Mratifli!- Ln
WOUDA's
Dinsdag 31 Augustus 1926.
69ste Jaargang. No. 7903.
Uitgevers i N.V. v.li.
TBAPHAH Co, Schagen.
Eerste Blad.
Naar Bretagne.
Feuilleton.
Parel-Tarwebloem
Geen geweten.
it blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Dondcr-
ig en Zutordag. Dij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
UtiÖu nog zooveel mogulijk in hot oorutuitkomend nummer geplaatst.
POSTnitKENïNG No. 233M).
INT. TKl.ltF. no. 20
Prijs por 3 maandon fl.05. Losao nummers 8 cont. ADVERTEN-
TloN van 1 tot 5 regels f 1.10, todoro rogol moor 20 cont (howlj-ao,
inhogropon). Groote Int tors worden naar plaatsruimte herokond.
DIT NUMMER BESTAAT TWEE BLADEN.
Een paar jaar geloden had ik in do Morning- Tost
in artikel gelezen over éen nog niet bedorven
retorische badplaats, over Conearnean.
Toen ik nu in Parijs plotseling een hevige koel-
andoening kreeg, viel mijn oog op de aanteoko-
Ing in mijn z;ikbookjo, omtrent Coaioarneain ge
laakt, en besloot ik daarheen te gaan en te trach-
m aan zee te genezen.
Een Guido Bleu (liaohette) over Bretagne go-
oeht, een brief aan een hotel in Conearnean ge-
jhreven, 'een bezoek aan het Gare d'Orléans en
e zaak was voor elkaar.
Een paar dagen later vertrok ik 's morgens om
.85 uit Parijs ca zon om 8.-15 te Conearnean arri-
eeren. Een beeie zit! Daarbij was het ontzettend
arm. We zaten met ons rijven in de coupe. Twee
,'ransche heeren, twee Amerikaansche dames, die
Ikaar niet kenden, en ik.
Toen ik na het dejeuner terugkwam, waren mijn
jisgenootan allemaal ir .n dommeld en even later
ad de warmte ook mij te pakken.
Wü waren precies op tijd van het Gare d'Orléans
ertrokken en .reden af spoedig bij Bretigny door
en mooi landschap. Het terrein was lichtelijk ge-
reiden teer d. riike graanvelden en mooie bosschen
isselden elkaar af, men was overal aan 't binnen-
alen van den oogst en hot viel mjj weer op, hoe
jk Frankrijk is. Wij bleven de Zuidelijke richting
ouden tot Pithwiers, toen ging het meer west-
aarts over Orloans, Blbis naar Tours. Reeds wa
ai wij een paar uur in het dal van de Loire,
-genoot ik van do mooie vergezichten op oude
astcelen en steden, meestal, op heuvels gelegen,
rwijl' aan onze zijde do wijnstruiken met graan
■wisselden en men overal lieve buitens en aardige
orpen zag liggen.
Ik wil bekennen, dat ik even voor en even na
ours gewoon van do warmte bevangen was en
iets gezien heb.
.Daarna werd het iets frisscher en toen wij te
hvgers waren, was ik alweer in balans en verheugde
foü op een koelen dronk op het perron en op hot
«ooi. om oven do boenen te kunnen strekken.
Jn Angers hadden wij 3 kwartier vertraging,
n Nantes was dat tot een uur geklommen. Een
er Franschen verliet ons hic.r. Door vlot rangeeren
aaiden wü een kwartier vertraging in en vertrok-
cn van Nantos. Aanvankolü'k ging de tocht door
eze nijvere havenstad van bijna 200.000 inwoners,
legen aan do Eoire en do rivieren Sèvre, Eidre,
hézine en Sail. De Loire is tot Nantes een tijrivier
i do grootste, diepgaandste schepen kunnen de"
iven bereiken. In 1922 bereikte de tonnenmaat
m de,haven het cijfer van 2Va millioen.
Het is te begrijpen, dat', een plaats, gelegen als
antves, een grooten rol in de geschiedenis van
retagne gespeeld heeft.
