m m M m m m m m m 'M m W m DAMRUBRIEK. 0; CU 9 mt 8 mi 0 0 0 II 0 0 B S i! 5b 8 0 8 8 8 üf i§ S 8 nn §f 8 8 1n IR 8 De Wereld der Vrouw lf mn Hf 8 iP m il Hf Hf Hf fH Él MI IS Hf H 0 Hf 8 8 a? EH 8 ROMMELKRUID. VOOR DE KEUKEN. EEN GOEDE ADVOCAAT. Poelier: „Als een hond een kip uit mijn winkel steelt, is de eigenaar van dien hond dan verant woordelijk?" Advocaat: „Zonder eenigen twijfel." Poelier: „Nou, uw hond heeft een kip van drie gul den uit mijn winkel gestolen!" Advocaat: „Zoo, en je bent mij f 3.50 schuldig voor het advies; ik krijg dus nog 50 cent van je." WELLICHT GOED BEDOELD. „De leer van den bloedsomloop hebben jelui nog niet goed begrepen. Als ik op mijn hoofd sta, bijvoor beeld, lodpt mij het bloed naar bet hoofd, waarom loopt 't nu niet naar in'n voeten, als ik gewoon op mijn beenen sta?" „Omdat uw voeten niet'zoo leeg zijn als uw hoofd, meester!" HIJ WAS OP DE HOOGTEl „Een prachtig boek! In kan 't je aanbevelen. Ik wil 't je ook wel leenen, maar dan moet je 't eerst voor mij dpensnijden." I DAT WAS AFDOEND. Dame (die leert chauffeeren): „Maar hoe weet ik nu, wat ik moet doen?" Instructeur: „Nou, u verbeeldt, u maar dat uw man aan 't stuur zit," WAT EEN RAKKERT. Dikke dame (bij den hondenkoopman): „Ik wil 'n schoothondje hebben." Jongen (wien de dienst opgezegd is): ,,'t Spijt me wel, juffrouw, maar we hebben onzen laatsTen New foundlander net verkocht." HET RAADSEL OPGELOST. Vreemdeling: „Zeg eens m'n waarde, hoe komt het dat de, koeien in deze streek allemaal zoo mager zijn?" De man uit de streek: „Ja, ziet uwes, dat komt van 't mooie uitzicht. Daar kijken ze den heelen dag naar inplaats van te grazen." BETER WAT DAN NIETS. Van Krabbenstein maakt zijn eerste zeereis. Bij zwaren zeegang leunt hij doodziek over de reeling en vraagt den ouden kapitein, die langs hem gaat: „Kapitein, is dat, wat men daar in de verte ziet reeds land?" „Neen mijnheer Krabbenstein, dat is slechts ho rizon". Verlicht zucht Krabbenstein: „Nu, altijd nog beter dan heelemaal niets." KLEINE BIJZONDERHEDEN. Van de 14000, biljarts in Nederland staan er 2000 in Amsterdam. Op elke 500 Nederlanders is er dus één biljart. De Haagsche gemeentetram vervoert gemiddeld meer dan 4 millioen personen per maand. I In 1924 zijn in Engeland per hoofd der bevolking gemiddeld 100 appelen, 70 sinaasappelen en 30 bana nen gebruikt. Het aderlaten, reeds in oude tijden door dokters toegepast bij 'n zieke, is sinds 1860 ongeveer buiten gebruik geraakt. Buenos-Aires in Zuid-Amerika, dat 50 jaar geleden nog maar 195000 inwoners telde, is nu reeds ge groeid tot een stad met meer dan 1721500 zielen. In de Ford-fabrieken worden dagelijks 3 millioen i klinknagels gebruikt, waarvan er wel eens enkele zullen vallen. Maar de arbeiders mogen de gevallen klinknagels niet oprapen, dit zou maar tijdverlies geven. Zij wórden opgevangen op transportbanden, die ze automatisch weer bij elkaar brengen. Ons land telt ongeveer 1600 vrijgestelden in dienst van de vakbeweging. „Een vrouw zonder kinderen is een weiland zon der gras", zegt men in Rusland. Op ongeveer dertigjarigen leeftijd zijn olifanten pas volwassen. Zij kunnen 150 jaar oud worden. 1 h WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat het koudste moment van den dag is een paa< J' minuten na zonsopgang? 45 percent van den wereldvoorraad goud bevindt zich in de kassen der Vereenigde Staten. Er zijn in Amsterdam 113 tandartsen. M. Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. AiMELS Wz., WINKEL. I PROBLEEM No. 1. Auteur Marius Fabre, Frankrijk. ZWART. Ww WIT. Stand Zwart, 9 schijven, op: 7 8 9 19 24 33 36 37 38. Stand Wit, 9 schijven, op: 22 28 39 40 44 tot 48. PROBLEEM No. 2. Auteur J. C. M. Bleu, Breskens. ZWART. V77J7//A WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 5 7 8 10 14 16 19 20 25 37. Stand Wit, 11 schijven, op: 23 26 28 30 31 34 35 42 43 44 47. Voor begiïhiers den volgenden stand, maar dezen keer zonder oplossing. Stand Zwart, 11 schijven, op: 1 3 7 8 9 10 13 14 20 25 29. Stand Wit, 10 schijven, op: 17 22 26 31 36 38 39 40 42 47. Men probeere zooveel mogelijk zonder de schijven aan te raken den slag te vinden. OPLOSSING PROBLEEM No. 1. Wit 46-41, 39-34, 22-18, 47-41, 44—39, 48-42, 42X33, 45X1. De volgende schijnoplossing zit nog in dit pro bleem: Wit: 48-43, 47—41. 22—18, 39—33, 40—35, 45X1, waarna Zwart door 37—42 remise maakt. OPLOSSING PROBLEEM No. 2. Wit: 26-21, 30-24, 24X11, 35X4. dat zulks veroorzaakt wordt door het feit, dat al de zon voor het eerst de aarde weer beroert, een ki vocht verdampt? dat de beenderen van alle vliegende vogels lucht gevuld zijn en dus hol? dat de reiger 240 tot 300 aparte bewegingen me zijn vleugels per uur maakt? dat 2 Berlijnsctfe scheikundigen beweren kunstzijdi te hebben gemaakt van do koppen, pooten en voel hoorns van sprinkhanen, wespen, torren, en ooi van zeeschelpen*? dat volgens deze heeren (Dr. r. o. Herzog en Dt G Keinike), de genoemde insecten en schelpen eei stof bevatten, chitrin genaamd, die in een gelei-ach tige massa kan omgezet worden en dan door fijnt gaatjes geperst, zoodat draden ontstaan? dat deze fijne draden sterk genoeg zijn om gewe ven te worden? dat de zee oorspronkelijk niet zout was? dat de'zoetwaterrivieren de zee zout gemaakt heb ben? dat de rivieren het zout, dat zich in groote hoeveel heden in de aarde bevindt op hun wég meenemen oplossen en zoo in zee brengen? dat daarom de zee elk jaar zouter wordt? PARIJS CHE MODE. Een zeer chique Mantelcostuum en een bijbehoorende Japon. De zoogenaamde „Deux-Pièces" modellen zijn nooit zoo in trek geweest, als den laats ten tijd en de mode ontwerpers in Parijs hebben nu een japon en mantel gecreëerd, zooals op bovenstaand plaatje is weerge geven. No. 1124 geeft een marine-blauwe mantel van crêpe de chine weer, waarvan model en snit geen aanbeveling behoeven. Hoe gracieus van lijn, hoe slank-makend en hoe soepel van contour is dit mo del! Bij het vervaardigen van dit costuum behoeft men er alleen aan te denken, dat de mantel moet ge voerd worden met een stof, die past bij de" japon, welke men eronder draagt. No. 1125 geeft een voorbeeld van een japon, die men onder den mantel van no. 1124 kan dragen. Zijden foulard is, naar onzo meening, het .allerbeste mate riaal om deze japon samen t« stellen. De japon heeft een breeden strook van hetzelfde materiaal als de mantel, en kraag en mouwen ook, juist om te la ten zien, dat ze bij elkaar behooren. De- japon kan men ook met korte mouwen maken, doch de lange mouw wint meer en meer veld en is dus r.:eer aan te bevelen. Het geheel is een zeer gelukkig geslaagde samen stelling cn Wij! twijfelen niet, of het zal onzen leze ressen in den smaak vallen. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de matén 42, 44, 46, 48 onder opgave van No. 1124, en 1125. Kosten 85 cents per stuk. MOEDERS EN HAAR KINDEREN. Een Vliegenschenn voor Baby. Een Moeder zegt: „Een vliegenscherm, dat men over een ouden pa rasol kan werpen, is in ons huis onbetaalbaar geble ken. Neem een cirkel van mousseline, een .ikje bree- der, dan de geopende parasol. Knip een gat in het midden en boor de randen ervan om, zoodat dit over de punt van de parasol geworpen kan worden en naai aan den rand in de geheele ronde een stuk muskietengaas, lang genoeg om het bedje van baby- geheel te bedekken. Breng'aan het eene einde van de opstaande kanten van het bedje een paar ringen aan, waarin het handvat van de parasol past, zoodat deze rechtop blijft staan. Als men het net niet ge bruikt, kan men het opvouwen en onder de matras leggen." Een verfrisschende drank is bij warm weer steeds een welkome gast. Met betrekkelijk vrij eenvoudige middelen kan men de volgende verkoelende dranken bereiden: Amerikftansche roompunch, Drie eierdooiers klopt men met 125 gram suiker tot een schuimende massa en voegt er 1/8 liter arak bij. Het wit'der eieren wordt daarna opgeklopt, met 3/4 liter slagroom vermengd, waarna het bij het eerste ge voegd wordt. Men heeft dan een punch gekregen, die voor 4 personen toereikend ia I Chocolade ij s met koffie. Van 50 gram gemalen koffieboonen en 3/16 liter water maakt men een sterk extract, 125 gram chocolade wordt met 3 eetlepels water aangemaakt en met 3/4 liter melk gekookt. Door een fijne zeef gegoten, voegt men er de koffie-extract en een lepel vanillesuiker aan toe. Hierna zet men het drie uur in ijs met zout, waarna men het in glazen doet en het desgewenscht met wat slagroom1 bedekt. Er is genoeg voor ongeveer 5 glar zen. Ko u d e vruchtenpunch. De vruchten, naar verkiezing, als kersen, frambozen, pruimen, abriko zen, enz., worden afgewasschen en in de witte wijn gelegd. In gezuiverd suikerwater laat men ze goed doortrekken, waarna alles weer aan de wijn wordt Kin der limonade. Ruim 1/4 liter kokend water giet men uit over de fijn gesneden schillen van 3 citroenen en een pond suiker. Daarna kookt men 1/8 liter melk en giet dft door een zeef bij het citroen-suikerwater. Het sap der 3 citroenen met 1/8 liter witte wijn voegt men hier aan toe. Wanneer het mengsel 10 minuten gestaan heeft, wordt het nog maals gezeefd. Om het af te "koelen kan men er ijs aan toevoegen of het in een flesch doen en deze in een servet wikkelen dat men af en toe natmaakt. Er is voldoende voor 4 glazen. Met het volgende kan men 8 personen een over- heeriijken drank bereiden. 75 gram suiker en een eetlepel vanillesuiker lost men op in 1/4 liter onge klopte slagroom, doe er twee eiwitten bij, waarna men alles hij elkaar 3 maal door 'n fijne zeef giet. Hierna giet men het over in een bevriezlng^bus/, welke men zoolang in het ijs ronddraait, totdat de massa begint te schuimen en voegt er een paar le pels marasquin aan toe. Inplaats van marasquin kan men ook 3 eetlepels sterke koffie-extract of 50, gram in water opgeloste, chocolade toevoegen. DE SUIKER. 5 of 6 eeuwen na Chr. kende men de suiker niet ii haar tegenwoordigen vorm. Honing was toen de eenige terecht hooggeschatte zoetigheid. Als een toe stand van het hoogste geluk werd toen geschilderd t leven in een land, overvloeiende van melk en honinj Eerst na de tochten van Alexander den Groot kwamen berichten in Europa, dat „in Indië honin| werd voortgebracht zonder hulp van de bijen.". Vt« invoer van Indische suiker was toen natuurlijk noj geen sprake. Evenmin toen keizer Ileracles in 021 de stad Dastagaro veroverde