AliEieei Klems- ii- la Donderdag 16 September 1926. Uüijevurs i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scliaoen. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. Feuilleton. Geen geweten. 69at,e Jaargang. No. 7913. Dit blad vorschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Dondor- dag on Zaterdag. Bij inzonding tot 'a morgens 8 uur, wordon Advor- tonllrtmnog zuovool mogelijk in hot oorat uitkomend ïmmmor geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEP. no. 20. Prijs por 8 maandon 1.05. Losso nummora 0 cont. ADVERTEN- TïóN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogol moor 20 cont (howlj.u.'o, mhogropon), Grooto lottere wordon naar plaatsruimte borokontL Wie zich mei ingang van I Oct. 1926 opgetll als lezer van de SCHAUEK COUHANT, ontvangt tie nog verschij nende nummers van September GRATIS. Vervolg zitting- Dinsdag; 14 Septj. VOORTZETTING. Volgt voortzetting van de zaak tegen G. J. Groe- nauer, geweien belastingambtenaar te Leiden,terza ke verduistering. Het onderzoek in deze zaak is thans afgeloopen en de inlichtingen zijn van dien aard, dat de O.v.J. hot betreurt dut hb indertijd 3 maanden beeft ge vorderd. De zaak was toen opgeschorst, om alsnog te trachten een voorwaardelijke straf voor verdachte te verkrijgen. Do O.v.J. blijft thans bij zijn eisch van 3 maanden gevangenisstraf, HOND DOODGEREDEN. Do volgende zaak tegen Wij eert Wortel, terzake dat hij op den 23 Januari den hond van den heer Harte- veld op de Friesche Brug te Alkmaar heeft doodge reden. heeft reeds eerder voor bet kantongerecht al daar gediend, maar tegen het vonnis van den kan tonrechter was hooger beroep aangeteekend. De snelheid waarmee Wortel, of liever degene die gereden had onder Wortels leiding, omdat hij nog geen rijbewijs had, was te groot geweest, hetgeen door. de getuigen v. d. Horst en Batenburg was gezien. De Ö.v.J. vraagt bevestiging van het vonnis. OVERTREDING BAKKERSWET Jean Baptist Piscart, te Den Heldor, had voor het kantongerecht aldaar terecht moeten staan, terzake, dat hij op den 27sten April vóór het vastgestelde uur verseh brood had verkocht. De kantonrechter had hem vrijgesproken, tegen welk vonnis de ambte- oacr van het O.M. in hooger beroep was gegaan. VU do verklaring van getuige Stelling, politie- «ent te Den Helder, die het proces-verbaal had opgemaakt, blijkt, dat 's morgens kwart voor tien een juffrouw uit den winkel van Piscart was geko men mei een versch brood bij zich. Hieromtrent na dere inlichtingen bij Piscart vragende vertelde deze hem, dat hij van niets af wist en ontkende als zou zijn vrouw bij hem uit de bakkerij speciaal dat brood gehaald hebben, hetgeen door zijn vrouw, als getuige gehoord, wordt bevestigd. De O.v.J. acht niettemin het ten lasto gelegde be wezen en eischt één dag gevangenisstraf met nie tigverklaring van het vrijsprekend vonnis van den kantonrechter te Den Helder. MELKVERVlALi&CHING. De volgende zaak tegen J. J. Strooper. xnelkslijter te Den Helder, terzake het toevoegen van water aan de melk, heeft eveneens reeds gediend bij het kan tongerecht aldaar. Tegen hét vonnis van den kan tonrechter, f 60 boete of 15 dagen hechtenis, had verdachte hooger beroep aangeteekend. De zaak zit zoo, dat vordachte zijn melk betrekt van den leverancier Strooper van Texel, die ze op zijn beurt van do boeren aldaar opkoopt. Direct VAN RIJSWIJK'S ISCHOENHANDEL. SCHOENMAKERIJ. UITGEBREIDE KEUZE. PRIJZEN