeor fijn gesneden vieesch te geven. Maar vüor- al do onderzoekingen van don Franschen geleerde Richet. hebben doen zien, welk een verschil er is tusschen rauw en gekookt of gebraden vleesch. Ri chet besmette honden met tuberkelbacillen; daarna voedde hij sommigen met rauw vleesch on deze ge nazen; de andere kregen gekookt vleesch en gingen dood. Richet heeft getracht van zijn vondst gebruik te maken voor de behandeling van de tuberculose der menschen. Daar het bezwaarlijk was zooveel rauw vleesch aan de patiënten te geven, perste hij het vleesch (paardenvleesch) met een sterke pers uit, dompto het vocht bij heel lage temperatuur snel in en gaf deze substantie aan zijn patiënten. Richet zelf deelt mede, dat hij successen heeft ver kregen met deze medicatie, maar anderen hebben dit tot heden niet kunnen bevestigen. In ieder geval is het wel duidelijk uit de proeven van Richet op die ren, dat het vleesch of de visch rauw moet worden genuttigd, en dit gaat goed in de poolstreken, maar niet in onze breedte, waai* hot rauwe vleesch en de rauwe visch veel te spoedig bederven. Ook de aan wezigheid van voor den mensch schadelijke inge wandswormen in het rauwe vleesch en de rauwe visch kan een contraindicatie zijn tegen het nuttigen er van. DB VERBOUW VAN KARWIJ IN NEDERLAND. M. A. J. Goedcwaagen, plantkundige aan hét Rijkslandbouwproefstation te Groningen, heeft in „Heil- und Gewürzpflanzen" een artikel over bo- venstlaand onderwerp geschreven, waarvan de hoofd zaken in De Veldbode van 14 dezer als volgt worden samengevat: De beste karwij levert Nederland, goede wordt ook in Scandinavië. Finland en Oost-Pruisen verbouwd. Het zaad bevat als waardëvol bestanddeel aetberi- sche olie. die door destillatie met stoom onder druk gewonnen kan worden. De grootste hoeveelheid kar- wijolie wordt in de brandewijnindustrie gebruikt voor de bereiding van likeuren; ook voor medische doeleinden wordt zijl gebezigd. Deze olie kan nog worden ontleed in twee h'oofdbestanddeelen: het car- von en bet limoneen; bet laatste wordt vooral in de zeepfabrieken voor liét parfumeeren gébruikt. Het grootste gedeelte van den karwfjoogst wordt, voor bo venstaande doeleinden in fabrieken verwerkt. Na de destillatie van het karwijzaad blijft daarin nog wat eiwi't en vet achter, waarom dit restant als veevoeder geschikt is. Het oliegehalte van het zaad schommelt en de kwa liteit der olie* hangt voornamelijk af van de rijpheid van het zaad. Hoe rijper het, zaad geoogst, hoe hooger het carvongehalte. Het feehalte aan olie en de cpialiteit- der olie van het Nederland scho zaad munten boven die van zaad: uit. andere landen uit. liet oliegehalte bedraagt 4—6/4 pet.;,het is hét eene jaar aanmerkelijk hooger dan het andere, Het oliege halte van in het wild groeiende planten is veelal hooger dan dat van de gecultiveerde soort. Dr. Zijl stra hoeft 9 uit verschillende streken afkomstige, in het wild groeiende ^soorten vergeleken, terwijl deze onder normale omstandigheden werden verbouwd. Daarbij bleek, dat alsdan hét oliegehalte van de an ders olierijke soorten stérk feruggeloopen was, ter wijl de zaadopbrengst onvoldoende was om één der in onderzoek gcnömen soorten voor de prnctijk te kunnen aanbevelen, terwijl de kwaliteit van hét kar wijzaad. dus het gehalte aan olie. geen verband houdt» ■met, de grootte eri gelijkmatigheid van het zaad. Wanneer de cultuur van karwij in 'i groot in Ne derland is begonnen, kan niet meer worden' vastge steld. Wel weet men, dat omstreeks 1800 de karwij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 14