ficliager Courant
Geef ze wat
hun. toekomt.
öïie dagen per Autocar langs de
Bretonsche Westkust.
Zaterdag 25 September 1926,
69ste Jaargang. No. 7918.
Derde Blad.
ii|i
Feuilleton.
Geen geweten.
Plaatselijk Nieuws.
tan
aan
gier voor Dinsdagochtend uit Quimper en de «aak
was in orde. Het was maar goed ook, want om 7
uur hield Quimper zich doof. Dinsdagochtend was
ik natuurlijk present in Quimper. Daar kwam de
biljettènjuirrouw mij vertellen, dat ik mijn biljet
aan haar te danken had. Juist hoorde een der chaufl
feurs het, die later tegen mij zei de: het laatste
woordtin deze aangelegenheid is voor deze juffrouw
nog niet gesproken, meneer, wij ontmoeten van
avond den inspecteur van onzen dienst on dan zul
len mijn maat en ik eens vertellen, hoe door een
gelukkig toeval U bij ons hebt kunnen boeken en
hoe anders uw .plaats onbezet was gebleven, tot
verlies der maatschappij en< ons en tob ongerief
van Een Engoischman, die medepassagier was,
en de zaak hoorde, kon niet nalaten te zeggen,, dat
Juist hpb ik oen zeer belangrijk book ffolezen
,Opetandigen" van Jo van AmmersKliller, en
genoot van do levendige beschrijving, hoe liet lieve
Parissicnnetje Miebet je Sylvain por trekschuit het
gehate Leidon verlaat.
Do spoortrein, door den ouden Coornvél't, oen uit
vinding van Beëlzebub genoemd,' was toen, hu
ruim tachtig iaar geleden, in Holland nog onbe
kend en in andere landen juist in hot begin-stadiuml
Deze zelfde spoortrein ziot zich op allerlei wijze,
nu na tachtig ïaren, reeds verdrongen.
Ik wil van ae Luchtvaart, van de Luchtbeurr-
vaart, zooals ik het eens in oon artikel, nu oen
paar jaar geleden noemde, niet spreken, maar ik
ril hier de aandacht vestigen op# de motor-char-a-
bancs, als ooncurrent' van don spoorweg.
Ik neb U reeds verteld, hoe vreesdijk oio tocht
per spoortrein was geweest van Parijs naar Conoar-
ne in, op dien snikhooben zomerdag. Ik heb U ovon-
eena reeds verteld, met wolk genoot ik de auto
dhur-ii-banos tochten naar Morgat on Bénodet ge
maakt had. U zult zich dus vyol kunnen begrijpen,
dat ik een willig oor leende om een deel van mijn
terugreis per spoor te bekorten, door oen gedeelte
per auto te doen on nog te moor, omdat net mij
minder dim per spoor zou koeten on ik allerloL
moois zou zien. Nu is het begrip minder kosten,
altijd betrekkelijk. Ik behoor nu eonmoal tot die
meneohen, die nooit goedkoop uitzijn, on altijd woer
uister ik mot stemme verbazing naar de verhalen
van lieden, die altijd koopies snappen. Daar ik
altijd wat. men noomt „op ae koffie kom", heb ik
de grootste bewondering1 voor die knappe koppen,
die alles zoo goed kunnen uitrekenen. Of ze echter
sooveol pleizior in hun leven hebben als ik, arme
Stommeling, die steeds op de koffie kom, dat kan.
ik niet beoordeelen.
