VAN DITEN VAN DAT EN VAN ALLES WAT Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 2 October 1926. No. 7922. Dc kwajongen van 1975. RADIO. PANTOMIME. Denkt om Uw gezondheid. VEIE GERT IJ Du Jantje liep maar steeds te zeuren En te dreinen nu en dan, Jantje wou een vlieger hebben, Want daar had je echt wat an 0 zoo'n sterke, groote vlieger, Vol met sterren, fijn omrandi, Die goed boven wind kon komen En zóó opgaat uit je hand! Vader zou de latjes maken, „Och, zoo'n kind wil wel es watt" Jantje moest hem zelf maar plakken, Als z'n moeder stijfsel had. Vader zaagde, mat en schaafde, Jantje plakte van belang, Toen ie 's avonds naar z'n bed ging Hing de vlieger in de gangl Op een winderigen middag Danste vader door de wel, Jong en jolig als een veulen» Vliegensvlug en vliegerblij! Jantje zou wel op gaan gooien', Vader draven en de rest, Mbedert kon 'em thuis zien vliegen, Met zoo'n briesje ging dat bestl Tollend als een mallemolen Deed de vlieger dwaas z'n plicht, „Halt!" riep vader, ,,'k laat 'em zakken, „Want de staart die is te licht!'* Jantje grijnsde op een afstand Als een baat'lijk vliegenier En de vlieger sloeg te pletter Met een barst in het papier!!- Net toen vader, diep wanhopig, In het touw te draaien stond, Kwam 'em een agent hekeuren. Loopen op verboden grond! Luchtig greep ie z'n sigaren, Want hij voelde al de strop, „Kom agent, es even rooken?" Maar die vlieger ging niet op! Tn den winderigen avond' Slopen ze naar moeder toe Af et een scheefgezakt geraamte, Jantje hu!Me: „Oe-oe-boe!" Vader bromde van „bekeuring" En van „eigenwijze aap", 'sA vUids schreide een zielig ventje Va ellende zich in slaap. Met maatschappelijke vliegers Is 't hetzelfde mal gezicht Och, we dreinen, plakken, draven En de staart blijkt vaak te licht! Als ze dan te pletter tollen, Met een barst of zwaargewond. Komt de concurrent bekeuren Loopen on verboden grond!! September 1030. Alle rechten voorbehouden! KROES. Een vreemdsoortige geschiedenis door Sirolf. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.) Pa zat rustig op het dak zijn draadlooze ^krantje te lezen, dat in de lucht tegen een grijze regenwolk geprojecteerd werd, toen Flip, zijn ©enig geborene, met een 100 K.M.-vaartje uit de lucht kwam: vallen,, rakelings lang» zijns vaders hoofd scheerde en bin nen de 3 meter zijn modderige ééndekker tot stil stand; bracht. Terwijl de motor nog zachtjes ronkte, sprong Flips uit de cabine en riep: „Hè, Pa, mag ik na het eten nog effe ©en eindje omvliegen?" „Niks d'r van, kwajongen! Op vliegen kan Je! Ben je raar, jongetjes van veertien jaar hooren 's avond» niet meer langs de lucht te zwerven, die moeten oin 8 uur naar bed/", zei' Pa en keek weer naar de draad looze krant. „Hè, gunst, Pa, ik heb nog wel zoo hard voortge maakt ,toen ik uit school kwam. Ik heb Genève-Am sterdam binnen het kwartier gedaan. Eln anders doe ik er altijd een half uur over! En ik had juist met Frangoitje afgesproken, dat ik 'hem' vanavond! in Parijs van de Place Pigallè zou komen afhalen, als ie ten minste van zijn moe mocht. Hij weet'in een zij straatje van die Ru© des Capucines zoo'n fijn adresje voor gepofte kastanjes. Hè toe, Pa, mag ik nou niet effe?" „Nee, je blijft hier, aap van 'm jongen Altijd dat door de lucht zwerven, dan weer in Parijs, dan weer in Moskou of Berlijn. Blijf hier en cirkel braaf wat boven de straat, maak eens een paar mooie loo pings