lllEltll Nieuws-
RAAD SCHAGEN.
Maandag 2 Mei 1927.
SCIAGGR
70s4e Jaargang No. 8042.
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woenrxiag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, /orden Adver-
tentiën nog Zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 8 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grooto letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vergadering van den Raad op Zaterdag 30 April
1927, des middags kwart voor tweeën.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Na opening vraagt de Voorzitter of iemand aan
merking heeft op de notulen.
De heer Bregman vraagt voorlezing van dat ge
deelte der notulen dat handelt over de demping
van een gedeelte der Laansloot en dacht dat bewo
ners van de Laan in de kosten zouden bijdragen tot
f1000. Nu evenwel is bij de stukken een suppletoire
begrooting, dienst 1927, waarop deze bijdrage voor
komt tot een bedrag van f935, zijnde de helft der
kosten.
Voorzitter zegt, dat de bewoners tot de helft van
de kosten zouden bijdragen, maar tot een maximum
van f1000.
De heer Bregman heeft dit anders begrepen en
dacht dat, indien de totale kosten minder dan
f2000 zouden bedragen, dit mindere bedrag geheel
ten voordeele van de gemeente zou komen.
De heer Timmerman had 't ook begrepen, zooals
de beer Bregman zegt.
Andere leden evenwel meenen, dat bet zou^ zijn
zooals dè notulen vermelden, en dat het adres ook
luidde „tot uiterlijk f 1000".
De heer Bakker zegt, dat zij zich zullen neerleg
gen bij de opvatting die uit de notulen blijkt, maar
ook spr.'s meening was, dat als de kosten minder
zouden zijn, dit een voordeeltje voor de gemeente
zou zijn..
De notulen worden hierna goedgekeurd.
Mededeelingen van den Voorzitter.
Voorzitter deelt mede, dat spr., de heer Van Erp
en de Secretaris een onderzoek hebben ingesteld
i haar den toestand der' ladders en de ladders bleken
goed te zijn, en de opmerking van den heer Leguit
werd onbegrijpelijk gevonden.
De heer Bakker wil aan den heer Leguit overlaten
van antwoord te dienen, doch aan den heer Leguit
is hulde te brengen voor de accuratesse waarmede
•hij deze zaak naar voren heeft gebracht. Spr. keurt
het echter af dat een dergelijke opmerking zoo uit
gemeten wordt als hier het geval is geweest. De op-
zióhtér heeft na de reparatie 3—4 deskundigen een
onderzoek doeji instellen., Spr. meent dat op deze
manier een ieder wel een hak te zetten is, als iedere
ambtenaar een dergelijke opmerking maar als een
beleediging beschouwt. Het was spr. aangenamer
geweest, als deze kwestie in wat minder 'bewoordin
gen was afgehandeld.
De heer Gorter meent, dat de heer Leguit zelf te
veel op deze zaak heeft gereageerd en B. en W. de
zaak hebben moeten onderzoeken.
Voorzitter zegt, dat het ook niet de bedoeling van
B. en W. .was de zaak zoo uit te meten, dat is hun
schuld niet.
De heer Bakker zegt, dat het ook niet een verwijt
is aan B. en W., maar spr. wijst er nogmaals op, dat
als een dergelijke opmerking wordt gemaakt, een
ambtenaar zich niet op z'n teenen getrapt behoeft te
achten.
Voorzitter vervolgt zijne mededeelingen, dat de
heer P. Meurs Pz. is aangeschreven om de heining
aan den Loeterdijk te snoeien, dat de söhoeiing aan
het Rapenpad in onderhoud is bij de gemeente en
dat aan den opzichter opdracht is gegeven na te
gaan, wat de herstelling zal kosten.
Voor bestrating van het perceeltje bij Kos had de
stratenmaker geen tijd gehad, doch het is nu ge
schied.
Aan den heer Nobel is gevraagd welk Inkomen
ouders moeten hebben, wil men in aanmerking ko
men tot kostelooze toelating tot de landbouwhuis-
houd%chool. De heer Nobel antwoordde dat wanneer
bezwaar werd gemaakt tot betaling van f 30, respec
tievelijk f15 lesgeld, een onderzoek wordt inge?tel$
bij het gemeentebestuur naar de mogelijkheid van-
betalen.
