PANTOMIME, HET WEERZIEN. Bijvoegsel der Schager^Courant van^Zaterdag 9 October 1926. No. 7926. RADIO. Denkt om Uw gezondheid. an v< ÏU t (wab 23, - S De weerstand W van de weerstandkoppeling dient een potentiaal spannings) verschil tusschen voi^a oost er en gloeidraad: te verkrijgen. Nu is de. waarde aafs fan dezen weerstand ten opzichte van den totalen eerstand van den plaatkrigg der veorgaaode lamp an grooten invloed op de goede werking van het el. De waarde varieert tusschen 60.000 en 100.000 altil£)i potentiaalverschil is noodig, opdat het rooster ïeWl de verkeersagent, in de Radio-lamp, zooals een voor- ansltaandi Rad'ib-ilfcgienieufl snedig opmerk tie) vo!l- oenden invloed kan uitoefenen op de „komende" egatief geladen electronen. Het rooster wordt hier- oor dus in staat gesteld zijn normale taak te Ver- Ichten. De condensator dient, om het rooster van de ach- ergeschakeldo lamp te beschermen tegen de post je ve plaatspnnoing van de voorbaande lamp. Deze panning kan den condensator niet passeeren en dus et op 't rooster komen. De grootte (capaciteit) van ten condensator is eveneens van belang. Deze moet [ekozen worden in verhouding tot de rooster-gloei- iraad-capaciteit van de achter geschakelde lamp. bn goede waarde hiervoor zal do weerstandkoppe- ing zeer ten goede komen. Tenslotte de lekweorstand. Deze heeft hier onge veer dezelfde functie als de lekwoerstand bij de dei fectorlamp. De ladingen op den roostercondensator welke niet gewenscht worden, maar toch kunnen ops beden, kunnen door dezen lekweerstand worden af- rrvoerd. tn het schema (zie fig. 12), wordt het roos- er negatief geladen door middel van de accu ARL )eze negatieve roosterspanning, in samenwerking net den lekwoerstand L.W., heft de 'gelijkrichtende rerking van de R'adiolamp vrijwel geheel op. Deze elijkrichtendo werking is nl. te verwachten, de lamp rordf toch zuiver als detectorlamp geschakeld. Bif oen goede uitvoering van de weerstandkoppe ling, of, wat altijd heter is, hij een goede keuze uit de in den handel verkrijgbare weerstandkoppelingen, gecombineerd met oen speciaal voor weerstandkoppe ling vervaardigde lamp, zal het resultaat, wat zui verheid van weergave betreft, verrassend zijn. De weerstandkoppeling heeft geen voorkeur voor een ze kere frequentie, laat dus iedere toon onvervormd door gaan. Rest ons nog op te merken, dat de weerstandkoppe ling een belangrijk hoogeren weerstand heeft dan een transformatolrkoppeiing. Een extra anodespan ning van 30 a 50 Volt is hierdoor noodzakelijk. I Het nieuwste snufje op Radio-gebied, speciaal op het gebied van weerstandversterking, is -zeker wel de vinding van Loewe en van Alrdenne, bestaande uit een Radio-lamp, waarbij in de glazen bol van da lamp, dus in het luchtledig, de volledige jveerstand- koppeling is opgenomen. Dit brengt een zeer veel eenvoudiger schakeling, mede. De moeilijkheid, welke hierbij moest overwonnen worden, was wel, dat ge durende de bewerking van de lamp (het luchtledig maken van den glazen bol) de in die lamp onderge brachte weerstand en capaciteit, hun oorspronkelijke waarden moesten behouden. De toepassing van deze lamp brengt, echter ook weer zijn bezwaren mee. De lamp toch zal bedui dend duurder zijn dan de normale Radiolampen en minstens even breekbaar. Het vervangen van een ge broken of uitgewerkte lamp zal dus een kostbare ge schiedenis zijn. Deze lamp is in Holland ten tijde van het schrijven van dit artikel nog niet in den handel, In een volgend artikel gaan wij over tot de bespreking van de raam-antenne, welke den laatsten tijd zeer in beteekenis Is toe genomen. Zooals al deze artikelen is ook deze uitlegging zeer begrijpelijk en duide lijk, voor eiken amateur volkomen te vol- oen en leerzaam. De volgende week dus: De Raam antenne. Red. 