HET BRITSCHE WERELDRIJK.
DE PORTRETTEN
DB „ZEGE DER LIEFDE".
Een Oostenrljksche groep filmoperateur» en -artis-
ten bevond zich voor eenigon tijd te Konstantinopel,
om op den Bosporus en de Marmarazee opnamen
voor de romantische film: „Zege der Liefde" te ma
ken. Voor dit doel wilde men zich* van de hulp van
een kleine stoomboot .,De Semper Parabus" verze
keren en roede handelde de film-operateur met den
eigenaar over den pril».
„Zeshonderd Turkeche ponden!" zei de eigenaar,
een Laliaon. De filmoperateur sloeg do handen bo
ven zijn hoofd in olkaar. „In geen gevalt" antwoord
de hü. „dat is veel to veell"
„Nu goed dan!" meende de op het oog welwillende
Italiaan. „Goed, betaalt U dan maar alleen de on
kosten. die tijdons do reis gemaakt worden. Hon-
derdvijftig pond!"
Do operateur stemde toe en den volgenden mor
gen trok men er op uit. Geen enkel romantiek en
echilddrachtig plekje aan de kimt wflrd. overgesla
gen. totdat de kapitein vond, dat het nu genoeg was
en bekend maakto dat hij huis-toe ging.
Daar brak de filmoperateur los. Of de kapitein dan
heeiemaai door God verlaten was. Of hij. de film-
agent, misschien met de halve ..Zege der Liefde",
naar Weonon kon terugkeeren?!
„Goedl" meende de ander wederom. „Betaal mij
duizend Turksche pondjes, dan blijf ik nog een
poosje! En bobt U het bedrog misschien niet in baar
geld bij U. dan neem ik desnoods ook no« wel met
een chèquo genoegen."
De fllmagent wist oerst niet. wat te doen, maar ten
slotte ondorteekende hU de chèque. waarop hij weer
verder fi'mde.
Don volgenden d.ft* (ried» vree* in den mergen
kwam de kapitein ewque va* 4oi»e»d pond in
wisselen. Duizend Turksche ponden? De agent wees
hot gladwog van de hand. Geen rooden heller zou hU
zelfs betalen. Die ondertoekening van de chèque was
maar een uitweg geweest en had in 't geheel geen
waarde. En als de kapitein nu niet gauw maakte
dat hU weg kwam. dan zou er nog wat ander» voor
hem opzitten.
De kapitiein trok ai. maar kwam kort daarop
terug mot een politieagent en oen deurwaarder,
die al wat op de filmoperateur bij zioh had, in be
slag namen. Nu waa goede raad duur. De filmagent
meende het op een accoordje te moeten gooien en
bood aan tien pond te betalen. De kapitein van zijn
kant wilde zich ook niet onwelwillend toonen en
vroeg inplaats van duizend, negenhonderd pond. Na
lang loven en bieden kwam men tenslotte overeen,
dat de filmagent honderd pond zou betalen, waar
op hij zijn hebben en houden weer terug kreeg.
Dadelijk daarop pakte hij echter zijn koffers, en
geen uur daarna schudde hij het romantische, maar
ongastvrije stof van de Marmarakust van zijn voe
ten
Nog langen tijd echter, op weg naar huis, erger
de hij zich over de transactie met den kapitein,
waarin hij maar half gezegevierd was. Hij troostte
zich echter met de „Zege der Liefde", welke hij in
haar geheel was meester geworden.
KLEINE OORZAKEN..,,
Een Amerikaansche courant meeerrt oastdekt te
hebben, waarom de jeugd tegenwoordig 200 los
bandig (m zonder eenig ontzag voor hun ouders ia.
„Het veiligheidsscheermoa is do schuld!" schrijft de
„Epworth Herald.". En 'de grond, welken liet bliad
voor haar Ijeworin# aanvoert, ia de volgende. „In
don goeden exud "tijd, boon ieder, die zulks noodig
had, nog met oen gewoon scheermes werkte, vond
men in bijna iodere woning nog een aanzetriem,
om het mos van tijd tot tijd wat aan te zeten. Daar
was de huiselijke discipline een zeer eenvoudige
zaak en de riem een middel, om de jonge luitjes
van hot woordje „tucht" te doardriigen. Heden
ten dage gebruikt men echter geen aanzetriemen
meer, en ae jonge schelmen van beiderleir geslacht
blijft menige dracht slagen gespaard, wijl' er geen
middel' ter hand is, om de etrai te voltrdkkcm...
