ficliager Courant Geef ze wat hun. toekomt. öïie dagen per Autocar langs de Bretonsche Westkust. Zaterdag 25 September 1926, 69ste Jaargang. No. 7918. Derde Blad. ii|i Feuilleton. Geen geweten. Plaatselijk Nieuws. tan aan gier voor Dinsdagochtend uit Quimper en de «aak was in orde. Het was maar goed ook, want om 7 uur hield Quimper zich doof. Dinsdagochtend was ik natuurlijk present in Quimper. Daar kwam de biljettènjuirrouw mij vertellen, dat ik mijn biljet aan haar te danken had. Juist hoorde een der chaufl feurs het, die later tegen mij zei de: het laatste woordtin deze aangelegenheid is voor deze juffrouw nog niet gesproken, meneer, wij ontmoeten van avond den inspecteur van onzen dienst on dan zul len mijn maat en ik eens vertellen, hoe door een gelukkig toeval U bij ons hebt kunnen boeken en hoe anders uw .plaats onbezet was gebleven, tot verlies der maatschappij en< ons en tob ongerief van Een Engoischman, die medepassagier was, en de zaak hoorde, kon niet nalaten te zeggen,, dat Juist hpb ik oen zeer belangrijk book ffolezen ,Opetandigen" van Jo van AmmersKliller, en genoot van do levendige beschrijving, hoe liet lieve Parissicnnetje Miebet je Sylvain por trekschuit het gehate Leidon verlaat. Do spoortrein, door den ouden Coornvél't, oen uit vinding van Beëlzebub genoemd,' was toen, hu ruim tachtig iaar geleden, in Holland nog onbe kend en in andere landen juist in hot begin-stadiuml Deze zelfde spoortrein ziot zich op allerlei wijze, nu na tachtig ïaren, reeds verdrongen. Ik wil van ae Luchtvaart, van de Luchtbeurr- vaart, zooals ik het eens in oon artikel, nu oen paar jaar geleden noemde, niet spreken, maar ik ril hier de aandacht vestigen op# de motor-char-a- bancs, als ooncurrent' van don spoorweg. Ik neb U reeds verteld, hoe vreesdijk oio tocht per spoortrein was geweest van Parijs naar Conoar- ne in, op dien snikhooben zomerdag. Ik heb U ovon- eena reeds verteld, met wolk genoot ik de auto dhur-ii-banos tochten naar Morgat on Bénodet ge maakt had. U zult zich dus vyol kunnen begrijpen, dat ik een willig oor leende om een deel van mijn terugreis per spoor te bekorten, door oen gedeelte per auto te doen on nog te moor, omdat net mij minder dim per spoor zou koeten on ik allerloL moois zou zien. Nu is het begrip minder kosten, altijd betrekkelijk. Ik behoor nu eonmoal tot die meneohen, die nooit goedkoop uitzijn, on altijd woer uister ik mot stemme verbazing naar de verhalen van lieden, die altijd koopies snappen. Daar ik altijd wat. men noomt „op ae koffie kom", heb ik de grootste bewondering1 voor die knappe koppen, die alles zoo goed kunnen uitrekenen. Of ze echter sooveol pleizior in hun leven hebben als ik, arme Stommeling, die steeds op de koffie kom, dat kan. ik niet beoordeelen. Nu moet men echter niet denken, dat ik ma met open oogen boet Iaat nemen. Het tegemdee. ondervond de oiijettenverkoopster in Quimper. Laat ik U dat even vertellen! Er is door cfe'twee spoor wegmaatschappijen: Etat en Paris-Orleans een auto dienst georganiseerd. Deze maatschappijen inzien de. dat men nu eenmaal' rekening moet houden met de ocneurrentie van den motor, hebbende explbi fcatie der motordiensten in eigen handen genomen en organiseoren o.a. eon zesdaag-sohe motor-ohar-a- bancs-toer door Bretagne. Veel, EngeLsohen maken daarvan gebruik. Die koopen in Londen een biljet n maken de volgende reis: LondenSouthamptom- üfc. Malo. St. Malo naar Dinan. In Dinan begint hot toch maar verduiveld gemakkelijk was, als je de landstaal machtig was. zoodat ie voor je zelf kon zorgen. Hij roisdo als een oolli, &nds hij in St. Malo was aangekomen en liet met zich tollen inn sollen on dankte den hemel, dat