Nu moet men echter niet denken, dat ik ma
met open oogen boet Iaat nemen. Het tegemdee.
ondervond de oiijettenverkoopster in Quimper. Laat
ik U dat even vertellen! Er is door cfe'twee spoor
wegmaatschappijen: Etat en Paris-Orleans een auto
dienst georganiseerd. Deze maatschappijen inzien
de. dat men nu eenmaal' rekening moet houden
met de ocneurrentie van den motor, hebbende explbi
fcatie der motordiensten in eigen handen genomen
en organiseoren o.a. eon zesdaag-sohe motor-ohar-a-
bancs-toer door Bretagne. Veel, EngeLsohen maken
daarvan gebruik. Die koopen in Londen een biljet
n maken de volgende reis: LondenSouthamptom-
üfc. Malo. St. Malo naar Dinan. In Dinan begint
hot toch maar verduiveld gemakkelijk was, als je
de landstaal machtig was. zoodat ie voor je zelf
kon zorgen. Hij roisdo als een oolli, &nds hij in
St. Malo was aangekomen en liet met zich tollen
inn sollen on dankte den hemel, dat do monschen
zoo braaf waren on zoo goed voor nom Zorgden,
want verstaan deed hij geen woord.
Ik moet zoggen, deze alleraardigste baas ovor-
dreof we! wat, want hij kon zich aardig redden om
zoo allerlei to regelen en to krijgen
Dat had ik in Uoncarnoan juist anders meege
maakt. Daar had 14 digen lang, twee tafeltjes
verderop, een Amerikaaneno schilder o:'n overbuur
man gehad, dien hij doctor in de phÜoeophie noem
do en "die om atou r-seh i ld er was. Deze man heeft
14 dagen Tang twee maal per dag aan mij gevraagd
wat water in het Fransen was. Ik heb hem eerst
uitgelegd en opgeschreven, dat hij moest zegghn
tegen het dienstmeisje: Madame, de Peau fraiohes'il
vous pl'ait. Toen ik bemerkte, dat dit zelfs duide
lijk geschreven en toegelicht een onmogelijke taak
wils, schreef ik op: de Peau! Do man heeft ook
dat niet kunnen onthouden on is weggegaan naar
het Groote Amerika, zonder te weten wat water
in hot Fransoh is. Toch heeft zoo'n geleerde ridder
natuurlijk thuis den mond vol over Frankrijk. Tn
dat Amerika worden zulke slihimelingen nog rijk
ook. Er zijn nog altijd grooter ezols!
Ik had eon prettig plekje in de motor-char-è.-
bancs, nl. achterin. Links van mij zat een# En
dan een zesdaagsche autotocht. Eerst dwars
Bretagne naar Vannes (Zuidwestkust). Tweede dag
VannesQuimper. Derde dag Quimper, tocht naar
Meil!, Donardencz en terug naar Quimper.
Vierde dag QuimperMorliaix. Vijfde dag Mor-
JlaixSt. Brieux. Zesde dag St. BrieuxDinard,
tot aan het bootje, dat U naar St. Malo 'kan over
aten. - ai
Ik wilde nu den 4en. 5en en 6en dig meemaken
60 besprak het met do genoemde juffrouw, die
echter Beweerde, dat tot en met 15 September alle
plaatsen in de auto's bezet waren en mij'raadde
een eigen gewone auto te huren. Ik schijn pr dus
met mijn oude versleten pakjes uit rijker^ dagen,
als miuionnair uit te zien. Daar ik het niet ben,
bedankte ik de juffrouw vriendelijk voor haar
uitmuntende inlichtingen en telefoneerde, in mijn
hotei te Concarnean terug gekomen, met de spoor
wegmaatschappij zelf en... krèeg antwoord, dat
ar plaats zou zijn over een week. Dus precies zoo
als ik wilde. Opeens deed zich Zondags een eigen
aardig incident voor. Toon ik v(*>r aon lunch in
het hotel kwam, had juist Quimper opgebeld, dat
er zeer waarschijnlijk geen plaats zou wezen on dat
ik om 7 uur nog eens moest opbellen.
Ik zat dien middag thee te drinkon. toen mijn
aandacht getrokken werd door twee keurige auto-
oarh-k-bancs, die langs kwamen. Wat las ik? Het
waren mijn auto-cars van de „Tour de Bretagne".
