Keuringsdienst uit den
Noordermarkthond.
Uit het jaarverslag van bovengenoe-mden bond over
1926, teekenen wij het volgende aan:
Door wijziging in het boekjaar, dat vroeger gelijk
aan het kalenderjaar was, maar thans meer in ver
band met het seizoen van Mei tot Mei loopt, ver
schijnt dit verslag over het 5e jaar van onzen dienst
later dan voorheen.
Voor de keuring werd aangegeven 48.72 H.A., alzoo
een kleine vermeerdering van 6 H.A.
Uit onderstaand overzicht blijken de resultaten in
die vijf jaren:
Gewaardeerd in Klassen:
H.A. Goedgek. Afgek. A. B. C.
1922. 60.— 40.— 20.— 0.02 11.86 8.—
1923. 26.10 15.965 10.945 0.71 8.765 6.49
1924 15.77 12.84 29.30 2.95 9.33 0.56
1925. 42.73 36.56 4.21 19.415 17.135 0.01
1926. 48.72 41.07 7.65 23.56 13.30 4.21
Hieruit blijkt dat een vooruitgang is te constatee-
ren niet alleen in kwantiteit, doch ook in kwaliteit;
het percentage in Klasse A Goedgekeurd is in verge
lijking met andere diensten zeer hoog, dat dit niet
is verkregen door minder strenge keuring, blijkt uit
den uitslag van het Provinciale Controle Proefveld,
waar onze partijen aan den spits staan.
Niettegenstaande de eischen voor de A Klasse wer
den verzwaard, door bij de tellingen verdachte plan
ten voor ziek, en die met één enkel vlekje half te
rekenen, konden toch deze hooge cijfers bereikt wor
den.
Bijna geheel bestonden de aangegeven soorten uit
Eerstelingen; Ideaal. Schoolmeesters, en witvleezige
soorten worden bijna niet meer aangegeven. Enkele
perceeltjes met late soorten komen steeds voor, o.a.
Eigenheimers, Zw. blauwen en dergelijke, doorgaans
vcrtoonen ze in kwaliteit geweldige verschillen met
datgene dat voor vijf jaar werd aangegeven.
Daar bij den aanvang der keuring, onze keur
meester Blokker nog niet uit Frankrijk terug was,
en 't werk niet door één keurmeester kon worden
afgedaan, is daarvoor door het bestuur, in overleg
met de Prov. Reg. Commissie aangewezen, den heer
P. NAP te Oudkarspel. In aanmerking genomen de
hooge eischen die gesteld moeten worden, niet alleen
wat kennis en routine betreft, maar ook wat aan
gaat tact en doorzicht, gelooven we, dat de keuze een
goede is geweest, temeer waar we zijn leeftijd in aan
merking nemen.
De aanvang der keuring was weer enkele dagen
vervroegd, het verloop is zeer regelmatig geweest;
de eindkeuring wordt steeds zoo laat. mogelijk ge
houden.
Een voor keurmeesters en verbouwers belangrijke
bijzonderheid, die vermeldenswaardig is, betreft het
voorkomen van reeds eerder vermelde mozaïekach
tige vlekken, die zeer vroeg en bij koud weer voor
komen en veelal later blijken verdwenen te zijn en
daarom o.i. niet voor ziek gerekend dienen te wor
den; hoewel we steeds zijn uitgegaan van het stand
punt dat we beter het zekere voor het onzekere kun
nen nemen, daar tot heden evenmin is aangetoond
dat dergelijke planten gezond zijn dan het tegen
overgestelde.
In het verplichte verwijderen van „verkeerde" plan
ten valt wel verbetering te eonstateeren, al zijn er ook
nog nalatigen, die daarvan de nadeelen ondervinden.
We wijzen verder nog op de nieuwe bepaling om
rekening te houden met aardappelvelden van
slechte hoedanigheid in de nabijheid van voor goed
keuring in aanmerking komende perceelen, althans
als ze binnen 10 M„ daarvan liggen, We merken, hier
bij op, dat daardoor de selectie-kweekor gestraft, al
thans benadeeld kan worden, terwijl hier zijn na
latige, slordige of ondeskundige buren de oorzaak
kunnen zijn en deze dus eerder verdienden gestraft
te worden. Zeker is van belang dat rekening gehou
den wordt met hesmettingskanson, zoodat hier scherp
naar voren treedt het belang dat algemeen is bij
deze1 kwestie, daar onkunde of nalatigheid van de
enkeling ook anderen benadeelt.
