IchagerCourant
<i BEU OVER Hl».
m
CURSUSVERGADERING
311,
Tweede Blad.
ïSt
DERDE
Oudleerlingen R.L.W.S.
Gemengd Nieuws.
hedffl
:se
aar,
Woensdag 2 Februari 1927.'
7Gste Jaargang. No. 7992.
der (J
°r\vJI 29 Jttinmri 1927., I
'ei-i» «Wft ik rno ar» prxngwu vaak verbaasd on go-
18.01 over de domheid; van den man of do vrouw
Ifiet sprookje, die om de een of andere reden van
de eon of andere fee verlof kregen drio wenschen
te doen, en er een allerslechtefe gebruik van maak-
ten.Ze begonnen mecetal met een onnooaele wcnsch:
Be wouj dat ik wist, waar mijn klompen stemden,
of zoo iete, om dan uit kwaadheid over do plotse
linge veiwulling van zoa'n onlmLamgTijke wonarh,
waarmee in oons drie en dertig en oen dorde pro
cent van de kostbare gave verknoeid was, ar achter
aan te voegen: Ik wou, dat ik mijn tong verloren
had, toen ik dat zei. Wï^rop de tang- spoorloos
verdween en de gunsteling van do fee niet anders
fcotri doen data op eon papiertje achrijVon: Ik won-
dat ik mijn tong terug had. Be tong zat dan met
een weer vaat, maar de drie wenechen waren naar
de maan..
In de sproakjefl waren het atndoie^ wenschon, maar
het resultaat was hetsselfde. Batig saldo: nihil.
Ik had me duohtdg voorbereid voor het geval or
ergens in de wedlanaen om Lutjewinkel- ar bp het
pad dwars door de natte landen naar „de Morre-
fok' of misschien wel^ op bet dak van de «obool
als de vastgeroest» -winowijaer noodzakelijk eeüs
een andere wind moest gaan aanwijzen, een fee
meegemoet zou treden, en me met drie wensbhen.
2011 begiftigen. Ik Zon heel bescheiden zeggen:
,,0 juffrouw"', of: ,,o fee" over de uitspraak
was ik het met mezelf nog niet eens slooft u
u nu niet zoo uit. Ik heb aan één wenSoli wel
^enotg." Ik zou het waarschijnlijk hoffelijker ge-
zegd hebben, want in do taal van ridderverhalen
was ik doorkneed, dank Zij Louwerse. maar op
het oogenblik schieten me dei juiste termen, niet
te binnen. In elk geval, d.e fee Zou minzaam lachen,
me misschien wel in den feeëns'tand verheffen,
in elk g*eval zeer tevreden over me Zijn. Dan zou
heengaan., en ik zou, om geen vergi'ssing te be-
r glas
ma
e Koe.
.500.
Schuu
and eg
Schuil
n deg
13.50Q
kmaaj
arkt.
lkmat
n- l
den i
Serges
vorda
5 VA1
ef. 51
aan-a
lerijei
len o
g va
ikbai
ut\
mei
orp
gauw zeggen: Ik wensoh, dat al man wen
schen voortaan vervuld zullen worden, etn klaar was
Kees. Wat z m die fee staan kijken
I Tenminste, zoo -dacht ik toen. Ik zou me Jnu
inog wel eens een pa.ar maal' bedenken, eer ik iets
Bra ondoordachts wenschte. We zijn smis z o vlug
met onze woorden „Ik wou, dat ik ik weet niet
rs aii Ivaar zat," is een malle wensch, die ik beslist meer
doe dan .eens heb geuit in mijn leven. Bijvoorbeeld in
een examengebouw. Stel je voor, dat je oogenblik-
te ont koljjk in: ik weet niet waar, was aangeland. Stel
je voor, dat je in dat tob nu toe onontdeke land
ui zuivere schrik je gelieugen kwijt raakte, en er
voorgoed moest blijven, omdat je niet op het idee
kwam jezelf er weer vandaan te wenschen. Of
erger nog We zeggen wel eens: ik wou, dat ik doPd
vras. Maar dat was dan meteen onze laatste
wflisch geweest
Ik moet tot het besluit'komen, dat ik als -kind
wiizer was dan nu. Boen wist ik, wat ik .zou wen
schen, en nu weet ik het iniet.