'WCO H&. DE KLOK VERZETI Holland ging de klok verzetten, Voorgeschreven bij de wet En het ernstige bureaucraatje tring een avond laat naar bed! Die hield bij z'n stipte klokken, 1'lichts- en wetsgetrouw de wacht, .Want zijn voorschrift sprak toch duid'lljk Van rond twee uur in den nacht! Al de and'ro vaderlanders Durfden het te onderstaan 's Avonds negen uur hun klokken Stiekum stil te laten staan! En ze dachten zeer lichtzinnig, Onder burgerlijk gegaap, Niet aan wett'iijke verplichting, Maar aan één uurtje meer slaap! O, zoo zijn wij Nederlanders, We weerstreven graag den Staat Zelfs in tijdelijke dingen, Denkt maar aan den grooten Braat! Slechts bij: ééne wets verplichting Maken we een grootgch gebaar, Bij het dokken van belasting Zijn we resoluut enw&arll 't Ziet er voor ons kleine landje Dus weer dubbel' donker uit En veel duistere vermoedens Worden huiverend geuit. Met veel zomersche gedachten Gaan we plots den winter in En we staan vol kuchel-neiging Aan een kachel-rijk begin. Veel, wat we zoo moeilijk missen, Werd hardhandig en onzacht, In dat ééne naamloos uurtje Klakkeloos om hals gebracht! Is daar niet de koele Ysco, Met z'n dienaar blank en frisch, Die als in don grond gezonken Van den boek verdwenen is? We verzetten dus do klokken Sober moet ons land bestuurd1, Deze gratis licht-rèclame Wag maar tijdelijk gehuurd! En al ging dan de beschaving Ook een uur t^rug, geen spijt, Zijn we niet weer, grootsch als immer., Meesters van den waren tijd!! October 1926. Alle rechten voorbehoudten! KROES. Een verhaal van bijna-vergeten liefde, vrij naar een Fransch gegeven, door Siroll i (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.) Het is zoo zoet, succes in het leven te hebben, voor al als men schrijver is, beroemd schrijver.... De eer, de roem, is als, een fijn, bedwelmend aroom, dat bijna benevelt. En toch kunnen er oogenblikken in het leven zijn ook in dat van den beroemdsten schrijver dat roem en eer in het nietverzinken, bij de herinnering aan dat meisje, dat we kenden, liefhadden, vroeger, heel vroeger, in onze jeugd, tijd van onbezorgde, reine levensvreugde.... Ja, ja, toen Het kwam door dat briefje. O, bet was een heel gewoon briefje, zonder parfum, in een' eenvoudig wit couvert en het luidde: „Mijn beste jongen, deze brief zal je misschien erg verbazen. Misschien ook niet. Heb je in je herinne ring van beroemd schrijver nog een klein' plekje open gehouden voor mij, voor onze schoone dagen van weleer? Zeg, 'herinner je je nog? Vanaf het oogen- blik, dat we elkaar vaarwel moesten zeggen vijf tien jaren is dat al geleden, vijftien jaren> weet je het nog? heb ik je steeds gevolgd' in mijn gedach ten. Ik lees al je werken, al je boeken, al je beroem de verhal en. Ik houd van je werkWil j e mij een laatste plezier doen? Kom me dan eens opzoeken, als een oud vriend. Ik woon buiten, in een geriefelijk huis, waar ik heel zachtjes-aan, het leven aan me laat. voorhij vlieden, als nam ik er niet meer aan deel. En zoo heel langzaam aan voel ik me wegglij den naar den ouderdom toe. Ja, zeker, mijn