UITERST BILLIJK. vanaf de boot wordt de melk uitgevent, aldus ver klaart verdachte. Verdachte vindt nu dat hij totaal Jonbeschermd staat, hetgeen niet het geval zou zijn, als bij de boot een monster werd genomen, en niet Lij de boeren op Texel, zooala na zijn bekeuring was geschiedt, welke monsters toen deugdelijk ble ken te zijn. De O.v.J. wijst er verdachte echter op, dat het in voorraad hebben van waren, welke ondeugdelijk blijken te zijn. strafbaar is. ook al heeft de ver dachte daartoe niet bijgedragen. Verdachte had er zorg voor moeten dragen, om aan een dergelijke overtreding te ontkomen. De Off. gelooft, dat de strafmaat van den kantonrechter juist geweest is. Tenslotte wordt de zaak tot heden over acht da gen uitgesteld, om alsnog te hoorenden adjunct-keur meester Deurlo en Dr. Mol. TE SNEL GEREDEN. Do volgende raak togen Corn. Smit. vroeger cbauf leur te Spanbroek, thans te Uithoorn. icmtaKe te sori rijden, heeft roeds eerder gediend, voor den kanton rechter, welke hem f 20 boete of 10 dagen hechtenis had opgelegd, met intrekking van rijbewijs voor den tijd van 3 maanden. Het laatste was voor beklaagde het ergste, omdat het hier zijn broodwinning betreft, zooals hij be toogde en waarom hij in hooger beroep gegaan was. De O.v.J. is het echter geheel en al eens met het vonnis van den kantonrechter en vraagt daarvan bevestiging. DE MOGELIJKE OORZAAK VAN DE SPOOR WEGRAMP BIJ DE VINK. Proef. J. A. van den: KJöee te Delffc geeft; in hot „Vaderland'" een verklaring van wat men onder 18j>oorwegbaJlast verstaat en knoopt daaraan vast sojn moening omtrent do mogelijke oorzaak; van liet sjx>orwügongeluk bij de Vink. (Reeds gaster verkort opgenomen.; Onder ballast verstaat men in den spoorwegbouw het materiaal, dat, nadat de onderbouw van den weg is voltooid, op het bovenvlak, daarvan wordt uitgespreid om als onderlaag ce dioncax voor de dwarsliggers, waarop de spoorstaven bevestigd war den. Zijn taak is tweeërlei 1. Het droogleggen van de dwarsliggers"door af voer van het regenwater, en 2. Het vorgemakke dj ken van het onderhoud, in 't bij Kouder met betrekki ng tot de gelijkm atige dracht en bet vastliggen der dwarsliggers door dezle tel kens opnieuw tc onderstoppen. Dit geschiedt door het spoor met behulp van een Tangen hefboom een weinig op te lichten en met platte stampers den ballast daaronder aan te stampen. I I De spoorwegramp bij de Vink op 9 September il. gal' mij aanleiding om met betrekking tot den ballast eenige gegevens op te diepen, uit mijn eigen spoorwegtijd. (Ik diende in de jaren 1864/5 ach tereenvolgens onder de oiv. ingenieurs Reuvons en Kaiff.) Aan het bestek van de baan. Deventer^ Zwolle, 29 Deoember '64 aanbesteed, ontleen ik het volgende: „Ballast. 92. De monsters ballast, waaraan later de ballast minstens moei voldoen* laullen vóór de besteding, behoorlijk verzegeld on namens den minister van Binnen landsolie Zaken gewaarmerkt, aan de gegadigden vertoond worden." b „Grove grind of verbrijzelde koijen en' zooveel mogelijk vrij van alle klei, leem;1 aarddeelen en an dere inmengselón, geen grootere stukken dan van 0.08 el middellijn bevattende, kimnen worden ge bruikt in zoodanige verhouding als door, den opzigt- kebbenden ingenieur, in verband met de geaardheid van den overigen ballast zal bepaald worden." „Het onderstoppen der dwarsliggers moot ini alle Rinso Het moderne zeeppoeder, Rinso, dat onmiddellijk in heet water oplost, geeft