Gesticht door een GaHische stam, die^ het Nam-
jtes doopte, werd het door de Romeinen als een
der hoofdstapelplaatsen gebruikt. Reeds spoedig
nadat do Romeinen verdwenen waren, werd Nantes
tot het Christendom bekeerd on hot is de eerste
bisschop St. Félix, die in 560 liet kanaal deed
graven, dat de Loire met de Sail en de Eidre
verbindt.
Tot 3 maal toe veroverde Karei do Groote deze
stad, terwijl Karei de Kale haar door verraad ver
loor. Philippus Augustus verhief Pierre do Dreux
tot Hertog van Bretagne, die Nantes tot zijn hoofd
stad verhief, de plaats van sterke vestingwerken
voorzag en haar mot kracht en macht togen, den
Engelsclion koning Jan zonder Land verdedigde.
In later jaren (1342) wist de hertog van Nor-
manaië hier Jan van Montfoort te verslaan on
gevangen te nomen, terwijl' drie jaar later Eduard
Til van Engeland, tevergeefs trachtte do stad te
voroveren. Het is in die jaren te Nanets geweest,
dat do maarschalk Gillis de Retz zich op ecne wijze
gedragen heeft, die hem tot „Blauwbaard" stempel
de. Vijf eeuwen later en men ringt nog het fraaie
lied van:
Blauwbaard ging op reis,
Sprak tot zijn achtste schoon©,
Hier rijn do sleutels,
Om in net slot te komen, enz.
Tovergeofs trachtte Koning Lodewjjk XI zich
van het hertogdom, Bretagne meester te maken,
Hertog Frans II wist hem te weorstaan, doch in
1491 huwde Karei VIII, Anna van Bretagne en
werd aldus haar schoono land gevoegd bij het
Fransche Konirtkrijk.
In Nantes stierf de graaf de Chalois. de aarts
vijand van Richelieu, terwijl het ook later jaren
herhaaldelijk een plaats, bleek te zijn, waar rebellie
tegen bestaande regeeringen op touw gezet,werd.
Een donkere bladzijde voor Nantes, donker in allo
oprichten, is de rol die kooplieden en reeders
van deze haven hebben gespeeld in" den slaven
handel. Van 1750 tot 1790 werden door de Nantsche
schepen ruim 10.000 negers per jaar van Afrika
naar de Antillen vervoerd en als slaven verkocht.
De rijkdom van de bevolking van Nantos in die
J'areri was onmetelijk, doch het karakterpeiï stónd
leel laag. Heb geld, door handel1 in negerslaven
verdiend, liet niet na zijn stempel op alle lagen
der bevolking te drukken, want allo lagen waren
bij dien affreusen handel betrokken, als kooplieden
en employé's, als reeders, als kapiteins, stuurliodcn,
blankofficioren en matrozen aan- boord der sla
venschepen.
ïn 1789, terwijl' do Vendóo zich met energie tegen
de Revolutie keerde,, was heb juist Nantes, dat
met geestdrift den nieuwen Igang van zaken toe
juichte en de aanvallen der Vendéörs wist af te
slaan. Toch pau juist Nantes tot die plaatsen
VAN RIJSWIJK'S
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ.
UITGEBREIDE KEUZE.
PRIJZEN UITERST BILLIJK.
Voor Winkeliers bij Gross.
v.h. M. DE HAAS te Alkmaar.
behooren, die in 1793 hot meest van de Terreur
(hot Schrikbewind) geleden hebben.
Het was de schavuit Carrier, die door het .Comité
du Salut public naar Nantos gezonden werd en
er behagen in schepte te dooden en te moorden.
an hem zijn afkomstig do z.g.n. „marriages ro-
publicains", waarbij ontkleede paren van beiderlei
sekse saamgebonden in het water werden gewor
pen èn jammerlijk verdronken. Kort, voor den val
van Robespierre kwam diens secretaris Juliën naar
Nantos en maakte een einde aan do euveldaden van
Carrier, die in Parijs hot hoofd onder de nimmer
verzadigde guillotine liet, terwijl1 zijne vroegere me
deplichtigen lustig het: ,,oa ira" zongen.
