De Wereld der Vrouw Ware Woorden. Romnïelkruid. GOED GEANTWOORD. Een klein handelaartje bestelde bij een grossier 'n aantal artikelen. In antwoord' daarop seinde de gros- e'er: „Kan de goederen niet zenden, alvorens de laat 6te zending betaald is. Waarop het handelaartje terugseinde: „Schrap mijn order; kan zoo lang, niet wachten". HIJ WAS BEREID TE HELPEN. Conducteur: ,.Nu juffrouw, stap nou gauw in, de trein gaat weg. Lieftallige passagier: „Maar ik wou mijn zuster nog even een kus geven! Cond.: „Stapt U maar in. Laat dat maar aan mij, over". EEN SCHERPZINNIG MENSCEfc t Klant (terwijl hij bedenkelijk naar het kistje kijkt, waaruit hij bediend wordt): „Die sigaren lijken wel kleiner, dan ze vroeger waren?!" Winkelier: „Juist, meneer! Ziejt U, de fabrikant is een buitengewoon scherpzinnig mensch en hij had opgemerkt, dat het laatste eindje van een sigaar al tijd weggeworpen wordt. Daarom heeft hij ze zoo'n stukje korter gemaakt! DAAROM ZOO ENTHOUSIAST. De spreker op een maiigheidsvergadering: „De gevolgen van de drankzucht zijn ontzettend. Als ik mijn zin kreeg, zou ik elk biervat, elke wijn- flesch: elke jeneverkruik, in de diepte Van de zee laten werpen!" Stem -uit het publiek: „Bravo! Bravissimo!' Dankbaar knikt de spreker: „U is zeker een over- tulgd drankbestrijder?" „Neen, mijnheer, ik hen -een duiker",- HET TOPPUNT VAN NAUWGEZETHEID. De professor gaat een luchtje scheppen en plakt een briefje aan zijn deur: „Ik kóm precies om half drie terug." Daar 't begint te regenen, komt de professor reeds om 2 uur naar huis. Zijn huishoudster vindt den man met z'n horloge in de hand op den stoep zitten. „Kom naast ine zitten", zegt de professor „wij moeten nog tot half 'drie wachten." DAT IS HET MIDDEL: 4 „U is toch zooöloog dokter? Kunt U mij zeggen, hoe men oude kippen van jonge onderscheidt?" „Aan de tanden". „Maar kippen hebbe* toch geen tanden". „Ja maar wij 'wel". KINDEREN ONDER DE DRIE JAAR VRIJ. Op de Groote Markt te Rotterdam staat die omnibus naar het Tuindorp. Maup komt langzaain aange wandeld met een knaapje op z'n arm. „Conducteur", vraagt Maup, „kinderen onder de drie jaar aiin toch vrij?" „Zeker,-.mijnheer", zegt de conducteur. „Weet je 't zeker?" vraagt Maupie nog. „Tn. orde. mijnheer", zegt. de conducteur. „Nou", zegt dan Maupie terwijl hij 't kind aa/n den conducteur toereikt, „wees dan zoo goed' dit kind even mee—te nemen -naar het Tuindorp Ik zelf ga dan welloopen". meest onzichtbaar is. Een onlangs verschenen onder zoek gaat nog verder en bewijst, dat- dezelfde diersoort ook in dezelfde kleur nog verschillen kan waarne men. Wordt het spectrum in twintig deelen ver deeld, dan kunnen deze deelen alle afzonderlijk wor den herkend. Eindelijk heeft men nagegaan, of het zonnelicht, dat bij den 'mensch een afzonderlijke gewaarwording geeft va nwjt, ook bij de visschen, afzonderlijk wordt waargenomen. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Ja, zelfs ging de overeenstemming nog verder. Zoo als men weet. kan men bij iedere kleur uit het spec-, trum een andere zoeken die ibij menging het meng- licht wit voor ons maakt. Ditzelfde gelukt ook bij de visschen; in heel veel opzichten is dus het kleu renken van de visschen analoog -met dat van den mensch. Als men nu nog een kleurenblinden visch aantreft, kan men trachten iets naders over deze raadselach tige afwijking te weten te komen. BACTERIëN EN IMMUNITEIT. Oorspronkelijk stelde men zich voor, dat dit 't ge volg was eener directe werking, hoe dan ook, der bacteriën zelve, een veronderstelling, die op den duur onhoudbaar bleek «toen eenmaal gevonden was, dat het schadelijk agens v.n.1. -te zoeken was in de door de bacteriën geproduceerde stoffen. Het gelukte nl. uit zuivere, buiten het lichaam gekWeekte bacteriën-culturen, die giftige -stoffen, vrij van alle bacteriën, af te zonderen met- deze stoffen, in het lidhaam gevoerd, aldaar hetzelfde ziektebeeld te verwekken, als dat, veroorzaakt door de introduc tie der bacteriën zelve. Die stoffen werden gemakshalve aangeduid met den naaim toxioen, waardoor de zaak zelve evenwel niet duidelijker werd. Aanvanklijk 'dacht men met z.g. lijk- of rottings- vergiften-ptoimainen, te doen te hebben, terwijl te genwoordig de meening gehuldigd wordt, dat het zg. tcxalbuiminen (eiwitachtige vergiften) zijn. 'sMenschen geweten is helaas dikwijls al» kompas: ^komt er in et aal bij, dan wijst jhet mis. Maar ook dit is slechts mri naam, dia de kwestjpj-te niet verder brengt en o*ok 'iua.na welen wij nog igihoi met stelligheid wat feitelijk het werkzame hoofde i&ijhe slanddeel dier vergiften is. lts;aa Vast staat echter, dat die vergiften enonn ster] unie1 werkend zijn, daar b.v. een vijlde m, gr. van het gj| g wet verkregen uit 't filtraat van een cultuur van tetanus eid at bacillen (oorzaak der z.g. kaakklem) in staat i ebben een mensch te dooden, een giftigheid, dus oneindig De 0 grooter dan die van 't zoo gevreesde, eenigennate -dg ge ga zelfde werking vertoonend strychnine. ]ji Door proeven in t laboratorium is een hoo^ pcote merkwaardig feit gevonden. Het bleek nl., dat 't doo? rordt de bacteriën belaagde lichaam zich tegen jde werkinj van 't. bacteriëngif weet te verdedigén, door vonnis van tegengiften, antitoxinen, verschillend "b lj diverse ibacte-rieele ziekten. Door een wijze beschikking der natuur vormt niet alleen zooveel tegengift als noodig 1s om 't teriëngift te binden, onschadelijk te maken, maai* ontstaat bovendien -een overmaat van antitoxi*. welke stof nog lang in 't bloed aagetoond kan «9 den en tijdelijk of blijvend vrijwaart voor een vg nieuwden aanval der eens doorstane ziekte. Door kunstmatig opnieuw toxinen- in 't bloed voeren, kan men den voorraad' antitoxinen in groot mate doen toenemen, op welk principe die bereidin der thans veelvuldig gebruikte heilserums geb seerd is. Zooals wij weten, is 't publiek per intuitje eeneigd geweest de oorzaak van vele ziekten in li bloed te zoeken Merkwaardig, dat de bacteriolo? de gedeeltelijke juistheid van dit volksgeloof bev« tigd heeft. PARIJSCHE MODE. Modieus Rose. Hier is een lief, aardig baljaponnetje voor een jong meisje. Het is gemaakt van rose zijden taffetas en de Ook onzichtbare doornen kunnen venijnige won- wijde uitgeschulpte rok is bij -de heupen voorzien den slaan. van stijf linnen. De zilver-kanten onderjurk met I kleine zijden roosjes, kijkt tusschen de schulpen Het geluk van den rijke bestaat niet in het goede j van den rok door en er zit een zilveren roos op de dat hij heeft, (maar in het goede dat hij doen kan. rechter heup. Zijden roosjes kan men gemaakt boo- Wij' hebben in onze zaken soms geen grooter vijan den dan onze geschreven brieven. Ongevoelige harten worden niet geroerd door een blik van teederheid. pen <en, indien gij dit japonnetje maakt, kan het zijn, dat 'gij het iets goedkooper wilt aanleggen en flaar- om de onderjurk van rose zij maakt met een randje zilverkant er onder aan. In plaats van rose kan men ook lila of mauve ne men, als de draagster van het japonnetje idonker is, 1 doch in elk' geval moeten er zilveren schoentjes bij i gedragen worden. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de verlangde ma- DRIE KLASSEN VAN MENSCHEN. Gedurende den Romeinsc'hen en -den Frankisch^ tijd waren er ook in ons' land drie klassen van mee schen, ongerekend de slaven, in den oorlog buite 1 maakt of gekocht van kooplieden. Deze drie -klassen waren de lijfeigenen, de groote klasse en- behoorende bij den grond, waarop woonden, de vrije landlieden en de edelen. Deze toestand was geheel ingeburgerd en leefde] het bewustzijn der menschen als iets natuurlijks vanzelfsprekends. ,Uit S'kandinavische legenden I opgemaakt worden, hoe de verdeeling in drie stj den gold als een grondwet, ja als een goddelijk vo schrift, waaraan niet getornd mocht worden. In de metrische Edda van Saemund Ligfusson h< het: De godin Edda kreeg een zoon en men noemde li naam Thral. Het vel zijner handen was oneffen, zij vingers waren dik, zijn gelaatsuitdrukking grof zijn rug was gebogen. Deze- en zijn broeders logde wegen aan, zuiverden de- velden van onkruid,ho& den de varkens en ontgroeven do venen. Uit hem de 'klasse der dienstbaren voortgekomen. Dé godin Amma kreeg een zoon en men noemi zijn naam Karl. Deze was irossig en blozend. H leerde de stieren temmen, den ploeg smeden, /hui» timmeren, schuren bouwen. -Uit hem is thet geslaci der vrije- landlieden voortgekomen. De godin Modir kreeg een zoon en men noemde pij: naam Iarl. Zijn haren waren blond, zijn wange: glanzig, zijn blik was scherp. Hij: leerde dë speer -m pon. het paard berijden on het zwaard hanteeren D godin onderwees hem het gewijd) letterschrift; zijbe val hem de erfelijke landerijen en de woningen de 'voorouders in vrijen eigendom te gaan bezitten. 3 verstond de kunst de runen te ontcijferen, en de kreet 4&r vogelen, te verstaan. En (uit «hem is de hoog ste klasse, die der edelen, voortgekomen. Dl. J ten, onder opgave van No. 1157. Kosten 85 cents. H MOEDERS EN HAAR KINDEREN- Voor Bables, die tandjes krijgen. Een moeder zegt: i „Als baby tandjes krijgt, moeten zijn tandjes zoo nu en dan eens schoongemaakt worden met een beetje melk en magnesia. Leer het kind zelf zijn tand jes poetsen, zoodra het oud genoeg is, zelf een tan denborstel vast. te kunnen houden." DE KLEURZIN VAN DE VISSCHEN, Voor een aantal jaren is er een polemiek, geweest tusschen een amateurvischer en den bekenden oog arts en physioloog Hess, naar aanleiding van onder zoekingen van dezen laatste over den kleurenzin van de visschen. Hess meende, dat deze dieren moeilijk kleuren konden onderscheiden; de amateurvisscher best-reed dit, door waarnemingen uit zijn praktijk, waarbij voor het vangen van zalm nagemaakte ge-- kleurde vliegen werden gebruikt. De nieuwste onderzoeikngen van andere Duitsche physiologen schijnen gelijk te geven aan den ama teur-hengelaar, Eerst moet even verteld worden, hoe dergelijke onderzoekingen worden gdeaan. Ten eer ste kan men het