De nieuwe bepaling betreffende de „mannetjes", be
hoefde hier weinig dienst te doen, daar deze zeer
weinig worden aangetroffen.
Kunnen we dus in het algemeen eonstateeren dat
met steeds meerdere ernst gewerkt wordt ter berei
king van het doel, voldaan zijn we niet; nog tekort
wordt er gedaain aan stamselectie, die weliswaar
meer zorg en tijd vereischt, doch noodzakelijk is om
het hoogst bereikbare te benaderen. We hebben ech
ter goede hoop dat daarvoor ook een oplossing zal
komen.
Georganiseerd door de Provinciale Regelings-Com-
missie, word de keuring aangevangen met oen z.g.
Voorkouringsdag, waar tevens belangrijke zaken do
keuring betreffende, worden besproken en tevens
do resultaten op het controleproefveld worden be
sproken. Op dit veld worden alle jaren verschillende
monsters van met A goedgekeurde partijen, van alle
aangesloten diensten uitgezet ter onderlinge verge
lijking. Door den Prov. Contröleur, don heor Boot,
Leoraar aan de Rijkslandbouwwinterschool, worden
o.a. de volgende opmerkingen gemaakt in zijn ver
slag:
„Vooral bij de nummers uit de Streek en omge
ving kwamen planten voor die topbont vertoon
den. De partijen waarvan dit pootgoed afkomstig
„was, zijn in 1925 vroeg gekeurd, omdat de snelle
„ontwikkeling van het gewas dit noodzakelijk
„maakte. Na die laatste keuringen staan die par
tijen nog enkele weken op het veld, want het
„wordt gewoonlijk begin Juli, voordat men het
„pootgoed rooit. Nu is het te begrijpen dat juist
„in die laatste weken door bladluizen en andere
„insecten de topbont-ziekte kan worden overge
bracht.
„Door de zware bemesting, die hier aan de
„vroege aardappelen wordt gegeven, is de blad-
„ontwikkeling zoo sterk, dat men in Juni de par
tijen niet goed meer kan keuren".
Gaarne zouden we meer uit dit belangrijke ver
slag aanhalen, doch we zouden te uitvoerig worden,
we volstaan met de vermelding dat de monsters door
ons ingezonden, blijkens het verslag, de besten der
aangesloten diensten bleken te zijn, een resultaat dat
tot tevredenheid mag stemmen, maar geen reden mag
worden tot zelfvoldaanheid.
Door genoemden contröleur Boot werden ook thans
eenige bezoeken ter plaatse afgelegd, om zich van de
werkwijze te overtuigen. Een en ander kon zijn goed
keuring wegdragen.
Ter toelichting diene dat de Prov. Organisatie
werkt onder de auspicieën der Kon. Ned. Mij. voor
Tuinbouw en Plantkunde, welke het aangewezen
lichaam is voor de Organiseering der Tuinbouwkeu
ringen, hier meer vroege aardappelsoorten betref
fende en aangesloten is bij: „Het Centraal Comité
inzake keuringen van Gewassen", te Wageningen.
waarbij alle organisaties, uitgezonderd de z.g.
„K.I.Z.", zijn aangesloten en geleid wordt door den
Inspecteur van den Landbouw van het Ministerie
van Binnenl. Zaken en Landbouw, en onder hare Ad
viseurs de bekende wetenschappelijke voormannen
uit Wageningen en elders mag rekenen. Hieruit
moge blijken, dat men hier niet te doen heeft met
zoo als sommigen nog veronderstellen, een of andere
particuliere onderneming, doch het betreft een zeer
goed gefundeerde organisatie, werkende als een semi-
officieele Staatsinstelling.
Teneinde niet achter te komen bij het doen van
proefnemingen op het gebied van kweeken en ver
meerderen van minder- of onbekende en nieuwe
soorten, werd door de .Vereeniging een bescheiden
kweekveld aangelegd, waarvan wij onderstaand ver
slag laten volgen.
KWEEKVELD 1928 van den Keurings
dienst u. d. NoordermarktbontL
Op bescheiden schaal werd •dit voorjaar aangelegd
een veld waarop uitgezet werden verschillende niet
of minder bekende soorten zaailingen en diverse
afwijkingen.
Bij de selectie en de keuringen hebben wij ons
steeds voor oogen te stellen dat naast instandhou
ding en verbetering der bestaande rassen het noo-
dig zal zijn na te gaan of nieuwe of minder bekende
elders gekweekte soorten aan hoogere eischen vol
doen, terwijl er 'iets voor te zeg'gen is om zelf te
trachten dezen te kweeken.