Mijn thee betaald en op zoek naar de wagens. Die
stonden voor de beroemde Viilo Close, de oude ves
tingstad van Concarnean. Een praatje met de
chauffeurs en die boekten mij heel kalm als pasea-
Roman van REINHOLD ORTMANN.
i4.
Hoewel hij bij zijn laatste woorden haar dich
ter was genaderd, iag er toch nog altijd do ruimte
van de ha.ve kamer tussohen hen beiden en het
klonk na niet bep iald als oen aanmoediging tot
ïnere daden, t-oen Ingeborg antwoordde:
,Ik geloof u doctor, aat u het gced met mij
meent en ik zal u daarvoor steeds tot den hartelijk
sten dank verplicht blijven. "Maar u wen^ohc toch
een geheef openhartig, oprecht antwoord van mij
te ontvangen, niet waar?"
Met s.iamgeknepen lippen knikte hij zwijgend.
;n ijzige windvlaag
ïuemkasteelen aan
go!sch meisje, voor mij oen Engel >ohe, nog jong»
name, tussohen haar 10-jarig dochtertje mui ha ir
man, rechte van mij een ranjzenoar en zijn vrouw
voor hen. hun dochtertje van 16. Later zal' ik
wol gelegenheid hebben mijne andere medepa.svo
giers aan voor to stellen.
We verlieten Quimper, onze wagen vertrok hot
eerst. Myn.buurnvin was por naohttroin uit. Parijs
aangekomen en had zijn vrouw en dochter nu juisr
getroffen. Deze beiden waren Zondags 's morgen*
te Viinnos ingestapt en Bidden nu in twee digen
alles gezien, wat ik van uit Concarnean gedaan had.
De Engclschmnn voor mij was bijna oen oarrica-
tuur. met zijn regenjas om zijn hals geslagen, en
een hand stijf voor den mond. Zijn vtouw was vol
Teven en belangstelling en keek allés góed pa op
kaart en in gids. Het dochtertje was voorbeeldig
zoet. Wanneer ze zich ging vorveten, haalde" ze haar
pop „FTossy" voor den dag. FTossy kon wel is
waar niet' lx>gen op uiterlijk schoon,, maar daaren
tegen zeer oo de liefde van haar moedertje, dat, zoo-
als de moeder mij verleide, zonder Flossy in haar
armen, niet kon skipen.
Het is van zelf sprekend, dat ik do andere pa&sa-
f'ers nog niet haa 1'eeren kennen, maar spoediger
in ik dacht, zou hot ijs gebroken worden.
•Ik heb U alr gezegd, dat de route ging om de
prachtige kust van Bretagne te bezichtigen en zoo
kwamen wij ook aan het heerlijke punt. genaamd
Point du Kaz. Hooge klippen rijzen hier uit zee
op en men heeft een prachtig vergezicht als bij
Point des Pois, hetgeen ik U vroeger reeds beschre
ven heb. Wij hadden een half uur gekregen om ons
te vermeien in don aanblik van de klippen, die
in zee achter elkaar opstegen, of naar het strand af
te dalen en weer naar boven te klimmen, een goede
gymnastiek, door twee Belgische jongelui onder
nomen. Do 30 minuten waren om, we zaten alle
maal, ook do Belgische jongelui, al hadden ze het
nu heel warm, waren op hun plaats maar... eon van
het gezelschap ontbrak. Heb was eon oudere En-
(go'.sohe dame, die alleen reisde en waarmee men al
voel last gehad,, o.a. had zo don vorigon dag, ver
telde men mij, do ka.p willen ophebben, toén heb 2
druppels regende. Dit was voorkomen, doordat de
ohauifeur aeed, afsof hij geen woord Engelsoh
verstond, terwijr zij geen woord Fransch sprak en
de andere reizigers plotseling deden of ze doofstom
ot gék geworden waren en mets begrepen. Niemand
wilde om twee druppels regen onder oon kap zitten.