voedsel kleuren en nu nagaan of het verschillend gekleurde voedsel ook eerder of later wordt gevonden. Maar een veel betere methode is de zoogenaamde dressuurmethode. Daartoe wordt! bet aquarium, door verschillende gekleurd licht belicht, in den vorm van een spect-rum. Steeds wordt nu bet voedsel in een bepaalde streep van het spèctrum ge worpen. Na eenigen tijd zwemmen de visschen di rect naar deze kleur licht als het aquarium belicht wórdt, ook als er geen voëdsel in wordt geworpen en ook als de kleuren in andere volgorde worden ge plaatst. Behalve met gekleurd licht kan men proe ven doen met licht van verschillende intensiteit. Er blijkt, nu uit -deze proeven, dat bij: de visschen de meeste proeven zijn genomen met een gekleurden cTondeljng evenals bij den mensch de staafjes uit het netvlies dienen voor het zien in het halfduister zonder kleumen terwijl de kleuren in het -helle licht door de kegels worden waargenomen. 7no heeft, men gevonden, dat deze grondeling (in het. Dui+sch Elritze geheet-en rood. geel, groen, b'nuw en violet kan onderscheiden en dat hij zelfs het. ultraviolet waarneemt, dat voor den "mensch Voor de Keuken. Hulpmiddelen bij het bakken en braden. Het al of niet gelukken van het een of ander, ge braad -of gebak hangt sterk van de juiste hitte van den oven of fornuis af. Maar hoe is deze vast t© stel len? Alle fornuizen 'hdbben „grillen" (vraag het de huismoeders) en zelfs de meest ervaren kok of kokkin kan niet op zeker oogenblik zeggen, hoe hoog op dat oogenblik de temperatuur is. Door ,maar af te zaan op zijn ervaring en ,te zeggen: „Dat lig-t mij zoo in 't gevoel", is niet goed, vooral omdat men zich met eenvoudige middelen tegen die „grillen" van het fornuis kan hoeden. In de kookboeken heet het meestal: „Men braadt 'bakt) bij, matige of wel sterke hitte". Om nu deze hitte vast «te stellen, legt. men op de plaat van het fornuis een blad wit papier. Bij sterke hi-tte is bet" papier zeer snel bruin. Wordt het slechts langzaam aanygeel, dan beteekent dat zachte warmte. Voor alle voorzichtigheid legt' men de te bakken koek nooit direct op de plaats, maar zet de pan op een driepoot of op een steen. Wordt de koek dan on deraan ondanks nog te snel -bruin, dan bestrooit men de plaat van bet fornuis met wat asch. Dit doet de 'hit-te oogenblikkelïjk minder worden. De onbetrouwbaarheid van hraadovens, die pok dik wijls het gelukken van een braadstuk moeilijkhedèn in den weg, legt, kan men eveneens door practische hulpmiddeltjes tegemoet komen. Wordt een braad stuk- b.v. gaar, alvorens het, voor het gezicht de zoo- noodzakelijke lekkere bruine 'tint heeft, dan kan men dat nog zeer gemakkelijk' verkrijgen door de boven zijde van het stuk vleesch, evenals een boterham met boter te besmeren. In enkele minuten zal dan het braadstuk bruin en lekker, croquant zijn. Wordt daarentegen het vleesch bruin alvorens het gaar is, dan bedekt men het -met een vel dun perkamentpa pier. Men kan. het dan onbezorgd, door het inmid dels vlijtig te begieten, langen 'tijd laten braden, zon der dat de korst donkerder zal worden. Een paar eiergerechten. GEVULDE GEBAKKEN EIEREN: Men snijdt de hard gekookte eieren, nadat men ze gepeld heeft, in de lengte door, en neemt het -geel er uit. Dit laatste wordt met een stukje boter, twee geklopte eieren, wat zout, geraspte