Maar waarom eigenlijk niet? Omdat we zoo begeo
rig" zijn. We zijn zJóó bang., iets minder te wenschen,
it blaidan we hadden kunnen doen, dat we heelemaal niet
we en te wenschen. Er zijn immers kleine wen
schen genoeg. Bijvoorbeeld:
dat mijn vulpen niet leeg werd;
dat mijn kieken altijd juist belicht waren;
(dat mijn band niet sprong, ais ik naar 't sta
tion reed;
dat er een machine werd uitgevonden, om school
werk te oorrigeeren;
dat de ruit van de keukendeur niet elke veer
tien dagen brak.
I Toch bescheiden genoeg, jSou ik denken. En Zelfs
dat wordt ons nog niet eens toegestaan. Zoon ruit
bijvoorbeeld. We breken hem allemaal, beurt om
beurt. Ik zal voortaan heb glas in heb groot inslaan,
twaalf stuks tegelijk, of vier en twintig. Mijn le
verancier en ik, we kennen allebei de maat uit
ous hoofd. Als .ik over een paar dagen bij hem
--- 't wordt juist weer tijd zegt hij
>,41p/a bh 34, meneer?" Ik knik. Hij': jstopverf me-
neerr Ik: „aeo, do vorige ia nog Zacht. Em dan
zot mijn oudste jiougen hem er weer in Voor acht
6®dertig oeaaben zijn we weer een dag óf wat heel.
Wat nu die wenschen betreft i Bijna Zou ik
vergeten te -zeggen, waar ik natuurlijk moe had
moeten beginnen, hoe ik eigenlijk op het idee ben
gekomen, daarover te schrijven. De reden is heel
gewoon: een prijsvraag in een Engelsoh blad, dat
er benieuwd' naar was, wat er in het leven van
zijn lezers en lezereseen wel wat te wensöhenov er bief
Zuilen we eens zien, of de wenschen van een recht
geaard Brit ejh een jjplbloed Hollander veel of
•wemig verschillen?
Een zeer algemeen verlangen bestaat naar an-
•reekbaar glas. Blijkbaar sukkelen ze in Engeland
ook met keukenruiten. Maar ik zie, dat ze tnog
meer wenschen van glas dan onbreekbaarheid. On-
beslaanbaar zouden zo het graag hebben (voor bril-
legiazen natuurlijk) en opvouwbaar Waarom dat
laatste weet ik tniefc 't Zou wel makkelijk zijn
natuurlijk wanneer ik Imb'fcn keukenruit, 411/* bij
oi. in inijn vestjeszak kon sbékton, maar als hij
TOcn eenmaal onbreekbaar was, waarom zou ik dan
motlceukenruitcn ff urn rondwandelen?