De heer Bregman zegt nota genomen te hebben
van dit antwoord en hoopt dat dit ook door B. en
W. is gedaan.
De heer Leguit vraagt, of de drukte van den stra
tenmaker nu achter den rug is en anders niet te
begrijpen, dat de opzichter hem ander werk op
draagt.
Voorzitter: Bedoelt U op de Laan, dat heeft aijn
oorzaak.
Voorzitter deelt verder mede, dat aan de politie
opdracht is gegeven er'aandacht aan te schenken
dat voortaan niet meer zulke groote koppels vee
los worden vervoerd.
Ingekomen stokken.
Een protest van den Voorzitter.
Ingekomen was een schrijven van Ged. Staten met
enkele opmerkingen over de rekening van 1925.
Voorzitter zal de nota van opmerkingen niet voor
lezen, omdat het administratieve opmerkingen be
treft.
Den heer Bakker heeft het betroffen, dat er zoo
veel aanmerkingen worden gemaakt. Wel zijn er
heel wat rekeningen, maar zooveel opmerkingen
zijn er, dat spr. vraagt wie maakt de rekening op,
wie teekent baar? Spr. vindt het wel verregaand.
Voorzitter antwoof 'y dat dit ieder jaar gebeurt en
meent, dat er een eresaluut gebracht kan worden
aan den gemeente-ontvanger, die zijn werk zeer con
sciëntieus doet. Het is niet altijd de schuld van den
ontvanger, maar het is dikwijls de opvatting van
Ged. Staten. £pr. vindt het wel wat erg hierover een
woord, vuil le maken en protesteert daar dan ook
tegen.
De heer Bakker zegt, dat zijn opmerking dan be
schouwd kan worom als te zijn gedaan uit onwe
tendheid.
Voorzitter zegt nog," dat als dit jaar geheel wordt
voldaan aan de eischen van Ged. Staten, volgend
jaar toch misschien weer andere opmerkingen zul
len worden gemaakt.
Proces-verbaal van kasopname bij den gemeente
ontvanger en idem wat betreft de eierveiling.
Bij den gemeente-ontvanger was op 15 Maart in
kas f1465.45, overeenkomstig boeken en bescheiden
en bij den directeur-administrateur van de eier
veiling f454.37.
Ged. Staten keurden goed de verordening tot hef
fing van staangelden voor motorrijtuigen.
Deze 3 stukken worden vervolgens voor kennis
geving aangenomen.
Geen borgstelling noodig.
Van den heer P. Bak was een verzoek ingekomen
om een vaste aanstelling als incasseerder-meteropne-
mer der lichtbedrijven.
B. en W. stellen den Raad voor adressant met in
gang van 1 Mei 1927 een vaste aanstelling te verlee-
nen.
Den heer Van Nuland heeft het bevreemd, dat B.
en W. niet motiveeren waarom zij voorstellen tot
vaste aanstelling over te gaan. Spr. vraagt, of een
borgstelling niet gewenscht is en wijst op de fraude
in een naburige gemeente gepleegd. Voorts wordt in
bet advies van B. en W. niets vermeld over jaar
wedde of salaris en of de betrokken persoon nering
mag uitoefenen.
Voorzitter deelt mede, dat Bak in December 1922
op contract is benoemd, geen pensioen zou krijgen
en tenslotte is gaan nadenken, en bij spr. is geko
men met de vraag of hij een vaste aanstelling zou
kunnen krijgen.
Spreker heeft Bak in uitzicht gesteld een pen
sioenbijdrage ad 8V* te zullen moeten storten,
terwijl inkoop voor hem niet kan plaats hebben.
Toch bleef Bak een vaste aanstelling-' verlangen.
Over een borgstelling is nooit gesproken., noch door
dit, noch door het vorige college van B. en W. Het is
de bedoeling bet salaris van f 30 per week te hand
haven, dat salaris is niet kwaad, doch ook niet hoog
gezien de uitbreiding van de werkzaamheden.
iDë heer Van Niuland blijft toch vasthouden aan een-
borgstelling, de incasseerder-meteropnemer gaat da
gelijks met geld om en er kan een tekort komen.
De heer Gorter vindt dien eisch te ver doorge
voerd. iedere avond moet Bak afrekenen en als
hem een borgstelling wordt opgelegd, zal zijn sala
ris hooger moeten zijn.
De heer Van Nuland merkt nog op. dat het toch
borgstelling van den gemeente-ontvanger verlangd
wordt.
Voorzitter vraagt met wie die dan dagelijks zou
moeten afrekenen en bovendien de gemeentewet
vordert van hem een borgstelling.