of een aardige „feuille mort©" of een leuke kurketrekker, als een brave jongeft. Waarom moet je nu altijd!, ir^ vreemde buurten zwerven? Bovendien, ik heb er genoeg van! Denk je soms, dat bet geld mij op mijn' rug groeit? Je hebt van de week nu al pre cies 12000 liter benzine gebruikt en bet is pas Woensdag. Om van die twee vaten olie nog niet eens te spreken. Ik mag alleen voor Jou wel een petro- leumbronnetje hebben!" „Hè gunst,, Pa, ik mag ook nooit iets van U! Wélke flinke jongen gaat er nu nog van die kinderachtige kunstjes in de lucht maken, als loopings en kurke trekker®! Ajasses, nee, zoo flauw! Andere jongens mogen van hun Pa wel Zaterdagsmiddags even naar Batavia of Soerabaja vliegen. En ik mag nooit Jets. Als ik effe naar Moskou ga, schreeuwt U al moord' en brand1 over die paar druppels benzine! Eln ik moet het altijd maar met dat ongelukkige oude driemoto- Tige ééndekkertje doen, waarin U ai drie jaar ge vlogen hebt. Frangoitje heeft voor zijn verjaardag een driedekker met 0 motoren gekregen, maar ik krijg nooit iets. Altijd afleggertjes van U. Wie vliegt er nou in 1975 nog in een driemotorig ééndek kertje. Ze lachen me op school allemaal uit. Ze roe pen altijd: Kijk, daar heb je Flips met z'n auto'tje!" ..Zbo'n drommelsch© kwajongen", riep Pa boos. ,Die jeugd1 van tegenwoordig is gewoonweg ver schrikkelijk. Pas op hoor, of ik stuur je gewoon met de luchtdiligence van deK.L.M. naar school. Dan mag je niet eens zelf vliegen! Ik zal je loeren.... Toen ik zoo oud was als jij, in 1940. toen dacht' nie mand er nog aan, om zelf' te vliegen. Dat was niet 24. 1 Het 'aanstaande Radio-seizoen zal in 'het teeken in de weerstandkoppeling staan. Alles wijst hierop ii minste. De weerstandkoppeling op zich zelf, was sedert lAng bekend'. Het feit echter, dat met ze koppeling niet die versterking werd verkregen, s wel gewenscht werd, heeft toepassing op groote haal belet. Bij transformatorversterking werd nl. een verster- ng verkregen door den transformator zelf èn door achter geschakelde lamp. Bij weerstandversterking dit niet het geval, de weerstandkoppeling op zich lf versterkt niet, dat doet alleen de aohtergescha- lamp. Bij: toepassing yan betzelfde lamptype oest dus noodzakelijk de eerstandversterking als ^sterking bet onderspit delven ten opzichte van de ^nsfprmatorveisterking. Nu er echter door diverse l&dio-lampenfabrieken lampen in den handel ge tocht worden met d;en noodzakelijk boogeren vetf- flrkingsfactor is dit bezwaar dus uit den weg aruimd. is echter niet alleen de geringere versterking, foelie ruime toepassing van dit systeem van koppe len tegenwerkte. Ook was bet de vervorming, welke hierdoor optrad. Een transformator vervormt altijd ook de beste en duurste; dat is nu eenmaal niet an ders mogelijk. Het deed echter vreemd aan, dat een weerscandkoppeiing, waarbij dus 'geen overdracht van spanningen (door inductie) op een anderen stroomkring plaats vindt, toch ook vervormde. De oorzaak lag echter aan het feit, dat men verkeerde waarden aan de verschillende onderdeelen van de koppeling gaf. Het bepalen van deze waarden is zeer moeilijk; slechts door het nemen van uitgebreide proefnemingen kon men daarin slagen. Het beste is dus, dit aan de fabrikanten over te laten, Want deze zijn voorzien van alle daartoe benoodigd© instrument ten. De beste manier is dus, een w eerstand k op pel i ng te koopen, die beproefd