Maar nu was heb ernstiger. Onze oudo „tante
Barhara", zooals ik haar al gedoopt had, was weg
en bleef weg. Daar kwam iemand .op het idéé mot
eon verrekijker klippen en strand 'ar te zoeken en
jawel, heel in de verte op het strand zag. men twee
figuren .praten, een Bretonnor visscher on tante
Barbara. Een der jonge Engetschen lïesloot haar
te gaan halen en kwam na een klein uur, met haaf
tterug. Ze was op haar eentje gaan wandelen, was
had tot
- ,,Qi
dan steeds over de rotsen in de richting van die
den \veg kwijt, geraakt en 1
steeds één woord herhaald
toen aan den vissoher
luimper". Hij
standigheden het mü veroorloofd hadden, dan zou
ik er ook stellig' de voorkeur aan gegeven hebben
nog te zwijgen en zoo lang in stil verlangen naar
au-v.u u ^1' ljy 1
Hij kreeg een gevoel', alsof een
AR
ilotseiing «1 zijn hemelhoogs
iet wankelen bracht.
„Ik wil niet vragen, waardoor u tot de over
tuiging gekomen bent, dat mijn tegenwoordige too-
Btand een pijnlijke en bijna onverdraaglijke is ging
Ingeborg voort, „en aangezien ik u voor mijn vriend
houd, wil ik u daarom openlijk bekennen, dat uw
vermoeden u niet bedrogen heeft Ja, ik verlang
van ganscher harte weg te komen uit dit huis, waar
in, binnen korten tijd een vreemdelinge de plaats
van mijn onvergetelijke moeder zal innemen. Dit
sterke verlangen evenwel ik moet u dat eerlijk
wtennen, doctor zou ook de eenige reden zijn,
Je er mij toe zou kunnen doen bes. ui ten, uw aan
bod aan te nemen. Nog ben ik niet in staat de
helde, die u verzekert voor mij te gevoelen, op de
zelfde wijze to beantwoorden en ik vrees bijna, dat
achting en dankbaarheid u ontoereikende orsatz-
ntiddefen zullen toeschijnen voor datgene, wat u
to werkelijkheid van mij hoopt."
Haar woorden waren ten laatste nauwelijks ver
staanbaar geweest. Haar zelfbeheersching, waartoe
z« zich met moeite gedwongen had, was zichtbaar
bijna ten einde. Artois wist echter 'onmiddellijk den
juisben, vriendschappolijken warmen toon te tref
fen, die de mluatie redde.
?,Uw 'antwoord, dierbare Ingeborg verrast mij
punder, dan u Vermoedt. Onze kennismaking da
teert pas van eenige weken en u hebt in' don la.it-
&ten tijd onder den druk van zulke eigenaardige
wnsbandigheden geleefd, dat het zoete wonder der
liefde zich wel nauNveiijks in zijn volle heerlükheid
aan u hoeft kunnen openbaren. Indien de om-
üw gunsten gedongen hebben, totdat datgene ge
schied was, dat vo.gens mijn vaste overtuiging op
zekeren dag ongetwijfeld geschieden zal. Maar
ter wille van uzelf heb ik gemeend niet langer te
mogen aarzelen, terwijl1 ik thans bovendien de ge
lukkige zekerheid bezit,; dat achting en dankbaar
heid hier niqjs anders zijn dan de voorboden en ver
kondigers der liefde; daarom is datgene, wat u mij
thans wilt toestaan, afbetaling genoeg op heb' toe
komstige, kostbare geschenk. Ook wanneer de we
reld mij als uw echtgenoot beschouwt, zal ik slechts
uw trouwe, onbaatzuchtige vriend zijn, totdat de
aandrang van uw eigen hart u zal aansporen mij
hoogere rechten to vorl'eenen. Bent u met deze
verklaring tevreden, Ingeborg? En u wilt mij nu
toestaan deze lieve, aangeboden hand als de mijne
te beschouwen?"
