i: Even Lachen. De Wereld der Vrouw Drie schoten knalden in den nacht jjb men moet toch goed ontwikkelde buikspieren Tben om het kunstje naar behooren te volbrengen, ^(on neemt een glas water, niet te vol, en daarop C men een bord of schoteltje met den onderkant .11 r boven. Nu neemt men het glas in sijn rechter- •1-d, houdt met de linkerhand het. bord stevig op glas gedTukt en draait het geheel om. Nu heeft jfh dus een glas water omgekeerd op een bordje op staan. Nu is de opgave: alleen met het gebnii- van één hand het water op te drinken. miereen uit het gezelschap zal voor een groot "dsel s'aan, want er zullen er slechts weinigen zijn, op de gedachte komen het kunstwerk te vol- -ngen, zooals het behoort. _,o gaat thans als volgt te werk: Ge gaat' rechtop Jtin neemt met de rechter hand het bord van de ""1 buigt het hoofd achterover totdat ge voelt dat ongeveer horizontaal is en .plaatst het bord op e voorhoofd. Dan laat ge het hord los, drukt met rechterhand, die dus thans niets anders ts doen „ft. het glas stevig op het bord en buigt u geheel rover, tot het glas weer verticaal in uw hand is 'het bord er hoven op. Zttjt ge zoo ver, dan is het ij slechts een kleinigheid, het glas op tafel te zet- met uw rechterhand wederom het bordje eraf temen, het glas wederom in dezelfde hand te ne- i en le»g te drinken. Dit is een aardig kunstje h\ het verdient aanbeveling eerst eens een paar "Hl te oefenen en het de anderen zoo weinig mo- ijk na te laten doen. daar anders uw vloerkleed eens ongevraagd „gereinigd" zou kunnen worden NIEUWJAAR. -Nieuwjaar, jaar van 't onbekende 7 Heel de wereld staat weer klaar, Om U krachtig te ontvangen .Met een sterk en Msch gebaar f 1 Alle spieren zijn gespannen, *--Alle denkkracht is paraat, [- Bij 't hernieuwde samentreffen ÏjlOpenbaart zich weer de daadl 1 - Nieuwjaar, jaar van 't onbekende, j Arbeid zal Uw wachtwoord zijn, Uw machines zullen gonzen, 1 In fabrieken groot en klein, -«Drommen werkers zullen bouwen Aan de toekomst die ons wacht,.. Il 'Met de zwarte kameraden I 1 In de holen van den nacht r» H Nieuwjaar, jaar van 't onbekende, j .Dat het beste van ons vraagt, i y IDat een stukje van de wereld! I lln Uw nieuwe jaartal draagt, - 1 Dient, als 't moei, een slappe natie j Ongezouten van repliek, - Maar verlost ons volk een beetje tjVan de hoog're politiekIt I Nieuwjaar, jaar van 't onbekende, £jndië kijkt naar U uit - Voor interne rust en vrede, JB-rengt ook daar een frisch geluid f Zorgt, dat niet de bajonet slechts ij Er een voedingsbodem vindt, Maar leert zwart en blank begrijpen, Wat de beide rassen bindt 1 Nieuwjaar, jaar van 't onbekende, Met Uw winst en Uw tekort, Met Uw nieuwe idealen Dapper tot den strijd gegord, j Laat de zelfzucht minder worden In ons dagelijksch bestqan, Waardoor reeds zooveel gezinnen i Hulploos onder zijn gegaan! Nieuwjaar, jaar van 't onbekende, Maakt ons economisch sterk, Helpt die massa arme vaders Aan wat hoop en aan wat werk! Schenkt nauwkeurig al Uw aandacht Aan de laatsten in de rij, Wilt Uw beste krachten geven Aan wie zwaker zijn dan wij!! ■i icember 192(5. KROES. IN DEN OUDEN TIJD. et Nieuwjaarwenschen' moge uit welmeenend Jnsel zijn ontstaan, ontaard is het zeker. De goe- F svenschen door hem geuit ziet de wénscher gaar- n klinkend metaal omgezet: het wenschen is een nomde bedelarij, waarbij langzamerhand goed- is omgezet in moeten. „Daar, Lijsje" (zoo liet een j iter in de 17e eeuw een heer tot zijn huishoud- j zeggen, terwijl hij van ergernis de deur uitliep): j',r is de beedlaarslijst, en daar een deel zesthalvent volk is toch gewoon daarvoor hun maag te zalven [joon dikwijls de arme vrouw, die al haar leed verkropt, j; 't flikk'ren van de lamp der kindéren kousen stopt. WETENSWAARDIGHEDEN. C i i «ii het U bekend; fat het grootste orgel ter wereld thans gebouwd rat voor de Kathedraal in Passau (Duitschland)? !a t dit orgel 5 toetsenborden zal hebben, alsmede stoppon en 16000 pijpen? |at een vrouw te Amiëns 20 jaar geleden geope nd werd? 