VOOR DE KINDEREN.
Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat
Voor de Kinderen.
^geleerden. Dat ligt wel daaraan, dat Bose
l 4f0nd van proefnemingen langs vernuftige en zeer
methoden tot de slotsom is gekomen, dat de
ten in hun samenstelling in vele werkelijke
ten sterk met de dieren en menschen overeen-
68] imen.
©i talrijke in het Engelsoh geschreven verhande-
lul r6n en meerdere dikke hoeken heeft Bose zijn
e< ndingen neergelegd. Deze bestaan in den in
vloed van uitwendige krachten, op den plantengroei,
gemeten in zeer korte tijden met buitengewoon -sterk
vergrootende hefboomapparaten, de electriciteitsver-
schijnselen bij de planten, het mechanisme der prik
kelbewegingen van kruidje-roer-mij-niet en andere
gewassen, alsmede de waterbeweging.
Bose vindt in de planten niet alleen bewegings
contracties, als in de spieren een opwekkende ge
leiding, als in de zenuwen pompwerkingen gelijk
bij het hart enz., maar hij gelooft ook teekenen te
kunnen aangeven dat al deze processen op dezelfde
wijze en volgens dezelfde .wetten verloopen qls bij
de menschen.
Maar dit alles moet eerst nog door de wetenschap
aan een scherp onderzoek onderworpen worden,,
omdat Bose waarschijnlijk alleen uitgekozen voor
beelden uit zijn bevindingen openbaart, zoodat door
n:emand kan worden vastgesteld, in hoeverre de
door Bose geschilderde resultaten weerlegd kun
nen worden.
Het moet overigens erkent worden, dat Bose zich
zooveel mogelijk tegen mislukkingen heeft be
schermd. Hij voelt alleen sterk de band, die alle le
vende wezens aan ekaar verbindt, en maant ons,
onze harten open -te doen en in planten en dieren
broeders te zien. Een sterke bron van geluk borrelt
op, waaruit slechts weinigen putten.
lil
rei
re
daj
„Hans, Mimi", zegt tante Zachtvel', „ik
word daar even weggeroepen. Kunnen
jullie nu zoolang op de kraam passen?"
„O ja, tante, dat zal best gaan."
726. - Nauwelijks is tante Zachtvel weg, of
de 'kleine Joris-Aap komt weer nader.
Met begeerige blikken neemt hij alle
lekkernijen op hè.... hij had er toch
zoo'n trek in.
727. „Toe geef me zoo'n stroopwafel!"
smeekt hij en Mimi heeft zoo'n medelij
den me't 'm, -dat ze het maar doet. En-
kijk, -daar komt ook Piepa weer aange
hold. „Krijg ik ook wat?"
728. Weldra staat een grooten kring kin
deren om de kraam heen. Hans en Mi
mi, die wel schik in de zaak hebben, doe
len maar uit, en de anderen snoepen
naar hartelust.
O!
leii
an
Twee rakkers, Piet Muis en Gerrit
Big hebben ruzie gekregen om 'n koek,
den laatsten die Mimi uitgedeeld had.
En ze boksen er op los. Daar komt agent
Wolf aangestapt.
780. Hij pakt de deugnieten beet en neemt
ze allebei mee. Dat is hen niet erg naar
den zin. En Piepa heeft inmiddels gauw
den koek gegrepen en is er mee wegge
hold.
731. Tante Zachtvel komt van haar bood
schap terug en ziet, tot haar ontzetten-
den schrik, dat heel de kraam leeg is....
en in 1t geldbakje geen cent.
732. Ze roept Hans en Mimi en vraagt hen
streng om uitleg. Ja, nu komen de wa
terlanders, maar tante ia en blijft erg
boos en stuurt hen marsch naar huis.
Iet Geheim van het oude
Horloge.
ali
lei
.V0'
ri
die
Nieuwe avonturen van Bram Vingerling,
door L. Roggeveen.
Vervolg.
an Pardon, mijnheer", zei Bram beleefd.
laar de -heer keek hem ternauwernood aan. Hij
mpelde een paar woorden, die Bram niet verstond
sek peinzend, met zijn wijsvinger langs z'n neus,
of hij over iets nadacht enwandelde rustig
en
oo
Iram en Willy gingerï verder, sloegen rechtsom de
nbaan in en moesten in 't Westeinde een poosje
chten. De oude rammelende Westlandsche stoom-
im kwam puffend en blazend den hoek om. en
t gaf zoo'n stagnatie in 't verkeer, dat de verkeers-
ent van de Loosduinsche brug resoluut zijn ge
nepte mouw in de lucht stakalles stond
teeling stil!