„Ja!" antwoordde zij toonloos on Artois gaf
haar het eerste bewijs van zijn ridderlijke gevoe
lens, door haar niet aan zijn borst te drukken,
doch door er zich mede tevreden te stellen, haar
hand aan zijn lippen te brengen. Eon siddering
voer door haar loden, toen zij de brandendo aan
raking voelde, die zoo hemelsbreed verschilde van
die kus, welke Valenten Düringhoffen eon kwartier
geleden op haar slanke vingers gedrukt had en niet
in staat zich nog langer te beheersohen, bedekte zij
snikkend haar oogen met de vrngebleven linkerhand
„Gaat u thans heen, dootor" hernam zij na eenige
i oogonbiikken, gedurende welke Artois haar teodero.
bemoedigende woorden had toegesproken. „Ik zal
i mijn vader alles moedeelon, zoodra hij thuiskomt."
j „Indien mijn raad voor u van eonig belang
i is, iieve Ingeborg, dan zou ik u willen vragen,, van
dat plan voorloopig af te zien. Het zou immers
een allesbehalve gunstigen indruk op hem maken,
wanneer de professor het eerst uit uw mond ver
nam, wat zich hier heeft afgespeeld. Laat u het
maar gerust aan mij over hom daarvan in kénnia te
stellen en hem om uw hand te vragen."
„Maar het bezwaart mij zeer, dit geheim voor
hem te Verbergen. Juist tnu zou ik niets willen
doen, dat hom aanleiding zou kunnen geven, mij
een gerechtvaardigd verwijt toe to voegen."
begrijp uw gevoelens volkomen on ik eer
biedig ze. Nooit zou hot in mij opkomen u ervan
to verdenken, dat u langen tüd geheimen voor unv
vadér zoudt verbergen. Maar net gaat in hot uiter
ste geval slechts om eon uitstel van enkelo uren.
Vanavond nog denk' ik mot uw vader te spreken,
stad/ maar wist natuurlijk niet wat ze bedoelde.
Ik ben zoo vrij geweest haar te vertelen, dat er
onder ons lieden waren, die 5 talen spraken en niet
doof waren en toch zorgden, niet te ver af te dwa
len en ik moet zeggen, we hebben haar later nooit
ta eer heolemaal verloren, al hebben we dan ook
steeds, als we haar zagen dwalen, haar bij haar
j as je gepakt, on in de richting van de halteplaats
een duwtje gegeven.
Vooraan, naast den chauffeur, zaten de 2 Bel-
fen, daarachter een dame en heer uit Jersey en
aanraast nog twee Engelsche heeren. Daarachter
een Belgisch echtpaar, neel 'stil en saai, die veèl
fotografeerden en daarnaast tante Barbara en
daarnaast ee* stille Engelsche dootor uit Wales
die zeer troteoh was, een Welshman te zijn. Daar
achter mijne reeds beschreven voorburen en dan
mijn rij. Onze bagage was in een gToote bak achter
in onder den wagen geborgen en ik had mijn dop
hoed netjes achter mij in den kap gedeponeerd met
mijn regenjas er omheen, hetgeen echter niet heeft
kunnen verhinderen, dat mijn hoed erg geledon
hoeft. In do kap van oon auto is hot altijd oen ris
kante bergplaats voor alles, laten mijno lezeressen
en lozers dat nooit vergoten. Laat ik nu nog oven
vertellon, dat do 4 Engelsehen van do voorste rij
on do Welshman den geheelen reis meemaakten en
betaalden voor do geheelo toer incluis hotels (vijf
nachten) en 8 maal -daags eten, do somma van
frs. 490 (vierhonderd negentig franks), hetgeen toon
in Hollandsoh gold vvas f35 (vijf en dertig guldon)
tper persoon óf te weT zes guldon por dag.
Wanneer men zijn leven lang in een motor-ohar-A-
bancs kon blijven rondrijden, was je goedkoopor
uit, dan wanneer jo je thuis gaat bekrimpen.
Ziedaar het succos van het moderne toerisme en
van den gaven gulden.