do monschen zoo braaf waren on zoo goed voor nom Zorgden, want verstaan deed hij geen woord. Ik moet zoggen, deze alleraardigste baas ovor- dreof we! wat, want hij kon zich aardig redden om zoo allerlei to regelen en to krijgen Dat had ik in Uoncarnoan juist anders meege maakt. Daar had 14 digen lang, twee tafeltjes verderop, een Amerikaaneno schilder o:'n overbuur man gehad, dien hij doctor in de phÜoeophie noem do en "die om atou r-seh i ld er was. Deze man heeft 14 dagen Tang twee maal per dag aan mij gevraagd wat water in het Fransen was. Ik heb hem eerst uitgelegd en opgeschreven, dat hij moest zegghn tegen het dienstmeisje: Madame, de Peau fraiohes'il vous pl'ait. Toen ik bemerkte, dat dit zelfs duide lijk geschreven en toegelicht een onmogelijke taak wils, schreef ik op: de Peau! Do man heeft ook dat niet kunnen onthouden on is weggegaan naar het Groote Amerika, zonder te weten wat water in hot Fransoh is. Toch heeft zoo'n geleerde ridder natuurlijk thuis den mond vol over Frankrijk. Tn dat Amerika worden zulke slihimelingen nog rijk ook. Er zijn nog altijd grooter ezols! Ik had eon prettig plekje in de motor-char-è.- bancs, nl. achterin. Links van mij zat een# En dan een zesdaagsche autotocht. Eerst dwars Bretagne naar Vannes (Zuidwestkust). Tweede dag VannesQuimper. Derde dag Quimper, tocht naar Meil!, Donardencz en terug naar Quimper. Vierde dag QuimperMorliaix. Vijfde dag Mor- JlaixSt. Brieux. Zesde dag St. BrieuxDinard, tot aan het bootje, dat U naar St. Malo 'kan over aten. - ai Ik wilde nu den 4en. 5en en 6en dig meemaken 60 besprak het met do genoemde juffrouw, die echter Beweerde, dat tot en met 15 September alle plaatsen in de auto's bezet waren en mij'raadde een eigen gewone auto te huren. Ik schijn pr dus met mijn oude versleten pakjes uit rijker^ dagen, als miuionnair uit te zien. Daar ik het niet ben, bedankte ik de juffrouw vriendelijk voor haar uitmuntende inlichtingen en telefoneerde, in mijn hotei te Concarnean terug gekomen, met de spoor wegmaatschappij zelf en... krèeg antwoord, dat ar plaats zou zijn over een week. Dus precies zoo als ik wilde. Opeens deed zich Zondags een eigen aardig incident voor. Toon ik v(*>r aon lunch in het hotel kwam, had juist Quimper opgebeld, dat er zeer waarschijnlijk geen plaats zou wezen on dat ik om 7 uur nog eens moest opbellen. Ik zat dien middag thee te drinkon. toen mijn aandacht getrokken werd door twee keurige auto- oarh-k-bancs, die langs kwamen. Wat las ik? Het waren mijn auto-cars van de „Tour de Bretagne". Mijn thee betaald en op zoek naar de wagens. Die stonden voor de beroemde Viilo Close, de oude ves tingstad van Concarnean. Een praatje met de chauffeurs en die boekten mij heel kalm als pasea- Roman van REINHOLD ORTMANN. i4. Hoewel hij bij zijn laatste woorden haar dich ter was genaderd, iag er toch nog altijd do ruimte van de ha.ve kamer tussohen hen beiden en het klonk na niet bep iald als oen aanmoediging tot ïnere daden, t-oen Ingeborg antwoordde: ,Ik geloof u doctor, aat u het gced met mij meent en ik zal u daarvoor steeds tot den hartelijk sten dank verplicht blijven. "Maar u wen^ohc toch een geheef openhartig, oprecht antwoord van mij te ontvangen, niet waar?" Met s.iamgeknepen lippen knikte hij zwijgend. ;n ijzige windvlaag ïuemkasteelen aan go!sch meisje, voor mij oen Engel >ohe, nog jong» name, tussohen haar 10-jarig dochtertje mui ha ir man, rechte van mij een ranjzenoar en zijn vrouw voor hen. hun dochtertje van 16. Later zal' ik wol gelegenheid hebben mijne andere medepa.svo giers aan voor to stellen. We verlieten Quimper, onze wagen vertrok hot eerst. Myn.buurnvin was por naohttroin uit. Parijs