Voortdurend bleef Nantes do züde acr Republiek
houden, ondanks de horige aanvallen der Vendéors,
die zelfs een oogenblik de stad in handen hadden.
Met Napoleon daalde de glorie van Nantes, han
del en scheepvaart kwijnden. Napoleon wetende, dat
zijn politiek, zijn eeuwige strijd, tegon Engeland,
den dood van Nantes bloei beteekend had, besloot
tot het graven van het kanaal van Bretagne, ten
einde eenige compensatie te verschaffen.
Nantes bleef na. net Keizerrijk haar traditie trouw
was een der eerste Fransche steden, die zich in
1830 tegen het koningschap van Karei' X ver
zette en daarentegen weer een der eersben, die aan
den burgerkoning Louis Philippe trouw bleef. Hier
werd dan ook in 1830 de hertogin van Berry; toen
die trachtte de Vendée tegen dezen koning in op
stand te brengen, gevangen genomen.,
Engelschen en Amerikanen hebben herinnerin
gen aan NanteSj omdat van 1914—1918 over die
stad de levensmiddelen eerst voor het Engelscho,
later voor hot Amerikaansche leger werden aan
gevoerd.
Nadat we Nantes verlaten hebben, gaat de reis
meer Noordwestwaar te. We laten St. Nazaire, waar
do Pigter Corneliszoon Hooft, het mooie, nieuwe
mailstoomschip van do Amsterdamsohe roederij, de
S toomvaait-Maatschappij „Nederland" gebouwd
werd, 4u liet westen liggen en sporen noordelijk
naar Rodon. Het landschap is iets minder mooi
Wanneer wü Vannos bereikt hebben, verlaat de
oudere der Fransche heeren den trein. Ik help hem
"JSj. ZÜ}}. bagage. Hij gaat ovorstappon naar een
zqhin, die hem naar Quibéron zal Brengen. Dit is
een der modebadplaatsen van Bretagne en vol mot
badgasten en toeristen, die van daaruit Belle-Islo,
liet naburige eilandje, bezoeken of tochten maken
rondom de golf van Morbihan, de kleine zee der
Bire tonners. (kt
Wo blijven nu met ons drieën, de beide Ameri
kaansche dames en ik. We maken een praatje en
het blijkt, dat wo alle drie 'naar Conearnean gaan.
Een der dames heeft daar een villa, de andere is
niet evr van de villa in het hotel de
Cornouailles aan de z.g.n. Sables Blancs gelegen. Ik
ben in het oude hotel aan de haven, hetgeen mij
meer aantrok. De beide dames vreezen dat het mij
tegen zal vallen, hopen, dat ik naar de Sablas Blancs
zal komen en dat we elkaar weer zullen ontmoeten.
We hebben het over de reis, die op eon warmen
dag als deze wol heel vermoeiend is. De eene dame
vertelt, dat de terugreis naar Parijs erger is, omdat
Roman van REINHOLD ORTMANN.
..Nu ja -- jo moet me ook niet verkeerd be
i/hen Aiijn dankbare vereering voor onze lieve
Hxie ia stellig niet geringer geworden; maar
i tijd heeft als milde trooster toch ook op ons
Ti i vlood niet gemist en een weemoedige ker
nen ug is langzamerhand in de plaats gekomen
or do eerste wanhopige smart. Ook het leven doet
n rechten geldon, mijn kind en op het feit,
1 deze rechten tenslotte allo andere terzijde stei-
berust immers het behoud on 'fc voortbestaan
aor wereld."
Zij begreep klaarblijkelijk niet, waarheen hij met.
li beschouwingen wilde en haar bevreemding
iinrclcie zich zoo duidelijk op haar ernstig geriohb-
ul:. dat de professor, teneinde haar vraag to
orkomeu, met oen zekere haast voortging: „Ik
cit natuurlijk, volkomen toe, dat' een ander de*
late, die jo moeder heeft opengelaten, nooit
hecj zal kunnen innemen; maar deze woten-
lap mag my or toch niet van terughoud on.
tere verplichtingen ji.i to komen, dio m\j zoowel
or uiaa'.sci:u|)pelijke p.xsil.ie -a.h met K-uvkking
5 jou, mijn kind, op do s-houders zijn ge;oe\l.'?