Vat 'n drukte, wat 'n drukte", zei Willy.
ram keek in 't rond. Zonder er bij te denken las
de opschriften van de winkels en vrachtauto's
in een lange -rij stonden te wachten, tot ze ver-
er mochten.
Dat is dat gek", zei Bram, „honderd keeren ben
hier al geweest. Ik weet precies, hoe 't hier is en
at er te zien is en toch lees ik weer doodkalm alle
inkelopschriften."
-Net als in een bioscoop", antwoordde Willy, „bij
reclame's in de pauze. Je weet al van te voren
at er komt, en toch lees je alles weerBlue
®d, versch gekarndC. en A. is toch voardee-
SerEven tijd voor 'n Caravellis
Ja", zei Bram, „ook al heb je je vast voorgeno-
en om 't niet te doen
«Dan doe je 't toch" zei Willy.
Bram's 'oog viel op een wegwijzer van den A.N.
die daar stond. En oudergewoonte las hij: Am-
ijl Mam 61.2 K.M., Rotterdam 22 K.M., Loosduinen 4
dii K'M., Naaldwijk 12,2 K.M., Hoek van Holland 18,3
K.M
Hoek van Holland 18 3 K.M.! Waar had hij dat
[Mr gehoord! Dat kwam hem zoo bekend' voor....
»Dat weet ik al",zei Bram. „Hoe kom ik daar
Roe weet ik dat?"
Htteen was het, of hij' een prik in zijn h&rsens
zijn hart klopte wel driemaal zoo vlug
W vo»lde dat hij doodhleek werd
M wist het niet!" dacht Bram. „Maar nu weet
rtot,... 18.3 zonder het- puntjeis.... het....
?e!a'.... uit.... hethorloge!!!"
Hij zag ze vóór zich, de vreemde -teekentjes en
cijfertjes:
183 ZzooN XXX pijltje,
wat is het! Dat is het!" dacht Bram. „Ik voel het!
tooet een aanwijzing zijn! Ik weet het! Ik weet
W zeker, ik wéét het zéker!!'
een paar seconden maakte hij allerlei con'clus-
6Mn plannen....
H°8k van Holland 18.3 K.M.11
Bram had wel kunnen schreeuwen van plezier!!
■•Zou Wily niets aan me gemerkt hebben?" dacht
nij, toen. Haastig keek hij z'n neef aan. Die stond
nog rustig de reclame-aanbiedingen van een koffie-
winkel te lezen! v
„Zeg", zei Willy, „is dat even een reclame? Bij el
ke boodschap krijg je een bon, en voor tien bonnen
krijg je een half pond chocoladepoeder gratis. Dus
dat is per boodschap.... even rekeneneen half
pond gedeeld door tien.. dat as.... dat is..., hoe
veel is dat nou, Brammie?"
„Achttiend-rietiende kilometer", zei Bram ver
strooid, terwijl hij weer naar den wegwijzer keek.
„Haha", lachte Willy, ,wil jij me even beet ne
men? 't Is nu vijf en twintig honderdste ons, een
kwart Hek:ogram!"
Bram bemerkte dat hij alwéér een groote dwaas
heid had gezegd en Willy vond z'n neef wel een
beetjeverstrooid!
„Professoren zijn ook altijd verstrooid", dacht, Wil
ly, „en Bram.... enfin.... hij is, met z'n uitvindin
gen en onderzoekingen óók een halve professor!"
Toen ging de gestreepte arm van den verkeersagent
weer naar beneden. De auto's en fietsen reden ver
der en ook Bram en Willy vervolgden hun weg.
Thuis gekomen ging Willy z'n tante met de bloe
men verrassen. Bram holde, naar z'n laboratorium.
Met bevende handen wipte hij de beide deksels van
het oude horloge open, gluurde door z'n vergrootglas
naar de teekentjes en....
„Jazuchtte hij, „het staat er! Het puntje
staat er! 18 3 Zuid... Dus.... Hoek van Holland!
Daar moet ik heen! Daar is de geheimzinnige uitvin
ding van professor Stuyvesant verborgenl"
Rustig ging hij in z'n rieten leunstoel zitten den
ken.
,18.3 K.M. in Zuidelijke richting! Dat is Hoek van
Holland! Laat eens zien. Wat heb ilt nu al van de
geheimzinnige rebu9 opgelost?
Hoek van Holland, Zl oo N XXX pijltje
Dat puntje heb ik niet gezien, toen ik de teeken-
tjës voor de eerste maal bekeek! Zou 't -mogelijk
kunnen zijn, dat ik nog iets over 't hoofd gezien heb?
