RAAD SCHAGEN.
Vergadering op Dinsdag 1 Februari, des avonds 7
uur.
Voorzitter de heer W. F. Gorter, loco-burgemeester,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter opent de eerste vergadering in dit
jaar en hoopt dat er in 1927 een opgewekt zaken
leven in Schagen zal zijn en dat de besluiten door
den Raad te nemen, in het waarachtig helang van
onze gemeente zullen zijn.
Betreffende de notulen maakt de heer Leguit een
opmerking over het besluit inzake het onderhond
der woningen op het Hoog, terwijl de heer Bakker
er op wijst dat in de notulen niet wordt vermeld
dat door hem is gevraagd, hoe het met de land-
bouwhuishoudschool zou gaan, als de beheerder
overleed. Spr. vraagt of er een afschrift van de no
tulen naar Ged. Staten wordt gezonden.
Voorzitter, die blijkbaar de opmerking van den
heer Bakker niet begrijpt, heeft het over het in
komen van een brief en vraagt den secretaris het
schrijven te halen.
De heer Bakker gelooft niet dat we op dien brief
behoeven te wachten, doch voorzitter zegt dat de
heer Bakker hem een vraag stelt, de heeren Bak
ker en Bregman hebben een request naar Ged.
Staten gezonden, daarover is een brief ingekomen
en spreker wil de zaak nu meteen maar afwikke
len, al is de zaak niet aan de orde.
De heer Bregman verzet zich daartegen, het is
buiten de orde.
De heer Bakker zegt alleen te vragen of.er een
afschrift van de begrootingsnotulen naar Ged. Sta
ten gaat.
Voorzitter antwoordt ontkennend, doch de secre
taris deelt mede van een uittreksel der notulen.
"Voorzitter brengt opnieuw ter sprake een brief,
waarin de heer Nobel iets vraagt en spr. heeft
daarover met den burgemeester gesproten en vindt
het beter den brief maar voor te lezen.
De heer Bregman zegt dat bij de rondvraag nog
iets gevraagd zal worden, wij gaan misschien ook
wel in beroep.
De notulen worden hierna vastgesteld.
1
Beëediging nieuw raadslid.
Is ingekomen een schrijven van den heer P. Trap
man. dat hij bedankt als lid van den gemeenteraad.
Voorzitter zegt dat hij zich moet kwijten van
een droeve taak, n.1. van de niededeeling dat door
den heer Trapman een schrijven is ingezonden,
waarin hij mededeolt te bedanken als lid van den
Raad, een bericht dat ons ten zeerste heeft getrof
fen. De heer Trapman heeft in de lange jaren dat
hij raadslid en wethouder is geweest, getoond een
open oog en warme belangstelling te hebben voor
den bloei van Schagen. Welke motieven den heer
Trapman tot deze ontslagname hebben geleid, is
spr. nie.t bekend, en doet ook niet terzake, we kun
nen den stap billijken. Ik spreek zeker namens al
len als ik. den heer Trapman dank zeg voor alles
wat hij in het belang van Schagen heeft gedaan
en verricht. (Teekenen van instemming.)
De heer P. D. Rezelman had bericht gezonden dat
hij dj benoeming tot lid van den Raad niet aan
neemt.
De heer M. C. Tuinman had bericht gezonden de
benoeming wel aan te nemen.
Wordt overgegaan tot onderzoek der geloofsbrieven
van het nieuwe raadslid, den heer M. C. Tuinman.
Daarvoor worden benoemd de heeren Van Nu
land, Roggeveen en Bregman.
De vergadering wordt even geschorst. Na herope
ning deelt de heer Roggeveen mede, dat alle
bescheiden in orde waren en dat tot toelating wordt
geadviseerd.
De heer M. C. Tuinman legt daarna m handen
van voorzitter de vereischte eeden af.
Voorzitter feliciteert den heer Tuinman en hoopt
dat de heer Tuinman een
sieraad voor de raadzaal
zal zijn en dat de belan
gen der gemjente door
hem op een onpartijdige
wijze zullen worden be
hartigd.
De heer Tuinman zal
trachten de belangen der
gemeente zoo goed moge
lijk te behartigen.
Het reglement van orde. Hoe
wethouder Van Erp de uit
spraak van den Raad opneemt.