U in een oogwenk een prachtig sop met groote reinigende kracht. Dit sop dringt door in het dichtste weefsel en maakt al het vuil zachtjes los. Het weeken van Uw waschgoed in dit heerlijke sop bespaart 11 het zwaarste werk van den waschdag, Neem nog heden een proef! De Lever's Zeep Maat schappij, Vla ar dingen, 10. Roman van REINHOLD OKTMANN. In de oogen van het jonge meisje glinsterden groote tranen. Wat moet ik dan doen, wanneer u liet mij cloor zulk een verbod onmogelijk maakt op eigen beenen te staan? Dat ik in dit buis niet kan blijven, zoodra Bdith van Manstein als uw vrouw haar intrede hier heeft gedaan, heb ik u reeds eoni-v ge weken geleden verklaard." „Ik echter heb in de hoop geleefd, dat je vanzelf tof. de overtuiging zcudt komen, hoe liefdeloos on kinderachtig die verklaring destijds is geweest. Als ik mij daarin echter toch vergist inocht hobben, wanneer ik moet constateeren. dat je in je onbegrij pelijke koppigheid voortgaat een edel on grootmoe dig wezen, dat je met open arrru-n tegemoetgekomen is. dour je vijandige houding ten diepste te beleedi- gen, dan Hij had bijna opzettelijk in steeds stijgenden toorn gesproken, omdat, hij de onbehaaglijke toestand zoo misschien op de snelste wijze dacht te beëindigen; nu echter, na do met verheffing van .stem uitge sproken onderstelling, hield hij plotseling op, zicht baar in verlegenheid gebracht door Ingeborgs aan doenlijk zwijgen en door den weemoedig verwij- tingsvollen blik, dien hij meer voelde dan zag. „Nu vader?" vroeg zij zachtjes. „Waarom spreekt u niet uitl Waarom wilt u imij bestraffen? Omdat ik niet in staat ben te huichelen en to liegen?" „Wat is dat nu weer voor een gezegde!" bulderde do professor zonder haar ovenwei aan te zien. „Nie mand verlangt van je. dat jei zulk huiühellen. Maai' deze plotseling ontwaakte antipathie tegen Edith, die eigenlijk niets anders is dan dwaftze, bekrompen ijverzucht, moet je bestrijden en onderdrukken, want hoe zeer het mij ook spijt het tc moeten zeggen het is een slechte karaktertrek, mijn kind" Zij stond op, doodsbleek on met zulk een ontzet gezicht, alsof haar een slag was toegediend. »,Ik kan u daarop niet antwoorden, vader, zonder de eerbied te schenden, die ik u als kind verschul digd ben. U zult mij nu wel toestaan, dat ik ver trek!" Hij maakte slechts een beweging met de hand en ZlJ ging werkelijk langzaam naar de deur. Op den drempel vroeg zij nog eens. zichtbaar al haar krach ten verzamelend: „En u verbiedt mij dus de be trekking bij mevrouw van Ravensburg aan te ne men? Ik mag niet hopen, toch nog uw toestemming düarfoo re verkrijgen?" „Nocitl Zou ik icrwlUe van jouw dwaze luim Edith en mij het voorwerp van kwaadaardige praatjes la ten worden?" Nog1 voor hij de laatste woorden had uitgaspro- kon, was de dour reeds dichtgevallen. Met zonder ling starende, tranenlooze oogen on mot saam ge perste lippen was Ingeborg heengegaan en indien de professor de laatste minuten het niet zoo hals starrig vermeden had haar aan to zien. dan zou hij op haar gezichtje misschien een uitdrukking hebben waargenomen, die hem zijn humeur nog hartgrondi ger zou hebben bedorven dan nu haar woorden reeds bewerkstelligd hadden. Een half uur later liet doctor Artois als steeds •punctueel op tijd zich aandienen. De professor ontving hem thans met eenige ongerustheid, daar hij vreesde, dat Ingeborg aan tafel door haar uiter lijk of door haar gedrag iets van do juist