VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT ZIJN GROOTE AVONTUUR. Bijvoegsel|der Schager Courant van Zaterdag 23 October 1926. No. 7934. RADIO PANTOMIME, ©nkt om Uw gezondheid. 27. het' Vorige artikel werd reedis gewezen op de jgwerking van de raamanbenne. Het is juist werking, welke genoemde antenne va-ni de 4ak- ne onderscheidt. Dit behoeft dus wel eenige jttng. i len der eerste artikelen werd reeds in het kort geven, hoe de zender in staat is de ontvang- is, te bereiken. Als vergelijking werd daarbij coerd' de steen, welke in het water geworpen, n in dat water doet' ontstaan. De zender (in Z) stoot dus golven uit, magnetische kracht- welke als kringen of cirkels rond' den zender worden, met den zender als middelpunt, netiso.he krachtlijnen hebben de eigenschap in 1de gevallen in een gesloten dra ad winding Ische stroompjes op te wekken. Dit is het ge- electrische dynamo's en motoren en- ook bij {gezonden, krachtlijnen van heit zendstation. De r zet dus de uitgestoten electriische energie in itlijnen om, het' ontvangstation (de antenne) zet Échtlijnen weer om in electrische energie. Zoo pen hot zich ten minste zéér vereenvoudigd kun- istellen. dit echter in de raamantonno het geval zijn, doze door do krachtlijnen gesneden h de figuur is nu bij A' een raamantenme m:, welke n i e t door do krachtlijnen1 ge wordt. Ze loopen evenwijdig aan het raam, in welk geval in het raampje geen stroom opgewekt wordt. Weliswaar worden de draden ab en c&, dus de verticale draden (zie fig. 13b) wel door die kracht lijnen gesneden, maar de daarin opgewekte stroomp jes vloeien beide in één richting, bijv. naar boven en werken elkaar dus tegen, heffon elkaar op. Eén ge heel ander geval is het echter, met de raamantenne, aangegeven bij1 B. Daar snijden de krachtlijnen wel degelijk het raam en zijn dus wel in staat in het raam een stroompje op te wekken. Hieruit volgt dus, dat met een raamantenne1 wel ontvangst mógelijk is, maar dat voor de ontvangst van een bepaald station aan de antenne ook een be paalden stand gegeven moet worden. Deze stand is echter vlug genoeg gevonden. Hiterui't blijkt) dus ten duidelijkste, dat een storend station in de meeste ge vallen met. behulp van do raamantenne uitgescha keld kan worden. 'Dit is alleen niet het geval, wan neer de beide stations ton opzichte van het' ont vangstation in één lijn liggen. De raamatenno vindt behalve als ontvangantenne ook als richtingzoeker toepassing. Deze heide uit voeringen stellen ieder haar 'speciale eischen. Het zou ons te ver voeren, deze hier ter plaatse nader te bespreken, Alleen dit: de raamantenne ini gebruik als richtingzoeker, moet 'een duidelijke nulstand hebben, d.w.z. de stand, waarin geen ontvangst- mo gelijk is, moet duidelijk bepaald kunnen worden en wol binnen zeer enge grenzen. Dit' laatste is voor de ontvangraamantenne niet (noodig. Den volgenden keer zullen wij nog eenige interes sante gegevens, speciaal voor de zlfbouwer® geven en geheel verklaren. NU TROK DE ZOMER... rok de zomer naar de verre landen, mildheid warmte geeft aan zijn bestaan trekken stil begeerig nog de banden len het loven langzaam van ons gaan, leven, dat ons schonk in blij genieten lilden dagen, vol van zonneschijn» ren, die ons de herinn'ring lieten alles wat zoo innig mooi kan zijnt oude huisjes in de hei verloren, liet® meeT wisten van de maatschappij, groene boomen en een verren toren, smalle brugjes in een bloemenwei, stil-vertrouwde, grijze buitenwegen, f 't roezig jachten van de wereld zweeg '1 gouden koren, vo'1 van rijken zegen, klirion naar de warme aarde neeg. rieten stoeltjes.... een café-terrasje, donker lulst'Yen naar een ver geluid1, late eendjes in een neev'lig plasje, vlam m en-tin ten op een rosse ruit. d'avondzon in helle en teere kleuren late wagens langs de wegen gaan, bloemen tooi en feestelijke geuren, een feest van een te kort bestaan! is de tijd, die lichtend bij zal blijven, nog zijn warmte spreidt in ons gemoedi, ineer d'e grijze, donk're wolken drijven trieste regen langs d'e landen spoedt. "neer de oude huisjes weggedoken vergroot e. grauwe armelijkheid, moe gaan voelen, eenzaam en gebroken huivVend uitzien naar den wintertijd! zomer ging, de hooge hoornen' wuiven, eerste blaad''ren dwarrlen naar den grond, iVroege avond gaat zijn schaduw schuiven $s alles, wat in 't licht zijn oogsprong vond. °- dat licht keert; weer na vele dagen, l 'licht keert weer tot