Voorzitter wil aan de mededeelingen beginnen,
doch de heer Van Erp vraagt het woord naar aan
leiding van de motie in de vorige vergadering
aangenomen.
De heer Bakker heeft daartegen geen bezwaar,
als dan ook de andere leden het woord krijgen.
De heer Van Nuland daarentegen wil eerst de
agenda afwerken, geheel volgens het reglement
van orde en ziet geen reden om daarvan af te wij
ken. Als één der leden van het reglement wil af
wijken, moet hij daartoe dan maar een verzoek
bij den Raad of bij B. en W« inzenden.
Voorzitter zegt dat wat de heer Van Erp wil
bespreken, van invloed kan zijn op de verdere be
sprekingen van dezen avond en daarom wil spr. in
dit geval wel van bet reglement van orde afwij
kend
De heer Van Erp zegt zich er bij te zullen neer
leggen, als de leden beter achten dat de bespre-
king nog wordt uitgesteld. Spr. hoeft den burge
meester gevraagd het woord te mogen voeren voor
dat de burgemeester met de mododeelingen begon
en dat heeft de burgemeester goedgovqnden. Spr.
dacht nu dat ook de huidige voorzitter dat zou
goed vinden.
De heer Overtoom heeft in dit geval geen be
zwaar die kwestie maar af te wikkelen en verzoekt
den voorzitter dan maar het voorstel van spr. in
rondvraag te brengen om in dit geval van de
agenda af te wijken.
Het voorstel-Overtoom wordt aangenomen met 8
tegen 2 steihmen, togen stemden de heeren Van
Nulancl en Timmerman, blanco stemde de heer
Van Erp.
De heer Va* Erp het woord verkrijgende, zegt
dat het hem genoegen
doet dat de Raad hem nu
verlof verleent het woord
te voeren. Spr. herinnert
aan de motie in de vo
rige vergadering aange
nomen, waarbij de Raad
bij meerderheid het ver
trouwen in .en samen-
.werking met spr. opzegde
«m spreekt er dan zijn
verwondering over uit,
dat de heeren die voor
deze motie stemden, de
consequentie van hun ei
gen woorden niet hebben ingezien. Gezien het tijds
verloop, zij» er eenige lichtpunten gekomen. Er is
uitgeschreven een bijeonkomst van raadsleden op
21 December in Cérès, bij convocatie werden na
mens de heeren Overtoom en Bakker de raadsleden
uitgenoodigd ter bespreking quaestie-Van Erp, en
de oproeping was onderteekend door den heer Trap-
men. Spr. verwondert zich er over dat tot die bij
eenkomst ook leden' die niet voor de motie stemden,
werden opgeroepen, en deelt dan mede dat alle
raadsleden niet aanwezig waren, dat de heeren
Huiberts en Van Nuland een schrijven inzonden niet
aanwezig te zijn, waarom, interesseert spr: niet en
dat er ook weinig animo was om de voorzittersha
mer op deze bijeenkomst te hanteeren. Spr. be
vreemdde bet ook dat de oproep niet uitging van
den voorsteller der motie, maar hoewel de heer
Bakker de motie op papier voorstelde, gelooft spr.
dat de heer Trapman de vader van de motie was.
De heeren Leguit en Bakker interrumpeeren dat
dit leugen is.
Voorzitter hamert.
De heer Van Erp vervolgt dan dat de heer Bak
ker reeds eenigen tijd met de motie in den zak zou
hebben geloopen en toen naar den heer Trapman
was gegaan en cjus behoeft niet te worden gevraagd
yen wien de motie kwam. Nu de leden die voor de
motie hebben gestemd niet als raadslid bedankten,
blijkt daaruit dat ze de consequentie van hun eigen
woorden niet aanvaarden. Spr. verwondert er zich
over dat de Roomsch-Katholieken en Sociaal-Demo
craten de politieke intriges van iemand steunen,
die hun hoogste belangen met voeten heeft getreden.
Spr. richt zich tot den heer Bakker en zegt dat deze
op unfaire wijze enkele belastingbetalende burgers
heeft behandeld (Voor*, hamert) en waar de heer
Bakker aan spr. het vertrouwen heeft opgezegd,
hoopt hil dat de S.D.A.P. straks alg woordvoerder
een waardiger vertegenwoordiger zal hebben.