'i a t, toen zij onlangs weer geopereerd werd, een aar in haar lichaam werd aangetroffen, die daar aar geleden was achtergebleven? a t er een visch is, die wel 5 jaar zonder voed- kan blijven? dat dit de Proteus is, die in onderzeesche ho len voorkomt? dat men ln Engeland zich speciaal toelegt op het kweeken, enz., van reoord-Kerstdieren, het ma ken van puddingen, enz.? dat een Norfolksche boer een kalkoen fokte van 80 pond, die, na bereid te zijn, een maal voor 100 menschen opleverde? dat de hertog van Norfolk eens een kerstboom voor zijn personeel opricht© van 25 meter hoog? d a t de grootste kerstpudding ooit gemaakt, werd vervaardigd door een Lonüenaar? dat deze 1000 pond woog en gekookt werd In oen brouwketel? dat deze pudding bestemd was voor de armen en met 0muilezels werd voortgetrokken? d a t de wagen onderweg werd aangereden en de pudding verongelukte? dat de eigenares van een herberg in Dikovina, in het Trans-Baikal gebied van Siberië haar gasten onthaalde op olifant-biefstuk van 20.000 Jaar oud? dat namelijk bleek, dat zij haar olifantvleesch kocht van een houthakker, die het vleesch uit den grond groef? dat men namelijk in' het bosch, onder den grond, het karkas van een reuzen-mannoet vond, met een jonge mammoet, zoo groot als een flinke olifant van nu.?. dat door de groote koude de 2 karkassen 20 Jaar geconserveerd bleven? MOEDERS EN RAAR KINDEREN. Chocolade Sandwiches. Een omoedejj zegt: ..Als mijn kinderen vriendjes of vriendinnetjes te spelen hebben, maak ik dikwijls chocolade „sandwi ches" voor hen en noem die dan „koekjes". Ik neem kleine beschuitjes, die ik dik met boter besmeer, leg er telkens twee op elkaar en doe er chocolade-strooi sel of geraspte chocolade tusschen. Men kan hetzelf de doen met twee aan twee eenvoudige drooge koek jes met chocolade artussohen op elkander te leggen. Op deze wijze weet ik, wat de kinderen snoepen, niet alleen, doch ik weet ook, dat zij iets voedzaams naar binnen krijgen. Bovendien zijn zij' er allen even dol op," STORM OP KOMST. Vader, de barometer is naar beneden geloopen! Hoeveel graden? Twee meter, vader zei het Jongemensch, met oen schuldige blik. HATELIJK. Toen ik zaken voor eigen rekening bogon, had Ik absoluut niets anders dan mijne hersenen. Dat was zeker een hoel schraal begin. GELIJK HAD-IE. Wat is dat nu, kellnor, ik heb maar één pootje van die kip opgegeten en nou breng je me een heele kip in rekening? ■—Ja, meneer, dat is zoo de rogel hier. Nou, dan ben ik blij, dat ik geen biefstuk be titeld heb. RAAK. Mij arme man was een groot artist., zei de kost- juffrouw, terwijl ze een stuk ossenlap poogde te kloven. En hij zei altijd, dat hij door mijn kook kunst geïnspireerd werd. Een beeldhouwer, zeker, zei de commensaal som- ber, terwijl hij zijn kromgebogen vork bekeek. DAT WILDE HIJ WEL EENS ZIEN. Jantje (voor den derden keer): „Mag ik niet een glas water voor U halen, meneer Snaps?' Meneer Snaps: „Het is heel lief van Je, Jantje, maar waarom wil je me toch een glas water geven?" „Omdat ik van vader 'hoorde, dat U drinkt als een visch, an dat wou ik zoo graag «ene zien! TABLEAU. De deftige jongedame was erg gesteld op een goe de uitspraak. En ze vroeg daarom aan den juwe lier, terwijl ze hem haar pinkring met een grooten steen erin, toonde: „Zegt U mij eens, meneer Topaas, hoe jheet die steen in mijn ring nu eigenlijk, moet je dat nu uitspreken turkoois of turk waas?" „0.m het heel precies te zeggen", antwoordde de juwelier nauwgezet, „moet U die uitspreken glasl' ZOEK HET NU MAAR UIT.» Wel, hoe ij Uw tournée door de provincie ge slaagd? Nou als we een treurspel speelden, waron de ontvangsten belachelijk, en speelden we een lach- stuk, dan waren de ontvangsten een treurspel! ONZELFZUCHTIG. Mijn man is een van de onzelfzuchtige!