büor komt een verzameling andime wenschen van
°nze EngeLsche vrienden:
oen boord, die zonder knoopje dicht gaat;
«en paraplu,die niet om kan slaan;
j»n geneesmiddel tegen1 Verkoudheid
kousen, waar noodt gaten in komen;
J Potloodslijper, die de punt van het fryüood
Jiefc afbreekt juist op het oogetnblik, dab je denkt
*naar ter zijn;
l^i^voudig middel om kabeljauw Smakelijk
em pra^tisohe leosstandaarda vxxn gebruik in; bed;
een toestel oim aan te wij'aen, hoe oud een ei is;
een wekker, dier afloopt, wanneer het tijd is
n je horloge of de klok op te winden;
een manier om de malies aan veters zoo vast te
aken, dat ze er niet afgaan;
oen veter, die niet breekt;
bJüT %s m€rt zooveel zakken, dat je 's zomers
Bonder bezwaar je vest uit, kunt laten:
i gecombineerde vulpen en tandenstoker,
triir 'j mieeSbe vatö deze wenschen kunnen1 wir,
Mandörs Jeloof xk Ook WöT accoord gaan Het
-°ho bla.d, royaler van opvatting'dan m'ij'n fee,
1JIfc v:an wenschen aan zijn lezers ge-
i5 1^'® Tloar beste groep van zes
Vi°tgt de lijst van dien gelukkigen) winnaar;
e«ö opvouwbare t.ïndenborSteT
een tubetje voor tnosberd, waar je van onder
dn moet knijpen, zoodat er van boven preoiei zoo
veel uitkomt, als je noodig hebt-;
een machinetje om jn paraplu netjes op te rollen;
een demper voor snurkers:
een golfbal, die een tijd blijft brommen, als hij
tot rust is gekomen, om don' speler te verbellcai,
waar hij ligt;
fc eon gratenmagnoefc voor heb eten van \isc<h.
Tlr heb al'.o Knvondoring voor dio laatste wonNóh.
Zelf zou ik er nooit op gekomen adn, maar wat eon
fceerl^ks vinding zou het wezen, aüs ie maar evmi
met een soort van magneet over je geneivisedi h. e"-
de te strijken enalle graten en graatjes vlogen
uit je visch er tegenaan. Voor baars zou het ook
ïiiet onverdienstelijk zijn.
Als er nog odit eens eon fee komt ik "ben
nu misschien over de leeftijd., maar je kunt niet
weten dan moet ik toch eens aan dio graten-
vnngneefc denken. Maar als lk éon wensch krijg,
dan is liet; een steeds voor uitzetting vatbare boe-
Icon kast, die altijd gevuld wordt niet de (weken,
waarvan ik do titels op mag geven.
gehouden óp Maandag 81 Jan. In het Noordhollandsoh Koffiehuis.
CVorvoltf.)
Nederland is een exportland geworden, zegt men
wel. Dit is ook zoo. doch men overdrijve niet. Ook
de mill. zielen van ons eigen land vragen heel
wat. Daarom verwaarlooze men de .blnnenlandsche
markt niot. In- 1020 waren in landbouwbedrijven
werkzaam volgens do Statistiek van Nederland *no.
382 (uitkomsten der beroepstelling 81 Deo. 1920)
als hoofd va.n een onderneming
ondergeschikte betrekkingen
215.679 pers,
44)0.835 pers.
In do industrie
In handel en verkee»
Overige bedrijven
Totaal 622.51-4 pers.
1.028.156 pers.
533.295 pers.
538.443 pers.
2 722/407 pene.
Totaal
X
In 1920 was 60,3 pet. beroepsloos.
Bedrijfsindeeling in
1899 1909 1920
Nijverheid1 33,8 30,2 37,8
Landbouw 29,6 27,3 22.9
Visscherij en jacht - 1,2 1.1 0,7
Handel en Verkeer 16,8 18,4 19,6
Overige 18,6 18 19.1
Sedert 1899 steeg het aantal in het landbouwbe
drijf werkzame personen m. v.) van 570278 op
622.514. dat der industrie echter van 650.574 op
1.028.155. In- de industrie dus een veel sterker toena
me. Hierbij moet, in aanmerking worden genomen
dat de landbouw werk en brood schenkt aan tal van
personen uit andere bedrijven. '(„Overige" en „Han
del en Verkeer en „Industrie"). Commiséionnairs
platteland-shandeflaren, ambachtslieden ten platten-
lande, vrachtschippers, em. arbeiders in zuivel-, sui
ker-. aardappelmeel- en cartonfabrieken. Behalve
voor al deze menschen is een bloeiende landbouw
van groot belang voor den binnenlandschen handel
en voor onze nijverheid, voor zooverre deze voor 't
binnenland werkt, omdat de 23 welke in den land
bouw is niet alleen producent, doch ook afnemer ia
Een andere weg om de beteekenis van den land
bouw te bepalen is. dat men uitrekent de waarde
van de gezamenlijke voortbrengselen van den land
bouw. Dit is door de Directie van den Landbouw
gedaan over het jaar 1923.