aangekomen en had zijn vrouw en dochter nu juisr getroffen. Deze beiden waren Zondags 's morgen* te Viinnos ingestapt en Bidden nu in twee digen alles gezien, wat ik van uit Concarnean gedaan had. De Engclschmnn voor mij was bijna oen oarrica- tuur. met zijn regenjas om zijn hals geslagen, en een hand stijf voor den mond. Zijn vtouw was vol Teven en belangstelling en keek allés góed pa op kaart en in gids. Het dochtertje was voorbeeldig zoet. Wanneer ze zich ging vorveten, haalde" ze haar pop „FTossy" voor den dag. FTossy kon wel is waar niet' lx>gen op uiterlijk schoon,, maar daaren tegen zeer oo de liefde van haar moedertje, dat, zoo- als de moeder mij verleide, zonder Flossy in haar armen, niet kon skipen. Het is van zelf sprekend, dat ik do andere pa&sa- f'ers nog niet haa 1'eeren kennen, maar spoediger in ik dacht, zou hot ijs gebroken worden. •Ik heb U alr gezegd, dat de route ging om de prachtige kust van Bretagne te bezichtigen en zoo kwamen wij ook aan het heerlijke punt. genaamd Point du Kaz. Hooge klippen rijzen hier uit zee op en men heeft een prachtig vergezicht als bij Point des Pois, hetgeen ik U vroeger reeds beschre ven heb. Wij hadden een half uur gekregen om ons te vermeien in don aanblik van de klippen, die in zee achter elkaar opstegen, of naar het strand af te dalen en weer naar boven te klimmen, een goede gymnastiek, door twee Belgische jongelui onder nomen. Do 30 minuten waren om, we zaten alle maal, ook do Belgische jongelui, al hadden ze het nu heel warm, waren op hun plaats maar... eon van het gezelschap ontbrak. Heb was eon oudere En- (go'.sohe dame, die alleen reisde en waarmee men al voel last gehad,, o.a. had zo don vorigon dag, ver telde men mij, do ka.p willen ophebben, toén heb 2 druppels regende. Dit was voorkomen, doordat de ohauifeur aeed, afsof hij geen woord Engelsoh verstond, terwijr zij geen woord Fransch sprak en de andere reizigers plotseling deden of ze doofstom ot gék geworden waren en mets begrepen. Niemand wilde om twee druppels regen onder oon kap zitten. Maar nu was heb ernstiger. Onze oudo „tante Barhara", zooals ik haar al gedoopt had, was weg en bleef weg. Daar kwam iemand .op het idéé mot eon verrekijker klippen en strand 'ar te zoeken en jawel, heel in de verte op het strand zag. men twee figuren .praten, een Bretonnor visscher on tante Barbara. Een der jonge Engetschen lïesloot haar te gaan halen en kwam na een klein uur, met haaf tterug. Ze was op haar eentje gaan wandelen, was had tot - ,,Qi dan steeds over de rotsen in de richting van die den \veg kwijt, geraakt en 1 steeds één woord herhaald toen aan den vissoher luimper". Hij standigheden het mü veroorloofd hadden, dan zou ik er ook stellig' de voorkeur aan gegeven hebben nog te zwijgen en zoo lang in stil verlangen naar au-v.u u ^1' ljy 1 Hij kreeg een gevoel', alsof een AR ilotseiing «1 zijn hemelhoogs iet wankelen bracht. „Ik wil niet vragen, waardoor u tot de over tuiging gekomen bent, dat mijn tegenwoordige too- Btand een pijnlijke en bijna onverdraaglijke is ging Ingeborg voort, „en aangezien ik u voor mijn vriend houd, wil ik u daarom openlijk bekennen, dat uw vermoeden u niet bedrogen heeft Ja, ik verlang van ganscher harte weg te komen uit dit huis, waar in, binnen korten tijd een vreemdelinge de plaats van mijn onvergetelijke moeder zal innemen. Dit sterke verlangen evenwel ik moet u dat eerlijk wtennen, doctor zou ook de eenige reden zijn, Je er mij toe zou kunnen doen bes. ui ten, uw aan bod aan te nemen. Nog ben ik niet in staat de helde, die u verzekert voor mij te gevoelen, op de zelfde wijze to beantwoorden en ik vrees bijna, dat achting en dankbaarheid u