jongen, we worden ouder. Maar hot is goed zoo, rustig en vreedzaam. Eén wensch had ik nog, namelijk jou nog eens te zien, te spreken, over onze wonderlijke gelukkige dagen van vroeger, alvorens geheel in te dommelen, in dit vredige dorpje, dat bijna inge slapen schijnt. Kom! Iedereen in het dorp zal je het huis kunnen aanwijzen van mevrouw de weduwe Verduinen.... Kom gauw, laat me niet zoo heel lang IN AP WACHTING VAN DE „IK DACHT 'T WEL 'Sw (Op het station komend om 2.05 constateer je, dat de heele familie gelijk beeft een zei, dat die trein vervroegd was en nu om 139 liep.) N.B. Volgende trein, om 3.01, boemel; stopt aan alle stations. gehad, toen ieder- meer wachten. En antwoord me heelemaal niet, voor al niet, als je soms mocht besluiten, nie t te komen". De onderteekening was „Nora". Als in een droom zag ik haar weer voor mij, Nora, met die donker» bruine, vragonde oogen, met de lange zijden wim pers, met de glanzende haartressen rond het fijne ovale kopje, frêle figuurtje, als in Roco co-stijl. Wat was ze mooi, wat ernstig soms, ja en wat blauw- kouserig ook, ze hield van mooie literaire dingetjes, fijne gezegden.... „en zoo heel langzaam aan voel ik me wegglijden naar den ouderdom toe", schreef ze. Kleine blauwkous. En wat kon ze zingen, met dat heldere sopraantje, terwijl ze zich zelf begeleidde op dien ouderwetschon vleugel. En hoe zacht streelden die slanke vingers <1® toetsen. Nog hoor ik, als het zachte geklingel van eon speeldoos, de toonen van dat Menuet van Beethoven. Ach, dat menuet. Dat menuetHet is als een heele phaso uit mijn jeugd. Nora.... Hoe oud zou ze zijn? Toenwas ze, ja midden twintig en ik was iets ouder. En nu was dat al weer vijftien jaar geleden. Mijn haren be ginnen te zilveren. De vier kruisjes zijn gepasseerd. En Nora.... zouden die glanzende, woelderigp bruine tressen, nog geen enkele zilveren draad hebben, maar welnee, eon vrouw wordt niet zoo gauw grijs als een man, als ik, die geleefd heeft, die roem en eer heeft gekocht door hersenarbeid, door denken, schrijven.... Wel, ik zal haar gaan opzoeken, Nora ja, ik zal zeker gaan. Mijn 6-cylipder snort bijna geiruischloos over d'en weg. Mijn handen aan het bijna onmerkbaar tril lende stuurrad, staar ik over den wég, die zich on der mij oprolt en droom Natuurlijk over Nora. Merkwaardig, hoe zoo'n een voudig briefje, plotseling met zoo felle klaarte de herinnering aan die bijna-vergeten liefde, die eerste liefde, heeft doen ógleven. Het heden verdwijnt en in mijn gedachten zie ik niets anders meer dan een zon-doorlichte kaïper, met veel bloemen, glazen deu ren, die open staan en uitkomen in een zonnigen tuinDe geuren der bloemen zweven de kamer in en vullen de lucht met een zwaar, bedwelmend aroom. Zacht klinken de toonen van •het Menuet. Haar slanke vingeren beroeren de blanke toetsen van den ouden vleugel'. Daar zit zij, met het ernstige, schoone gezichtje, en ik kijk naar de lange zijden wimpers, de donkere bruine oogen, de glanzende haartressen, heel de frêle schoonheid van het lieve meisjesfiguurtje, drink ik in.... Drommels, daar is het, dorp, Even- vragen, waar het is. Kijk, aan die vrouw van dat kruidenierswin keltje: „Kunt U mij ook zeggen, waar het huis van mevrouw Verduinen is?" „Vlak bij;, meneer" zegt het vrouwtje, .