Misschien dat de fabrikanten van vedirfieidssoheer-
messen nog eens zullen overwegenden Dij hun pro
ducten een gratis aanzetriem te geven, teneinde zoo
doende aan de bandeloosheid dei hegenwoordiaa
jeugd paal en perk te atellern.
HOE HOOG IS HET GELUID HOORBAAR?
Bij onlangs jnet een luchtballon genomen proe
ven is gebleken, dat de etem van een mafi nog op
een hoogte van 500 meter goed hoorbaar is. JEet
m op j-j-.-
en een kanonschot op 1800 nieter. Het doordrm-
gendstc geluid was heb goruisoh, dat eentrein, die
in volle vaan rijdt, maakt, Heb nollen der wielen
hoorde men nog op 2500 meter boven de aarde, het
fluiten der locomotief zelfs op een hoogte van
3000 meter x 1 i 1 1 i 1 -
van wijlen den heer von Scheiblingen laten zien.
U zult een doode het leven verder niet moeilijk ma
ken, besloot Scheiblingen lachend.
Ik zou de autoriteiten hier van de zaak ln
kennis kunnen stellen.
Probeer maar! U, de vreemdeling, alleen tegen
de heilige eedon van een aantal Yenezolaansche
edellieden en burgers, die eiken dag bereid zijn te
gen een billijk tarief nog twintig even klinkende
meneeden te doen. U komt in uw hemd te staan
met zoo'n klachtl
Holdau dacht even na:
u hebt gelijk. Het zou waanzin zijn. Op zoo
veel duivelsche genialiteit heb ik werkelijk niet
gerekend; ik moet eerlijk toegeven dat ik het daar
tegen afleg. Maar wai u doet beteekent een breken
met uw heele verleden en uw heele milieu.
Dat ia mijn daad van toen al geweest, zei
Scheiblingen somber.
Dat is volkomen waar.
Het was alsof de man tegenover Holdau, plorteo-
ling niet moor de stoere, sportieve vlotte Scheiblin
gen was, maar een verouderd man, die onder den
last van hot leven gebukt ginp.
En do vruchten van man daad heb ik Biet
kunnen plukken. t I
Dat was me bekend. I t
Scheiblingen keek hem verwonderd aafl:
Weet U dan aXUn, duivefakunatenaarr
Tenminste voeh En daarom pog ik Uheb moet
U niet vimbazen .dat U joiet hol>fc gekregen wat
U do vruchten van Uw daad gelieft te noemen
Van een misdaad pljukt men alleen wrange vruch
ten Mn de moord op Uw vrouw was nu Aefc 90-
pnnM heb'geschikte middel om aoni andere, goede.
Jroine vrouw te veroveren.
Weet Bol?... Bdmiblingwn was doodsbleek
geworden.
"Waarom zou Be niob weten wat langvlamoriiano
iedereen weet? Maar ze in intelligent en heeft uit
zichzelf verdenking tegen U opgevat.
Scheiblingen beelf em lange pxw jowygeö. Einde
üjk vond hy weer woorden:
1 Ik bon oen verloren man, Holdau. Ik heb geen
hoop en goon "toekomst meer; aUoe» maar het ver
leden om berouw over te hebban. Maar als je eens
wist hoe ik door mijn hartstocht 'bezeten was...*
Ik weet veel 1en ik begrijp voel', Bcbciblingcm,
fik heb lioel wat meegemaakt m .mijn Jövten.. En ik
heb tot op Zekere hoogte modelijden met je, om
dat je «00 heb slachtoffer bant geworden vsa je
teigen booze driften. Maar Vollrad heeft eens gezegd
dab ik „een fanaticus van het recht" ben en dat ie
zoor juist. Mijn modolijdjsn beteekent niet dat ik
teen excuus voor j"e hob....
Holdau had op dicp-ennstigted G00M gesprokten'
en Zyn woorden liaddon blükbaar grooten
op Scheiblingen gemaakt.^ Hij zwoeg oen poos en
zei toen: Mijn leven is verniotigid; alleen het
naakte leven heb ik gered* om zoo te zeggen. Maar
De Br!lach» Imperiale conferentie 1» achter den
rug, de mooste Premier» der verschillende Dominion»
zijn reed» huistoe. een enkele 1» nog blijven hangen
om hier en daar tot eereburger van een stad. of
tot eeredoctor van eene universiteit te worden
gepromoveerd en gehuldigd.
