VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Luchtspiegeling.
DAMRUBRIEK
11
II
IS
s
IÉ
m
Él
Hl
I
Rommelkruid.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 16 April 1927.j^No. 8034.
RADIO
H;
m
üf
n
9
m
SI
SS
m
0
m
SÉ
m
m
0
9
W:
PASCHEN,
't Is PaSchenl Nieuw leven gaat over de aarde
En 't heerlijk idee van het opstandingsfeest,
Vernieuwende kracht met haar sterkende waarde,
Die eeuwen na eeuwen tot troost is geweest 1
De Paaschklokken- duiden 't ontluikende leven,
Herborene grootheid van 't eeuwige in,
De gloeiende schoonheid met liefde doorweven,
De levende geest, een gelouterd begin-I
't Is Paschenl Nu gaan weer de Paascbvuren bran
den
In vredige dorpen, waar 't vreemde niet k.WflJQX|
De arbeid gedijt in de bezige handen
En 't oude gebruik trouw zijn rechten hernam,
Waar alles getuigt van hetgeen is gekomen,
Waar duid'lijk de zuivere roep wordt vestaap,
In 't lachende rijk van de groenende hoornen.
De bloem van het leven is1 op
't Is Paschen! Het feest van het blijde< ontwaken
Na't zwijgende rijk van den donkeren nacht,
Maar houden we koers met het lich tot ons baken,
Dat maanden in stilte op ons heeft gewacht?-
Maar tintelt er hoop in de oogen der menschen,
Al zoemen er liedjes langs wegen en wei,
We hebben wel plannen en woorden en wenschen,
Maar zijn er ook gaven voor anderen bij?
't Is Pasohen! De wereld zoekt lichtere banen,
Waarlangs het maatschappelijk geluk moge gaan,
Waartoe ons het Pascha met kracht komt vermanen,
Een gelouterd begin van het mensch'lijk bestaan!
O. dat eens alom dan de Paaschvuren branden,
Door 't levensidee, dat den oorlog verplet,
Nu sluipt nog de twijfel door luist'rende landen,
De opstanding kwijnt en de dood houdt de wetll
April 1927.
(Allé rechten voorbehouden).
KROES.
EEN VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERDEELEN
VAN HET RADIO-TOESTEL: DE ACCUI
De accu wordt dikwijls ala een noodzakelijk
kwaad beschouwd bij het Radio-toestel. Men heeft dat
ding nu eenmaal noodig; konden we er maar buiten!
Men kijkt er niet of heel weinig naar om en daar
schaadt de luisteraar ten slotte zich zelf' mee. Een
verwaarloosde accu heeft een veel 'kortere levensi-
duur dan een goed onderhouden dito; de accu wreekt
zich voor zijn slechte behandeling op zijn meester.
Over dit onderhouden zullen wij het t.z.t. nog eens
hebben. Op het oogenblik is het doel. den lezer dui
delijk te makerb wat het begrip „capaciteit" inhoudt
en wat met de „capaciteit" in verband staat.
Onder „capaciteit" verstaat men dan. in algemoe-
ne termen gesproken, datgene wat de accu aan elec-
etrisch vermogen afgeven kan en men drukt dit uit
door de capaciteitsmaat: „Ampère-uur" en niet al
leen „Ampère'. De accu kan gedurende een zeker aan
tal uren een bepaalde stroomsterkte onafgebroken le
veren. Daarnaast wordt meestal een tweede capaci-
teitsopgave verstrekt, waarbij gedurende een belangr
rijk grooter aantal uren een belangrijk kleiner „am-
pèrage onderbroken afgenomen kan worden
Daar dit laatste geval voor den accu beduidend gun
stiger is^ is het product Amp. uren ook voor dat
latste geval hoogejj dlan voor het eerste. Om de ge
dachten te bepalen diene bet volgende voorbeeld.