ontoereikende orsatz- ntiddefen zullen toeschijnen voor datgene, wat u to werkelijkheid van mij hoopt." Haar woorden waren ten laatste nauwelijks ver staanbaar geweest. Haar zelfbeheersching, waartoe z« zich met moeite gedwongen had, was zichtbaar bijna ten einde. Artois wist echter 'onmiddellijk den juisben, vriendschappolijken warmen toon te tref fen, die de mluatie redde. ?,Uw 'antwoord, dierbare Ingeborg verrast mij punder, dan u Vermoedt. Onze kennismaking da teert pas van eenige weken en u hebt in' don la.it- &ten tijd onder den druk van zulke eigenaardige wnsbandigheden geleefd, dat het zoete wonder der liefde zich wel nauNveiijks in zijn volle heerlükheid aan u hoeft kunnen openbaren. Indien de om- üw gunsten gedongen hebben, totdat datgene ge schied was, dat vo.gens mijn vaste overtuiging op zekeren dag ongetwijfeld geschieden zal. Maar ter wille van uzelf heb ik gemeend niet langer te mogen aarzelen, terwijl1 ik thans bovendien de ge lukkige zekerheid bezit,; dat achting en dankbaar heid hier niqjs anders zijn dan de voorboden en ver kondigers der liefde; daarom is datgene, wat u mij thans wilt toestaan, afbetaling genoeg op heb' toe komstige, kostbare geschenk. Ook wanneer de we reld mij als uw echtgenoot beschouwt, zal ik slechts uw trouwe, onbaatzuchtige vriend zijn, totdat de aandrang van uw eigen hart u zal aansporen mij hoogere rechten to vorl'eenen. Bent u met deze verklaring tevreden, Ingeborg? En u wilt mij nu toestaan deze lieve, aangeboden hand als de mijne te beschouwen?" „Ja!" antwoordde zij toonloos on Artois gaf haar het eerste bewijs van zijn ridderlijke gevoe lens, door haar niet aan zijn borst te drukken, doch door er zich mede tevreden te stellen, haar hand aan zijn lippen te brengen. Eon siddering voer door haar loden, toen zij de brandendo aan raking voelde, die zoo hemelsbreed verschilde van die kus, welke Valenten Düringhoffen eon kwartier geleden op haar slanke vingers gedrukt had en niet in staat zich nog langer te beheersohen, bedekte zij snikkend haar oogen met de vrngebleven linkerhand „Gaat u thans heen, dootor" hernam zij na eenige i oogonbiikken, gedurende welke Artois haar teodero. bemoedigende woorden had toegesproken. „Ik zal i mijn vader alles moedeelon, zoodra hij thuiskomt." j „Indien mijn raad voor u van eonig belang i is, iieve Ingeborg, dan zou ik u willen vragen,, van dat plan voorloopig af te zien. Het zou immers een allesbehalve gunstigen indruk op hem maken, wanneer de professor het eerst uit uw mond ver nam, wat zich hier heeft afgespeeld. Laat u het maar gerust aan mij over hom daarvan in kénnia te stellen en hem om uw hand te vragen." „Maar het bezwaart mij zeer, dit geheim voor hem te Verbergen. Juist tnu zou ik niets willen doen, dat hom aanleiding zou kunnen geven, mij een gerechtvaardigd verwijt toe to voegen." begrijp uw gevoelens volkomen on ik eer biedig ze. Nooit zou hot in mij opkomen u ervan to verdenken, dat u langen tüd geheimen voor unv vadér zoudt verbergen. Maar net gaat in hot uiter ste geval slechts om eon uitstel van enkelo uren. Vanavond nog denk' ik mot uw vader te spreken, stad/ maar wist natuurlijk niet wat ze bedoelde. Ik ben zoo vrij geweest haar te vertelen, dat er onder ons lieden waren, die 5 talen spraken en niet doof waren en toch zorgden, niet te ver af te dwa len en ik moet zeggen, we hebben haar later nooit ta eer heolemaal verloren, al hebben we dan ook steeds, als we haar zagen dwalen, haar bij haar j as je gepakt, on in de richting van de halteplaats een duwtje gegeven. Vooraan, naast den chauffeur, zaten de 2 Bel- fen, daarachter een dame en heer uit Jersey en aanraast nog twee Engelsche