afgespeel de scène zou verraden en oen oogenblik dacht hij er ernstig over na, of "men den jongen man niet on der een of ander voorwendsel weer kon laton ver trekken. Maar hij werd voor alle vordcre hoofdbrekens ge spaard, toen na een kort tamelijk gedwongen ge sprek tusschen hen beiden, Ingeborg zelf do dour open maakte om de beide heeren aan tafel to noo- digen. Een enkele blik had hem tot zijn geruststel ling gezegd, dat zij zich weer volkomen hersteld had en dat haar gedrag den bezoeker wel geen aan leiding zou geven, ongewenschte beschouwingen om trent het huiselijk leven van den professor te hou den. Zijn veronderstelling bleek juist te zijn geweest; maar de maaltijd verliep toch anders dan gewoon lijk. Doctor Alrtois koos voortdurend stof voor een ge sprek, waarvan de inhoud den professor niet kon behagen. Indien zulk een verdenking hem' zelf niet overdreven was voorgekomen, dan zou hij gedacht hebben, dat daarbij een <zeker hoosaardig opzet in hei spel was. Hoe ter wereld kwam deze jonge man er toe, juist nu herinneringen uit zijn leven op te diepen, die niemand interesseerden en die boven dien zulk een wanhopige gelijkenis met de huiselijke omstandigheden van den professor vertoonden 1 Waarom moest hij zoo breedvoerig schilderen, hoe zwaar hij als knaap en als jongeling onder zekere ongelukkige; huiselijke omstandigheden geleden had en hoe wonderlijk het leven zich lenslotte voor hem geopenbaard had, toen hij zich eindelijk van dezen druk bevrijd had en het ouderlijk huis had verlaten! „Ik zou mijn vrijheid destijds voor iederen prijs gekocht hebben, waarvoor zij ie verkrijgen zou zijn gevallen mot fijne grind geschieden." m 1 Ik herinner mij dat ing. lieuvensl mij een monster grind alle bovenbedoeld getoond heeft. Hot moet gehard grind geweest zijn. De grootste keitjes er in zullen zoowat 4 c.M. grootste afmeting' gehad heb ben. Omtrent het opbrengen van den ballast werd het volgende voorgeschreven: „5 63. Heb baanbod geheel1 of gedeeltelijk in be hoorlijke orde opgeleverd etn door den opzichtheb banden ingenieur goedgekeurd zijnde, wordt daar op de eerste ballast op bedding ter dikte van Ö.25 el aangebracht en op eene breedte van ongeveer 3.00 el verspreid." i „Hierover wordt de .spoorbaan met de meeste zorg en juistheid gelegd?' „De verdere aanvoer van den ontbrekenden ballast kan daarna geschieden, om do gelegde spoorbaan daarmede tot de voorgeschrevene hoogte te onder stoppen en 't baJlasfcbed onder profiel te voltooien". „De opziehthebbonde ingenieur kan vorderen dat een gedeelte der opgegeven hoeveelheid ballast in regefniatigo hoopen langs de baan worde opgezet." In het Dallasrjnateriaal "is in den loop de* tjids verandering gekomen. Ik herinner mij eomgtf jur*^ geleden in do dagbladen telkens klachten te hebben gelezen over het stuiven in de treinen als gevolg van het gebruik van zand als! ballast. Nu ligt or weer grind onder do sporen, niert gfc- hord, maar „zoo al» het van zijn moer komt" grof on fijn dooreen, en zeer voel grof: stoonon van om on bij de 8 c.M. zijn er niet zeldzaam in. Dit lijkt kubieken inhoud,; in beide grind van bolvormige of daaraan naby komende gedaante. Dap'Zal in ae beide hoopen de inhoud aan steen en aan lucht gelijk zijn, doch het gezamenlijk oppervlak! der klei ne steen zal1 veel grooter zijn dan dat der groote. Het oppervlak noemt in reden van het vierkant der middellijn toe, d.w.z., dat als de inhoud per