VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT DAMRUBRIEK PANTOMIME. De laatste troef. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 22 Januari 1927. No. 7986. RADIO '&n da s vier iiaUi- j n om Inuiro Za# mug* iiM'iual V, UI" iü OQ MlU tui do il niet DU-e]^ wilkla or experimenteerende amateurs is wel een ba- versterker te bouwen, zonder daartoe de spe- |.transformatoren, welke bovendien duur zijn, ^oopen. ingangstransformator is bijv. te vervangen twee (goede, gelijke normaaltransformatDMii, rvan resp. de primaire en secundaire wikke lilden 011 met elkaar verbonden worden. Men moet ils in Ier de juiste wikkelverhoudingen kiezen, reigde d plaats „van den uitgangstransformator zijn bij de r wel twee defecte transformatoren te gebrui- li hiJV- wanneer van beiden de primaire spoel g l,e- ioorgeslagen. Dè schakeling wordt dan als in fig. gestippeld ia aangegeven; men kan zich dan den gangstransformator vervangen denken door twee oorspoelen. Dit laatste wordt trouwens, ook bij ipassing van genoemden transformator, veel ge in. Aan deA uitgangstransformator worden zwa- eischen gesteld, zoodat niet zelden aansluiting n den luidspreker aan de primaire wikkeling n dezen transformator de voorkeur verdient. Een line condensator, geschakeld tusschen de secun- ire wikkeling, zal dan de reproductie verbeteren, nde'r te veel afbreuk te doen aan de geluidsterkte. Poordat men den Balansversterker als het ware Üjer een bestaand toestel schakelt, en dit doet in eciale gevallen als voor buitendemonstratie of or demonstratie in een groote zaal, ligt het voor hand, dat we dezen versterker apart bedienen st een accu, roosterbaterlj en annode-batterij. Het oet werkelijk ontraden worden, dit te vermijden or gebruik te maken van de reeds aanwezige thans slsehe Is het i met •elijke 'eden» nton- Miles naar met Zuid- .ar te e on- Jmte, een roods En» oedig e. De •icht- dvor- lsche e ri- hine- ercld - ge- don t be- lolde ton- IC an- lalve alt noot een iken. forod itsch hina nlijk „het het n te' land ie te niej et ii hun vie- bot uiig« ver echt leps- chut l OQ itelt Chl' est leur 'tsidt r de s in tan- rien. l.-en ukt ion- mar slAg mnt den tan- stroombronnen, daar dit aanleiding kan geven tot gillen en andere storende bijgeluiden. Een afdoende' verklaring van de nagenoeg ver- vormingsvrtje werking van den Balansversterker zou alleen aan de hand van uitgebreide berekenin gen gegeven kunnen worden. Dit ligt niet in de be doeling. Toch valt er nog wel het een en ander van le vertellen, waardoor men althans eenig idee van de oorzaak kan krijgen. Bij de normale transformator- (of andeTe) ver sterkingen* moet men, wil men een absoluut zui vere doorgave van de stroomvariaties door dé ach- tergeschakelde lamp hebben, steeds in het rechte deel van diens karakteristiek blijven. Hierdoor wordt het te produceeren geluidsvolume .beperkt, omdat grootere stroomvariaties buiten het rechte deel van deze karakteristiek zouden vallen. Daar nu de twee lampen in den Balansverster ker tegengesteld geschakeld zijn, zal de toename van den stroom in de eene lamp, een -gelijke afna me van dezen stroom in de andere lamp met zich brengen. De stroomvariaties van beide lampen wor den geleid haar de primaire wikkeling van den uit gangstransformator en doen dus gezamenlijk den luidspreker aanspreken (eventueel na inductie op de secundaire wikkeling). Men krijgt hierbij dus een combinatie van twee karakteristieken en wel zoodanig, dat, wordt bij de eene lamp in het bo venste deel van de karakteristiek gewerkt (om het zoo maar eenst uit te drukken) dit terzelfder tijd bij de andere-lamp in het onderste deel geschiedt. Het gevolg hiervan is, dat de samengevoegde ka rakteristieken een nieuw karakteristiek vormen, die de rechte lijn over het geheele werkingsgebied vrijwél benadert. En dat is DE voorwaarde voor zuivere en onvervormde versterking. onder redactie van GEO VAN DAM. PARTIJ, ispeeld tusschen de heeren J. J. de Boer, te )tterdam en G. Sneepels, Den Haag. (Slot.) Wit: Zwart: J. DE BOER. G. SNEEPELS. Stand na den 41sten zet van zwart: De witte stelling is geheel omsingeld. 