De heer Bakker dankt de meerderheid van den
Raad voor de gelegenheid
die hem wordt geboden
om dadelijk te antwoor
den. Wat de argumenten
van den heer Van Erp
betreft, spr. zal over het
heele gezwam geen enkel
woord zeggen, omdat de
belangen der gemeente
niet zijn gediend van die
twijfelachtige eigenaar
digheden. Op die kroeg
praatjes gaan wij niet in.
Wat de houding der
S.D.-fractie betreft, deze
zal zijn dat de heer Van Erp als persoon geheel zal
worden genegeerd, niemand gozer zal hem ant
woorden, noch als hij ons persoonlijk, onzer partij
of onze afdeeling bespreekt.
De heer Van Erp zegt dat het voor hem een groot
verschil uitmaakt wie er spreekt. Spr. is op de
hoogte van de qualiteiten van den heer Bakker als
raadslid en of nu Bakker of iemand van de straat
zijn oordeel uitspreekt
Voorzitter hamert en vindt dat men parlementair
dient te blijven.
De heer Leguit verklaart dat het een leugen is
dat de motie van den heer Trapman afkomstig was,
doch de heer Van Erp antwoordt, dat de heer Leguit
weer de spreektrompet van den heer Trapman is.
De heer Leguit: Wie zegt u dat?
Waar de heer Van Elrp nog iets zegt, deelt de
heer Leguit mee. den heer Van Erp niet meer te
zullen antwoorden.
De heer Van Nuland wil de motieven uiteenzet
ten, Welke hem en den
heer Huiberts er toe ge
bracht hebben geen
volg te geven aan de op
roeping tot die bijeen
komst. Spr. wijst er dan
op dat na het aannemen
van de bekende motie,
spr. zich de vraag heeft
gesteld: wat doet de heer
Van Erp, zal hij nu zoo
veel politiek besef heb
ben, dat hij als wethou
der bedankt. Spr. wil wel
zeggen, dat wanneer hem
zooiets was overkomen, hij zou hebben bedankt.
Evenwel dat de heer Van Erp niet zooveel poli
tiek besef had, heeft spr. niet gefrappeerd, omdat
het in overeenstemming was met hetgeen was ge
beurd. Naar spr.'s meening waren er nu twee mo
gelijkheden:
le. wij: bedanken als lid van die commissies waar
in de beer Van Erp zitting heeft;
2e. in alle opzichten negeeren we den heer Van
Erp, als lid van den Raad en als wethouder.
Het onder le. genoemde was van geen groote be-
teekenis, omdat de heer Van Erp van één commis
sie voorz. is en 't is de vraag of "t in het gemeente
belang was, om voor het lidmaatschap dier commis
sie te bedanken, waar in de vorige vergadering ge
wezen werd op de mentaliteit van een zeker per
soon en in dat opzicht dus was goed toezicht
noodig, omdat bij uittreden die persoon en de heer
Van Erp meer macht zouden krijgen en of dat in
het belang der gemeente zou zijn, zal spr. onbeant
woord laten.
Blijft alleen over het negeeren, doch dat acht
spr. in strijd met elk fatsoen. Door een zekeren
groep is de heer Van Erp als wethouder benoemd
en wij als leden 'van den Raad hebben ons prestige
op te houden. Wat gebeurd is, kunnen we voor re
kening van dien persoon laten. Ook andere motie-
von hebben spr. tot dit oordeel geleid. Spr. stelt zich
eendeels aan de zijde van den heer Van Erp, dat de
raadsleden die voor de motie stemden, als uiterste
consequentie daarvan als raadsleden dienden te
bedanken. Is dat echter in het belang der gemeente?
Eén partij had op de lijst nog 2 personen, 1 ervan
was geen lid meer van de partij, de laatste heeft
vandaag zitting genomen als raadslid. De katholieke
lijst vermeldt nog 2 personen, de S.D.A.P.lijst nog 3.
Een onvolledige Raad zou dus worden verkregen en
zou dat in het belang der gemeente zijn? We zou
den krijgen een Raad waarin de heer Van Erp een
overwegenden iüvloed zou hebben en spr. acht dat
in strijd met het gemeentebelang.