Nu heb ik IL denk ik, voldoende nieuwsgierig
gemaakt, om to verlangen naar een volgend artikel,
dat U zal' vertellen Nvat nvo gezien hebben.
Schoenen vragen meer dan
glans alleen. Erdal bevat
stoffen, die het leer soepel
en lenig houden. Gebruikt
Erdal en Uw schoenen
blijven langer „In conditie.'
voor het geval' hij tenminste niet zal weigeren
mij te ontvangen."
„Goed dan! Ik schik mij geheel naar uw wil.
Maar het 'zal dan nog noodzakelijker zijn, dat u
«thans vertrekt. Hij kan ieder oogenblik terugko
men."
Thans maakte dootor Artois geen verdere tegen
werpingen meer en nadat hij haar nog eens teeder
de- hand gekust had, richtte hij zijn
schreden naar de deur. Halverwege bleef h.ij echter
staan, om op onverschilligen toon, als gold het
een opmerking van ondergeschikten aard, te zeggen
„Zelfs al zou het meisje daarvan iets mogen verra
den. dan zal mijn bezoek voor den profe -s .r nauwe
lijks iets opvallends hebben. Ik ben dan op precies
dezelfde _wrjze ontvangen, zo >ais u eersv oSk. Va,en-'
tin Düringhoffen hobt ontvangen. Want u Jiebt
hem toch gesproken niet waar?"
„Ja!" De toevallige ontmoeting met den heer
Düringhofi'en was mij zeer welkom, daar ik nog
iets iegons hem goed te maken had."
„Ah vandaar dus die warme geestdrift, waar
mee hij boneden op do steenon trap over u sprak.
De dochter van don deurwaarder Loopard had
dat echter niet mogen hoeren."
Zichtbaar onaangenaam getroffen keek Ingeborg
op: „De dochter van een deurwaarderP En
waarom niet? Wat heb ik met haar uit te staan?"
„U natuurlijk niet net minste! De heer Düring
hoffen echter vermoedelijk des .te meer. Er be
staan, naar ik vermoed, zeer innige betrekkingen
tussohen hem en dit jonge meisje, dat
„Ik zou mij niet gaarne met de privó-anngelo-
genhe^en van uw vriend inlaten, doctor," vief In
geborg liem met rustige vastberadenheid in do rode.
„En mijnheer Düringhoffen is toch uw vriond,
-aar ik meen gchoofca. ",1
„Zeker, zeker! W
naar ik meen gchockd te 'hebben."
zyn ,oude studiemakkers. Een
„ziener, zenen wn zyn .ou-oo studiemattkers. Een
voortreffelijk mensch en ik twijfel er niet aan,
of 'hij zal in oen huwelijk met juffrouw Leopardi
zeer gelukkig worden. Maar u hebt gelijk:, het is
feitelijk beter, dat ik den professor thans niet
ontmoet."
.Hij vertrok, maar hy keerde'niet direct naar zyn
eigen woning terug, want hij trad een naastbij-
ge egen postkantoor binnen, om daar op do achter-
?11 .1 A nr.n 4* ..Ia... 1. i.
----- w— Op
straat aan oon jongen overhandigd, die aangemoe
digd door een fünkefooi zich haastig verwijderdo
in 'de richting van het stadsgedeelte, dat het
adres aangaf.
FRYSKE KRITEN.
Bestuursleden van de Fryske Kriten te Helder,
Hoorn, en Schagen, hielden te Schagen eene bespre
king van de vraag: Hoe het werk van de Kriten
meer productief gemaakt kan worden. Voorzitter de
tieer Jensma te Lutjewinkel, wees er op, hoe het
werk van de eene Krite, ook ten nutte van andere
Kriten zou kunnen dienen. Enkele sprekers wilden
gemeenschappelijke bijeenkomsten, of openlucht
uitvoeringen. Schagen was als centraal punt daar
voor bijzonder gelegen. De muziektuin aldaar, zou
als terrein van uitvoering kunnen dienen. De Krito
Hoorn zal dit punt ook met de Kriten Enkhuizen en
Purmerend bespreken. Een dor gevolgen van deze
bijeenkomst was, dat de Krite Scagen in het ko
mende seizoen eene tooneeluitvoering van de Krite
Helder en een van de Krite Hoorn kan verwachten.