2(V14; Met 3430 zou wit eveneens in deze positie ver oren hebben. Deze uitruil is echter direct doode- lijk voor wit, 12 19X10 3 24—19 13X24 4 29X20 15X24 b 42—37 31X42 b 2S—22 17X37 7 38—32 37X28 b 33X15 42-48 U 39—33 Wit kan dén dam nog juist afvangen, doch staat baterieel te veel achter om kans" op remise te lebben. 48X30 25X34 21-27 84-29 24—30 2 33—28 8-13 Wit. geeft de partij op. Buitengewoon leerzaam 'as hier do wijze, waarop zwart de winst verkreeg loor te profiteeren van het minste positie-voordeel. WEDSTRIJD-PROBLEEM No. 7. van G. L. GORTMANS, Londen. Zwart: 8. Wit: 8. Diagramstand in cijfers moet zijn: Zwart 8 'schij ven op: 8 9 13 15 18 19 29 en 39; Wit 8 schijven op 25, 27, 28, 37, 38, 48,49 en ob. Wit speelt en wint! Iedereen'kan te allen tijde gaan deelnemen aan onze altijddurende wedstrijden in het oplossen van problemen, door het uiterlijk binnen 10 dagen In zonden der oplossing óf aan het bureau van di^ blad óf direct aan den Redacteur GEO VAN DAM, Huize „De Zonnestraal", 'Heemskercklaan 4 te Baarn. Voor iedere goede oplossing wordt een punt toegekend. Meer dan 1 punt per probleem wordt niet gegeven, tenzij het tegendeel erbij werd ver meld. De volgende prijzen worden doorloopend" door de Directie beschikbaar gesteld: A. Een prijs van' f2.50 voor ieder, die achtereen volgens 20 goede oplossingen inzendt en B een prijs van f2.50 voor ieder, die in totaal 50 goede oplos singen inzendt. Daarenboven blijven de punten be haald in A, voor zoover daarmede géén prijs ge wonnen werd, altijd geldig voor groep B, zoodac prijswinnen wiskundig zeker is voor ieder deel- nemer(ster). De snelheid* waarmede dit zal geschie den hangt nu slechts af van de persoonlijke op ioskracht' Men leze de nadere bijzonderheden in een onzer vorige rubrieken. Moeilijke beslissing. Als je probeert te berekenen welke kant van de straat het minst onvoordeelig voor je is. Aan den overkant ziet je vrouw een schitterende etalage van de nieuwste winterhoeden en vlak vóór is een uitverkoop van dames-schoenen (Een avontuurlijke vertelling, vrij naar een Engelsch gegeven, door Sirolf.) (Nadruk verboden.) Er viel een zwakke lichtstraal in de kamer, waar de vrouw sliep en droomde van liefde en een laat geluk. Dan werd met een licht geruisch een raam op 'geschoven en een man, de hoed diep in de oogen ge trokken, stapte over de vensterbank heen de ka mer binnen. Een oogenhlik scheen hij te aarzelen, toen hij zag, dat de vrouw zich plotseling oprichtte, het licht aanknipte en snel in een peignoir gleed. Maar dadelijk daarop stapte hij vastberaden op de vrouw af. Deze bleef als aan den grond genageld staa^ en staarde den naderenden man met verschrik te donkere oogen aan. „Wie ben je, wat wil je", stamelde ze, met droge lippen. „Herken Je me niet", vroeg de man. „Je wil toch niet zeggen, dat jij .dat ik Je man ben', zei de nachtelijke bezoeker met een ironisch lachje, „ik kan niet zeggen, dat do ontvangst erg hartelijk is. En dat, terwijl we elkaar in tien jaar niet gezien hebben". De vrouw liet zich met een droge snik op een stoel neervallen. Ze keek dan man met iets oneindig wan hopigs in haar blik aan. De man leunde nu, quasi-nonchalant tegen het voe teneinde van het groote eiken ledikant en ging op luchtigen toon voort: „Ja, ik begrijp, dat ik niet zoo bar welkom ben.. Nietwaar? Wie had er nu nog op mij gerekend? Ik was dood, nietwaar? Tien jaar geleden, bij den goud- rush naar Californië, werd ik gedood, door een for tuinzoeker, die zich vaii mijn goud wilde meester maken. En niemand dacht er natuurlijk aan, dat er wel eens een vergissing kon plaats hebben gehad in dat land, waar ieder nog zoowat zijn eigen rechter is. Mijn lieve vrouwtje allerminst, die was misschien wel heel blij, dat zo don lastpost kwijt was. O, doe geen moeite je te verontschuldigen, we wisten im mers allebei, dat ons huwelijk een mislukking was. Maar de lastpost leeft nog, want onkruid vergaat niet, hè? Haha. Zoo, zoo, en daar ben ik nu. Tja, het treft natuurlijk heel vervelend, dat je nu overmor