Nog iets anders heeft spr. tot dat oordeel geleid
en spr. vermoedt van ook den heer Huiberts. Wie
is oorzaak dat de heer Van Erp hier als wethouder
zit? Van gehouden fractievergaderingen der V.-D.
raadsleden zijn dingen naar buiten gekomen (spr.
heeft' geen officieele stukken ervan en de menschen
weten dikwijls meer dan de fractie zelf) en blijkens
die geruchten was de heer Van Erp aangewezen als
wethouder.
Was de heer Van Erp k bout portant gekozen als
lid van den Raad en als wethouder, dan was het
wat anders, doch de heer Van Erp was 1jaar lid
van den Raad, maakte van zijn hart geen moord
kuil en het was dus voldoende bekend wat de heer
Van Erp presteerde. Het was dus hier een aange
legenheid die de V.-D. raadsfractie zelf betrof en spr.
meende zich te moeten onthouden van een uitspraak
over dingen die de V.-D. fractie zelf had gedaan.
Als er iets gedaan moest worden, dan was het aan
de V.-D. fractie om den heer Van Erp tot een andere
zienswijze te brengen.
De heer Van Erp is het eens met de zienswijze van
den heer Van Nuland.
De heer Roggeveen verwondert lich over de re
deneering van den heer
Van Nuland, waar deze in
de vorige vergadering
zoo spontaan voor de mo
tie stemde. Hoe is het mo
gelijk, vraagt spr., dat de
heor Van Erp *oo op de
hoogte is van de vergade
ring in Cérès.
Voorzitter kan op die
vraag geen antwoord ge
ven, het is en blijft voor
hem een duistere zaak.
De heer Van Erp: Het
ia misschien een bewiis
dat ik ook eenige kanalen heb, waardoor ik in
triges kan ontdekken en in den Raad kenbaar ma
ken.
Voorzitter sluit daarna de discussies.
Mededeelingen.
Voorzitter, de heer Gorter, deelt mede:
dat de poel in de Hoep
op gemeenteterrein lag en
de toestand thans verbe
terd is.
Wat het inrijden van de
Molenstraat betreft, zal in
deze vergadering 'n voor
stel worden behandeld om
in de Algemeene Politie
verordening een bepaling
toe te voegen die daarop
betrekking heeft. Wanneer
het aanvullingsartikel van
kracht is geworden, zal
door het plaatsen van een duidelijk bord de toe
stand aldaar verbeterd wordt.-
B. en W. deelen den Raad mee. dat zij geen voor
stel zullen -doen om den weg naar Chrisjeswerf te
doen aansluiten aan het electrisch net, wegens de
geringe belangstelling en de hooge kosten, begroot op
f 825.
Aangaande 't riool in de Regentenatraat deelen B.
en W. mee, dat dit op 3 plaatsen is onderzocht. Op
2 M. van het eind, bij de Spoorbaan, bevond zich een
ophooping van vuil, welke ia verwijderd. Voorts is
het geheele riool gevuld met een laag vaste stoffen
ter dikte van 25 c.M. en een laag vloeibare stoffen
ter dikte van 10 c.M., terwijl daarboven nog een
ruimte is van 40 c.M. Het niveau is thans gelijk met
het buitenwater. B. en W. achten het niet noodza
kelijk het riool schoon te maken, daar het nog wel
10 jaar kan duren voor er last van wordt onder
vonden.
Ingekomen stukken.
De heer A. van Scheij'en zond dankbetuiging in
voor salarisverhooging; Schagen'a Harmoniekapel
voor de toegestane subsidie.
Van Ged. Staten was goedkeuring ontvangen op
het raadsbesluit kasgeldleening f 50.000.
Eveneens bericht van Ged. Staten, dat het onder
zoek naar het raadsbesluit uitgifte van erfpacht van
grond aan het Prov. Electr. bedrijf, nog niet is af-ge-
loopen. Dit betreft perceeltje aan de Laan voor uit
breiding transformatorgebouwtje. Een dito besluit
betreffende de gemeentebegrooting.
Van Ged. Staten waren verschillende aanmerkin
gen binnengekomen betreffende de verordening op
bet Beheer der Eierveiling.
B. en W. stellen voor. aan deze Opmerkingen1 te
voldoen.
Goedgevondefi.
Van Ged. Staten la ontvangen een uittreksel van
het Koninklijk besluit met goedkeuring raadsbesluit
van de verordening op de heffing der belasting op de
openbare vermakelijkheden.