en daar onder andere Indische schatten ook blokken suiker vond. De Arabieren leerden de suiker in de 7de eeuw kennen, toen zij onder aanvoering van Mahomed Perzië en Mesopotamiö veroverden. Op hun verdere veroveringstochten brachten zij overal zoovoel moge lijk de door hen zoo geliefkoosde zoetigheid in oul- tuur. i Tijdens de kruistochten kwam de suiker in groote hoeveelheden naar Europa,: de voornaamste uitvoer landen waren Egypte, Syri& on Cjt"»- <^hst.reeV de 12de eeuw bracht oen handelaar uit Venetië rie suiker naar Duitschland. Toen de landen van de suikerproductie, Egypte en Syrië, door de Turken waren verwoest, was men ge dwongen, den verbouw van suikerriet naar andere streken over te brengen. Hendrik de Zeevaarder voerde het suikerriet op Madeira in en Columbus liet het op St. Domingo eveneens aanplanten. Vandaar werd het naar. het vaste land van Amerika overge bracht, waar het den invoer van Afrikaansche ne gers, met al de mensch onteerende toestanden tenge volge' had. Na verloop van een eeuw was de Ameri- kaansche rietsuiker in zoo hoog aanzien, dat ze een wereldartikel werd en de Europeesche markt be heerschte. Van een lekkernij en geneesmiddel was dt rie suiker een groote plaats in de volksvoeding gaai innemen, wat vooral bevorderd werd, doordat de ca cao. de koffie en de thee meer en meer in gebruil werden genomen. Door de invoering van het Continentale Stelse werden, vooral in Duitschland en ln Frankrijk po gingen in het werk gesteld, de rietsuiker door binnen, landsche producten te vervangen. Reeds In 1799 was de Duitscher Achard de fabrikatie van beetwortel- suiker begonnen, door keizer Napoleon krachtdadig I gesteund. j Bij de opheffing van, het Continentale Stelsel over j stroomde de rietsuikerde Europeeschd markt en ver oorzaakte daar een paniek, zoodat de beetwortelsui j kerfabrieken voor een groot deel moesten sluiten vooral in Duitschland. Na 1830 verrezen ook daal weder, evenals in Nederland, talrijke fabrieken, die na de technische volmaking van de suikervvinning waardoor de drievoudige hoeveelheid van vroeger wordt verkregen, een modern bedrijf met- respecta beien omzet vormen. R. Nbld. DE HOND EN ZIJN STAART. Wie e^n hond den staart afkapt, doet zooveel al die een sprekend schepsel de tong uitrukt. Een hond spreekt met. rijn staart zoo duidelijk, da ieder die er maar waf scherp op let weldra al zij gedachten verstaan kan. Om dankbaarheid of gewone blijdschap uit te druh I ken neemt hij een langzaam kwispelen te baat; be delt hij of wil hiji eenige hoop of verwachting te keu nen geven, dan beweegt zich de staart zoo snel al I de onrust in een uurwerk heen en weer. I Gehoorzaamheid, trots en verzet, schaamte en vrei alles drukt de hond op verschillende wijze door beweging van zijn staart uit, en wie hem van zij staart berooft, gelijk dat bij enkele soorten van hoi i den doorgaans geschiedt, beneemt hem het best werktuig der spraak, hem door de natuur gegeven HET LIEVE HONDJE. „Och mijn guitje, mijn beesje, mijn zoeterlje mijr. jongetje, mijn mannetje, ik heb je zoo lief, ik zou ji wel opeten". Op deze wijze spraken de dametjes der achttiende eeuw. die de coquetterie tot hoogste levensdeugd Had den verheven, haar hondjes, katjes, aapjes, of pape- gaaitje9 aan. Vooral waren toen de schoothondjes in de mode. Die beestjes werden gestreeld en ge zoend., dat het een lieve lust was. En vooral, wi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 14