heeren. Daarachter een Belgisch echtpaar, neel 'stil en saai, die veèl fotografeerden en daarnaast tante Barbara en daarnaast ee* stille Engelsche dootor uit Wales die zeer troteoh was, een Welshman te zijn. Daar achter mijne reeds beschreven voorburen en dan mijn rij. Onze bagage was in een gToote bak achter in onder den wagen geborgen en ik had mijn dop hoed netjes achter mij in den kap gedeponeerd met mijn regenjas er omheen, hetgeen echter niet heeft kunnen verhinderen, dat mijn hoed erg geledon hoeft. In do kap van oon auto is hot altijd oen ris kante bergplaats voor alles, laten mijno lezeressen en lozers dat nooit vergoten. Laat ik nu nog oven vertellon, dat do 4 Engelsehen van do voorste rij on do Welshman den geheelen reis meemaakten en betaalden voor do geheelo toer incluis hotels (vijf nachten) en 8 maal -daags eten, do somma van frs. 490 (vierhonderd negentig franks), hetgeen toon in Hollandsoh gold vvas f35 (vijf en dertig guldon) tper persoon óf te weT zes guldon por dag. Wanneer men zijn leven lang in een motor-ohar-A- bancs kon blijven rondrijden, was je goedkoopor uit, dan wanneer jo je thuis gaat bekrimpen. Ziedaar het succos van het moderne toerisme en van den gaven gulden. Nu heb ik IL denk ik, voldoende nieuwsgierig gemaakt, om to verlangen naar een volgend artikel, dat U zal' vertellen Nvat nvo gezien hebben. Schoenen vragen meer dan glans alleen. Erdal bevat stoffen, die het leer soepel en lenig houden. Gebruikt Erdal en Uw schoenen blijven langer „In conditie.' voor het geval' hij tenminste niet zal weigeren mij te ontvangen." „Goed dan! Ik schik mij geheel naar uw wil. Maar het 'zal dan nog noodzakelijker zijn, dat u «thans vertrekt. Hij kan ieder oogenblik terugko men." Thans maakte dootor Artois geen verdere tegen werpingen meer en nadat hij haar nog eens teeder de- hand gekust had, richtte hij zijn schreden naar de deur. Halverwege bleef h.ij echter staan, om op onverschilligen toon, als gold het een opmerking van ondergeschikten aard, te zeggen „Zelfs al zou het meisje daarvan iets mogen verra den. dan zal mijn bezoek voor den profe -s .r nauwe lijks iets opvallends hebben. Ik ben dan op precies dezelfde _wrjze ontvangen, zo >ais u eersv oSk. Va,en-' tin Düringhoffen hobt ontvangen. Want u Jiebt hem toch gesproken niet waar?" „Ja!" De toevallige ontmoeting met den heer Düringhofi'en was mij zeer welkom, daar ik nog iets iegons hem goed te maken had." „Ah vandaar dus die warme geestdrift, waar mee hij boneden op do steenon trap over u sprak. De dochter van don deurwaarder Loopard had dat echter niet mogen hoeren." Zichtbaar onaangenaam getroffen keek Ingeborg op: „De dochter van een deurwaarderP En waarom niet? Wat heb ik met haar uit te staan?" „U natuurlijk niet net minste! De heer Düring hoffen echter vermoedelijk des .te meer. Er be staan, naar ik vermoed, zeer innige betrekkingen tussohen hem en dit jonge meisje, dat „Ik zou mij niet gaarne met de privó-anngelo- genhe^en van uw vriend inlaten, doctor," vief In geborg liem met rustige vastberadenheid in do rode. „En mijnheer Düringhoffen is toch uw vriond, -aar ik meen gchoofca. ",1 „Zeker, zeker! W naar ik meen gchockd te 'hebben." zyn ,oude studiemakkers. Een „ziener, zenen wn zyn .ou-oo studiemattkers. Een voortreffelijk mensch en ik twijfel er niet aan, of 'hij zal in oen huwelijk met juffrouw Leopardi zeer gelukkig worden. Maar u hebt gelijk:, het is feitelijk beter, dat ik den professor thans niet ontmoet." .Hij vertrok, maar hy keerde'niet direct naar zyn eigen woning terug, want hij trad een naastbij- ge egen postkantoor binnen, om daar op do achter- ?11 .1 A nr.n 4* ..Ia... 1. i. ----- w— Op straat