Een bekend accu-type is de 12/27 Amp. uur (afge
kort A.U.) hetgeen dan wil zeggen: 10 uren achtereen
een afname van 1.2 Amp. en 270 uren onderbro
ken een afname van 0.1 Amp.
Uit een en ander blijkt, dat het voltage van den
accu geen verband houdt met de capaciteit. Of men
dus gebruik maakt van een 2—4 of 6 volts accu, de
„capaciteit" blijft 'dezelfde. Het normale accu-type
in Nederland is de 4 Volts aceu, bestaande uit 2
cellen, achter elkaar geschakeld. Voor dezen accu,
kan eveneens een 6 Volts gebruikt worden. Men moet
dan echter pijn. 2 Volt „wegwerken" ia een voor-
schakelweerstand, daar de gloeidiraden van de norma
le 4 'Volt# lamp aan een apamnlngi van pijn. 4 Volt
voldoende hebben en een hoogere spanning de gloei-
draad zou doen doorbranden.
Door middel van een eenvoudige berekening kan
nagegaan worden, hoe lang men met een 12/27 A.U,
accu kan luisteren. Neem aan, dat deze dient om een
3-lamps toestel te bedienen. Deze lampen vragen
dan, wanneer althans miniwattllaimpen gebruikt
worden, ten hoogste QJB Amp. x OLOÖ A en 1 x
0.1 A. =a pijn, 0J2S Amp.) Gaat men veeder uit van
d everonderstelling dat gemiddeld 8 uur per. avond1
geluisterd wordt, dam zou per avond! 8 U. x 0126 A.
0.75 A.U. verbruikt worden. Daar deze fltroomafnam#
ligt tusschen de twee dooi den fabrikant opgegeven
gevallen, kan men ongeveer ale „capaciteit" van den
accu aannemen 22.5 A.U. Door deeling wordt dan
als uitkomst verkregen 2W 0.75 80 avonden. Men
zou dus ten minste één maand lang op deze accu
moe.ten kunnen luisteren.
Twee dingen zijn d'aarbij niet in aanmerking ge
nomen en zijn ook moeilijk im getallen hit te druk
ken, cn wel ten eerste het feit, dat een accu slechts
zelden bij het in gebruik nemen nog de volle capa
citeit heeft (de accu heeft bijv. eenigen tijd' gestaan/
of was niet voldoende bijgeladen) en ten tweede, dat
geen rekening gehouden is met de zelfontlading. 't Is
nl. een feit, dat een niet gebruikte accu, na plm.
6 weken geheel ontladen ifl en dus weer opgeladen
moet worden.
In de praktijk komt het er dus op, neer, dat een
accu, verkeerende in de omstandigheden, aangehaald
in ons voorbeeld, ééns in de maand (of beter in de 3 a
4 weken) bijgeladen behoort te worden.
N.B. De volgende week een buitengewoon interes
sant artikel over: DE VAMOMETER.il!
Een zeer ongewoon lenteverhaal door StROLR.
(Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden).
Joossie Knops liet zijn pen boven het grootboek
rusten. Hij zag niet, dat er een dikke inktmop aan
zijn pen ontdroop en op het roomwitte papier smette.
Zijn geest ontvlood voor een oogenblik de duffe kan
toorlucht van het bediendenlokaal van de firma Bib-
berknikkel (in oliezaden) en vermeide zich in de
zoete bloemengeuren en het zalige koesterende zon
netje buiten. Vlak voor zijn venster, vlak bij zijn
duffe grootboeken en journalen en kasboeken, zat
waarachtig een vogel te fluiten. Joossie staarde er
naar, luisterde er naar, als in een 'droom.
Opeens vloog de deur van het privé-kantoor open.