MOEDERCURSUS WITTE KRUIS.
Wij verwijzen gaarne even naar de advertentie,
in dit nummer voorkomende, in zake aangifte voor
den a.s. moedercursus.
De beide vorige cursussen hier gehouden, hadden
»«en groote deelname, zoodat we verwachten dat het
nu ook niet aan deelneemsters zal ontbreken.
THEATER ROYAL.
Het ts deze week wederom een zeer mooie film
die het Theater Royal brengt, n.1. Do Rcode Muis,
naar de zoo bekende novelle van Rudolf Meinert.
Het is een beroemde Ifa-film. De korte inhoud ver
telt ons het volgende van hetgeen er op het doek
gebeurt.
De wereldstad is in het nachtelijk duister gehuld;
spookachtig stoken de wolkenkrabbers trots tegen
den zwarten hemel af; dood liggen do reuzen, lie
overdag het toonbeeld zijn van leven en beweging.
Plotseling wordt een venster door een lichtstraal
beschenen, maar oven snel is deze woer verdwe
nen; dan verschijnt het licht weer eenige seconden
als een bliksemschicht en verspreidt een hel licht
over een der kamers van het groote gebouw.
Met hoeveel angst volgt de één-oogige, die zich
verdekt heeft opgesteld achter een boom, het loven
loos schijnend lichaam. Met hoeveel argwaan loert
hij in het nachtelijk duister.
Als uit den grond gerezen, staan politie-igenten
naast den één-oogige; één slag on hij is onschadelijk
gemaakt, doch heeft nog juist tijd genoeg eon w\aar-
sehuvvingssignaftl te geven cn boven in de kamer
wordt het signaal gehoord. Twee mcnschcn zijn doo-
delijk verschrikt en willen vluchten. Het zijn Billy en
Fanny, bijgenaamd „De Roode Muis". Hun vlucht
is voorbereid, maar de balk van het dak is niet
sterk genoeg om beiden te dragen Daarom laat
Rilly de vrouw alleen van de balk gebruik maken,
die ov.er de daken vlucht, terwijl Bllly door de po
litieagenten wordt meegevoerd.
In-de Kentucky-Film-Company wordt de regisseur
wanhopig over den artistieken aanleg van zijn hoofd
vertolkster, die zich in het geheel niet kan inleven in
haar rol als apache. Een bezoek aan een apachen-
kroeg zal haar duidelijk maken, hoe menschen in
zulke kringen omgaan. Hier leert de regisseur
Fanny kennen en hij vindt zooveel oorspronkelijk
heid in haar en zooveel lieftalligheid en uiterlijke
geschiktheid voor den film, dat hij gauw besluit,
haar zelf de rol te laten spelen.
Roven verwachting vervult Fanny de rol en niets
is natuurlijker, dan dat Dr. Frankün, de beroemde
jurist, die als gast de opnamen bijwoont, gro >te
interesse voor haar krijgt. De opnamen zijn geëin
digd en in de regisseurskamer zit Fanny rr.et den
ontdekker van haar talent en vertelt hem, hoe zij
voor eenige jaren Billy, haar jeugdliefde, in de we
reld was gevolgd en gelukkige tijden met hem door
bracht, tot zij op een dag ontdekte, dat zij in han
den was gevallen van een lichtzinnigen avonturier.
Terug kon zij niet meer en zoo bleef zij bij hem;
steeds dieper zonk zij tot daar, waar de regisseur
haar vondp. De regisseur belooft haar te zulien zwij
gen en haar te helpen een nieuw leven te. beginnen.
fïet proces tegen Billy, die op de vraag, wie zijn
medeplichtige was, het antwoord schuldig bleef, en
door Dr. Frankün tot twee jaar gevangenisstraf
wordt veroordeeld, is de laatste herinnering voor
Fanny aan haar verleden.