Waarde in millioenen guldens.
Productie
Ruwe
Zuivere
Binnenl.
Uit
van
productie
productie gebruik
voer
Akkerbouw
436,9
255.7
163,7
92
Veeteelt
660
660
445,3
214.7
Tuinbouw
131,9
131,9
75,7
56,2
Boschbouw
7.3
7,3
5,3
2
Totaal
1236,1
1054,9
690
364,9
194.5
Kosten van ingevoerd
veevoeder, kunstmest, enz.
Zuivere bodem opbrengst 860,4
Onder zuivere productie is verstaan, dat deel der
producten, dat -het landbouwbedrijf verlaat. Het ver
schil tusschen ruwe producten en zuivere productie
blijft dus in het landbouwbedrijf hoofdzakelijk als
veevoeder en als zaaizaad. De zuivere bodemproduc-
tia is dus f 860.4 millioen. We zien ook dat het bin-
iienlandsch gebruik een groote beteekenis heeft en
dat de uitvoer belangrijk is.
We voeren tweemaal zooveel landbouwproducten-
uit als we grondstoffen voor het landbouwbedrijf in
voeren.
Helaas is niet bekend de waarde van de industrie
producten. Wel zijn er berekeningen over de ver
houding in waarde tusschen de landbouw- en in
dustrieproducten, welke- worden uitgevoerd- naar an-
re landen.
Waar-de van don export:
1923
1924
1923
Landbouw
-producten.
473 millioen
671 millioen
726 millioen
Nijverheids
producten.
570 millioen
645 millioen
750 millioen
Vooral het artikel1 tuinbouwproducten heeft de
sterke stijging van'de expostcijfers bewerkstelligd.
Deze cijfers zijn gebaseerd op de waarde aan de
grens. Die uit de vorige tabel op de waarde bij ver
koop van de boerderij. De eerste zijn hooger en met
de laatste niet te vergelijken (eerste tabel is bijv. ge
nomen de waarde van het stroo. de bieten, de aard
appelen. Voor de tweede carton, suiker, aardappel
meel, dus de verwerkte producten). Men kan er al
leen uit afleiden, dat de export van landbouwvoorb-
brengselen ongeveer even groot is als de export van
industrieproducten.
Het bovenstaande moge voldoende zijn als bewijs
voor de stelling, dat een bloeiende landbouw niet al
leen- van belang is voor hen. die er direct bij betrok
ken zijn, doch voor onze- geheel© samenleving en dat
kwijning van den landbouw 'een terugslag zal geven
op. de geheele samenleving. Er is dus geen twijfel
aan, dat de -Overheid ten aanzien van den landbouw
een bepaalde taak heeft. Niet alleen ter wille van
den landbouw zelf. doch ter wille yan de gansche
natie, omdat een bloeiende landbouw is een natio
naal belang.
De Overheid kan vooml steunen op 9 manieren:
1. door de prijzen- der producten kunstmatig te
steunen;
2. door wegneming van op het bedrijf drukkende
lasten;
3. door het bevorderen van de verbetering in de
productie; dus langs indirecten weg.
Enkele grepen uit d» Staatszorg voor den
Landbouw in ons land sedert de Fransche
revolutie.