De oude heer Bibberknikkel, als altijd in zijn defti
ge zwart jaquetcostuum, de stemmige zwarte das en
natuurlijk met zijn doftigen grijsomkransden ka
len schedel, kwam het bediendenlokaal binnenstor
men. Zijn dikke buikje schommelde van drift en
haast. In het voorbijgaan schopte hij1 een pnxllemand
omver, zoodat de lompen papier over het lokaal sto
ven, gaf de jongste bediende een leutige draai om
zijn ooren, kneep het blonde typistje in een wang,
gaf juffrouw Snips, zijn oude trouwe pariculier se
cretaresse met 20 dienstjaren een anHcaal klopje op
haar houterigen schouder, zoodat ze bijkans van haar
krukje achter haar schrijfmachine tuimelde, gaf
Joossie Knops een por in zijn zij. en ariep, terwijl hij
op één been bleef staan en lustig cancanneerde: Kom
mee, jongens, in mijn privókamtoor, vooruit, dan gal
ik je wat laten zien-I
En meteen dartelde hij, terwijl hij uitgelaten met
zijn kale hol heen en weer wiegde sn- door het be
diendenlokaal weer naar zijn eigen kamer danste,,
regelrecht op zijn openstaande geldtrommel toe.
Joossie Knops, het blonde typistje, juffrouw Snips
en de jongste bediende schuifelden met oogen als ta
felborden en open monden de kamer van den „baas"
in.
„Hier!" riep de baas, terwijl hij in zijn eene hand
een pak bankpapier had en in zijn andere eenen sta
pel guldens en rijksdaalders, „hier, hou' je handen
op, hier heb je elk drie maanden salaris, falderalde-
rie, om dat de zon vandaag zoo mooi schijnt, jan
dorie- Hier pak aan!'
Vier paar handen werden volgestopt met kniste-
rende bankbiljetten1 en klinkende guldens en rijks
daalders.
Stop weg!, riep de baas. Stop in je zakken!' En
gooi je boeken in een hoek, doe allemaal je hoeden
op, We gaan met zijn allen naar buiten! Het kan
toor kan voor mijn part in de lucht vliegen! Hiep,
hiep, hoeraaa! Toe nou, ezelskoppen, versta je me
niet? Zet je hoeden op! Als de weerga!
Een oogenblik later danste de heele firma Bibber
knikkel de trappen af, naar buiten. Toen de jongste
bediende als laatste de deur achter zich dicht had
getrokken, ging de haas nog even terug, voelde of de
deur wel goed dicht was, en gaf toen een trap tegen
de deur:' „Daar!", riep hij, „daar! Alle oliezaden
kunnen me gestolen worden-"
Joossie .Knops' gezicht trok in een breede grijns.'
Daar! zei ook hij, en gaf een schop tegen de deur.
Daar!, riep de jongste bediende en gaf er twee schop
pen tegen! Daarl, riep schel juffrouw Snips en ze
lichtte haar rok, die altijd tot over haar teenen hing,
frivool tot boven de enkels op en gaf een schop te
gen de deur. Daarfl, kirde het typistje en gaf een
vinnig trapje met haar booge hakje, ook, tegen die
zelfde deur.
Instappen! commandeerde meneer 'Bibberknikkel
en huppelde naar zijn groote 7-persoons auto, die,
met zijn chauffeur, voor de deur stond te wachten.
De chauffeur sprong van zijn plaats, hield het por
tier open en tikte onderdanig aan zijn pet.
Naar het bosch en de hei en de wei! 'zong meneer
Bibberknikkel hem toe en sloeg hem speelsch zijn
chauffeurspet met de glimmende klep over zijn
oogen, Nadat de chauffeur zichl uit zijn pet bevrijd'
had, stoof de wagen heen. De jongste bediende zat
nast den chauffeur. De 'baas met zijn secretaresse op
de voorbank, Jooesi met het blonde typistje, dat nog
nooit zoo lief tegen hem gelachen had, op de ach-
terzlttimg.