aan oon jongen overhandigd, die aangemoe digd door een fünkefooi zich haastig verwijderdo in 'de richting van het stadsgedeelte, dat het adres aangaf. FRYSKE KRITEN. Bestuursleden van de Fryske Kriten te Helder, Hoorn, en Schagen, hielden te Schagen eene bespre king van de vraag: Hoe het werk van de Kriten meer productief gemaakt kan worden. Voorzitter de tieer Jensma te Lutjewinkel, wees er op, hoe het werk van de eene Krite, ook ten nutte van andere Kriten zou kunnen dienen. Enkele sprekers wilden gemeenschappelijke bijeenkomsten, of openlucht uitvoeringen. Schagen was als centraal punt daar voor bijzonder gelegen. De muziektuin aldaar, zou als terrein van uitvoering kunnen dienen. De Krito Hoorn zal dit punt ook met de Kriten Enkhuizen en Purmerend bespreken. Een dor gevolgen van deze bijeenkomst was, dat de Krite Scagen in het ko mende seizoen eene tooneeluitvoering van de Krite Helder en een van de Krite Hoorn kan verwachten. MOEDERCURSUS WITTE KRUIS. Wij verwijzen gaarne even naar de advertentie, in dit nummer voorkomende, in zake aangifte voor den a.s. moedercursus. De beide vorige cursussen hier gehouden, hadden »«en groote deelname, zoodat we verwachten dat het nu ook niet aan deelneemsters zal ontbreken. THEATER ROYAL. Het ts deze week wederom een zeer mooie film die het Theater Royal brengt, n.1. Do Rcode Muis, naar de zoo bekende novelle van Rudolf Meinert. Het is een beroemde Ifa-film. De korte inhoud ver telt ons het volgende van hetgeen er op het doek gebeurt. De wereldstad is in het nachtelijk duister gehuld; spookachtig stoken de wolkenkrabbers trots tegen den zwarten hemel af; dood liggen do reuzen, lie overdag het toonbeeld zijn van leven en beweging. Plotseling wordt een venster door een lichtstraal beschenen, maar oven snel is deze woer verdwe nen; dan verschijnt het licht weer eenige seconden als een bliksemschicht en verspreidt een hel licht over een der kamers van het groote gebouw. Met hoeveel angst volgt de één-oogige, die zich verdekt heeft opgesteld achter een boom, het loven loos schijnend lichaam. Met hoeveel argwaan loert hij in het nachtelijk duister. Als uit den grond gerezen, staan politie-igenten naast den één-oogige; één slag on hij is onschadelijk gemaakt, doch heeft nog juist tijd genoeg eon w\aar- sehuvvingssignaftl te geven cn boven in de kamer wordt het signaal gehoord. Twee mcnschcn zijn doo- delijk verschrikt en willen vluchten. Het zijn Billy en Fanny, bijgenaamd „De Roode Muis". Hun vlucht is voorbereid, maar de balk van het dak is niet sterk genoeg om beiden te dragen Daarom laat Rilly de vrouw alleen van de balk gebruik maken, die ov.er de daken vlucht, terwijl Bllly door de po litieagenten wordt meegevoerd. In-de Kentucky-Film-Company wordt de regisseur wanhopig over den artistieken aanleg van zijn hoofd vertolkster, die zich in het geheel niet kan inleven in haar rol als apache. Een bezoek aan een apachen- kroeg zal haar duidelijk maken, hoe menschen in zulke kringen omgaan. Hier leert de regisseur Fanny kennen en hij vindt zooveel oorspronkelijk heid in haar en zooveel lieftalligheid en uiterlijke geschiktheid voor den film, dat hij gauw besluit, haar zelf de rol te laten spelen. Roven verwachting vervult Fanny de rol en niets is natuurlijker, dan dat Dr. Frankün, de beroemde jurist, die als gast de opnamen bijwoont, gro >te interesse voor haar krijgt. De opnamen zijn geëin digd en in de regisseurskamer zit Fanny rr.et den ontdekker van haar talent en vertelt hem, hoe zij voor eenige jaren Billy, haar jeugdliefde, in de we reld was gevolgd en gelukkige tijden met hem door bracht, tot zij op een dag ontdekte, dat zij in han den was