Do oogen van het jonge meisje staarden hem vor-
asd aan; maar nog zag de professor do uitdruk-
van ontzetting mea dio daaruit, sprak,
""gezien in mijn huishouding do vrouw ontr
...hob ik sinds twintig* #m tanden alle werke-
goZolIigheid buiten onze deuren moeten h u-
>n jij hebh daarom veel' genoegens moeten ont-
jn, waarop/jo jeugd cn mijn positie jo feitelijk
'ht geven. >at mag zoo niob langer voortduren,
zmidt m i^ later met hot valste rechtdaarover
rijten kunnen malton en daarom welnu,
tom bon ilc besloten, nogmaals in }t huwelijk
treden.",
Aapjilend sloch te on met een zekere beklemdheid
i hij de?*e botoekenisvolle woorden uitgesproken;
Ultwer'ring, dio zij echter op zijn dochter had
ji. overtrof evenwel nog znn ergste vrees,
ftlet ecu kreet, aLsof haar lichamelijk letsel was
Wmeacht, was Ingeborg opgesprongen. Uit. haar
hg"eD was allo kleur geweken en haar trekken
anaals hot ware verstijfd door een vroosolijkon
•Vader! Noen neen dat is niet mogelijk.
bte plannen kunnen u goen ernst rijn!"
Jp het voorhoofd van den professor vertoonden
'i eenige kleine rimpels.
En waarom niet, mijn kind? Ben ik volgens jou
een oud O man, van wion jo het allerzotst vindt,
;..hij een tweede huwelijk wil aangaan?"
V maakte slechts een heftig afwerende bewe-
de trein dan al vóór 71 uur 's morgens vertrekt en
om 8 uur 's avonds te Parijs aankomt. Ik stel mij
voor rondom de kust naar St. Malo te trekken en dan
vandaar uit naar Parijs terug to keeren. Ik zal me
maar geen zorgen vóór den tijd scheppen. Inmiddels
is de natuur heel mooi en iots milder geworden.
Helaas bogint kort daarop de lucht te betrekken, het
lijkt een soort z^evlam, doch wanneer wij in Ros-
porden don trein, dio naar Quimper doorrijdt, ver
laten, om in het zijlijntje naar Conearnean over te
stappen, regent het.
We hebben intusschen kennis kunnen maken met
de Bretonsche kleederdracht, de vrouwen met de
coquette mutsen, de mannen met de groote hoeden
met breeden rand, om den grooten bol een fluwee-
len band, van achteren versierd met een grooten zil
veren gesp.
Het was feest geweest in Vannes en de toeloop van
Bretonsche feestvierenden, die per trein huiswaarts
koerderi, was zoo groot, dat zij ook ons rijtuig binnen
drongen, ons compartiment echter mijdende. Het viel
mij op hoe beschaafd het Fransch klonk, wanneer zij
geen dialect onder elkaar spraken. Spraken zij
dialect, dan was het niet te verstaan en was het
soms of zij Hollandscha, 1'ngelsche of Duitsche
woorden gebruikten. Typisch is te hooren hoe zij Jan
en niet Jean zeggen. Tusschen Rosporden on Con
earnean was nog een halte en mijn ipedercizigsler
plaagde mij, dat ik blijkbaar zeer aangetrokken werd
door de mooie gezichtjes der Bretonsche meisjes,
onder hun nuffige roze en witte of blauw en witte
mutsjes. Het was dan ook een lust der oogen, vooral
omdat zij zoo vroolijk keken en de mannen en jon
gens ook leuk schertsten. Wat mij opviel, was, dat ik
geen heel jonge meisjes zag, ik zou durven zeggen,
dat geen enkele der vrouwen jonger dan 22 was, de
meesten veel ouder.
De rit van Rosporden naar Conearnean was mooi,
rechts lag een dal met toch weer hoog en laag, met
akkers en bosschen en in de verte zag men de zee.
De. rit ging bergaf en opeens: Conearnean.