't Zou kunnen 1 Nóg even kijken l"
E-n wéér greep Bram zijn vergrootglas. Voor de
zóóveelste maal tuurde hij naar de fijne teekentjes.
,;Öie z vóór de twee o's of nullen kan nèt zoo goed
een twee .zijn", dacht hij. „Het bovenste haaltje is
duidelijk rond, en 't onderste is recht. Goed! Laat ik
aannemen, <Jat 't. werkelijk een 2 is! Dan staat er:
18.3 Zuid, 200 Noord.Dat kanl Zuid en Noord zijn
allebei windrichtingen, 18.3 is een getal; 't zou dus
heel waarschijnlijk wezen, dat er vóór Noord óók
een getal stond: En dat getal kan 200 zijn. Mooi l Ik
neem het aan! Maar wat 200? 200 Meters? Kan zijn!
200 K.M.? Dat denk ik niet 1 Dan zou er net zoo goed1
kunnen staan 1.81.7 N. Dus' misschien 200 M. Maar
dan zou '-t logischer geweest zijn, om te schrijven 18.1
Z. Hoewel't practisch gemakkelijker is, om eerst
Hoe kvan Holland als vast uitgangspunt aan te dui
den door 18.3 Z, en vandaar uit 200 N te gaan!
Zeg...u" zoo-viel hij zichzelf in de rede, „ik zit me
zelf tamelijk moeilijk te maken! Alsof '-t al niet in
gewikkeld genoeg ds. In elk geval weet ik nou één
ding zeker. En dat is, dat ik. naar Hoek van Holland
moet. om 't geheim van professor Stuyvesant te ont
raadselen! En dat zal ik morgen gaan doen...."
„Hallo Brammie, waar zit je?" riep Willy onder
aan de trap.
„Hier, hoven", -riep Bram terug.*„Ik kom!"
Vlug knipte hij 't horloge dicht en wipte naar be
neden.
's Avonds toen ze allen gezellig in -de serre zaten te
schemeren zei Bram:
„Ik zou wel'zin hebben, om morgen een reuzen
fietstocht te maken".
„Hè ja", zei Willy, ,maaT waarheen?"
„Naar Hoek van Holland" antwoordde Bram.
Hoe kom je daar ineens zoo op?" vroeg Willy.
.,Och, 't is een aardige plaats", zei Bram, „vooral
nu in den zomer. Ik heb wel eens hooren zeggen
dat 't er dan zoo druk isl"
„Hoek van Holland is de badplaats van Rotter
dam", zei vader. „Bovendien heb je daar de groote
waterwerken van den Nieuwen Waterweg. Ik zou
't zeer aanbevelenswaardig vinden, als jullie daar
eens heen gingen. Op de fiets ben je er in een groot-
uur. Hoeveel K.M. is 't hier vandaan?"
18,3 K M.„ antwoordde Bram meteen.
Haha", lachte Willy, „dat zei jé vanmiddag ook,
toen we 't over die chocoladereclame hadden, Bram-
*nie! Weet je nog? Nou weet ik meteen wat je toen
bedoelde. Maar zeg eens hoe kwam je daar zoo bij?"
„Och",, ?ei Bram, terwijl hij een kleur kreeg, „ik
'as 't toevallig op dien wegwijzer, daar bij' de brug!
En daardoor -verstond ik niet precies wat je zei!"
^Dat is dus vijf kwartier fietsen", zei vader. „Een
nraehtig' ritje!"
„Gaan we dan -morgen, Willy?" vroeg Bram.
„Best", zei Willy, ,ik heb er veel zin in. Is 't een
mooie weg?"
,,'k Geloof het wel", antwoordde Bram, „er is ten
minste een druk verkeer, én dan wordt er wel voor
gezergd, dat de weg in orde is."
„Als 't nu maar niet regent", zei vader. „De krant
voorspelt niet veel goeds".
„We zullen er maar- 't beste van hopen", zei
m-oeder. „Ennou een ander praatje! Wie wil
koffie, en wie wil chocolade of kwast?"
Er waren twee koffieliefhebbers: moeder en Bram.
Willy en vader prefereerden kwast.
Bram haalde de groote schemerlamp uit de ach
terkamer en zette die in de serre. In 't zacht, oranje
licht zaten ze gezellig bij elkaar. In de keuken neu
riede moeder zachtjes. Vader stak een nieuwe sigaar
op. Willy las en Bram zat stilletjes in zijn rieten
leunstoel, 'zijn hoofd vol met warrelende gedachten
aan de. vreemde dingen, die hij de -laatste dagen mee
maakte
Moeder kwam binnen met de koffie en de kwast.