'De heer Van Nuland merkt nog. op, dat het toch
een paar jaar geleden ook is gebeurd, dat de incas
seerder-meteropnemer had misgerekend en stelt
voor een borgstelling van f1000 te vorderen.
De heer Roggev^n acht ook een borgstelling over
bodig.
De heer Overtoom informeert of de stand der me
ters nog door een ander wordt gecontroleerd.
De heer Van Erp deelt mede, dat deze kwestie in
de Lichtcommissie is besproken en den directeur is
opgedragen nu en dan steekproeven te nemen.
De heer Overtoom wijst er op, dat het niet gaat
om den tegenwoordigen titularis. Spr. heeft de vraag
gesteld, juist naar aanleiding van wat in een nabu
rige gemeente is gebeurd. Spr. heeft nooit gemerkt
dat steekproeven zijn genomen. Als B. en W. kun
nen zeggen, dat het goed gebeurt, is dat spr. voldoen
de. Spr. herhaalt dat de persoon van Bak hem goed
genoeg is, maar we kunnen er beter over spreken
als niemand verdacht wordt, dan wanneer dat wel
het geval is.
De beer Leguit deelt mede, dat de heer Blaeser
een paar jaar geleden bij hem wel eens steekproe
ven heeft gehouden.
Het voorstel-Van Nuland wordt verworpen met 8
tegen 3 stemmen, die van de heeren Overtoom, Van
Nuland en Huiberts, waarna het voorstel van B. en
W. wordt aangenomen.
Van de Federatie voor Ziekenhuisverpleging is een
verzoek ingekomen om instemming te betuigen aan
een door baar aan den Minister gericht adres, waar
in verzocht wordt niet te willen overgaan tot verhoo
ging der verplegingskosten in de academische zieken
huizen.
B, en W. stellen voor de gevraagde instemming te
betuigen.
De heer Van Nuland gevoelt niet veel voor ad-
haesaebetuiging. uit Sohagen gaan niet veel patiënten
naar academische ziekenhuizen, de Minister zal zich
aan een dergelijk adres niet storen en, vraagt spr.,
hebben B. en W. onderzocht of wat in het adres
staat op waarheid berust?
Voorzitter wijst er op, dat nog onlangs iemand' uit
onze gemeente in Leiden is verpleegd, overigens ook
niet zooveel voor deze adhaesie-be tuiging te gevoelen,
doch er staat tegenover, dat adhaesie-betuiging niets
kost, Spr. gelooft niet .dat men leugens in het adres
De heer Van Nul and) zegt, dat het meer gebeurt,
dat om een zaak door te drijven, iruen wel eens wat
te ver gaat*
Met 8 tegen 3 stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten; tegen stemden do
heeren Overtoom1, Van Nuland en Huiberts.
Door de vereeniging „Algemeen Belang" wordt ver-
zocht den termijn binnen welken de geloste mate
rialen op de losplaats aan de Dorpen moeten worden
weggevoerd, te wijzigen van 1 maal 24 uren in 2 maal
24 uren.
B. en W. adviseeren gunstig op het verzoek te be
schikken.
De heer Overtoom vraagt of het de bedoeling is.
aan deze bepaling streng de hand te houden. Het
zal soms ook onmogelijk'zijn. de materialen binnen
2 maal 24 uren weg te voeren.
Voorzitter zegt. dat het wel de bedoeling is, zich
aan de regeling te houden.
De heer Overtoom wijst erop, dat deze losplaats
gebruikt dient te worden als aanvulling van de oor
spronkelijke. niet als speciale opslagplaats en spr.
vindt bet niet goed. dat het vorige besluit nu weer
wordt gecorrigeerd. Spr. wil de zaak aan B. en W.
overlaten, die kunfien rekening houden met <Je om
standigheden.
De heer Gorter zegt dat het de bedoeling blijft in
zeer bijzondere gevallen van deze aanvullende los
plaats- gebruik te maken, maar de practijkheeft
geleerd, dat een 'langeren termijn noodig kan zijn.
De heer Tuinman vindt een termijn van 24 uur
tekort, 2 maal 24 uur is noodig. en spr. kan dan ook
met het voorstel meegaan, als er dan maar op gelet
wordt, dat er een beetje orde wordt 'gehouden en er
des Zondags niet zoo'n herrie is. De menschen die
nen een behoorlijk uitzicht te hebben.