Was ingekomen het rapport van de Commissie tot
Wering van Schoolverzuim. Er werd maar 1 verga
dering gehouden voor een geval van ongeoorloofd
schoolverzuim.
Namens het bestuur der Pluimveevereeniging wordt
dank betuigd voor de toegestane subsidie.
Van den heer D. Leguit was bericht ingekomen,
dat hij bedankt als lid der commissie voor de eier
veiling.
Tot stemming overgaande, wordt de heer Tuin
man met 5 stemmen benoemd, 3 stemmen blanco,
1 op den heer Timmerman,.2 op den heer Huiberts.
Hoewel het den heer Tuniman verbaast, dat hij
benoemd wordt, terwijl hij zoo weinig van de zaak
afweet, neemt hij de benoeming aan.
Voorzitter schorst vervolgens de openbare verga
dering, om don gemeenteopzichter in de gelegenheid
te stellen toelichting te geven op het volgende te be
handelen punt.
De comitévergadering duurt geruimen tijd en de
vele bezoekers hebben ruim gelegenheid om de
kwestie-Van Erp beneden te bespreken en maken
dan ook een druk gebruik van deze gelegenheid.
Na heropening stelt Voorzitter aan de orde:
Demping gedeelte Laansloot.
Van de eigenaren van de perceelen aan de Stille
Laan was een adres ingekomen,, met de -mededee-
ling. dat grondige reparatiën aan de brug over de
Laansloot, die in slechten staat verkeert, noodig zijn
en belangrijke kosten met zich zullen meebrengen.
De brug blijft oud en zullen do onderhoudsplichtigen
du niet alleen een belangrijke som voor reparatie
moeten betalen, maar een voortdurend onderhoud
blijft er bovendien. De onderhoudsplichtigen hebben
daarom overwogen of niet een betere voorziening was
te treffen en komen tot de conclusie dat deze is te
vinden door het laten dempen van het meest Noor
delijke gedeelte van de Laansloot, ongeveer tot aan
den steiger van mej. Wed. Hoogland. Daar zal dan
komen een betonnen schoeiing met behoorlijke ba
lustrade, alles zooals op de teekening is aangegeven.
Deze demping brengt voor de gemeente een niet
onbelangrijk terrein met zich mee. wat voor markt
stalletjes en tentoonstellingsinzendingen is te gebrui
ken en zóó directe als indirecte voordeelen zal af
werpen, terwijl het regelmatig verkeer, vooral op
marktdagen, hierdoor zal worden bevorderd.
Adressanten vragen, of de gemeente wil dempen
en* willen zij voor de helft de kosten dragen tot een
bedrag als maximum van f 1000.—.
Naar aanleiding van dit adres merken B. en W.
onder overlegging van een teekening met begrooting
op, dat zij, hoewel overtuigd van het belang aan de
demping verbonden, de verbetering niet zoodanig
achten, dat de voordeelen daarvan opwegen tegen
de kosten, voor de gemeente daaruit voortvloeiende.
Uit het door den Marktmeester gegeven advies is
gebleken, dat ten opzichte van de markt de dem
ping geen voordeel zal opleveren; wat de kermis
betreft, was de Marktmeester van oordeel, dat ten
opzichte daarvan wel eenig voordeel aan de demping
Is verbonden in verband met de te verkrijgen plaats
ruimte voor enkele kleine inrichtingen, doch dat
voordeel werd door hem zoo gering geacht, dat het
niet opweegt tegen de kosten.
Op grond van een en ander stellen B. en W. voor
in de kosten van de demping bij te dragen een «om
van f 1000. en eventueel, overeenkomstig het ver
zoek van adressanten, het werk door de gemeente
te doen uitvoeren.
De deskundige der adressanten heeft een begroo
ting gemaakt van f 2000; de gemeenteopzichter be
groot het werk op f 3000.
De heer v. Nuland vindt hbt werk te kostbaar in
dezen tijd en acht het niet gemotiveerd, waar de
begrooting pas is behandeld, f2000 voor dit werk te
voteeren. Spr. vindt het niet onbillijk dat de ge
meente een bijdrage verleent cn wijst er op, dat al9
de gemeente de straat daar in onderhoud had, dit
de gemeente jaarlijks een aardige som zou kosten.