Hier een teleurstelling. Wel was er een knecht van
hef hotel, maar zonder bus en zonder kar. Een
kruier weigerde Om een hotelgast te helpen, bleef
ondanks vriendelijke woorden en rinkelen van geld,
obstinaat: neen, de hotels zorgden voor zich zelf,
hadden zijn hulp niet noodig. Het werd dus zelf aan
pakken, want de slappe knecht kon het eene valies
met moeite dragen en daar ik nu eenmaal door mijn
boeken altijd veel bagage heb, liep ik al spoedig met
twee tasschen vooruit. De man volgde. Mijn stem
ming was niet geschikt voor het beginnen van een
Zondagavondpreek. In het hotel aangekomen, do
tweede teleurstelling. Slechts eon bed in een badka
mer vrij. Het was voor één nacht, dus: soit!
Na een bad genomen te hebben, daarvoor behoefde
ik nu niet ver te loopen, heb ik een eenvoudig, doch
goed klaargemaakt iicht souper en een glas land-
wijn alle eer aangedaan. Vervolgens een wandeling
het groote havenhoofd op en naar bed.
Een badkamer is helaas altijd benauwd en ik werd
niet bijzonder verkwikt wakker Na een bad, na een
lekker kop koffie en een kijkje aan zee, was het
gewone evenwicht weer bereikt en toen ik even la
ter in een slaapkamer met uitzicht op haven en baai
ingekwartierd was, on ik mijne kleeren, boeken on
papRerassen uitgezocht en in kaiten opgeborgen had,
was ik den goden te rijk, begon al gauw aan een
inspectie-wandeling door Conearnean. Het gevolg was
dankbaarheid, dat feitelijk de Morning Post en het
toeval mij hierheen gebracht hadden.
ging- en hij* zag, dat haar ademhaling' gejaagd ging.
alsof haar keef door een onrichtbaro vuist werd
dichtgeknepen. <#Hy stoud op en terwijl Jiij Jiaar
Jiand in de zijne nam, sprak hij op oen toon,
zooals men ongeveer met een angstig kind praat,
I verder:
„Misschien is het 't schrikbeeld der b-x>ze stief
moeder uit eon sprookje, dat je zulk een opwin
ding heeft gebracht,' beste Iügeborg! Je denkt
zeker aan een of andere heorsdizuahtijjre, Jtijvende
vrouw, die jon zou tyranniseeren en wier doen en
laten op niote anders gericht zou zijn clan jon van j
mij te vervreemden. Is h©b niet zoo, kindlief?
Maar jo kunt onbezorgd zijn! Ik hou bef veel van
jo on ik heb misschien eon te goeden smaak, dan j
dat ik mij aau zulk oen dwaasheid zou schuldig
maken. Wie weet, of ik wol ooit tot dit gewichtig i
besluit was gekomen, wanneer ik niet in ten
nis was gekomen mot een meisje, dat jo liefde
niet slechte verdient, doeh deze ook roods bezat,
nog voor zij dff mijne had verworven. Geen vroeiu-
do wil ik jo als tweede moedor opdringen, m.nar
ik wil jo mot een iiove vriendin door een heilige;
band slechts nog vaster verbinden. Het zal jo J
naar ik hoop, met mijn plannen verzoenen, wan-1
neer ik jo zog!, dab heb Eclitih van Maosteiu is, 1
dio binnenkort; jo vaders natun zul dragen."
Ingeborg haalde diep adem. Nu eindelijk scheen
do verlammend? schrik haar to verlaten., die haar
zoo lang had gepijnigd-. JCij dus!" sprak zij mot bijna
toonlooze st0Lri- «Wolnu, den hemel zij dank. zij
zal er nooit in toestemmen uw vrouw to worden."
Pro'fossor "Wallroth trok een hoogst verbaasd ge
zicht. Dat is een meening. dio onder andere om
standigheden weinig vleiend voor ,mij zou zijn. Waar
om zou Bditb dan wel volgens jouw idee van plan
zijn mij ais echtgenoot te weigeren?"