Miet alleen de stem van den heer Overtoom tegen,
wordt het verzoek van Algemeen Belang toegestaan.
Door de afdeeling Schagen van het Centraal Ge
nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolo-
nies wordt om verhoogd© subsidie gevraagd, rul. in-
plaats van f 50, zooals was toegestaan, f 100.
B. ep W. stellen 'den Raad voor gunstig op het
adres te beschikken, gelet op het nuttige doel dat
door de afdeeling wordt beoogd. Zij merken echter op,
dat uit de bij het oorspronkelijk verzoek overgelegde
rekening niet is gebleken, dat er een tekort was van
f 142.74. Het tekort bedroeg op genoemd tijdstip
slechts f 47, waarmede bij het verleenen der subsidie
rekening is gehouden.
Zonder bespreking goedgevonden.
Van Ged. Staten was een schrijven ingekpmen be
treffende de instructie van den gemeente-ontvanger.
Naar aanleiding van dit adres stellen B. en W.
voor, artikel 6 der instructie te wijzigen, waarbij
dan wordt bepaald dat de ontvanger zijn kas afge
scheiden houdt van alle andere gelden, hij verplicht
is zijn kas, voor zoover zij het bedrag der zekerheid
overtreft, telkens te storten bij een door B. en W.
te bepalen bankinstelling, terwijl hij voorts verplicht
is maandelijks aan B. en W. in te zenden een staat
van ontvangsten en uitgaven, met vermelding van
het saldo..
Aldus wordt besloten.
In verband met een ministerieele aanvrage aan
de Woningbouwvereeniging „Schagen", om terugbeta
ling van een bedrag van f 130.—indertijd verstrekt
wegens architectuur straatwerken, ia van de Woninlgr
bouwvereeniging „Schagen" het verzoek ingekomen
om uitbetaling van dit bedrag.
B .en W. stellen den Raad voor afwijzend op het
verzoek te beschikken, op grond van de overweging,
dat bij de overname door de gemeente van de stra
ten van de Woningbouwvereeniging met geen enkel
woord over deze kosten is gerept.
Waar het hier bovendien betreft een klein gedeelte
straat, voor aansluiting aan de Landbouwstraat, zijn
B. en W. van oordeel dat de architectuur en het toe
zicht op de uitvoering, ware een en ander bekend
geweest, gevoegelijk aan den gemeente-opzichter had
kunnen worden opgedragen.
Zonder bespreking wordt besloten afwijzend op het
verzoek te beschikken.
„Plaatselijk Belang" en het behartigen
der plaatselijke belangen.
Vervolgens komt aan de orde een adres van ouders,
houdende verzoek tot aanstelling van een 10e leer
kracht aan de O. L. School.
Ten aanzien van dit verzoek deelen B. en W. me
de, dat zij betreffende déze aangelegenheid een on
derhoud hebben gehad met den heer Inspecteur van
het lager onderwijs in de inspectie Helder en het
hoofd der O. L. School. Bij deze bespreking deed de
Inspecteur uitkomen, dat het bij de toeneming van
het aantal leerlingen op 1 Mei a.s. niet mogelijk is,
de klasse-indeeling zoo te maken, dat met 9 leer
krachten men kan blijven binnen de perken, van arti
kel 7 van het Koninklijk Besluit van 15 Februari
1924, Staatsblad no. 48. Spreker toonde met verschil
lende voorbeelden aan, dat sommige klassen zoodanig
overbevolkt zouden worden, dat dit noodwendig tot
schade van het onderwijs zou moeten leiden.
Bij' aanstelling van een '10e leerkracht zou daar
aan tegemoet zijn te komen, door de klasse-indee
ling als volgt te maken:
klasse I, 64 leerlingen, te splitsen in 2 klassen, elk
van 32 leerlingen;
klasse II, 61 leerlingen;
klasse III 56 leerlingen.
Uit deze 2 klassen een gecombineerde 2e en 3e
klasse te maken, met respectievelijk 21 en 18 leerlin
gen, waardoor in klasse 2a 40 leerlingen zouden ver
blijven en in klasse 3a 38 leerlingen.
Klasse 4, 57 leerlingen, klasse 5 56 leerlingen.
Uit deze 2 klassen een gecombineerde 4e en 5e
klasse te maken met respectievelijk 17 en 16 leerlin
gen, waardoor in klasse 4a zouden overblijven 40 leer
lingen en in klasse 5a 40 leerlingen.