Hierbij zijn de moeilijkheden niet gering,terwijl er
op direkte resultaten niet mag worden gerekend,
zoodat dit werk zeer ondankbaar en weinig renda
bel genoemd mag worden.
Verder ontmoeten we bij on3 keuringswerk tal van
eigenaardigheden die ons voor verschillende vraag
stukken stellen, zoodat onwillekeurig de noodzake
lijkheid naar voren komt om een veld ter beschik
king te hebben waarop verschillende zaken kunnen
worden nagegaan.
Op het veld werden de volgende variëteiten uit
gezet:
1 Julynieren 5)
2 Tafelkönig 6) Vondelingen.
3 Bintje 7)
4 Arran Comrade? 8 Witbloeiende Bloemgraafjes
9-30 Zaailingen.
Verder kwamen nog eenige afwijkingen en minder
beteekenende soorten voor.
De nos, 1 en 2 waren uit Duitschland betrokken,
de eerste was „anerkannt" en 60 Mozaiek, welke
planten direct werden verwijderd. De soort vertoonde
veel overeenkomst met de „Eersteling", bleek niét
de oude bekende Julymuis te zijn; de bloei welke
gering was, was wit, knollen grof en geelvleezig.
Een en ander gaf ons aanleiding tot de volgende
opmerkingen:
De Tafelkönig, welke volgens bepaalde Duitsche
berichten de Holl. Eersteling zeer na zou staan,
evenals de daar nog veel voorkomende Julynieren
en Julyperlen, was voor 100 ziek, zoodat alle plan
ten zijn verwijderd; we troffen later in Wageningen
op het kweekveld van het Instituut voor Planten
veredeling dezelfde soort aan onder den naam
„B o n i f a t i u s".
Bintje waarvan nog maar een geringe voorraad
was geheel gezond, ontwikkelde zich zeer krachtig
en gaf een flinke opbrengst geelvleezige knollen.
De Engelsche var. no. 4 was geheel gezond, uitgezon-
dert een plant die een eigenaardige geelverkleuring
vertoonde, welke wij dit voorjaar bij de eerstelingen
vaker waarnamen. De knollen zijn echter wit, zoo
dat deze soort voo ons niet veel beloofd.
Do vondelingen, waarvan twee no's dezelfde
bleken te zijn, waren 100 gezond, beide soorten
neten zich niet slecht aanzien, het gewas was heel
mooi, van de eene wel iets hoog; de eene gnf ronde,
de andere langronde knollen, de opbrengst was
goed en niet later dan andere vroege soorten, hoe
wel niet gelijk aan de Eerstelingen. De rondo bloei
de lichtblauw, de andere vuilwit,. De namen zijn ons
geheel onbekend en we kunnen geen aanwijzing
vinden welke het kunnen zijn.
Hot witbloeiende Bloemgraafje was uit curiositeit
meegenomen uit een veld dat normaal blauw bloeide,
ons was het bestaan van een witbloeiende var niet
bekend. Van verdere beteekenis zal het echter wel
niet zijn, tenzij wij er in gedemonstreerd vinden dat
z.g. „knopvariaties" meer voorkomen als wel. eens
gedacht wordt..
Het grootste gedeelte van het veld werd ingeno
men door diverse Zaailingen Opperdoesche Eerste
lingen van 1922 en '25. Op twee no's na 22"4 en 25'8
hebben we ze allen voor en na het rooien van de
hand gedaan, daar ze niets voor de toekomst be
loofden, althans geen verbeteringen waren. Do bei
de overgeblevenen, vooral 22'4 geeft ons eenige hoop
dat zij wat kunnen beteekenen, de knol .van deze is
rond, oogen niet diop, 't welk bij vele andere wel
het geval was. vrij vroeg en met een zeer mooi
loofgewas. No. 25'8 heeft meer langronde knollen,
daar deze nog korter door ons wordt gekweekt, is 'n
oordeel moeilijk uit te spreken. We nemon ons voor
om in 1927 vergelijkende proeven met beide soorten
te nemen, terwijl een onderzoek naar de vatbaarheid
voor wratziekte bij Dr. Oortwijn Botjes zal plaats
hebgen.
De nabouw van Eersteling die. groote zwarte vlek
ken vertoonde, waarvan ons later bleek, dat dit „Al-
ternaria solani" was, vertoonde deze nu niet, daar
deze ziekte niet met het pootgoed overgaat.