„Waarom? En dat kunt u nog vragen, vader? Is
zij niet gedurende het laatste levensjaar van mijn ar
me moeder bijna dagelijks in ons huis geweest? En
'hooft 'zij ons niot duizendmaal verzekerd, dai ziji do
gestorvene vereerd en bemind heeft met eon bijna
kinderlijke teederheid? Zij- zou immers het ellendig
ste schepsel zijn. als
De professor zag er plotseling zeer ernstig uit en
op bijna dreigenden toon viel hij- zijn doch:er in do
rede: „Denk er aan niet iots te zeggen waarover je
reeds het volgende oogenblik 'het diepste berouw
zoudt hebben. Ik kan met (ion besten wil niet in
zien, waarom de vereering voor een doode Ediih zou
verbieden, een levende haar genegenheid ie schen
ken. Ik heb haar jawoord reeds, Ingeborg, en ik heb
m-ij gisteren formeel met haar verloofd".
Wederom ontsnapte een luide kreet aan de lippen
van het, jonge meisje ditmaal was hoi echter een
kreet van verontwaardiging en een vlammende
toorn laaide op in haar bruine oogen.
„Als dat. de waarheid is, vader, als zij tot zulk een
schandelijk gedrag in staat zou zijn. dan bestaat er
vanaf dit oogenblik geen enkele gemeenschap meer
tusschen "haar en mU- Fn ik zweer u, dat ik geen uur
lang met haar onder hetzelfde dak zal doorbrengen.
Professor Wallroth had zeker wel. nooit een dus
danige -uitbarsting van hartstocht biji* zijn kind waar
genomen, want het onaangename gevoel waarmee de
loop van dit gesprek den jovialen beer tot dusver
vervuld had, veranderde zichtbaar in radelooze ont
steltenis.
„Kind kind! Je weet niet, wat je daar zegt",
rac'hilo hij ie 'v-jrgo^Üjken.
,.Ik had gehoopt, je eon groot genoegen te ver
schaffen
„Een genoegen? (X zou'niet weten, wat mij
wreedür had kunnen treffen dan dit."
Zij barstte in een hartstochtelijk, heftig snikken uit
on liet zich aN een wanhopige op de sofa neervallon.
terwijl <ie professor met een somber gelaat door de
kamer begon te stappen.
„Je vriendschap voor Edifh kan niet heel hartelijk
n oprecht zijn geweest, wanneer je nu zoo liefdeloos
over haar kunt oordeelon", sprak hij .na een pijnlijk
stilzwijgen. „Ik moet. bekennen, dat ik tot op dit
oogenblik een hoogerèii dunk had van de diepte en
echtheid van. je gevoelens. Maai; hoe dat ook moge
zijn in ieder geval hebben wij- thans met oen vol
dongen feit rekening te houden en je zult over de
verloofde van jo vader niet voor de tweede maal
zulke uitdrukkingen "bezigen, die ik slechts toeschrijf
aan je plotselinge opwinding, en ze je daarom kan
vergeven". Jijzelf zult gauw genoeg vol schaamte aan
dit oogenblik terugdenken.
Ingeborg richtte zich op en droogde haar tranen.
„Nooit!" verklaarde zij mot koppige beslistheid.
„Edith heeft mij schandelijk misleid en van een
vriendschap tusschen ons kan na hetgeen ik zoo
even géhoord heb, niet langer sprake zijn. Maar het
schijnt wql, dat u mij niet begrijpt en aangezien het
hier toch een uitgemaakte zaak betroft. is het maar
boter, dat wijl er verder niet, over sproken. Wan
neer zal de de 'huwelijksdag zijn?"
„Ik wilde daaromtrent nog geen vast, besluit ne
men. alvorens dk daarover met jou had beraadslaagd.
Maar je z#l; begrijpen, dal onder de gegeven om
standigheden van (een langen verlovingstijd niets
'kan komen. Meer dan twee maanden kan ik den da
tum van ons huwelijk echter niet verschuiven. .Ivan
dal jo goedkeuringAvegdragen?"
Dm de lippen van het jonge meisje vertoonde zich
een bittere trek.