nootmuskaat, een weinig melk, of nog 'beter is room, en wat paneermeel,, of beschuit kruimels gemengd. De eierhelften worden er mee ge vuld, waarna men ze in de boter bruin bakt. Men kan ze aan de groente toevoegen. EIERCRÖQUETJES: Zes eieren worden hard ge kookt, gepeld, en volgens de lengte in vieren en daarna in dunne schijfjes verdeeld. -Van een lepel boter en een lepel meel maakt men een licht bak sel en lost dit, onder voortdurend roeren, In kokende melk tot een dikke saus op. Daarbij voegt men wat zout, peper en een weinig gehakte peterselie en laat het dan koud worden. Men maakt daaruit kleine mxpietjes, die men in fijne beschuitskruimels of pa neermeel, daarna in een «geklopt ei en dan weer in de beschuiskrui'mels rolt, waafna men ze in heet vet goudgeel hakt. Zij vorméh buitendien een voortref felijke garneering voor spinazie <of macaroni met bo tersaus. Q ttu el r K i GEVAREN, DIE ONZE AARDE BEDREIGEN. De ontwikkelingsgeschiedenis, van de aarde l?e„ ons dat zij in den loop -der millioenen jaren (haï ouderdom wordt op 1500 -millioen jaren geschat) P weldige veranderingen heeft 'ondergaan, sommige |f gevolge' van een ontzettende uitbarsting, welke lied* ten dage nog wel in het klein voorkomen, /al zijnl ook nu nog als vreeselijke rampen te beschouw De aarde is een kind van de zon «en beweegt met haar door het heelal. 20 kilometer in de sec® de in rechtlijnige haan op .het sterrebeeld „Herent toe. Zooals elke sneltrein aan het gevaar van een tod sing blootstaat, zoo is het natuurlijk ook mogelijk,/d8 „D lei c DE AARDE De middelijn der aarde bediraagt 12.732 K.M. De doorsnede deT aarde bedraagt 65000 K.M. De aarde heeft een inhoud van 1 billioen kubiek K.M. De vast aardkorst heeft een dikte van ongeva 70 K M. De aarde is omgeven door een dampkring ter hou te van ongeveer 48 K.M. Op een hoogte van 1500 tot 9000 M. bevat de luc e een hoog gehalte aan lichte gassen. ^ïeon, helii en waterstof. Op een hoogte van 4.7 K.M. boven ide aarde woj het vriespunt bereikt; op 10 K.M. is de temperatu —34 gr.. C., op 17 K.M —84 <gr. C. (in de heete lu streken; in de gematigde luchtstreken is ze 54 C.) De oppervlakte der aarde bedraagt 510 mTll. viel K.M., waarvan 383,200,000 K.M. door -die zee bede zijn, terwijl 120,74-0,000 'K.M. boven de izee uitsteekt, Het organische leven op aarde wordt vertegenwo< digd door 120.000 plantensoorten en 300,000 dia soorten. Op elke H.A. «ust een hoeveelheid van 75 milliot Kg. stikstof. De drukking van het water van den oceaan is lf maal zoo groot als 'die van -den dampkring. De aarde beweegt zich met een snelheid van veer 20 K.M. per seconden in haar baan. De omwentelingssnelhei'd der aarde bedraagt oc geveer 250 M. per seconde. Cwe te n „V tleu ,J m gen, e gele ,1 a'.ti onze aarde op haar weg met vreemde lichamen - botsing kan komen. De talrijke meteoorsteenen, die 'op aarde gevonden worden, geven daarvan het bewijs. Het is echte' hoogst onwaarschijnlijk dat eenmaal een zoo groote meteorite (vallende luchtsteen) op de aarde valt. da- heel Europa daaraan, hen offer zou vallen. Op he oogenblik kennen we een ^voorbeeld in Amerika, Canon Diabolo, die bij een lengte van meer don oer kilometer en een diepte van 170 meter ongetwijfeld door een meteoorsteen ontstaan is. Het is ook ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 18