Terwijl ze langs den weg schoten, langs een kab
belende vaart en ruischend riet, commandeerde de
baas: Zingen! jongens, zingen, schreeuw je longen
eruit! Daar gaat ie! Setihihilehe vaaaaaaarten, die-
hiepe plassen, laJhage willege, wuivend riet! Diefoie
het zoeken, in den vreemde, ahach, die arreme, ze
vihinden het niet? Diehie het zoeoeoeken.in
den vreemd'e, ahach, die arreme, ze vinden het niet!
Na de „stille vaarten en de diepe plassen", zong
de firme Bibberknikkel: „Waar de blanke top der
duinen schittert in den zonnegloed", vervolgens ,Zie
ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan",
daarna „In het groene dal in het stille dal" en „Zwa
luw waarbeen is uw vlucht!" Toen ze midden in
„Wie rusten wil in het groene woud" waren, schreeuw
de de „baas" plotseling terwijl hij zijn hoed afrukte
en uit den auto wierp: Stop, hier gaan we picniccen!
Op een open plek in een geurend dennebosch waren
ze. Daar stond heel alleen een landhuis, dat een
lunchroom bleek- te zijn, te droomen. Een vriendelijke
dame, keurig dn een wit schort, kwam' de gasten al
tegemoet. Meneer Bibberknikkel sproDg op baar toe
en pakte haar bij de handen en danste met haar in
het rond. Daarop riep hij: Breng thee en limonade
en broodjes met ham' en eieren en (koek en chocolade
en al- het lekkers wat je maar in huis hebt en leg dat
maar daar neer, op die tafel, midden in dat gras
perk! l
Toen haalde de jongste bediende een mondorgel
voor den dag. en begon te Spelen: "Kent gij' de flleta
niet? Het is zoo makkelijk, als je hem ziet!"
De baasi pakte de blozende juffrouw Snips om het
beenige middel, Joossie Knops ondervond! niets geen
tegenstand, toen hij' het ddep-blozende blonde typistje
met de zachtgeurende haren, ten dans vroeg en daar
walste de beele firme Bibberknikkel over het maï
solie grastapijt, Joossie Knops stal zelfs een zoen van
het typistje, dat als protest haa rwitte pareltandjes
liet zien ien schaterde van den lach.
Toen het lied uit was,, riep de baas: Speel nu: dat
kinderdansliedje van „Vlindertje op je glazen wiek
jes", dan zal ik heelemaal alleeen een Mei-nymfen
dans doenl Maar wacht even, dan doe Jk mijn jas
uit!
De baas trok zijn jas uit, zwaaide met zijn armen
in hemdsmouwen, zette het kransje van madeliefjes
en boterbloempjes, dat juffrouw Snips voor hem ge
vlochten had, op zijn kalen schedel en begon te dan
sen, Zijn oude dikke korte beentjes gooide 'hij hoog.
in de lucht, met zijn armen maakte hij zacht wie
kende bewegingkjes, zijn buikje schommelde mee in
cadans en op zijn gezicht lag de liefelijkste nymfen-
glimlach, die men denken kan.
Toen het uit was, klapten allen dn de handen en
de baas riep: Nou gaan we heerlijk! smullen!
En de aanval op de oveibeladen tafel met broodjes
en lekkernijen begon. Joossie Knops zocht de heer
lijkste broodjes uit voor het blonde typistje en hun
handen raakten elkaar voortdurend per ongeluk. En
ging het niet per ongeluk, dan deden ze het expres,
Juffronw Snip® lachte voor het eerst sedert vijftien
jaar en gooide broodpropfjes naar den kalen bol' van
meneer Bibbeikniklkel, die een kogelfle&chje aan zijn
mond zette en zich verslikte. De jongste bediende
probeerde drie broodjes met ham tegelijk ia zijn mond
'te stoppen en toen hij bijna dreigde te stikken, slik
te bij ze door met een fleschje frambozenlimnade.
Daarna nam hij zijn mondorgel weer en begon weer
'te spelen, waarop de anderen weer gingen dansen.