© men schen,'die ik ken. Werkelijk? Ja, ik gaf hem met St. Nicolaas een kistje si garen. en hij heeft ze allemaal door zijn vrienden la ten oprookem MOEILIJK GEVAL. De directeur van den dierentuin was met vacanlie, toen hij het volgende briefje van den chef kreeg: Alles gaat goed, behalve met den chimpanzee. Die schijnt heimwee te hebben naar een kamèraad. Wat moeten wé doen, zoolang U er niet is? „PARIJSCHE MODE". Een Wandel cos tuum. Gemaakt van lijn wollen tweed is «dat costuum warm genoeg om1 het zonder meer in de strengste koude te dragen. Geel en bruin gespikkeld tweed of geruit met kleine bruine en oranje ruitjes, zijn bei den zeer geschikt en aardig voor dit pakje. Het wordt gemaakt met een vest met overslag en twee rijen knoopjes, terwijl de mantel gesloten wordt imet een enkelen grooten knoop van bruin been of schild pad in de kleur van het -costuum. Met knoopen wordt de rok ook van voren gesloten en zij moeten ook werkelijk goed sluiten om het juiste effect te voor schijn te roepen. Men kan onder dit mantelpak een blouse dragen van tussor. met een groenen das en de hoed moet in overeenstemming met het pak zijn. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48, onder opgave van No. 1223. Kosten 86 ct. DE SLIMMERDS. Een van de olifanten van het circus hoestte op een morgen leelijk. De oppasser kreeg opdracht hem een emmer water te geven, en daarin een flesoh whltkey te gieten. „Hoe is het met „Jopie"" vroeg de directeur don volgenden dag. „O, nög hetzelfde," zei de oppasser, „Maar nu hoes; ten al de andere olifanten!" RAAK. Wat oen last! riep een heer in de stalles uit, toon een jongmensch, voor hem'gezeten, in luide convorsatie gewikkeld was met een dame naast hem. H-adt u het tegen mij,' mijnheer? vroeg het jongmonsoh uitdagend. Wol noen, ik bedoel de muzikanten daar, die zoo'n lawaai maken, dat ik uw conversatie niet hoo- ron kan. was hot antwoord. Alle rechten voorbehoudenl Oorspronkelijke Oudejaarsvertelling door Sirolf. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.) In de deftige villawijk heerschte voorname rust. De straten lagen geheel verlaten. Het vroor een beetje. Maar wanneer men goed toekeek, zag xuen, dat de meeste bewoners van de deftige wijk nog op waren. Tusschen kieren van luiken en blinden, zag men lichtstreepen vallen talrijke ruiten waren ver licht en wie erg onbescheiden zou zijn geweest en door de dunne gordijnen van sommige romen naar binnen had gekeken, die zou drukke, levendige ge zelschappen hebben bijeengezien, rijke, welgedane menschen, ln kostbare kleeren, die lachten en vroo- lijk waren, aten en dronken, zich te goed deden aan het goede der aarde, muziek maakten en zongen. Want het was oudejaarsavond. In het huis van Willbur Callman, den bekenden financier; was het al 'leven en vroolijkheid. De gas ten bevonden zich in den grooten salon, met het ouderwetsche open haardvuur, waarin de houtblok ken vlamden en knetterden. Men dronk, men snoep te, men schertste mi zong. Een van de jonge meisjes overmoedige blondine, omringd door een troepje flir tende, vroolijke jongelui, zat achter den vleugel, en droeg tintelend van levenslust een liedje voor. dat ze zelf begeleidde. Een aardig liedje was