„TT gaat den eersten weg rechts op, en dan komt U vanzelf aan een groot wit huis, met een verguld hek Ik weet genoeg. De motor miischt even op, en ik glijd weg, de eerste weg rechts. Daar is het. Eb nu den hoek om, dan dat groote witte huis, met het ver gulde hek. Daar is het groote witte huis.met het vergulde hek. Een pracht huis. Ja, ja, Nora had smaak. Jam mer, dat het zoo vlak naast dat smakelooze goed koops burgermangvilla'tje staat. Tjong, Nora's man moet wel zeer rijk geweest zijn. Tja, daar hact ik wel van gehoord, Welk een schitterend huis. En wat een majestueus, verguld, gesmeed! ijzeren hek. Ik stop. Het is heel stil om mij' heen. Nora had wel gelijk, het scheen of alles bijna was ingeslapen. Wanneer ik door deopenstaande deur in bet vergulde grootscho nek, den breeden laan naar het groote witte huis van Nora opga, kijkt alleen een vrouw, in den tuin van het smakelooze burgermanshuisje, nieuwsgierig toe. Natuurlijk zoo'n nieuwsgierig vrouwmensch, dat met argusoogen de bewegingen van de bewoners van het groote huis, van Nora, bespiedt, zoo'n kleinzielige oude-klets. Dat vrouwmensch» met die grijze haar- flarden langs het hoofd, die mo zoo impertinent met 'r brutale steekoogen staat aan te gapen, wordt de eenige wanklank in deze idyllische omgeving. Ik ga eonige marmeren treden op, sta voor oen mo nument aio deur. De deur staat, wonderlijk genoeg, op eon kier. Ik duw hem voorzichtig verder open, kijk in een weelderig, ingerichte hall.... Is dat zins* begoocheling.... ik hoor de toonen van het Menuet...» net als toen.... Juist iets voor Nora, om zoo de her innering bijna tastbaar te maken. Wat een fijnge voeligheid. Nee, Nora zal niets veranderd zijn. Zoo dadelijk zal ze te voorschijn komen, nu ja. iets ouder wellicht, maar toch dezelfde 'liefelijke gestalte, hoor, nu is het Menuet uit.... Voetstappen, lichte voetstappen naderen..,. yWat wenscht U meneer", vraagt het dienstmeisje dat den hall inkomt en mij! ziet staan. Tim, ik ben.... ik zou graag mevrouw Verduinen, Nora Verduinen spreken, zegt U maar, dat ik er bon, meneer ,Dan' bont U hier niet terecht", zegt het meisje uit de hoogte. „De weduwe Verduinen woont in dat huisje hiernaast! Ze staat juist in den tuin, daar met dat grijze haar." En het meisje wees me1'het smakelooze burger- mans villa'! je en do vrouw met de grijze haarflarden. Toon ben ik in mijn wagen gesprongen en wegge rend, als zat de duivel me na. VERSCHE GROENTEN. Als men aan zijn radio-toestel gaat zitten en men heeft het een of andere zendstation „te pakken" dan luistert men ntrnr de muziek en den zang. En het is mij opgevallen, hoe dikwijls liederen terugkomen, die tot „leitmotiv" hebben het: Dank God voor d'e •schoone natuur en de planten en bloemen. De zan ger van het lied is misschien mijlen en mijlen ver wijderd van iets wat op een tuin, laat staan c.-.r. moestuin, lijkt en koopt zijn groenten, nadat die door een paar dozijn handen gegaan zijn, hoogstwaar schijnlijk nog inclusief een conservenfabriek! De waarde van een echten tuin is onschatbaar. Buiten op het land, waar de zachte regen uit den hemel valt waar een zuivere grond de teere plant jes voedt, waar erwten en boonen, radijsjes en veld sla on wat al niet, meer uitstekend groeien in de zui verste lucht, die men zich denken kan; waar aalbes sen en frambozen en aardbeien en kersen rijpen in den zonneschijn, waar komkommers en tomaten de echte, frissche, groeien als kool, waar de tusschen- handelaar, de groenteboer en d© conservenfabriek on bekend zijn!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 17