Enkele andere afwijkingen geven geen reden tot
bijzondere vormelding. anderen zullen nog verder
nagegaan worden.
Verder werd door den dienst uitgevoerd een proef,
die ten doel heeft antwoord te geven op de vraag
of er eenige waarde aan gehecht kan worden of poot
goed van een bepaalde grondsoort komt. meer in het
bijzonder of lichte of zware grond een verschillende
invloed heeft. Hiertoe werden op een drietal plaat
sen in Kerk- en Bergmeer 2 X 200 halve knollen
uitgeplant. zoodat de gemerkte helften van iedere
knol op lichte zoowel als zwaro grond voorkwam,
die daar in eikaars onmiddellijke nabijheid is gele
gen. De nateelt van deze perceelen zal in '27 uit
geplant worden en gecontroleerd, er zal dan een, uit
voeriger verslag worden gegeven. Vermelden we
nog dat deze laatste proef onder leiding van den
Rijkstuinbouwconsulent Hazeloop en in samen
werking met Prof. Quanjer geschiedt.
Evenals vorige jaren ontvingen we tijdens en na
de keuringon bezoek van diverse belanigstellendën.
zoowel binnen- als huitenlandsche corporaties en
particulieren.
In Mei werd besloten tot vorming van een zelf
standige organisatie, die feitelijk al reeds was ge
groeid, doch slechts hare omlijning en formuleering
eischte. Deze stap zal blijken er eene in de goede
richting te zijn geweest. We verheugen ons dan ook
in een zeer opgewekt meeleven in -onze Vereenigings-
zaken van onze leden; hoewel dit een zeer gemakke
lijke verklaring vindt in het direkte en verdere
belang dat er voor hen bij is betrokken, zien we toch
lang niet in alle organisaties deze belangstelling.
De bestuursbijeenkomsten weerspiegelen een zelf
den geest, niettegenstaande het voor sommige
bestuursleden beteekent een tamelijke reis en ver
lies van tijd uit een veelal druk bedrijf, worden
vergaderingen trouw bezocht en kan de vaak zeer
uitgebreide en belanerijke agenda, die steeds zeer
algemeen besproken wordt, door zakelijkheid toch
vlot afgewerkt worden.
Bovendien konden meerdefe bestuursleden ook nog
tijd vinden om tijdens en na de keuringen eenige
controle uit te oefenen, die hun tevens een verder in
zicht gaf omtrent de werkwijze van het personeel
van den dienst.
Drie algemeen© en negen Bestuursvergaderingen
werden gehouden, terwijl het Dagelijksch Bestuur
loopende zaken afwikkelde in gezamenlijk overleg.
Teneinde te voorzien in een ontstane behoefte voor
berging van zakken enz. word een pakhuisruimte
gehuurd in de nabijheid der veiling. We hebben voor
al later is het seizoen veel gebruik daarvan gemaakt
en profijt daarvan gehad.
In verband met den verminderden uitvoer van poot
goed is tenslotte onze omzet niet onbeteekenend ge
weest. terwijl de uitbetaalde prijzen in verhouding
tot cle doorsnee-marktprijzen bevredigend genoemd
kunnen worden, wat van slechts weinige onzer tuin-
bouvvartikelen gezegd kan worden.
Het beschikbare kwantum kon niet geheel voor den
winter geruimd worden, doch in 't voorjaar was lang
niet voldoende aanwezig om aan alle aanvragen te
vo-IrW»n. terwijl de gemaakte prijs de bewaring wel
loonond maakte.
Evenals vorige jaren werd weer een bescheiden
reclame voor den afzet gevoerd, waarvan niet altijd
de direkte uitwerking is te bespeuren, doch waarvan
"v toeft g*z«r<i kan wordvn. dat n BMd*-
werkt aan de bekendheid van het product.
In aanmerking genomen het lange boekjaar van 10
maanden, rijn de linancieele resultaten voor de
vereeniging ook niet ongunstig. Wij moeten daarbij
in het oog houden, dat verschillende zaken op den
stand daarvan van invloed rijn.
Was bij den aanvang van het boekjaar een saldo
van f dit bedrag was bij de sluiting f 378.17,
waarbij mag worden opgemerkt, dat sommige sala
rissen, enz. in dit boekjaar tweemaal zijn vermeld.
Het ledental bedraagt 53, terwijl ook bij niet-leden
we-rd goedgekeurd.
Met den wenscb. dat een volgend seizoen de ver
eeniging zonder belemmeringen moge groeien tot groo
teren omvang, sluiten wij ons overzicht.