Evenwel spr. zou willen dat B. en W. hun plan
terug namen en den opzichter opdroegen een plan
van maximum f 8000 te ontwerpen, waarbij een goed
geheel werd verkregen.
Voorzitter zegt dat hij zich met dit idóe kan ver
eenigen, en de heer Van Eip wijst er op, zijn stem al.
leen te geven aan een voorstel dat niet hooge» dan
f 1000 betreft.
De heer Bakker bestrijdt de redeneering van den
hoer Van Nuland, over het onderhoud dor straat, b(j
aankoop van de perceelen wisten de bewoners dat
ze voor het onderhoud der straat en brug moesten
zorgen. De begrooting is pas behandeld, do ambtena-
ien hebben toen bet volle pond 'der pensioenbijdrage'
moeten betalen en spr. acht deze uitgaaf van lOOO
voor verbetering niet noodig en zijn fractie zal dan
ook tegen stemmen.
De beer Timmerman wil. liever niet het bedrag
van f 1000 noemen, maar de helft der kosten.
Het blijkt de bedoeling te zijn van de helit. tot een
maximum van f 1000 voor de gemeente.
De beer Overtoom wijst er op, dat adressanten
niet vragen een gunst
van. de gemeente. Voor
onderhoud van de brug is
noodig een bedrag van 600
a 700 gulden en nu oor
deelden adressanten dat
de gemeente er misschien
iets voor gevoelde dat de
brug, die niet meer als
brug dienst behoeft te
.doen. zou verdwijnen en
in verband met die moge
lijkheid willen de bewo
ners van dat gedeelte der
Laan f 1000 beschikbaar
stellen,
Het vooratel-Van Nuland, overgenomen door B. en
W., dus het terugnemen van het plan, met opdracht
aan den opzichter om een plan tot een bedrag van
maximum f 2000 te maken, wordt aangenomen inet
8 tegen 3 stommen, tegen stemden de heeren Leguit,
Bakker en Bregman.
Behoud van eigendom,
Van het bestuur der R.-K. kerk is een adres ing<t-
komen, dat deze kerk eigenaresse i9 van een perceel
weiland tegenover de brug' op 't Jaarsdorp. Daar
beeft door de scheepvaart, omdat de vaart daar di
rect ombuigt, een groote grondafspoeling plaats ge
had, die thans meerdere meters bedraagt.
Het kerkbestuur heeft zich tot het bestuur van
den polder Schagen gewend om daar verbetering in
te brengen. In een conferentie heeft het kerkbestuur
zich bereid verklaard voor een afdoende verbete
ring grond af te staan en dit te doen tegen een bil-
lijke vergoeding. Staande de conferentie werd daar
mee in beginsel accoord gegaan. Later is het polder
bestuur daarop teruggekomen, onder het motief dal
het wel heeft het onderhoud van het vaarwatv,
maar niet verplicht is tot verandering of ver
nieuwing daarvan. Dit werd nog nader geargumeiu
teerd door het polderbestuur; omdat dit groote euvel
hier zijn oorsprong vindt in eene op ingrijpen
der gemeente Schagen belangrijke vergrooting van
de Schagerwaardsluis en dientengevolge grootew
lengte der thans gebruikte vaartuigen.
Het kerkbestuur kan niet langer berusten in het
wegspoelen van zijn grond en is besloten, maatre
gelen te nemen tot bescherming en herneming van
zijn eigendom. Dut zal echter belemmering der
scheepvaart met zich brengen en daarom wordt aan
den Raad gevraagd een definitieve regeling te trol-
fen. De kosten van. beschoeiing worden begroot od
f 409, waarbij nog de kosten van grondverlies.
Naar aanleiding van dit adres hebben B. en W.
de eer den Raad mede te deelen. dat door hun Col
lege een bespreking is gehouden met genoemd Kerk'
bestuur en het Dagelijksch bestuur van den polder
Schagen.
Hierbij bleek, dat de polder Schagen, uit overwo
ging. dat het hier geen polderbelang betrof, niet be-
reid was eenig financieel offer tot verbetering van
den toestand aldaar te brengen.