„Eén koekje erbij'', zei ze. „Haal jij- 't trommeltje
even, Bram?"
Bram deed het. 1
,,'t Laatste overblijfsel van jouw Hoogenraedtsche
tien guldens", lachte moeder. „Dus.... goed proe
ven hoor! Laat het jullie maar heerlijk smaken".
„Wat zitten we hier toch fijn", zei Bram na een
poosje.
„Ja", zei Willy, terwijl hij even van zijn boek op
keek.
Moeder keek Bram glimlachend aan.
Je kunt nergens heter wezen dan in je eigen
huis", zei ze.
„Of", zei Willy, ,,'t zou -moeten zijn.... in 't huis
van je oom èn je tante".
Ze lachten allemaal!
.Je bent een goeie neef van me, hoor", zei moeder
terwijl ze even -naar de rozen keek, die Willy voor
haar meegebracht had.
En zoo was 't ook!
VII.
Het geheim ontdekt!!
Om negen uur 's morgens reden Bram en Willy
weg. Willy had weer z'n sportpakje, waarmee hij ge-
komen was, aangetrokken. De fietsen waren keurig
in orde, pakjes boterhammen bonden ze op de baga
gedragers en -Bram had 't. overschot van zijn „Hoo
genraedtsche zakgeld,, in z'n portemonnaie gestopt.
,,'t Is niet veel meer", dacht hij, toen hij de wei
nige kwartjes en dubbelitjas natelde. „Als 't op is,
neem ik een ander briefje van tien...."-
't Was warm. De lucht was bewolkt zoodat er geen
zonnetje te zien was. Wind was er niet, zoodat de
warmte nog drukkender leek.
„Als je een onweersbui krijgt, en dat is heel goed
mogelijk", zei vader, „wees dan zoo verstandig en
ga schuilen in een café of anders bij een boér. Blijf
in géén geval' doorfietsen, hoor je Bram?"
„Natuurlijk vader", antwoordde Bram. „we zullen
wel zorgen dat we heelhuids terug komen."
De neven vertrokken. Al rijdende had Bram dik
wijls gelegenheid Willy allerlei bezienswaardigheden
van den Haag te toonen. Opzettelijk reed hij een
eindje om zoodat Willy ook 't prachtige Vredespa
leis te zien kreeg.
„Wie zullen deze kéfctt nog eens nemen", zei Bram
want Willy had geen tijd genoeg, om alles op z'n
gemak te bekijken, „over een dag of wat wandelen
we hierheen en dan gaan we ook het Vredespaleis
binnen.
Zie reden nu de lange Laan van Meerdervoort.
„Wat een fietsers heb je hier, Brammie," zei Willy.
„Ja", antwoordde Bram, „daar staat den Haag
voor hekend. Maar 't is nu nog niets, vergeleken bij
de drukte om 12 uur, als alle scholen uitgaan of om
een uur of 5, na de sluiting van de kantoren. Dan
komen van alle kanten de fietsers bij zwermen aan
zetten. Ook in 't Noordeinde, je weet wel: bij 't Pa
leis van de Koningin, wemelt het dan van de fietsen.
Iedereen fietst hier, tot zelfs de ministers toe!"
„Asjeblieft", zei Willy.
„In de bekende reisgidsen van Baedeker wordt het
groote aantal fietsers genoemd) als een van de be
zienswaardigheden van den Haag...."
„Nee....?" zei Willy ongeloovig.
„Ja, heusch", vervolgde Bram. „Als er hier Engel-
schen of Amerikanen komen en ze toeren in een
Amova de stad rond, zorgt de gids er wel voor, dat
ze, behalve *t Mauritshuis, 't. Binnenhof, de Gevan
genpoort, en zoo, dök om 12 uur de zwermen fiet
sers kunnen bewonderen."
Zoo pratende waren ze al heel gauw Loosduinen
gepasseerd. Bram die 't Westland goed kende, wees
Willy de torens van Delft, Wateringen, Poeldijk,
'sGTavenzande, Naaldwijk, Monster....
„Wat een mooie toren", zei Willy.
„We komen er straks vlak langs", zei Bram.
„Ken Je Hoek van Holland?" vroeg Willy.
„Nee", antwoordde Bram, „verder dan 's Graven-
zande en Naaldwijk heb ik het nooit gebracht. Maar
de weg wijst vanzelf! Altijd maar rechtuit!"
,E'en fijne weg hier", zei Willy weer.
„En druk", vulde Bram aan.
Wordt vervolgd.