steen tot op de helft vermindert, het oppervlak viermaal' grooter wordt; vermindering van den in houd tot een vierde geeft een zestienmaal grooter oppervlak enz. Zulke hoopen grind bestaan in de werkelijkheid niet, doch wij mogen tot op zekere hoogte gelijke toeshanden aannemen in grof en fin natuurgrmd in 't algemeen. In verband met het geringere oppervlak bi de wrijving in het grove grind geringer dan in het minder grove. De steonen liggen minder, vast tegen elkaar. Dientengevolgo laat de ballast zich, moeilijk onder profiel brengen, niet onder profiel'houden on minder goed aanstoppen. Dientengevolge ligt het spoor minder vast op zijn plaats. ■Hier te Delft is gelegenheid te over tot waarne mingen. Men beginne zijn wandeling aan de Wote- ringsehe Vost, 1'oope de Fhoenixstraab door, make aan do Binnenwatersloot rechtsom, den overweg over, don geheelen Spoorsingel langs tot aan duu overweg bjj de Ned. Gist- en Spiritusfabriek on geve Zijn oogen den kost. Nuttig kan het zijn er dan nog een wandeling naar den overweg bij de Kastanjewetering op te laten volgen. Van de Pkoenixstraat af naar den spoorweg aan j den overkant der vaart kijkende, zegt men onwille- keurig in ziehzeJf: Wat oen slordige rommel! en do indruk van slordigheid blijft u op de goheeio wandeling bij. Ileb grind ligt. nergens onder pro fiel'; het ballastbed neemt bijna de geheele breedte der baan in on het loopen er langs moet wel lastig worden door de los verspreide k. ezelstoenen. Slordig, lastig is niets yergeleken bij "de kans op gevaar voor de veiligheid in den trein. Te gevaar lijker wordt de toestand, naarmate hij-den tevoren geweest", riep hij uit on alleen de herinnering aan het eens doorgestane lijden schoon hem thans nog met diepe ontroering to vervuilen, „Want van allo ongelukken, waardoor eon mensch bezocht kan wor den. is or geen verschrikkelijker dan de noodzake lijkheid to moeten huichelen. Bij iedere voorkomen de gelegenheid een kinderlijke liefde te veinzen, die men niet meer gevoelt en eerbied te tonnen voor personen, -die men in werkelijkheid niet in staat is achting toe te dragen. Dat is een tegenstrijdigheid, die langzamerhand al het goede in ons verstikt en alle lust om te leven in ons doodt een niets ont ziende ziekte, die een des te sneller verloop heeft, naarmate een menschenziel. die door deze ziekte getroffen wordt, jonger on meor naar liefde verlan gende is.' De professor schraapte zijn keel on dronk lang zaam zijn wijnglas 'tot op den bodem leeg, blik vun den jongen ehomiker echter vestigde zich op het gelaat van Ingeborg Wallroth en een bliksem snel opflikkeren in zijn oogen verried, dat hij tevre den was met hetgeen hij daarop gelezen had. Aangezien niemand hem antwoord had gegeven, kon hij moeilijk met het zelfde onderwerp voortgaan en alsofl hij zelf daar thans geen interesse moer voor gevoelde, ging hij na een kleine, eenigszina drukken de stilte mot de hora eigen beminnelijkheid behen dig tot een vroolijker chapiter over. De ontstemming! van den professor kon hij daarmee echter niet meer verdrijven en een schijnbaar doelloos uitgesproken opmerking», toonde hem maar al te duidelijk, dab zijn gastheer een al te lange duur van zijn bezoek vandaag allesbehalve op prijs stelde. Onmiddellijk na de koffie verlieten Ingeborg en haar gezelschapsdame de kamer, zooals zij dat steeds gewoon waren en bij een gesprek, dat ondanks alle pogingen van don doctor slecht vlotte