In den Franschen tijd bestond er evenals geduren
de den laatsten oorlog een intensieve belangstelling
van de Regeering voor den landbouw. Door het con
tinentale stelsel van Napoleon, dat den handel op
Engeland verbood, was onze -handel geknakt. Dus
sprong de beteekenis van den landbouw duidelijker
in het oog. Voor verschillende maatregelen ten be
hoeve van, -don landbouw was geld noodig. Dit geld
stelde men- niet uit de algemeene kas beschikbaar,
doch uit het Veefonds, dat in 1799 was ingesteld tot
dokking van de kosten van bestrijding van de run
derpest. Voor dit doel wérd eon belasting gehovon
wegens het bezit van runderen, later ook van paar
den en schapen. De opbrengst van doze belasting
vormde het Fonds voor den Landbouw. De gelden
van dat Fonds mochten alleen dienen tot nut van
den vade-rlandschen landbouw; het geld werd geheel
door een oxt'a belasting der boeren bijeen gebracht.
In 1815 word onze onafhankelijkheid hersteld en nam
de -periode van concentratie van do staatszorg voor
den landbouw een einde. Door do samenvoeging met
Bolglö, dat meer industrieland, was, trok de indu-,
trie veel meer belangstelling dan vroeger. De zorg
voor den landbouw weid overgedragen aan de pro
vinciale besturen. Men meende dat het particulier
initiatief de plaats van de overheidsbemoeiing moest
Innemen .Veel kon de Staat in de eerste jaren der
vorige eeuw ook niet doen, daar allo inkomsten van
het Fonds voor den Landbouw noodig waren voor de
bestrijding van en de schadeloosstelling wegens de
besmettelijke veeziekte. Tot 1845 heeft men de kos
ten van de Overheidsbemoeiing met den landbouw
geput uit de opbrengst van een speciale belasting op
het rundvee, de schapen en de paarden. In dat Jaar
(1845) was de meerderheid der Tweede Kamer van
oordeel, dat de uitgaven voor den landbouw gedaan,
thuis behoorden op de Staatsbegrootinig en uit de
algemeene middelen moesten worden bestreden. In
1851 was het Fonds uitgeput.
Het tijdperk van 1815^1886 kon dat van non
interventie worden genoemd, zoowel bij' de Regee-
rinig ala bijt de landbouwende bevolking zelve, 't Was
een reactie op te ver doorgevoerde Overheidsbe
moeiing met het bedrijfsleven in vroegere eouwen.
Het was de tijd van het op de spits gedreven indivi
dualisme, van de leer dat iéder vrij moet zijn om zijn
-belangen op eigen wiize te dienen en te behartigen.
Wel is langs anderen weg steun aan den landbouw
verleend.
Tot, 1835 heeft men invoerrechten op graan gehad,
nu eens -hoogere, dan weer lagere. In 1835 werden
de zoogenaamde schaalrechten ingevoerd, nl. invoer
rechten op graan, waardoor de landbouw werd be
schermd, doch de consument niet meer nadeel daar
van ondervond dan noodig was. Al naar de binnen-
landsche graanprijzen stegen, werd het invoerrecht
kleiner en omgekeerd. De handel werd daardoor even
wel zeer bemoeilijkt en ageerde sterk tegen de graan
rechtep. In 1847 (revolutiejaar) werden de schaal
rechten geschorst en in 1852 vervangen door den stel
sel van matige invoerrechten op graan, welke wer
den geheven tot 1S77 en toen werden afgeschaft.
Vrijwel onmiddellijk na 1877 brak de groote land
bouwcrisis uit. doordat Amerika Europa overstroom
de met spotgoedkoop graan.
De grond prijzen waren na 1870 kolossaal gestegen,
de pachten natuurlijk evenzeer, zoodat velen bij de
sterke daling, der producten-prijzen het hoofd niet
hoven water konden houden en ten srronde gingen.'
Van alle kanten werd1 aandrang uitgeoefend op de
Regeering om de behulpzame hand te bieden en het
redmiddel lag natuurlijk voor de -hand, nl. wering
van de goedkoope Amerikaansche producten door het
heffen van invoerrechten.