Wanneer ik aan die hulstoe reizende Eerste Mi
nisters denk, dan kan lk niet nalaten ml) eene epi
sode uit de oorlogslaren te herinneren.
Ik bracht een broeder naar den trein, die van het
Weesperpcortstation in Amsterdam o.a, naar de Duit-
sche gron» zou vertrekken. Terwijl wij bij het por
tier stondon. viel: mijn aandacht op een gesprek
tusschen twee heeren, die, de eene binnen, de andore
buiten, de coupé druk converseerden. Het gesprek
was zoo Ooetersch levendig, dat het onze aandacht
wel moest trekken. Het bleken kettlnghandelaaxs.
en grenshandelaar» (smokkelaars ls zulk een leelljk
woord) te zijn. De een ging naar Dultechland terug,
de andere bleef ln Amsterdam en bleek do spil te
zijn. waaromheen alle zaken der combinatie van de
heeren draalde. Men had heel wat zaken besproken,
rnaac toch in het vooruitzicht van het vertrek bleek
nog van alles te moeten worden gezegd. Hot sig
naal tot Instappen werd gegeven, mijn broeder stap
te ln. Ik bleef even wachten, de trein vertrok. Plot-
west js alles, dat wil zeggen, je weet niks!"
Later hebben mUn broeder en ik die woorden dik
wijls* herhaald «n besproken,. Dis ssns zin sprak
boekdeelen.
Het is nu hier te Londen met de Britsche Impe
riale Conferentie net zoo gegaan. Het resultaat is. als
of Baldwin bij bat afscheid nemen tot de vertrek
kende Premioro gezegd heeft: «Jullie weten allee,
dat wil Boggtxa jullie weten niet»."
Ik heb dikwijls met mijne vriendin gesproken om
een» te hooren wat zU. goede Britten, nu wel over
het resultaat van de Imperiale Conferentie dachten
en wil nu trachten weer te geven wat ik van ver
schillende zijden gehoord heb.
De groote massa begrijpt er nieté van, voot die is
het woord Dominion altijd reeds raadselachtig ge
weest en voor die is alles wat zij nu weer hooren
orakeltaal. 2hJ weten alleen dat het Britsche We
reldrijk nog bestaat, dat er geen Britsch gebied ver
loren is gegaan en troosten zich verder met het oude
Engelsche rijmpje:
We have' got tbs ships,
We have got the' men,
IWe have got the money tooi
Ware niet do publieke opinie in Engeland veel te
veel bezig gehouden geweest door do steenkolensta-
king, waaronder iedereen begon te lijden, en
waarvan iedereen de bittere waarheid besefte, na
melijk. dat het jaren en jaren lang voor het rijke
Engeland een opstopper met een economisch boks
ijzer beteekent, dan zou er aan die Imperiale Con
ferentie wel meer aandacht besteed zijn.
Een mijner vrienden, een dubbelgebeide Tory. een
achttien karaats „Diehard" gaf als zijne meening
te kennen, dat men in vrosgere jaren veel te toege-
vond tegenover de koloniün geweest w& s en dat
vooral de oorlog ons zwak bad doen zijn tegenover
de overzeesche Gewesten en wil nu do allerbitter
ste pillon te elikkon hadden gekregen.
Natuurlijk gaf hit de schuld aan vroegere Libe
rale Kabinetten on meende, dat b.v. de toegevendheid
van Sir Henry Campbell Bannerma© tegenover Zuid-
Ai rika prematuur was geweest.
Een andere Tory. wien ik dit daarop als mijne
meening opdischte. was het daarmede niet eens en
zei. 'dat men nu eenmaal met do feiten xtekening te
houden had. HU vond, dht Campbell) Bannerman zeer
juist gehandeld had. en door: the proof of the pud-
dinig lies in the eating" do oorlog het beste bewijs
waa geweest hoe de Zuid-Afrikaners door frouw te
blijven aan het Britsche Rijk hét breedte gebaar van
Engeland verstaan en gewaardeerd 'hadden.