en wel in den handel ge bracht wordt. Onderstaand schema geeft de schakeling aan van een weerstandkoppeling. De koppeling zelf is in de figuur omlijnd (streeplijntje). De weerstandkoppeling bestaat uit drie deelen, nl.: L De weerstand W. 2. De condensator C. 3. De lek weerstand L.Wl Ieder van deze drie deelen heeft zijn eigen functie te vervullen, waarover een volgend maal uitvoeriger. WAT EEN TOESTAND! Juist als je je man onder tafel een teeken geeft, dat hij genoeg voor de keukenmeid moet overla ten, staat hij op om een raam1 open te zetten en je vraagt je doodsbenauwd af, wie je dón tegen zijn been hebt zitten schoppen! deftig. En toen gingen we nog allemaal met onze auto naar school!" „Ha, ha, die Pat Met een autol Is dat eigenlijk niet zoo'n raar ding op vjer wielen, zooals er één in het Rijksmuseum staat? Zoo'n malle slak, die amper 100 IC.M. liep en dan nog langs den weg? De meester op school heeft er vandaag over verteld. We hebben ons slap gelachen. Met die dingen kwamen de Ba tavieren in ons land, niet Pa? Ha, ha, ik lach me een mikkie, die malle Pa, met zijn auto! Bespottelijk." Eten! Eten! Eten! gilde de loudspeaker vlak naast Pa zijn hoofd. „Hoor, je moeder roept", zei Pa, „vooruit zet je één dekker in het schuurtje en kom mee, naar beneden". ,Hè Pa, nog effe naar Zandvoort vliegen, ik ben in een minuutje terug. Daar krijg ik altijd zoo'n eetlust van!" „Je blijft hier, versta je", baste Pa, nu werkelijk boos. Nog één woord, en ik draai je propeller van je machine af. Dan kan je heelemaal niet meer weg vanavond." „Haha", smaalde Flips, „dan ga ik zweefvliegen, net als de Duitsche studenten in de middeleeuwen, in 1925, deden, zonder motor. Zweef ik effe naar Zandvoort!" Toen verscheen langzaam en statig, een klein luchtballonnetje uit het dakraam. „Zie je wel", bromde Pa, „daar heb je je moeder al met haar 'kamerluchtballonnetje. Nou komt ze ons halen. Heb je de poppen weer aan het dansen." Het ballonnetje kwam boven het raam uitgeste gen, en daar, breeduit gezeten in het mandje zat moeder, met toornige blikken. Zeg eens effe, hoeveel keer mot ik wel loudspieke, voordat je beneden komt om te eten? Die rijsttafel, die ik spciaal uit Soerabaja heb laten komen, staat al een kwartier koud' te worden!" riep moe boos. „Hè jakkes, moe, al weer rijsttafel? Dat lust ik niet. Waarom heb U nou niet wat versche kaviaar uit Pe- trograd laten meebrengen?" zeurde Flips. „Zoo gauw ik kaviaar-centen van je vader krijg, kwajongen", snauwde moe. „En nou vooruit, naar beneden alle twee, Stap maar even. in mijn ballon netje. Pas op, aap van een jongen, stoot je hoofd niet tegen de daklijst!" Met een flink vaartje zakte het ballonnetje, overbe last als het was, naar de huiskamer, waar de rijst tafel stond koud te worden. De algemeene: aanval op de rijsttafel begon. Plotseling riep Pa uit: „Wat krijg jij een vuurrood hoofd, Flips, heb je weer een groot stuk sambal in geslikt? Wat frommel je daar weg in dat papiertje? Laat eens kijken?" Schuldbewust toonde Flips een stukje papier met een groot stuk noode sambal „Wat wou je daarmee", vroeg! Pa streng. „Voor Gretchen", zei Flips onhoorbaar met ©en vuurrood hoofd. „Wat", riep Pa wild uit, „voor dat kleine Duitsche meisje, met die blonde vlechten, waarmee ik je laatfet in Berlijn zag loopen? Zoo, deugniet, dus daarom wou jij vanavond' nog een eindje omvliegen^ niet? Jij moest naar Frangoitje