het, van een zwerver, die op Oudejaarsavond. een warm, vriendelijk thuis vond.. Ja, ja, een aardig liedje was het. Allen luisterden. En toen het uit was, kreeg ze een hartelijk applausje. Toen, het handgeklap was rog niet eens bedaard, klonken, snel achter elkaar, drie schoten in den nacht. Drie felle, korte knallen, waren het. Men keek el kaar aan. men keek op de groote staande klok. Het was vijf voor twfalf. Dan lachten ze op. en Willbur Callman riep: „Nu, die is ook een beetje te vroeg om -het Oudejaar weg te -schieten' Maar, beter te vroeg dan te laat. Laten we daarom maar vast de glazen vullen en elkaar toedrinken. Bedienden schoten toe, vulden de glazen met pa<- relonden wijn. De gelukwenschen vlogen over en weer, als vlugge blijde ,vogels, handen worden ge drukt, er werd gekust. Men dronk, dronk met lange teugen, want de kelen waren droog geworden en de wijn was heerlijk, verkwikkend, opwekkend. In de groote keuken, bij het zacht knetterende keu kenvuur, zat een man. Een wonderlijke jas had hij aan, met groote lappen van andere stof erin. Gaten aan zijn ellebogen ên een -broek, die hij met een dik touw om zijn middel had geknoopt. Zijn voeten sta ken in veel te groote schoenen. Door een gat in het bovenleder kwamen een paar -naakte teenen te voor schijn. Ja zoo, zoo moest een zwerver een landlooper eruit zien. Zoo'n kerel, waarover die charmante blondine daar boven aan den vleugel dat aardige liedje zong. Nu, het was ook een zwerver. Hij zat daar geheel alleen in den ruimen keuken, vlak voor het vuur en schurkte zich behaaglijk in -den ouden rieten leunstoel. Fijn warm was het. En zijn maag had ie ook vol. Ongekende weelde. En dat nog wel op Oudejaarsavond. Beste menschen toch, Kon je zien, dat die rijke lui soms toch ook nog wel een hart in -hun donder hadden. Hij keek op de keuken-< klok. Kijk daaris, al bijna twaalf uur. Nog maar een -minuut of vijf Plotseling keek hij om. Hij had iets gehoord. Daar, wat was dat nou? Daar rinkelde een ruitje. Ver draaid, dat ruitje van de keukendeur werd ingedrukt. Een hand graaide door de openinig naar binnen, sloot de deur open. Een oogenblik later zag de zwer ver bij -het flauwe schijnsel van -de vlammen van het keukenvuur, dat twee kerels naar binnen slopen. Met een roode zakdoek voor hun mond ge,bonden. Dat waren, bliksems, dat waren inbrekers. De zwer ver nam de tang, die bij den haard lag. op, sprong te voorschijn. Eén dievenlantaarn flitste aan. De twee kerels slaakten een onderdrukte kreet. Die is ons voor geweest, schreeuwde de ecne schor. De zwer ver wierp zich op de belde indringers. Een van -hen greep in zijn zak.... een vuurstraaldrie scho ten Jclonken ln den nacht... drie schoten snel ach ter elkaar.... Schuifelende voetstappen, die de keuken uitrenden, naar hulton, den pacht weer in. De keukenklok wees vijf minuten voor twaalf. Eënige oogonblikken bleef het heel stil in de keu ken. Roerloos lag daar, de zwerver. De vlammen van het vuur speelden spookachtig door de keuken be schenen grillig de stille, ineengezakte man, die bleek zag als een doode, onder de stoppels van zijn onge schoren gezicht. Kijk, hij bewoog zich even. Sloeg de oogen op, bewoog zijn tong langs zijn gloeiende lippen. Dorst.... -dorst.... zijn mond gloeide -nis 'uur, en zijn hoofd bonsde en hamerde en in zijn borst scheen iets te gloeien en te branden, wat een vreeselijke dorst had hij. Hij -probeerde op te staan. Maar zijn leden wei gerden eiken dienst. Loodzwaar was Allos. Lieve Hemel, als hij maar iets kon drinken, die sdorst maakte hem gek. Als hij toaar «ven kon opstaan, iets drinken, iets drinken..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 16