De Regeering heeft aan dien aandrang geen gevolg
gegeven, mede omdat inmiddels wel gebleken was,
dat de Nederiandsche landbouw achterlijk was. Dit
gold vooral ten aanzien van de zuivelbereiding; de
qualiteit onzer boter en kaas liet veel te wenschen
over. Men had de zaak in de rijke jaren te gemakke
lijk opgevat. Er werd in 1886 een Staatscommissie
benoemd, die een onderzoek naar den toestand van
den landbouw instelde, en de conclusie bevestigde,
dat deze treurig was. dooh mede door achterlijkheid
was bevorderd. Inmiddels waren reeds velen ten
gronde gegaan.
De Staatscommissie adviseerde niet tot directen
steun, omdat -het bedrijf zich inmiddels al meer had
veranderd in de richting van veeteelt, die -door graan
rechten niet was te helpen; integendeel die van
graanrechten slechts nadeel zou ondervinden. Naar
mate de landbouw in een land meer gevarieerd is.
wondt hot nl. moeilijker een systeem van invoerrech
ten op te stellen, dat allen im gelijke mate besehormt.
De Staatscommissie van 1886 (en de Regeering heeft
;.iichi aan hare adviezen gehouden) meende, dat ver
betering van den toestand vooral moest komen van
een betere ontwikkeling van den landbouw en de
landbouwers, die beiden -niet op de hoogte van. hun'
tijd gebleven waren.
Het landbouwonderwijs moest door! de Overheid ter
band genomen worden. Doch-de Regeering beschik
te niet eens over leerkrachten- of deskundig perso
neel. Daarom moest aan hun opleiding direct aan
dacht worden geschonken. Er moesten landbouw-
i eeraren. veeteelt- en zuivelconsulenten komen om
de theorie van den landbouw onder de boeren te
brengen. Mén moest proefstations stichten om de
landbouwers zekerheid te verschaffen, dat de kwali
teit van wat zij als hedrijfsbenoodigdheden kochten,
voldoende was.
Een en ander is vooral naar Duitsch model in
gericht. In 1893 werden de eerste landbouwwinter-
scholen- gesticht en in 1897 de eerste tuinbouwwin-
terschool. Reeds in 1890 waren de -eerste Rijksland-
bouwQeerarem aangesteld, die begonnen met de op-!
leiding van onderwijzers v-oor de acte landbouw 1. o,,-
zoodat deze cursusisen konden geven. Deze cursussen
werden grootendeels door het Rijk betaald en een
ze-er groot aantal jonge land- en tuinbouwers heeft
er de beginselen der theoretische landbouwkunde
geleerd. Naast enkele landbouwproefstations werden
het Instituut voor Phytopathologie, de Rijksserum--
■inrichting, de Zuivelinspectiedienst, de Keuring van
vleesch voor export, enz. ingericht.
Verschillende wetten werden tot stand] gebracht:
de boterwet, de wet op de paardenfokkerij, de plan-
tenziektewet. de wet op het Rijksbotermerk enz. Bo
vendien wérden op de verschillende begrootingen
niet onbelangrijke subsidiën aan vereenigingen. die
zich met de behartiging van de belangen van den
landbouw of een onderdeel daarvan bezig hielden,
uitgetrokken (subsidiën voor de paardenfokkerij, de
rundveeteelt, de geitenfokkerij, de proefvelden, enz.)
In 1898 werd de Regeeringsbemoeiing gecentrali
seerd, en werd de Afdeeli-ng Landbouw gesticht met
aan het hoofd een Directeur-Oenreaal. In 1906 werd
de Afd-eeling Landbouw omgedoopt tot Directie van
den Landbouw met een vrij groote zelfstandigheid.