Eenige jaren zijn verloopen; Fanny is de echtgo-
noote van Franklin geworden on zoo weef in do
kringén teruggekeerd, waaruit zij kwam Maar ook
Billy is weer vrij en hij houdt nog van Fanny; doch
le onmogelijkheid haar te vinden, drijft hem ruste-
'oos naar alle plaatsen, waar eenige herinnering
aan verbonden was
Met den één-oogige spreekt, hij af een nieuw
..krakio" te doen: de villa van Frankün zullen zij
een bezoek brengen en wel op een avond als alten
in huis zich in de feestzaal ophouden en de woon
kamers buiten bewaking zijn..
Gulle lach, vrooüjkheid en muziek vullen het huis
van Franklin; een levend beeld van een beroemd
schilderstuk heeft zooeven de geestdrift van de
gasten opgewekt en Fanny haast zich naar haar ka
mers om het origineels stuk te haten. Op het punt
terug te gaan naar haar gasten, wordt zij doodelijk
verschrikt: zij gelooft, dat zij droomt, als zij den
De enveloppe droeg- het adres van Mei. Edifch
van Manstem en dairboven prijkte heb dik onder
streepte woord: „Eigenhandig-".
HOOFDSTUK IX.
ProfessorWaïïroth vernam by zijn thuiskomSb,
dat juffrouw Ingeborg een hevigen aanval' van
hoofdpijn had gekregen en op haar kamer wenschte
te Wijven. Hy moest dus wel alleen den middags
maa tyd gebruiken en daarna ging hij in een tame
lijk ontevreden stemming aan zijn schrijftafel zit
ten. teneinde zich door ingespannen arbeid met
eenige zeer moeilijke vraagstukken van de onaan
gename gedachten te bevrijden? die hem juist nu
onmiddeTlijk voor zijn huwelijksdag 7 dubbel
zwaar drukten.
De schemering was reeds aangebroken en hy
wilde juist om de lamp bellen, toen na een be
scheiden tikje de deur openging, om de hooge,
slanke gestalte van een gesluierde dame door te
laten.
„Edith!" riep de professor verbaasd uit, toen hij
de onverwachte bezoekster wat scherper had opge
nomen. „Aan wolk gelukkig toeval dank ik deze
aangename verrassing!"
Zy lichtte haar sluier op, maar zij weerde hem
af, daar hij haar behulpzaam wilde zijn bij het
uittrokken van haar mantel
„Vergeef mij, dat ik je hier in je eigen huis kom
overvallen," begon zij het gesprok. „Ik kom niet
voor mijn eigen belangen, maar alk Bemiddelaar*
ster van een ander. En deze andere had'zulk een
haast mot do zaak, dab ik alleen al uit medelijden
met hom alle bedenkingen1 op zij moest zetten".
„Dat is een inleiding, die mij' zeer nieuwsgierig
moet maken, geEefde Edith", merkte de professor
op, terwijl hy tegenover haar plaats nam. „Wie is
dan wel de gelukkige, die zich in zulk een rijke
mate in je deelneming mag verheugen?"
„Herinner je je nog 't onderhoud, dat wü op
den dag na onze verloving gehad hebben des
tijds, toen ik uit j'ouw mond voor de eerste maal'
vernam, hoe vijandig je dochter zioh tegenover onze
verbintenis had verklaard?"
„O ja, dat herinner ik mij nog heel' goed" ant
woordde de professor aarzelend, „het was op den-
zelfden# dag, dat ik dezen doctor Artois bij jou
aan huis loerde kennen."
Edith knikte om daarna haastig voort te gaan:
„Ik zei jo destijds dat er slechts één mogelijkheid!
bestond, my uit den onbeschrijflijk pijnlijken toe
stand te bevrijden, waarin ik ooor do houding van