een ontluikende aard', m feestlied, mensch, door dankbaarheid' gedragen, tot een welkom in Uw hart bewaard!! October 1926. KROES. e recbten voorbehóud'enl Hoofdpijnen- !je ^enschen lijden aan hoofdpijnen ja, er zijn echts weinigen, die aan dit lastige symptoom leV'^en' oorzaak vaiïl 'rie hoofdpijn kan imot a, ,e nauwkeurigheid afgeleid wordevan de Lv 'hoofd, waar men de pijn voelt. Bij- 0e i •als anen pijn heeft boven in het hoofd, vlak onder den kruin, heeft men, bij beide geslach ten te doen met oververmoeide zenuwen. Het is dui defijk dat men. in een dergelijk geval niet® bereikt met „hoofdpijntabletten". De oorzaak van de kwaal moet tmen aantasten en behandelen. Hoofdpijn tusohen de o'ogen 'bij den wortel van hot neusbeen worden in het algemeen veroorzaakt door een verstopping van of ontsteking in de neus kanalen en de behandeling van deze kanalen zal in de meeste gevallen verlichting brengen. Hoofdpijnen boven de wonkbrauwen, voorhoofdspijn, komen in den regel voort uit den maa'g, waarop wij dan onze aandacht moeten vestigen. Is de pijn 'boven het voorhoofd, op1 den rand' van het haar, boven het jocriioofd, da-n heeft men meestal te doen met con stipatie. Pijnen in het achterhoofd kunnen veroorzaakt worden door slechte oogen of te zwakke of te sterke brilleglazen; zij' kunnen echter ook ontstaan door nierziekte, of door Pheumatische aandoeningen of door het langdurig werken in oen onnatuurlijke houding.. Massage en gymnastische oefeningen of, •nog beter, oefeningon in de openlucht, kunnen der gelijke aanvallen niet succes bestrijden. Zij zijn dan ook enkel en alleen ontstaan door vermoeienis, als er tenminste geen duidelijke andere oorzaken voor 'aan te wijzen zijn. Hoofdpijnen onder de wenkbrauwen, flensUotte, /zijn te danken aan een riekte van het oog zelf In zoo'n geval moet men den oogarts raadplegen. Be denkt altijd, dat „hoofdpijntabletten" soms heel ge vaarlijk zijn, vooral, wanneer men ze maar raak inneemt, zonder het advies van1 een dokter. Hoofdpij nen moet men niet „laten loopen", en er maar, al te jachtig, overheen gaan. Het kpn best zijn, dat zij de voorboden zijn van lelt® ernstigs. Oorspronkelijk verhaal door Sirolf. (naar een Engelsch gegeven). Nadruk verboden. De nacht had zijn schaduwen over de -groote stad gespreid. In een van de vriendelijke buitenwijken waar een ondernemend aannemer aardige kleine villa'tjes had gebouwd, met snoezige miniatuurtuin tjes ervoor, heerschip nu absolute rust. Geen enkel geluid verbrak de nachtelijke stilte. De vriendelijke met. klimop begroeide huisjes lagen'daar te droomen, Geen enkel raam was verlicht en alle bewoners slie pen. In de ruime, stille straat plekten op regelma tige afstanden de gele lichtkransen der straatlan taarns. Toen naderden uit de verte voetstappen, die al dichter en dichterbij kwamen, naar de vriendelijke buitenwijk.... HET ZEER BENAUWDE OOGENBLIK. als je voor de deur staat en je hebt al gebeld en je moet niet alleen -komen zeggen, dat je de ruit ingetrapt hebt, doch je moet tevens den bal terugvragen." Agent No. 068 liep met bedachtzame stappen do stille straat in. Het was een donkere nacht. Maan noch sterren waren te zien. Nu, nu, als er nu eens wat gebeurde.... zuchtte no. 068, iets grootscb, iets buitengewoon heldhaftigs.... een geweldige inbraak, of een roofdmoordaanslag, die hij zou verijdelen.... of een brand, waarbij hij voor de oogen van de ang stig schreiende moeder haar lieve kindertjes onge deerd uit den vuurhaard zou redden.als er ten minste maar eens iets gebeurde! Drie jaar, was hij nu al bij; de politie en nog nooit had hij iet® bijzon ders, iet® grootsch gedaan. Nu ja, een aangeschoten kerel opgebracht of een juffrouw bekeurd, die kleed je® klopte na- bezette tijd of een jongen in- zijn kraag gepakt, die een ruit had gebroken. Maar.och, dat was immers niets, daarmee maakte je toch geen naam, geen promotie. Daarvoor wa® toch geen scherp zinnigheid, geen durf, geen speurderszin noodig. Eb dat alles had hij, hij wist, het zeker, als hij de kan® maar kreeg, om het tb bewijzen. 