Deze vriend, die veel gereisd en veel gelezen
heeft, noemde os. de groote stroomingen ln een paar
Dominions op.
Canada heeft een «root percentage der bevolking
dat niet alleen Fransch spreekt, maar Fransch
voelt en dénkt en zeer geneigd is om ta luisteren
naai den „Vogelaar" met zoet gefluit", Die vogelaar
ia -»• bewust of onbewust dat liet mijn vriend in
het midden Uncls Som, die heel graag nog een
«ter op het dundoek der „Stars and Stripes" zou wil
len stikken, een mooie glimmende ster: Canada!
Dan zouden er nog meer sterren kunnen volgen:
het nu nog Britsch0 New Foundiland. dan nog
British Columbia.
Hij nam mij verdei mee naar Australië cn Nieuw-
Zeeland. twee zeer belangrijke Dominions, geheel
verschillend in type van land en van bevolking. Au-
itrallg met eene bevolking, die grootendeel» afstamt
van Brltscho dwangarbeiders, dus niet bepaalt van
de „crème de la crème" der mcnechheid. al wil lk
het woord schuim niet dadelijk bezigen. Een feit le
het, dat lk nog nooit Iemand gesproken heb. dlc do
Australiërs mag lelden on lk moest, wanneer ik op
mijn vele reizen Australische dames en heeren ont
moette, onwillekeurig altUd denken: lk moet met
Jou het onderwerp „wegen" vermijden, want ik vree»,
dat Je voorvader wel als gedeporteerde aan het ma
ken der wegen lzx Australië heeft meegewerkt.
De Ndeuw-Zoelandera stammen af van emigran
ten, en hebben onwillekeurig oen avontuurlijken en
democratische» geest goërfd-
Over Zuid-Afrika behoevon we wel niet te spreken,
we weten, dat die Boeren grootendeels tot voormoe
ders Ainsterdomsche weesmeisjes hebben en schrijf
ik daaraan als Amsterdammer hun deugden
toe. terwijl ik overigen voor het oentgszins stugge,
bijna hypercritlsche karakter der Boeren niet zoo heel
veel sympathie hob.
Ovon Britsch Indië. dat geen Dominion ls,
wil lk ditmaal niet sproken, ai was Indlö ook op de
Imperial Conferentie door een Mahoradja vertegen
woordigd.
Zoo kwamen al die Premiers der Dominions naar
Londen, en vonden daar ook nog den Premier van
den lerschen Vrijstaat. Noord-Ierland was niet ver
tegenwoordigd, want Ulster heeft zioh niet willen
afschelden van Groot-Brltanali.
Met groots tact wsrden de heeren- „democratische
potentaten" ontvangen. Dat waa noodig, want ver
scheidene kwamen, zooals mijn vriend heel zeker
wist, mot opgestreken zeil ln Engeland aan. Wie
mijne inleiding ovem de Dominions zooeven gevolgd
heeft, zal dat gaarne willen begrijpen en buitendien
is er b.v. in de Nederlandsche dagbladen genoeg
te doen geweest over de Zuid-Afrikaansche vlagge-
kwestls, om te begrijpen, dat er wat broeide. De 2.-A.
vlag mocht ln niets, maar bok ln niet eenlge servili
teit aan Engeland toonen.
Heel voorzichtig is men van de zijde der Britsche
Regeering te werk gegaan en men heeft gezorgd over
de verhandelingen het grootste geheim te bewaren.
Naar ik uit goede bron weet, is dank zij de groote
tact der Britsche ministers de toon der conferentie
zoo gracieus en hoffelijk geweest, dat de wind dade
lijk uit de opgestreken zeilen verdween en ieder
Premier wilde trachten den hoffelijken toon der
Britten in hoffelijkheid te overtreffen inplaats van
•te evenaren. Dat zou volgens een mijner vrienden,
die de geheimen kent., bewerkt hebben, dat het Brit
sche Wereldrijk heden nog beetaat.
Ware de conferentie anders geloopen, dan lag het
wereldrijk vandaag reeds uit elkaar.
Feitelijk ligt het uiteen, elk gewest heeft zelfregee-
ring, maar twee zaken houden het wereldrijk nog
bijeen: de Koninklijke Macht en diens Privy Coun-
cil (Raad van State). Typeerend is. dat reeds nu in
sommige gewesten gemopperd wordt over die Privy
Council. die feitelijk oppermachtige rechtbank is.