Opeens riep de baas uit: Hé, zeg jongens, jullie
moeten .me niet meer „meneeri' noemen hoor, dat wil
ik niet! Zeg maar gewoon „Bibberknikkel" tegen me
of „ouwe kaalkop" of „Bdbberdebib"!
Hoeraaa! riep Joossie Knops, terwijl hij voor den
drommel alweer een zoen van het blozende typistje
stal, onder de oogen van den „baas", Hoeraaa! Leve
de ouwe kaalkop!" Laten we nu gaan pandverbeu
ren!"
Met een schok schrikte hij wakker. Op zijn groot
boek lag een tweede vette inktmop. En daar stond
de baas voor hem de barsche oude heer Bibberknib-
bel. die hem met oogen, groot van stomme verbazing,
aanstaarde en knorde:
1 Wat moet dat beteekenen, Knops, om overdag over
je boeken te zitten slapen? Ben je gek geworden?
Nog één keer en je bent onstlagenl
onder redactie van GEO VAN DAM.
WEDSTRIJD-PROBLEEM NO. 18.
van H. J. v. d. BROEK te Rotterdam.
Zwart: 11.
Wm
mi
VZW/,
Ww/,
Wit: 12.
De diagraimstand van diit - ,,-c u ri o e i t e i t-pro
bloem behoort te zijn: zwart 9 schijven op 1 2 8 9 13
19 22 26 en 39, voorts twee dammen op* 5 en 14.
Wit 11 schijven op 11 15 17 21 25 28 32 35 42 40 en
49 met 1 dam op 47. In dit probleem kan wit op twéé
verschillende manieren winnen, die beiden moeten
worden aangegeven. Deze stand! werdi dloor don heer
G, van Leeuwen te Amsterdam) gewijzigd' door de
zwarte dam 'op te veranderen in een zwarte schijf.
Koewit nu wint moet ook worden gemeld. Tenslotte
dient nog de winst voor wit te worden opgegeven
als de witte schijf op 15 vervalt', de zwarte dam op 5
een wart schijf wordt en voor de zwart schijf op 13
een zwarte dam in de plaats komt. Deze laatste wlj.-
zigang 1» van wijlen den vermaarden Franschen
componist Meauidre. Li' totaal dienen dus vier ver
schillende oplossingen te werden ingezonden.
Aan onze altijddurende wedstrijden in het oplos
sen van idamproblemen "kan men te allen tijde be
rglonen deel te nemen door het uiterlijk! binnen 12
dagen verzenden der oplossingen aan onzen dam-
redaicteur Geo va» Dam, p.a. bureau van dit blad,
of: Heem&kercklaan( 4, te Baarn. Voor ieder opge
lost probleem wordt een punt ingeboekt. De oplos
singen worden steeds drie weken later bekend «ge
maakt. Door die Directie werden de volgende priji-
zen doorloopend beschikbaar geisteld: A. Een prijs van
f 2.50 voor ieder, die achtereenvolgens 2 goede op
lossingen inzendt. B. Een prijs van f 2.50 voor ieder,
die in totaal 50 goede oplossingen inzendt. De pun
ten van A. blijven daarenboven altijd geldig,, B. voor
zoover daarmede geen prijs gewonnen is. Prijswin1-
nen is dus wiskundig zeker voor ieder oploss(t)er. De
snelheid, waarmede dit zal geschieden hangt thans
slechts af van de persoonlijke oplctókracht van ieder.
OPLOSSING WEDSTRIJDPROBLEEM Na 15b
(van A. Renooij, te Hoogwoud).
De diagramstand in .cijfers was: Zwart 15 schij
ven op 2 6 7 8 10 11 14 16 18 20 23 25 26 en 36. Wit
15 schijnen op 27 28 36-35 38 41 43 44 40 47 49 en 50
Wit wint door 27—21 (zwart 26X37 gedw.), 32—27,
4742, 49—43, 27—22!, 22X4 (zwart 16X27), 4X36,
(zwart 49X38) 46—41 (zwart 25X34), 41—37 en 36X39!