in Parijs, om gepofte kastan jes te halen, niet? Maar ondert'usschen wilde je stie- kum effen naar Berlijn overwippen,- om sambal te brengen aan Duitsche meisjes, S'chand'e is het! Loe ren jullie, dat daar op die Volkenbondsschool in Ge nève? In mijn jonge jaren...." „Ja, natuurlijk, in Uw jonge jaren1...." viel Flips heel brutaal uit, „toen gingen de menschen naar bioscooptheaters of hoe die donkere zaaltjes heetten, en daar keken ze naar verhaaltjes op een doek en dan gaven zo elkaar handjes in het donker, nou enne „Hou je mond, kwajongen, wat weet jij daarvan, hm, hm, in dien tijd, hm, je moeder en ik kwamen nooit in die bioscopen behalve, hm, Zaterdags ©n Maandags, en af en toe Dinsdags en Woensdags ook, hm, maar waar praat jij1 over* deugniet?! Maar ik bracht geen sambal aan Berlijnsche meisjes...." „I-Iaha, dan zou U lang werk gehad hebben, met uw middeleeuwsche autotje! Honderd kilometer per uur! Haha...." „Zwijg, kwaje aap, V'oor je straf ga je na het eten met je ééndekkertje rookregels in de lucht schrijven: tien keer: ik mag geen sambal aan Duitsche meisjes' brengen!" „Goed pa", zei Flips gedwee. Dadelijk na het eten kroop hij in zijn ééndekkertje en begon hoog in de lucht zijn strafregels te schrij ven, met loopings en kurketrekkers. Toen hij voor den negenden keer het woord' .^meisjes" gevolgen had zag Pa plotseling, dat hij uit het gezicht verdween. De stip werd al kleiner en kleiner en toen zag hij1 niets meer. Een1 half uur later ronkte het ééndekker tje weer boven het huis. Het kwam uit de richting van Berlijn. „Kom maar naar heneden", wenkte Pa vriendelijk. Maar op zijn rug hield hij een buitengewoon ouder- wetsch, middeleeuwsch voorwerp. Het was een mattenklopper. Eh even later, kreeg het hypermoderne jongetje van 1975 een mdddeleeuwsch pak voor zijn moderne broekje. I GALSTEENEN. Waanneer een strooppot eenigen tijd ongebruikt op de kei der plank blijft staan, ziet men al heel spoedig kristallen, die zich op den bodem vormen. Suiker kristallen vormen zich zeer spoedig., indien de stroop niet beroerd wordt. Evenzoo vormen zich in' de gal de afscheiding van den lever, kristallen, indien, door een zittend leven of te veel eten, het lichaam lui en de gal niet) voldoende geschud wordt. D'e igal vloeit dian niet gemakkelijk genoeg wordt dik en zwaar en dan vormen zich; harde substanties in de- galblaas, die bekend zijn onder den naam galsteenen. Vele menschen hebben last van galsteenen, zonder dat zij het weten. Ik heb eens bij een lijkschouwing meer dan zeventig galsteenen uit een lichaam ver wijderd: de patiënt had bij zijn leven nooit eenig vermoeden ervan gehad en stierf aan een heel an dere ziekte. Wanneer zich echter een steen' uit de- galblaas weet vrij' té maken en „aan den wandel gaat", dan is er geen pijnlijker proces denkbaar. Iedernca, die aan geelzucht', lijdt, moest eigenlijk} zijn galblaas laten onderzoeken, om te zien of er geen galsteenen aanwezig zijn. In de moderne chi rurgie is hef heelemaal niet .levensgevaarlijk om ze te laten verwijderen. Geelzucht bij oudere patiënten is te vaak een teeken van kanker, om er licht over heen te stappen. Een dergelijk' symptoom eischt nauwkeurig onderzoek bij de eerste verschijning van de gele vlekken. Latente galsteenkwalen' worden slechts zelden vergezeld van koorts aangetroffen, 'Acute geelzuchf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 15