Do Privy Council is wel wat andera dan onze Raad
van State, die op Franschcn leest geschoeid is. nL
overeenkomstig de Conseil d*Etat (1)
Biï U is do Koning(m) wei President van den
Raad van Sfcafco, maar ik .geLootf niet, dat het ooit
voorkomt, dat Hare Majesteit hot presidium voert.
Men 'laat dat over aan den Vioe-President, dio een
zeer hoogte post bekleedt en o.a. indien oen koning
koningin sterft even Tiet regentschap voert
Hier in Engeland vergadert de Koning' van tijd
toptijd met^oenigte .rijder Privy Oounoillors m is
Zooals gezegd, do Privy Coanail ia voor het ge
heels Wereldrijk dé opperste arbiter gebleven, naast
den Koning).
Do Koning houdt het gehoede Rijk bij elkaar en
is nu Koning van; Groot-Brifcanniö on de Kolonies,
de verschillende Dominions Ierland'.
Meen Biet, ook Ierland heeft bfl.doben tot het Brit
sche Wereldrijk te bUu'vten behooren, dat wil neggen
de Vrijstaat Ierland, waait Ulster voelt rioh als tot
Groot-Britaamië behoorend ttn is Beer gepiqueerd,
dat er van Ierland inplaats van Iersohe V rij'staat
wordt gesproken en ziet daarin een miskenning der
Noord-Iereohe rechten en vreest, dat de Briteolie
Regeering aldus feitelijk verraad tegenover Ulster
hooft gepleegd en hot inpikken van Ulster door
Zuid-IerLand ini de hand werkt Daar is natuurlek
veel van waar, maar wat moeeten die arme Bnt-
*cho ministers doen? Ze moesten toch Borgen, dat
de Iersclie Vrijstaat Britsch bleef en hebben toen
gedaan! Booalg de öhineezon, wat hun geloof be-
reft doen: Bij hebben aan de Kwade Goden (Zuid-
Ieren) geofferd, de Goede Goden (de Noord-Ieren)
zijn tooh goed. I
in de gevangenis wil ik zoet'komen. Ik word zoo
snappen. Maan ie Hult tooh niet zondar resultaat
naan Duitschknd teruggaan; wat ik nog kan goed
maken, wil 'ik goedmaken. BBjf vannacht hier,
in het hotel uitrusten en ga morgen mee naar Car
raoaa. Ik heb daar oen huis in do bergen: de stad
ligt hoog en veilig tegen doe vervloekte gele koorts.
Wees een paar dagen mijn gast... san laatste herin
nering aan de beschaafde wereld..., dan sal ik mijn
bekentenis opschrijven en dan wil ik ook heel graag
van je hooren hoe je hst spoor teruggevonden hebt,
dat ik dacht zoo handig uitgewisont te hebben.
XVIIt
Hoog op de Oraaabisohe bergen stond tw
kleine elegante villa met een heerlijk uitzicht op
de stad Caracas beneden, de haven en de zee. Een
reine, pittige berglucht woei hier on maakte de tem
peratuur vrij constant en verdraaglijk. Overal in
het rond was de weelderige plantengroei van tro
pisch Amerika
Hier was Holdau, vergezeld van zijn onafscheide
lijk Uteljhoofd Mangas, Scheiblingen» gast De bei
de Dultschers zaten als twee goede vrienden op de
veranda. Het was na den eten en beide rookten zwij
gend een groote Havanna en keken uit over de zee.
De zon, die achter de bergen verdween, liet haar
laatste rossige stralen over het wijde, even-rimpe-
lendo wate» weerkaatson.
Eindelijk verbrak Holdau het stilzwijgen:
We zitten hior werkelijk heel gezellig en het
spijt me dat lk het gesprek op de onaangename zaak
moet brengen, die me hierheen voert Maar dat is
nu eenmaal niet anders. Het beste lijkt mij dat ik
den gang der gobourtemasen heeiemaai reconstrueer
dan kunt u mij aan de hand van mijn uiteenzetting
een schriftelijke bevestiging geven. Dan zult u hoo
ren hoe ik er achter gekomen ben dat u de eigen
lijke schuldigs ia
Zal ik eerst lieht laten brengen?, vroeg Schei
blingen.