'Misschien, van avond hier.... in die stille wijk, waar hij alleen liep. Want moer naar de stad toe, daar liepen adderen, daar liep no. 93 en even verder 451. Die zouden na tuurlijk dadelijk in zijn eer deolen, al® er wat bij zonders gebeurde. Nee, nee, hij' moest, het alleen doen, heel alleen de een of andere enorme mis daad opsporen en verijdelen of op heeterdiaad -be trappen en dan met ongelooflijken moed' en listigheid de heele bende inrekenen en dan met een stalen ge richt den commissaris opbellen en zeggen: „Com missaris U spreekt hier no. 268! Wil U even den ar restantenwagen sturen, ik heb die zes bandieten van de bende van Cartouche even gearresteerd. Wat zegt U 'Commissaris? Jawel commissaris, beelemaal alleen. Alle zes zwaar geboeid:. (Niemand1 gedeerd'. Jawel, Commissaris!" O, als zijn groote avontuur maar een® kwam:Misschien vanavond. 'Hij, had' er aldoor zoo'n voorgevoel van gehad, dat er van avond wat' zou gebeuren, in die stille buitenwijk, nu er geen maan was. E'en echte stikdonkere nacht waarin de toffe jongens er op uitgaan, om hun slag te slaan1. Hij was nu aan het einde van de stille straat ge komen. Zoo dadelijk zou hij den hoek omslaan en weer in de richting van d'e1 stad 'loopen. Zijn ronde was hier afgeloopen. Niets wag er gebeurd. Op den hoek bleef hij even staan. Een verre torenklok sloeg twaalf galmende slagen. Net zou hij den hoek om slaan, toen hij- op eens -iets hoorde. Hij luisterde scherp toe. Het' had' geklonken als het piepen van een deur, die behoedzaam geopend' wordt. Agent no. 068 hield zijn adem in. Hij1 rook intuitief onraad'. Er ging iets gebeuren, iets reusachtigs. Eindelijk, eindelijk, juichte het -bijna in hem. Voor den drom- mpl. daar wa® het gepiep weer. Het scheen van het einde van de. straat te komen. Hij nam zijn helm af en keek, heel omzichtig, om het hoekje van de stille straat. Daar, daar'had je h'eti Het laatste hui® vertoonde een verlicht raam. De deur stond open, hij1 kon het duidelijk aan den naar buiten vallenden lichtstraal zien. Eb daar, op het trottoir vóór het huis, liep een man. met zenuwachtige bewegingen. Agent no. 268 keek scherp toe. Het wa® een man. met een overjas aan, toet opgezette kraag. En onder de jas uit staken de beenen, in fil-obberige, helgestreep- te pyjama. De man keek schichtig telkens om naar het huis, als vreesde hij elk oogenblik, dat hij achtervolgd zou worden. No. 268 zette snel zijn helm op en liep de straat in, naar den angstigen .man toe. Zoodra deze hem in- het oog kreeg, snelde hij op hem toe, terwijl -hij wilde bewegingen met zijn ar men maakte en voortdurend omkeek, naar het hui®, met, dat aene verlichte venster. „Agent", hijgde de man, die heel bleek zag en naar adem scheen te snakken, „agent, wil U even met me meegaan?" „Natuurlijk," zei no. 268 beschermend, „weest U maar niet bang. Ik ben gewapend 1" De man scheen nog niet gerustgesteld', want hij keek den agent ten minste verwonderd, zoo niet achterdochtig van t'erzijdo aan. Met -groote stappen hop no. 288 naast, het zenuw achtig voort,rlribbefl'ende mannetje vobrt. Onderüusjw schen gespte hij al vast zijn gummistok los en nam die in zijn hand'. „Ja, ja, zoo i® het' goed", fluisterde het mannetje. Daar waren ze het huis genaderd'. Het mannetje slipte naar binnen, op den voet 'gevolgd door no. 268. Hot mannetje sloot de deur achter hen. Tn den gang brandde een gedempt licfht.N „Zoo", fluisterde dl© agent bijna onhoorbaar, „ver telt U me nu maar een®, wat er aan de hand is. Waar is het?" „Daarl", woes het mannetje, naar oen openstaande deur, op de gang, boven aan de trap, die naar de bo venverdieping leidde. „Zoo", zei de gewichtige agent no. 268, „dan zal ik' maar gaan, blijft U maar bier beneden." „Ja, dat i® goed", 'zei het mannetje opgelucht, „maar luistert U even, U "hoeft hem niet al te erg aan het schrikken te maken Als U alleen maar zegt dat hij dadelijk moet gaan slapen, en altijd doeni wat zijn vader zegt. Die jongen geeft nu doodge woon nergens om. alleen voor een politieagent heeft hij respect. En hij wou vanavond met' geen stok gaan slapenAls U dus enkel maar even Uw hoofd' en Uw gummistok om den hoek van de depr steekt. Ik wed dat ie dan binnen 5 minuten slaapt!" WETENSWAARDIGHEDEN. - Is het U bekend: dat Hoger Mateob, een -jong -marconist op het Ra dio-station te Rochefort (Frankrijk) onlangs door de Radio oen buitengewoon bericht kreeg? dat hij onder zijn werk een bericht opving, dat meldde, dat hij erfgenaam was geworden van 1% millioen gulden? dat een Etogelsch; postbeambte, Josephl Simmon® (Churchstreet, Edlesmere. Sbropshire) een 'eigenaar dig record op zijn naam heeft? dat hij op zijn 47^-jarigen diensttijd als postman 157.148 mijl heeft geloopen of 6 keer rond de aarde?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 17