gevallen van een lichtzinnigen avonturier. Terug kon zij niet meer en zoo bleef zij bij hem; steeds dieper zonk zij tot daar, waar de regisseur haar vondp. De regisseur belooft haar te zulien zwij gen en haar te helpen een nieuw leven te. beginnen. fïet proces tegen Billy, die op de vraag, wie zijn medeplichtige was, het antwoord schuldig bleef, en door Dr. Frankün tot twee jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld, is de laatste herinnering voor Fanny aan haar verleden. Eenige jaren zijn verloopen; Fanny is de echtgo- noote van Franklin geworden on zoo weef in do kringén teruggekeerd, waaruit zij kwam Maar ook Billy is weer vrij en hij houdt nog van Fanny; doch le onmogelijkheid haar te vinden, drijft hem ruste- 'oos naar alle plaatsen, waar eenige herinnering aan verbonden was Met den één-oogige spreekt, hij af een nieuw ..krakio" te doen: de villa van Frankün zullen zij een bezoek brengen en wel op een avond als alten in huis zich in de feestzaal ophouden en de woon kamers buiten bewaking zijn.. Gulle lach, vrooüjkheid en muziek vullen het huis van Franklin; een levend beeld van een beroemd schilderstuk heeft zooeven de geestdrift van de gasten opgewekt en Fanny haast zich naar haar ka mers om het origineels stuk te haten. Op het punt terug te gaan naar haar gasten, wordt zij doodelijk verschrikt: zij gelooft, dat zij droomt, als zij den De enveloppe droeg- het adres van Mei. Edifch van Manstem en dairboven prijkte heb dik onder streepte woord: „Eigenhandig-". HOOFDSTUK IX. ProfessorWaïïroth vernam by zijn thuiskomSb, dat juffrouw Ingeborg een hevigen aanval' van hoofdpijn had gekregen en op haar kamer wenschte te Wijven. Hy moest dus wel alleen den middags maa tyd gebruiken en daarna ging hij in een tame lijk ontevreden stemming aan zijn schrijftafel zit ten. teneinde zich door ingespannen arbeid met eenige zeer moeilijke vraagstukken van de onaan gename gedachten te bevrijden? die hem juist nu onmiddeTlijk voor zijn huwelijksdag 7 dubbel zwaar drukten. De schemering was reeds aangebroken en hy wilde juist om de lamp bellen, toen na een be scheiden tikje de deur openging, om de hooge, slanke gestalte van een gesluierde dame door te laten. „Edith!" riep de professor verbaasd uit, toen hij de onverwachte bezoekster wat scherper had opge nomen. „Aan wolk gelukkig toeval dank ik deze aangename verrassing!" Zy lichtte haar sluier op, maar zij weerde hem af, daar hij haar behulpzaam wilde zijn bij het uittrokken van haar mantel „Vergeef mij, dat ik je hier in je eigen huis kom overvallen," begon zij het gesprok. „Ik kom niet voor mijn eigen belangen, maar alk Bemiddelaar* ster van een ander. En deze andere had'zulk een haast mot do zaak, dab ik alleen al uit medelijden met hom alle bedenkingen1 op zij moest zetten". „Dat is een inleiding, die mij' zeer nieuwsgierig moet maken, geEefde Edith", merkte de professor op, terwijl hy tegenover haar plaats nam. „Wie is dan wel de gelukkige, die zich in zulk een rijke mate in je deelneming mag verheugen?" „Herinner je je nog 't onderhoud, dat wü op den dag na onze verloving gehad hebben des tijds, toen ik uit j'ouw mond voor de eerste maal' vernam, hoe vijandig je dochter zioh tegenover onze verbintenis had verklaard?" „O ja, dat herinner ik mij nog heel' goed" ant woordde de professor aarzelend, „het was op den- zelfden# dag, dat ik dezen doctor Artois bij jou aan huis loerde kennen." Edith knikte om daarna haastig voort te gaan: „Ik zei jo destijds dat er slechts één mogelijkheid! bestond, my uit den onbeschrijflijk pijnlijken toe stand te bevrijden, waarin ik ooor do houding van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9