Ik praat liever ln het donker.
Vooruit dan maar.
U had dan den dood van uw vrouw besloten.
Over den psychologischen kant van de zaak zal ik
maar niet te veel uitweiden; daar hebben we het
in Maracaibo al over gehad. U was bezeten door
een krankzinnige hartstocht liefde wil ik het niet
noemen voor Miss Hopkins, en het was een soort
idee fixe bij u geworden, dat uw vrouw, zooals men
dat noemt, u in den weg leefde. Haar bestaan was
u tot een soort last geworden die u tot razornij
bracht Uw gemoedstoestand ten opzichte van haar
was niet meer normaal te noemen.
U bent een goed psycholoog.
Versta me goed, wat ik hier zeg is alleen maar
een verklaring, ln het minst geen excuus. U mocht
u andears een* inpraten dat ik uw daad vergoelijk,
U was dus in een overspannen gemoedstoestand,
maar toch hebt u, ik zou bijna zeggen met bewonde
renswaardig overleg, de misdaad maanden te voren
georganiseerd.
Dat ziet U goed in.
Ik heb me ia het begin wel afgevraagd, waarom
U Uw toevlucht tot zoo'n gruwelijke daad hebt ge
nomen. U had toch kunnen scheiden. Maar daar wa
ren natuurlijk geweldige bezwaren voor U aan ver
bonden. De mogelijkheid dat Uw vrouw er niet in
zou bewilligen, was er een, maar vooral de overwe
ging moet bij U hebben gegolden dat een vrouw van
de hooge levensopvattingen van Miss Hopkins nooit
met U zou trouwen, als U terwille van haar Uw
vrouw verlaten had. Zoodat U de „vruchten", zoo-
als U dat noemt, dan toch niet zou hebben geplukt.
Daarbli komt nog dat een dergelijke echtscheiding in
onze hoogstaande en degelijke Duitsche en Ameri-
kaanache kringen een man gelukkig zwaar wordt
aangerekend en U dus maatschappelijk veel kwaad
zou hebben gedaan. Dan maar liever een moord
waar niemand achter omt. dachton Uw verbijsterde
hersens. Heb lk het bij het rechte eind?
U geeft mUn rsdenoering bijna woordelijk weer.
Dus Uw moordplan stond vas.t Ik wil niet zeg
gen, dat U te laf was om zelf de daad te plegen,
maar U vond het toch „aangenamer", zal ik het maar
noemen om er een ander voor to laten opdraaien.
Maar toch is het tenslotte Uw relatie met den be
roemden »r. 24 geweest, waardoor Ik er in ben ge
slaagd om het net van bewijzen om U toe to trekkon.
Laat ik U dat uitleggen.
Vollrad's verdenking tegen Ramsau heb dk van den
aanvang af als eon dwaasheid beschouwd. Hot mo
tief waarvan hü uitging, het belang bij het majoraat,
bestond alleen In zijn verbeelding, omdat Uw vrouw
on U tot de overdracht van het erfrecht hadden be
sloten en Ramsau dat wist. Hiermee was hij voor
mij als verdachte uitgeschakeld. Al die bijkomstig
heden. als het bankbiljet en de sleutel zouden pas
waarde hebben gehad al» aanwiizingen, wanneer hij
als schuldige werkelijk in aanmerking was gekomen.
Maar dat kwam hij niet en daarmee waren alle ver
dere redenaties van Vollrad volkomen waardeloos.
Aanvankelijk tastte ik in het duister. Ook tegen U
had ik geen verdenking. Maar toen las ik plotseling
een bericht in do bladen dat U met dezelfde boot
naar Ameria zoudt vertrokken als Miss Hopknls. Op
zichzelf geen opmerkelijk feit bij een schip, dat
eenige duizenden passagiers kan vervoeren I Maar-
mijn speordcriaxtaifci» was gewekt. Ik gxng aan het
redeneeren dat er bii een moord als deze waar achter
dan man met 't mes, oen autor inteoljeotuaha staat
behalve financieel belang, dat hier buitengesloten
was, ook liefds in het «pel kon zijn.