Dit is een auteursopi. In het slot' der oplossing kan
wit met een kleine wijziging ook tot den rondslag kan
raken, bijvoorbeeld' door wit 22X4 (zwart 25X34), 46—»
41 (zwart 49X38), 4137, (zwart 32X41) ennu wit
4—15 (zwart 16X27).. en wit slaat 8 Stukken van 15
naar 6 of 1.
Hoewel niet bepaald) mooi is de ontleding toch' vejj
rassend. de witte en zwarte schijven -draaien, dwarre
len om elkander heen totdat door den vernietigen
den rondslag licht in de duisternis, komt. Da stand is
goed, doch er is veel materiaal gebruikt, daar men t
met het zelfde aantal stukken nog iets veel beters
zou kunnen samenstellen. Het probleem is dan ook
niet „kunstig" doch wel zeer moeilijk, mede door
het feit, dat er nog vele schijnoplossingen in verbor
gen zijn waarvan menig oplosser de dupe is gewor
den, daar zij geen van allen tot winst voeren!
DB TONIJNENVISSCHERIJ OP HET EILAND
Slems.
Den 23en April, feest van San Giorgio, worden in
alle „Tpnnare" van Sicilië de netten uitgeworpen,
want in de maand Mei komen de tonijnen,, die bij
duizenden uit het verre Zuiden naar de Middelland-
sche zee zijn geëmigreerd langs deze kusten haar
eieren verstoppen. Aan het eind van Juni keeren die
troepen langs denzelfden weg terug naar de oude
te spelen, waarop de anderen weer ging (Jansen,
woonplaatsen, nu vergezeld van de jongen. Daarom
blijven de netten tot Juli in het water.
De netten, waarmee de tonijnen, die soms wel
drie meter lang zijn en honderd' a twee honderd kilo
wegen worden gevangen, zijn natuurlijk geen ge
wone netten. Ze bestaan uit een. complex van vier
reusachtige touwenkamers, die in den vorm van een
kruis verticaal in den bodem der zee worden gean
kerd. De toegangen dier ruimten kunnen naar wil
lekeur geopend en gesloten worden. Het geheel wordt
door een diepgaanden nettenmuur verbonden met de
kust. Aan de oppervlakte ziet men den vorm van
het geheel e toestel, door middel van drijvende kurk-
b'lokjes afgeteekend.
Als nu de eerste toöijnen (de tonijnen zijn diep-
watervisschen en zien heel slecht, Arts tot el es en
Pliniu moeten dit reeds hebben opgemerkt) hun
uiterst gevoelige snuiten stooten tegen den langen
nettenwand, ontstaat een paniek onder de gansche
hende, want ze zijn verbazend schrikachtig en dom..
Dan willen ze vluchten, maar overal vinden ze een
opening de toegang tot de tonnara en die
zwemt de een na den ander in. Ze dringen zich heen
door de éérste kamer en komen in de tweede, die
vanwege haar afmetingen ,de zaal" wordt geheeten.
En daar moeten ze blijVen, want terugkeeren, is niet
meer mogelijk.
lederen morgen inspecteert de Raisi d.w.z. hoofd
van de visschers, den buit en zoo noodig, opent hij
de derde kamer, want de vierde kamer treden de
tonHpen slechts binnen om te worden gedood. Daarom'
.beet. dat vertrek de 'Camera della morte.
Als er voldoende viisschen in de val zijn sluit de
Raisi den toegang en kondigt den visschers aan, dat
de mattanza (slachting) beginnen kan. In de stad
of In het dom, wordt dit: de bevolking aangekondigd
door een gejubel van de kerkklokken, want een goe
de vangst beteekont welvaart voor de bewoners.
Don volgenden morsen. nadat de visschers eeTSt
de H. Mis hebben bijgewoond, varen ze, gewapend
mot lansen en harpoenen, in de richting van de
tnnnaTa.
Omi het nettenpaleis wordt een vierkant van bar-