Het R.K. Kerkbestuur bleek bereid, -den weggesporf-
den grond af te staan tegen den prijs van f 1 »>er
mits de schoeiing wordtgemaakt ten koste der ae-
meente. Wordt edhter het maken van de schoeiinf
aan bet Kerkbestuur overgelaten, dan wordt de priji
gesteld op f 1.75 per M2. Volgens globale schatting
van het Kerkbestuui^zou pl.m. 300 M2. zijn wegge
spoeld.
Den gemeehteopzichter werd opgedragen een plan
met begrooting te ontwerpen, welke stukken hierbij
worden overgelegd.
Hieruit blijkt, dat de doorvaartrichting van da
brug ten opzichte van den bocht in de vaart zeef
ongunstig ligt.
Door B. en W. zijn toen direct belanghebbenden;
nl. de schippers tot het houden van een bespreking
uitgenoodigd. Een viertal daarvan heeft aan de uit-
noodiging gevolg gegeven. Bij* deze bespreking ble
ken de schippers niet genegen te zijn iets in de kos
ten bij te dragen. Zij waren van oordeel, dat hei
Kerkbestuur zich nog wel eens zal bedenken voof
tot plaatsing van een schoeiing op de oorspronkeiti
ke plaats zal worden overgegaan, afgescheiden n«
van de vraag, of een schoeiing het aldaar zou uit
houden. Volgens de schippers kan. zooals de toesiai-l
thans is, de grootste schuit 'nl. die van Bras zij he
dan ook met eenige moeite passeeren en wannes
zooals reeds eerder geschiedde, de polder jaarli#
de zich aldaar vormende bank weg laat baggerei
achten de schippers den toestand niet zoodanig, dt
verbetering door hen beslist noodzakelijk wordt p
acht. D
Aangezien zelfs door de direct- belanghebbein"
in deze aangelegenheid geen belangstelling wordt n
toond en zij voor de verbetering van den toestak
aldaar zifeh geen enkel offer willen getroosten, woij
voorgesteld, op deze aangelegenheid niet verder
te gaan, doch het Bestuur van den polder te verzft
ken voor de jaarlijksche uitbaggering te willen zoi?
dragen en van een en, ander mededeeling te doen aai
het R.K. Kerkbestuur.
Zonder bespreking wordt overeenkomstig het voor
stel van B. en W. met algemeene stemmen besloten
Zond
De ütri
Alkmi
ei ach
golder
Ion.
Hil
rtagav»
waarin
wordt,.
Naai
de eer
van
véror
meen
den
overo
Ware
Aai
Melk!
den,
eenoe
Aid
Wat klein goed,
De heer P. Parl&vliet, onderwijzer aan de open-
bare lagere school, vraagt ontslag uit zijn betrekkin?
wegens benoeming te Assendelft, tegen 16 Februari
B. en W. stellen voor, dit ontslag- eervol te verlw-
nen tegen 5 Maart a.s.
Aldus wordt besloten.
'Op de vraag van den been Brègman antwoordt
Voorzitter, dat bereids eene oproeping is g9daan.
Van het bestuur van den Provincialen Bond vbï
Dilettanten tooneelvereenigingen is een adres in#*
komen om een bijdrage of medaille.
B. én W. stellen voor* te geven een zilveren
daille.
De heer Van Nuland ziet hierin geen belang voo
de gemeente en zal tegen stemmen.
De heer Leguit vraagt naar de hoegrootheid va'
het crediet, waarop de Voorzitter antwoordt
P'J.m. f 10.
Na enkele bespr ^DT/ordt het voorstel van B
en W. aangenomen \..«en «temden de hoeren Over
toom en Van Nuland.
Ten opzichte van het verkeer door de Molenstrw
stellen B. en W. voor om aan de Algemeene Politw
verordening een artikel toe te voegen:
Het is binnen de kom der gemeente verboden
door B. en W. aan te wijzen straten of wegen nw
een rij- of voertuig of «lede, met een o-fi meer paarde®
of ezels bespannen, te paard, of met een naotomj
tuig anders te berijden dan in de door dat colW
bepaalde richting.
Het verbod van inrijden rin een bepaalde nrin™
zal worden bekend gemaakt op borden aan den toe
gang van de in de le alinea bedoelde straten of vij
gen geplaatst aan do zijde waarvan dat verbod gjioj
De vorm en omvatting van die borden worden oo<x
B. en W. bepaald.