Klasse 6, ongesplitst, 39 leerlingen, klasse 7, onge
splitst, 37 leerlingen.
Op deze wijze zou aan de bepalingen van bovenaan
gehaald Koninklijk Besluit zijn te volckien.
De Inspecteur meende dan ook in het belang van
het onderwijs te moeten adviseeren tot aanstelling
van een 10e leerkracht te besluiten.
Door den heer Brouwer werd nog opgemerkt, dat
bij den bestaanden toestand, noodwendig leerlingen
zullen moeten overgaan naar een hoogere klasse, die.
daarvoor krachtens de vorderingen niet in aanmer
king zouden komen als de ruimte in de klassen toe
liet ze een jaar te laten zitten, n.1. uit klasse 3 7 leer
lingen. uit klasse 4 7 leerlingen, klasse 5 8 leerlingen
en uit klasse 6 3 leerlingen.
Op grond van een en ander stellen B. en W. voor
op het adres gunstig te beschikken en een onderwij
zer te benoemen uit de sollicitanten voor de vaca-
ture-Parlevliet.
De heer Bakker zegt, dat het naar aanleiding van
dit punt was. dat deze spoedeischende vergadering
wordt gehouden, want deze vergadering, wordt toch
als spoedeischend beschouwd, al is ze dan niet met
spoed uitgeschreven. Maandag is verzocht deze ver
gadering te willen houden, en heden dan om 2 uur
wordt ze eindelijk gehouden.
Spr. kan niet instemmen met dezen gang1 van zaken
en had meer spoed verwacht. Sinds eehigen tijd heb
ben 200 ouders van schoolgaande kinderen dit ver
zoek aan den raad gericht. In de school is het. een
chaos, en wanneer die toestand niet wordt verbeterd,
voordat 2 Mei de nieuwe leerlingen tot de school
worden toegelaten, zal het een» wildernis worden. Het
heeft spr. bedroefd, dat bet Dag. Bestuur onzer ge
meente de plaatselijke belangen niet beter' behartigt
temeer daar de wethouders in de vergadering der
Oudercommissie verklaren, homogeen te zijn met het
adres en weten hoe de toe.stand in de school is. Als
deze onderwijszaak niet voor Mei tot oplossing
komit, als in het adres gevraag#, zou het zeer zeker
kunnen, gebeuren, en spr. zou, niet om de kinderen,
wel hebben gewild, dat de heer Brouwer van zijn
recht gebruik had gemaakt, dat de kinderen, die om
toelating tot de school vroegen, werden teruggestuurd
Spr. spreekt er zijn verbazing, over uit. dat deze
vergadering niet eerder is uitgeschreven, sollicitan
ten naar de betrekking van onderwijzer deelden mee,
dat Donderdagavond j.1. zou worden vergaderd en
spr. vraagt waarom deze vergadering nu vandaag
om 2 uur wordt gehouden? Was alleen voor dit
acute punt geen vergadering, te beleggen? Spr. wijst
op het feit, dat de te benoemen onderwijzers toch1
eenige voorbereiding behoeven om hier te konden,
of- hebben IB. en- W. maar te bevelen, dat ze hier
Maandagmorgen béhooren te zijn? De wethouders
hebben door deze handeling niet de plaatselijke be
langen gediend, want het onderwijs dient toch in
de eerste plaats tot zijn recht te komen. x
De heer Gorter wil één vraag stellen. Heeft een
der fracties, die deze spoedvergadering hebben aan
gevraagd, de overtuiging, dat deze vergadering niet
deze week zou zijn gehouden, als zij' haar niet had
den aangevraagd?
De heer Bregman: Neen, dan zou deze vergadering
niet zijn gehouden, want er is iemand bij U ge
weest. tegen wien U gezegd heeft, dat de vergadering
na de verkiezing zou worden gehouden.
De heer Gorter zegt, dat dit een leugen is. er moest
vergaderd worden voor de overplaatsing van den
heer Roos. De heeren hebben iemand naar mij toe
gestuurd, maar spr. heeft zich van den domme ge
houden. Had de S.D.A.P.-fractie dan liever de ver
gadering op Donderdagavond gehouden, hadden ze
ons er liever niet bij. want toen konden wij: niet en
nu ben ik er voor van' Wieringen gekomen.
De heer Bakker: En ik moet er vanmiddag ook om
verzuimen.