gen juist met dien Gordon, dien rijken Gordon zoudt trouwen. Spijt me voor hem. Arme kerel. Maar ik heb de oudste rechten, nietwaar?" De vrouw werd doodsbleek. „Bedoel je, meen je dat. jewerkelijkje rechten komt opeischen. dat ik niet met Gordon zal kunnen.trouwen?" „Ja", zei de man, met een onaangenaam lachje, „ten minsteer zal niet veel anders opzitten, hè?" De vrouw vocht voor haar liefde, haar late, ja wel hèèl late geluk, maar toch.héér geluk! En ze zei: „Hoor eens, Henry, je weet immers heel goed, dat ons leven een hel zou zijn. We kunnen im mers niet verdragen. Je weet toch, hoe vreeseïijk ons leven was, de laatste maanden, voor je weging. Waar om laat je me dan"niet met rust? Waarom' kon je me dan het laatste beetje geluk ontrooven, dat Ik nog vinden mocht? Waarom, wat heb je or aan? Toe Henry, ga heen. Als je dan nog iets' om mij geeft, toe, doe het dan om mijnentwil, drijf me niet; tot hot uiterste, want zoo waarlijk als ik hier sta, met jou weer in hetzelfde huis levennooit!" „Henry", snikte ze, „Henry, herinner je je nog die eerste weken van ons huwelijk? Weet je nog, waar we de wittebroodsweken doorbrachten? In dat kleine dorpje, hoe heette het ook weer?" „Flowerhill", zei de man met iets aarzelends in zijn stem. „Juist, Flowerhill", ging de vrouw voort en haar stem werd iets vaster. „Weet je nog, Henry, hoe je me beloofde, plechtig beloofde, dat je alles, ja alles voor mijn geluk over had? Dat je desnoods jezelf zou offeren, voor mij, voormijn."geluk?" „Jawel, jawel", zei de man, onverschillig, „maar een mensch is veranderlijk. Ik ben teruggekomen en ik ben besloten, wat beter op mijn vrouwtje te pas sen". De vrouw wischte zich met een zakdoekje de oogen en vervolgde op smeekenden toop: „Je kunt het niet meenen, Henry, zoo wreed kun je niet zijn. Herinner je je dan niet meer, hoe je me beloofde, bij-het sterf bed van ons kind, onze kleine Hanny, dat elke wensch je heilig zou zijn. Zeker, sedert is^er heel wat voor gevallen. Maar nu, nu ik weer voor zoo'n vreeseïijk oogenhlik sta, nou smeek ik je, Henry, denk aan je belofte, denk aan onze kleine Hanny „Het is al zoo lang geleden. Bovendien waren wo toen, bij het sterven van ons kind, alle. twee over spannen. Aan die belofte kun je me niet houden. Ik wil me er ten minste niet aan houden, begrepen? Je bent mijn vrouw en daarmee uit. Waarom zou ik weggaan? Ik ben straatarm teruggekomen, dat wil ik wel weten. En nu zou ik weer de straat op moe ten gaan en jij, jij zou met dien Gordon trouwén, je in weelde baden? Neen, vrouwtje, dat feest gaat niet door,of „Nu, wat wil je daar mee zeggen, ofvroeg de vrouw schierademloos. „Nou ja, kijk eens hier", begon de man", ik wil Je wel zeggen, dat ik niet ongengen ben er eens met je over te praten. Misschien kunnen we zaken doen. Kort on goed, wat is het je waard, als ik weer ver dwijn?" i „Zoo", zei de vrouw op ijskouclen toon", dus daar om is het je te doen. Je, wilt dus, dat ik mijn vrij heid koop, nietwaar? Nou, ja, goed, ook da't zal ik doen. Maar ik heb niet veel geld in huis. Kun je morgen niet térug komen?" „Haha, die is goed, nee, zoo stom ljen ik niet. En dan zeker een paar detectives verdekt opstellen en mij laten inrekenen wegens chantage, nietwaar? Nee, ik "weet heel goed, dat je gisteren een groot bedrag van je Gordon hebt gekregen, ter bestrijding van do uitzetkosten Je ziet, ik bep goed op de hoogte. En nu vlug op de proppen er mee. 10.000 moet ik hebben, vrouwtje!" „Goed", zei de vrouw, „je zult ze hebben. Maar wee je gebeente, als ik je dan ooit weer zie. Dan weet je zeker wel, dat de gevangenis je wacht". De man haalde de schouders op. De vrouw begaf zich^vlug naar een cassette in den muur, draaide het letterslot om. Ze stond met haar rug naar den man toe,' die met glinsterende oogen, haar bewegingen volgde. Hot slot klikte, de deur ging open en de vrouw stak haar hand in het kleine metalen kastje. Ze trok do hand weer terug, keerde zich om on zei: „Hier is het!" Toon sprong de man plotseling overeind en staar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 13