Wordt rervoSjgffj
Er Ba! nog heel wat nader te regalen vallen, rooJ
als onder meer de diplomatieke vertegemvoordi. 1
gin*. Canada heeft nu reed» 0011 eigen gezant tel
Washington, de gouverneur* doe Koning» In de ver.1
schillende gewesten. Men hoeft tot voor enkele i*l
ren ttoed» Britten al» Gouverneurs naar do gewe*l
ton gestuurd totdat mat dio teaditio gebroken v,or<lj
Boodra Zuid-Iorland Vrijstaat geworden wae. Toot]
benoemde men eon beitoud lorwh politi. u->, J u
Lloaly, iemand roede op jaren toto Gouverneur d«e|
Koning» op heb Kaetooel to Dublin. Men momt dij|
wol doen wegen» de overgovooligheid dor Ieren
het levensgevaar voor eon Britsch Gouverneur.
Zal' dat nu langzamerhand navolging vinden»
Zal' Canada oen Canadoo.^ Australië 0011 Australië'
enz. willen hebben al!» vertegenwoordiger des Ivo-
nings? Heb heeft groote go vu ren, want bock iomamL
,*taat met Boa objectief tegenover do Baken, alel
èen Brit. Wo hebben het in Canada gezien hooi
Lord Byng zioh hield aan do Constitutie en het"
Parlement ontbond.
HU heeft er echter zijne populariteit grootondeels
moe ingeboet. Doch wat kan dat tenslotte Byng scho*
len? Die gaat naar Engeland on heeft niets meer met
do Canadoezon te maken. Thuis weet ieder, dat hU
zijn plicht heeft gedaan en geniet hl) dezelfde eer
on populariteit al» vroeger. Lord' Ca van. die door
zUn tweede huwelUk «en zwagor van Lord Byng is,
zoi mU onlangs, dat Byug zich «r alleen iet» van
zou aantrekkon. indien hU' nlot zUn plicht gedaan
zou hebben, hij waa da echte soldaat, die slechts óen
wet erkent: plicht.
Doch in de Dominion» zal altUd wel weer het een
of ander anti-Britsche potje te vuur gezet worden,
al ls men thans in alle Dominions bijna
volmaakt tevreden. Men heeft nu eenmaal overal
en oltild onruststokers.
De tijd' zal nog veel moeten leeren, maar van het
grootste gewicht is, dat het Britsche wereldrijk on
der een éénhoofdig bestuur blijft bestaan, dat men te
Londen werkelUk getracht heeft om te vinden, het
geen vereenigt en op te helderen of te ontzenuwen
hetgeen verdeelt.
Wat men most bewonderen lsde breedheid
van den Brit. Zou er éen volk in de wereld zijn, dat
zoo breed sou kunnen sUn al» het Britsche weer in
dit geval?
Laat ik U oene anecdots naar aanleiding van die
breedheid vertellen.
Een paar dagen geleden Het een vriend, een gezel
lige Schot, die zijn geboortestad Edinburgh het Do
rado der wereld vindt, mU1 de nieuwe Iersche shil
ling zien. U moet nl. weten dat de Iersche Vrijstaat
zün eigen geld en zün eigen postzegels mag hebben.
De achterzUde („munt", zouwen wij zeggen. ..tale"
zeggen de Engelschen) is geheel als de Engelsche
shilling, de voortüde („kruis" zeggen wU, „head" zeg
gen de Engelschen) vertoont een geheel ander beeld.
Op de Engelsche shilling ziet men afgebeeld het
hoofd van den koning en op dat van de Iersche den
kop vaneen varken. Het varken, het geliefde
embleem der Ieren, heeft het borstbeeldl des koning»
vervangen. Stelt U nu voor. dat Oost- of West-Indiö,
of dat Friesland of Zeeland hU ons eens iets derge
lijks zouden kunnen doen. Men zou moord en brand
schreeuwen. Weet U wat mijn Schot reide? .Aardig
zoo'n embleem, ja. de eene mensch vereert nu een
maal als beste burger den koning, en de andere een
varken.
Door die breedheid zUn do nationalisten in alle
Dominions voorloopig ontwapend. Om oen voorbeeld
te noemen! ziet- hoe do Afrikanen, die het vurigst om
zelfbestuur en (afscheiding geroepen hebben, thand
tevreden zijn. Zij hebben hun zelfbestuur, maar deo-i
len mot alle andoren den Privy Council en den ko
ning.
De machtige Engelsche vloot doorkruist nog alle;
wereldzeeën en vindt overal grondgebied van den,
koning.