„Wat heeft mijn goedkeuring daarmee te maken?
liet is mij voldoende te weten dat ik twee maanden
tijd <zal hebben, om mijn voorbereidingen te treffen."
„Je voorbereidingen? Wat moet dat nu weer be-
teekenen?"
„Ilc zei u immers, dat ik -met uw tweede vrouw
niot onder hetzelfde dak wil leven. En in acht we
ken tijds zal cr voor mij Joch wel een of andere be
trekking te vinden zijn. die mij van deze noodza
kelijkheid ontheft."
„Luister eens. Ingeborg, je stelt mijn geduld werke
lijk op een al to'zware proef. Denk je -dan, dat ik ooit
mijn toestemming zal geven voor een dwaasheid, die
jij in den zin schfint te hebben? Professor Wallróths
eenig kind in een betaalde betrekking het zou een
prachtige stof opleveren, voor. alle mogelijke laster
praatjes in onze moede stad.J'
Met een moedelooze beweging wendde Ingeborg
zich naar de deur. „Het zou de eerste maal zijn. dat
u van mij iets onaangenaams ondervond", antwoord
de zij zachtjes, „maar ik kan niet iets beloven, wat
boven mijn krachten gaat. En .vroeg of laat zou hei
toch moe ten gebeuren. Daarom is het voor ons a'lle-
I maal beter, wanneer ik dit huis verlaat, nog voor-
misschien het geluk van uw huwelijk door mij ver-
i sloord zou worden. U zult dat toch stellig met mij
eens zijn." A J
Do groote wanhoop in haar woorden scheen toch
oen diepen indruk op den professor te maken; want
'oen zij haar hand op de deurknop legde, strekte hij
beide handen naar haar uit en riep met een innig
heid. die oprechter klonk dan alles, wat hij tot nu
oe gezegd had: „Ingeborg, mijn lieveling bestaat er
dan werkelijk geon middel, om je van gedachten te
doen veranderen?"
Treurig schudde zij- het hoofd. „Neen. want -u zegt
immers dat, uw besluit onherroepelijk is."
„Als man van eer mag ik mijn eenmaal gegeven
i woord niet terugnemen, zelfs wanneer ik terwille
van jou op mijn besluit zou kunnen terugkomen van
Edii h afstand te doen."
Een glans vol blijde hoop gleed plotseling over
j haar gelaat. Slechts gedurende één seconde aarzel
de zij; toen wierp zij zich vol innige teederheid in
haar vaders armen en terwijl zif haar prachtige
oogen smeekend naar hem opsloeg, stamelde zij op
zachten. bewogen toon: „O, als u dat besluit eens
zouctt kunnen nemen, door een geheel leven vol "op
offerende dankbaarheid zou ik 't u willen vergelden!
Nog is uw verloving niet officieel bekend en ik zelf
sta er u borg voor. dat Edith u uw woord zal terug-
I geven. Laat mij mot haar praten, beste vaderl Er
moest wel geen enkel edel gevoel in haar ziel zetelen.
indien he: mij niet gelukte, de juiste snaar te tref
fen." c
Onvriendelijk maakte do professor zich uit haar
omarming los; maar hij vermeed het, Ingeborg aan
te zion, terwijl hij met bijna ruw klinkende stem
antwoordde: „Genoeg van die praatjes! Ik bemerk,
dat ik niet alleen je inzicht, doch ook je kinder
liefde sterk overschat heb. Maar mijn geduld is
uitgeput en voor comedie-scènes ben ik te oud".
1 Die woorden schenen hem toch te berouwen toen
hij zag, dat zij ineenkromp als 'onder een zwaren
- slag. Maar hij verzuimde toch de pijnigende uitwer-
I king te verzwakken door haar een of ander vrien
delijk woord toe te voegen. Met een beweging, die
haar nog duidelijker moest doen beseffen, hoe diep
hij zich door haar houding gekrenkt en helee ligl
gevoelde, richtte hij zijn schreden naar het venster
en toon hij na eenige oogenblikken zijn hoofd om
keerde, zag hij, dat Ingeborg niet meer in de kamer
was.
i - Wordt vervolgd.