Voorzitter zegt wel aan het verzoek om een verga
dering uit te schrijven, te hebben willen voldoen,
maar spr. heeft er liever de wethouders bij'. Donder
dag en Vrijdag was dat niet mogelijk en gelukkig
heeft spr. klaar gekregen, vanmiddag de vergade
ring te houden. De heeren onderwijzers zijn gewaar
schuwd en zullen, als ze warden .benoemd, Maandag
in functie' treden. Spr. wijst er dan op. dat het onder
havige verzoek reeds maanden lang loopende was,
verleden zomer was het spr. al bekend en zelfs heeft
spr. van iemand gehoord, dat het verleden voorjaar
aanhangig was. 5 April is het op het raadhuis geko
men en is het nu zoo erg. dat het hier een paar
weken blijft liggen. Is het zoo bar, dat wij zoo laat
er mee zijn; daartegen wil spr. ten stelligste o^-^men
en van dat verwijt zal spr. zich ook niets aantrekken.
De heer Bakker herinnert aan het spreekwoord):
„regeeren is vooruitzien' enals het 't Dag. Bestuur
bekend was, dat deze zaak bij de burgerij aanhangig
was. was het zi. een wijze daad van het Dag. Be
stuur geweest, te zorgen, dat deze zaak in orde
kwam.
Voorziter zou het niet goed vinden, als er een adres
loopt, dat B. en W. dan tevoren maatregelen namen.
De heer Bregman deelt mede. Maandag met den
Voorzitter een gesprek te hebben gehad en spr. toen
gezegd: had: zet alleen dat punt op de agenda. Spr.
vertelt verder, dat de heer Gorter in de vergadering
der Oudercommissie beloofd had de zaak voor 1 Mei
in orde te maken.
De heer Gorter ontkent dit, hij had zich in die
vergedering niet uitgelaten, wel #e heer Van Erp'.
De heer Bregman vervolgt zijn mededeelingen over
het onderhoud dat hij met den Voorzitter, had gehad
en de Voorzitter beloofd had. Donderdag te vergadei-
ren.
De heer Gorter herhaalt. Donderdags en Vrijdags
verhinderd te zijn geweest en Dinsdag had' het on
derhoud met den ^Inspecteur plaats.
De heer Bregman zegt de zekerheid te hebben, dat
als de vergadering niet was aangevraagd, zij. deze
week niet zou zijn gehouden.
De heer Gorter vraagt van wie de heer Bregman
die zekerheid heeft. Spr. begrijpt het wel. van den
heer Brouwer, dat heeft spr. gevoeld, maar als de
heer Bregman wat wil weten, moet hiji maar zelf
komen.
Voorzitter begrijpt niet. wat men nu nog aan1 to
merken heeft. De vergadering wodt gehouden, er zijn
nu nog andere punten bij genomen, o.a. die van de
borgstelling van den gemeente-ontvanger, zoodat nu
sollicitanten kunnen worden opgeroepen, de sollici
tanten zijn aangeschreven, alleen is bereids één van
het drietal elders benoemd.
De heer Gorter wijst er nog eens op, zelf graag bij
de bespreking dezer zaak te helpen willen zijn.
De heer Bakker vindt het eigenaardig, dat de heer
Gorter zegt. dat de vergadering deze week zou zijn
geweest en tevens vertelt. Donderdag en Vrijdag ver
hinderd te zijn geweest en ook eigenlijk vandaag.
Wie .schurft is. vreest de roskam, zegt spr., daarom
moest deze vergadering na 2 Mei worden gehouden.
D'e heer Gorter beantwoordt deze opmerking, door
te zeggen, dat deze bespreking met zekere doelein
den wordt gehQuden.
De heer Van Nuland wijlst er op ,dat het aan den
burgemeester is, om den tijd der vergadering te be
palen. Overigens verwondert het spr. bij deze voor
dracht niets te vernemen over de finantieele gevol
gen, verbonden aan de aanstelling van een 10e leer
kracht en< overplaatsing van een onderwijzer van de
O.L. school naar de U.L.O. school. Spr. herinnert aan
de opmerking van den voorzitter in een vorige ver
gadering, dat het niet goed i9 bij de begrooting op
een en ander te beknibbelen en daarna altemet eens
een schepje er op te doen. Spr. vindt 'het daarom niet
ondienstig, de oplossing zoo te vinden, dat de kosten
tot een zoo gering mogelijke proportie worden ge-