Op de laatste Staatsbegrooting vóór den oorlog
kwam voo-r -Landbouw bijna 3% millioen gulden voor,
>geheel bestemd voor indirecten steun aan den land
bouw: onderwijs, voorlichting, aanmoediging door
premies, landbouwkundig onderzoek, kwaliteitsver
betering. uitvoering wetten in het' belang van den
landbouw, enz:
dien w&g dus zonder dirsctcn finantieelen
6teun aan da landbouwers ia het inderdaad geiukt
den landbouw op te heffen uit zijn achterlijkheid, de
landbouwers de waarde van de theorie bij te bren
gen, hun in staat te stellen hun bedrijf aan te passen
aun de gewijzigde omstandigheden. h9t op moderne
leest te schoeien en het weer rendabel te maken. Ze
kere omstandigheden hebben daartoe eveneens me
degewerkt. Amerika kon toen niet meer zoo goed
koop leveren en kreeg zelf raear behoeften. De indu
striegebieden in West-Euro pa vroegen veie land
bouwproducten.
Hierop i» de oorlog gevolgd mei zeer abnormale
taostanden. waarin echter de beteekenis van den
landbouw eerst recht duidelijk aan het lio-ht trad.
Een zeer kunstmatige toestand trad in do landboitJ
wor was geen baas moor over 'zijne producton'. Hem
is ven! ontnomen in don crisistJjd, doch -hem i» ook
- voel gegovon
Waro dit laatste niet z<>0< dan zouden de grond
prijzen niet zoo omhoog goloopen zijn en zou don wo
nu niet zoo in do misère zitten.
De houding van db Rogeoring 1» dezolfdo gMblovon,
Jiif1 is hier on duar wol iots bezuinigd, doch hut ka-
raktor der Regooringsbeiiioulirig is niot gewijzigd. Na
den oorlog zijn do »»rijzön gedaald, niet gelijkmatig,
doch met schommelingen. Do balons slingert voor hij
in evenwicht Ik. doch dit is toch wol waarschijnlijk,
dat hot evenwicht zal liggen op een zoodanige bpog-
Ao, dat degoiicu, «Ho togim do duun»to prijzen iiobbea
'gehuurd, of ergor nog gekocht, geen rendabel be
drijf zullen hebben, terneer omdat de loonen do -da
ling der producten ni -t aanstonds volgen. Deze ko
men achteraan en zullen zoolang de kosten van het
levensnoderhoud zoo hoog zijn, voorloopig wol niet
in de goede verhouding tot de bedrilfsontvangston
komen-. Do vraag is nu of do Overheid kan blijven bijl
'hot, tot nu toe govolgde stelsel, of dat zij thans baar
taak op and.ere wijzo moot gaan opvatten, zooals ia-
vele andere landen ia geschied. Met deze vraag komt
spreker aan den praktisch on kant van het v raag
stuk, dio spreker in de middagvergadering hoopt te
behandwelen, doch spreker merkt thans rei-ds op dat
er 'bijzondere reden is om de vraag te stellen. Niet
alleen gaat het onzen 'landbouw slecht, doch anders
dan in de 80'ev Jaren werden deze voor onzen land
bouw ongunstige jaren voor een aanmerkelijk deel'
veroorzaakt doordat andere landeni hun/landbouw op
allerhande manieren steunen en onzen landbouw be-
nadeelen. Het. is du» niet alleen do natuurlijke loop
der dingen, die de slechte jaren hier veroorzaakt,
doch tevens een kunstmatig ingrijpen der Overheid
elders. Maxr onze Overheid onder deze omstandighe
den onzen landbouw dien directen steun onthouden?
Hierop zou inleider in de middagvergadering eenig
antwoord trachten te goveru
Wbwïfc vervolgd'.
DE GRIEP-EPIDEMIE.
Volgens een telling van de artsenvereeniging t»
Stettin, zijn daar tot dusver rond 14.000 grieplijder»
onder doktersbehandeling -geweest. Daarvan waren
er ongeveer 600 ernstig te noemen. Sterfgevallen
zijn intusschen slechts zeiden voorgekomen.