en slee- pend bleef, rookten de beide heeren hun sigaren. Stellig had Artois geen ongunstiger oogenblik kun nen kiezen dan juist dit. om een professor zijn per soonlijke wenschen in herinnering te brengen.Nu hij zulks toch deed, moest, hem wel de een óf andere dringende noodzakelijkheid daartoe dwingen; want hij was in ieder geval mensclienkenner genoeg om te constateeren. in welk een kwaden luim de profes sor zich bevond. Minder vrijmoedig, dan het overigens zijn ge woonte was. begon bij te spreken over de bijna on overkomelijke moeilijkheden, die zich bij de verwe zenlijking van zijn toekon^tplannen voordeden, Met een norsch gezicht luisterde de professor eenige oopenblikken naar hem om hem dan, toen Artois juist van plan scheen voor de eerste maal ,een be paald omlijnd verzoek tot den professor te richten, op bijna onvriendelijken toon. in de rede te vallen. „Do eenige werkelijke dienst, dien ik u op dit punt zou kunnen bewijzen, waarde doctor, bestaat volgens mijn overtuiging in den welgemeenden raad de gedachte aan een acadomische loopbaan voorloo- pig geheel op te geven. Zelfs als ik in staat was voor u de een of andere kleine hindernis uit den weg te ruimen, dan zouden er toch zooveel belangrijke moei lijkheden te overwinnon zijn, dat het uw krachten vermoedelijk zou verlammen, lang vóór dat ge iets noemenswaardigs bereikt zoudt hebben. Het is een betreurenswaardig feit, dat slechts bemiddelde man nen of zij. die reeds door wetenschappelijke resul taten in breeden kring bekendheid hebben verwor ven. eraan kunnen denken, deze moeilijke on lang durige loopbaan te kiezen". Dat was oen afwijzing-, die aait duidelijkheid niets te wenschen overliet. Artois kneep gedurende een ondeelbaar oogenblik zijn lippen op elkaar; daarna ging hij schijnbaar niet in het minst uit hot veld geslagen voort: „In 't algemeen hebt u met deze zienswijze natuurlijk volkomen gelijk, professor; maar er zijn toch ook wel uitzonderingen en ik zou mij op een groot aantal beroemd geworden mannen kunnen beroepen, die zich bij den aanvang van hun loopbaan in «geeu betere omstandigheden bevonden dan ik." „Natuurlijk! Maar wat bewijst datl Van de bon derden, die daarbij te gronde zijn gegaan, weet u to taal niets. En ik kan met den besten wil niet inzien, waarom u zich absoluut aan deze gevaren wilt blootstellen, aangezien u zich. wanneer u uw kennis ook verder in dienst, van het. practische leven stelt, tcch zeker binnen enkele jaren een ,zeer goede posi tie zult kunnen veroveren. Laat u de eerzucht ora u een naam als beroemd geleerde te verschaffen, dan werkelijk dn 't. geheel geen rust?" „Ik bezit de eerzucht om mij naam als beroemd geleerde te verwerven inderdaad professor en u zult deze zeer begrijpelijk vinden, indien ik u beken, dat de wensch een geliefd meisje ook in de oogen der wereld waardig te worden, de bron van deze eer zucht is. Slechrs met de zekerheid van te behalen roem' en een eervolle maatschappelijke positie zal ik den moed: hebben, den vader van de jonge dame om haar hand te vragen". „Wat? U denkt eraan u te verloven of zelfs to trouwen in uw tegenwoordige omstandigheden?" vroeg de professor ten hoogs e verbaasd. „Maar 'denkt u dan werkelijk, dat een verstandige vader u het lot van zijn kind zal toevertrouwen ook wan neer u inderdaad het recht zoudt hebben den ti el van privaai-docent voor uw naam te plaatsen?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1