Allerlei problemen zijn ter conferentie aangeroerd^
allerlei perspectieven geopend. Het Britsche wereld
rijk is nu inderdaad eon Vereenigd Koninkrijk, de
verschillondte elementen wrobaeren meer en mucr
voeling met elkaar te krijgen op conomisch gebiëa
en zoo bestaat er als het ware oen groot tolverbond
tusschen al die gewesten, zeer ton nadeele van an^
dore naties. In Holland k*n men bet reeds aan den
lijve voelen, men verbiedt het Hollandsche vlaesch
omdat men os. Australisch vleesch wil beschermen.
Zoo zullen in de toekomst nog allerlei moeilijkheden
voor de andere volken rijzen. Zal Ierland voor zijn
boter. kaas. spek en eieren, bescherming krijgen tea
koste van Denemarken en Holland?
Wie zal het zeggen 1
Deze jongste Imperiale Conferentie heeft behalve
het concrete: de bestendiging van het Britsche we
reldrijk, ook veel Abstracts gebracht en dus moet ik
wel eindigen met U toe te fluisteren: U weet alles,
U weet nieta!
(1) 'Men leze de dissertatie, waarop Mr. E. iJI.
Korthals Altes in 1923 cum lande gepromoveerd is
over den Conciel d'Etat «(Uitgave Blikman en Sar-
torius, Amsterdam.)
Een Oudejaarsvertelling
e door
!Hj« Cannegieter.
(Nadruk verboden.)
•Ze hadden besloten Oud en Nieuw ditmaa 1 bij
hun broer, den burgeineestor te vieren. Die waa aan
de beurt, want het ging 't rijtje af, sinds de oudelui
dood waren.
En zoo zaten de dominee en de notaris, met het
burgemeestersechtpaar tezamen in .de ruime salon
van het ouderwetsche dorpshuis. De Oudejaarsstem-
ming begon allengs te komen, en de gesprekken
werden steeds ernstiger. Als vanzelf trad de gedach
te aan de vergankelijkheid meer op den voorgrond,
naarmate de wijzer der klok het plechtige uur na
derde.
Mevrouw vroeg haar zwager, den predikant, nnar
zijn opvatttingen omtrent de persoonlllke onsterfe
lijkheid en er ontspon zich een levendige gedachten
wisseling tusschen den dominee, die er wèl' in ge
loofde. en den notaris, naar wiens overtuiging de
onsterfelijkheid zich beperkte tot zoover men voort
leeft ln de herinnering zijner nabestaanden.
„En is dit op zichzelf niet reeds een vertroosten
de gedachte", wierp de notaris don domlneo tegen,
„dat rnon aldus zün naam hij het nageslacht be
waart? Er ligt voor mij bovendien iots rechtvaardig»
in di't soort onsterfelijkheid. Want. niet waar, de
duurzaamheid van do nagedachteni» is evenredig
aan de beteekpnis die men tijdens zijn leven heeft
gehad. Do onbetoekenendo verdwijnt, zoodra zijn kin
deren on kindskindoren gostorven zijn. ln het niet;
het genie leeft vQort. zoolang er een menschbeid be
staat
„En de misdadiger dan7" viel' hier Mevrouw in de
rede. „Noem Je do onsterfelijkheid van zijn naam
ó^k rechtvaardig?"
„Ik dank je: Je levert mU een nieuw argumentl
Ook bij het voortleven *ln de herinnering bestaat ef
een hol en eon hemel; do slechte reputatio van dot
misdadiger; de griezelige legenden, die het volk om
tront hem vertelt., de afschuw, vvnarmoe zijn naan
on geschiedenis door het nageslacht worden geme
moreerd - dit is do hel. En de gevoelens van dank
baarheid, eerbied en bewondering, de heldendichte
en atandbeolden. het goede voorbeeld, dat blijft dooi
werken eeuwen nadat <lo nobele mensch is' gestoi
ven dit is de hemel. Hot aureool hior. do grmve
kamer ginds. noem Je dit geen gerechtigheid?"
„Maar dat voorbeeld....", opperde de predikant.^
„Vanmiddag nog", ging de notaris, geheel in zU
betoog, door, „bij het bezichtigen van de raadzaa
trof mij de aanblik van die twee oude familie-pol