EEN PAARD OP feOL.
Terwijl een kar geladen werd met bossen riet aan
het station Calejla in de provincie Barcelona»
schrok het paard van het geratel van eon voorbij
gaanden trein en sloeg op hol. Hét geluid van d«
bossan, die van de kar rolden, maakte het beest
steeds angstiger. Vijftien menschen werden door de
kar overreden en ernstig gewond. Drie hunner ziin
in het ziekenhuis aan hun wonden bezweken.
ACHTER HET BEHANGSELPAPIER.
Bij het behangen van een woning te Beglen bij
Bordeaux,; waar nieuwe bewoners kwamen, is ach
ter oud behangsel een rol met 70.000 frank aan na
tionale verdedigingsbo-ns te voorschijn gekomen
Het geld is aan de politie ter hand gesteld.
SPOORWEGRAMP IN JAPAN.
Op een goederentrein, waarmee de munitie voor
drie militaire af deelingen naar Kioto werd vervoerd
heeft onderweg een ontploffing plaats gehad, waar
bij drie lieden gedood en vele gewond zijn. -pe ont
stane vlammen slqegen over op in de buurt staand"
houten huizen, van welke er tachtig zijn verbrand.
EEN BRUG INGESTORT.
Een eigenaardig ongeval is gistermorgen bij Hun-
tingdon geschied; tengevolge van den storm en de
overstrooming bleek de oude brug over de Ouso zoo
verzwakt, dat toen eon voerman met een span paw
den en een geladen wagen er over heen wilde rij
den, de brug instortte. Het lemoea en de loidsfdn
braken af en rle twee paarden stortten in d» diepte
d® wagen, die gich togen de holling bevond, rolde
langzaam terug en do voerman kon er juist intijds
afspringen. De ma» bleef op den weg staan om na
derende auto's voor het gevaa.r te waarschuwen, tot
dat de weg was afgesloten. De paarden zijn verdron
ken.
NOODLOTTIGE VERGISSING.
In het ziekenhuis te Milaan heeft een verpleeg
ster aan acht patiënten bij vergissing verkeerde in
jecties gegeven. Vier hunner zijn in den loop van
den nacht onder vreeselijke pijnen overleden; de
anderen verkeeren in levensgevaar. De verpleegster
Is gevlucht.
HET PALEIS VAN WILHELM I.
Men meldt uit Berlijn aan de N. R. Cl:
Het Berliner Tageblatt heeft, zooals wij gemeld
bobben, Zondagochtend bewoerd, dat het paleis van
Wilhelm I aanmerkelijk zou worden gerestaureerd
en gemoderniseerd om tp dienen als Borlijnsohé wo
ning voor prinses Hermine, de vrouw van den ge
wezen keizer. Va.n verschillende zijden wordt dit
bericht tegengesproken. De betrokken Pruisische
autoriteiten deelen mede dat voor i April, zoolang
Je gebouwen onder toezicht van den Pruisischen
staat staan, geon veranderingen kunnen worde*
uitgevoerd. De vertegenwoordiger va* de Mohen-
zoller* deelt mede, dat het geenszins ia de bedoe-
ting van prinses Hermine ligt zich te Berlijn te ves
tigen. In het paleis van WBhelm I zullen misschien
eenige kamers worden ingericht om leden van het
cewezen vorstenhuis te logeeren, als zij zich te Ber
lijn bevinden. Dat geldt natuurlijk ook voor prin
ses Hermine.
DE DOOD VAN EEN HENGELAAR.
Op den weg tusschen Bilbao en Man Sebastiaan,
nabij de papierfabriek van Arauguren is een henge
laar op zonderlinge wijze om het. leven gekomen.
Terwijl hij met zijn hengelstok is de hand langs den
weg liep, kwam de stok in aanraking met een el&c-
trischen draad. De hengelaar werd op slag £od^oa.