r'VAN DIT EN VAN DAT W EN VAN ALLES WAT! Het interview van Toetin. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 4 Juni 1927. No. 8060. RADIO Wat een mensch alzoo slikken kan. /mm Korte golf-ontvangst. Hoogfrequent Smoorspoelen. Twee soorten toestelbouwers. De toestelbouwer» kunnen twee wegen bewande len, die beiden naar een geheel verschillend doel leiden. De een streeft naar een volmaking van de ont vangen muziek en spraak en past daarbij alles toe, wat tot die volmaking kan bijdragen. Het toestel wordt daardoor veelal buitengewoon ingewikkeld, wat de bediening betreft, De ander daarentegen werpt zich bij voorbaat op het vereenvoudigen der bediening van het toestel. Nu is vooral het combineeran van eenvoudige be diening en van het verkrijgen van een goede weer gave twee belangrijke eigenschappen, die de ver koopbaarheid van het toestel bepalen niet zoo makkelijk. Wij zouden dan ook niet gaarne beweren dat ieder toe3telbouwer, die een eenvoudig te be dienen toestel op de markt brengt, daarin ge slaagd is. Nu kan de de h.f. smoorspoel tot de vereenvoudi ging in de bediening veel bijdragen, In het Koordans-schema wordt de h.f. lamp aan de detectorlamp gekoppeld, door middel van de Inductie-spoel en den plaatkringconensator, die ge tweeën de afstembaren plaatkring vormen. Deze plaatkring is te vervangen door de h.f. smoorspoel, die dan, zooals van zelf spreekt, dooor den handelaar als daarvoor geschikt aanbevolen moet worden, Fig. 31 geeft het nieuwe Koomans-schema, voorzoover dit dan veranderd is. Door deze wijziging verdwijnen du» van de de frontplaat de inductiespoel en de plaatkringcon- densator, een vereenvoudiging, die al onmiddellijk belangrijk 1». Zoekt men dan aog een tweede ver eenvoudiging in het van de frontplaat weglaten van de gloeidraadweerstanden, bijvoorbeeld door bodemmontage zij behoeven dan slechts een» ingesteld te worden, wat, althans volgen» „Philips", die zelfs pleit voor een algoheele weglating van deze weerstanden geen bezwaar zou zijn dan wordt een en ander wel zeer eenvoudig. De front- plaat wordt dan zelfs „kaal". Bij de korteglf-ontvangst zullen eich echter be zwaren voordoen, die opgeheven kunnen worden door het inbouwen van twee smoorspoelen, één voor korte golven en één voor langere en lange golven. In dat geval moet bovendien een omschakelaar op de frontplaat gemonteerd worden. Radio-amateurs, spitst Uwe oorenl Volgende week een buitengewoon interossant ar tikel over: De nieuwste variabele condensatoren. De nieuwste uitvinding. Voorloopig geheim. Zooals bekend, hebben de Koningin en Prinses Juliana met onze koloniën aan de overzijde van den Grooten Oceaan gesproken. Dit was mogelijk, dank zij de kortegolf. Waar echter alleen de allergrootste stations daarop zijn ingericht, apreekt het van zelf, dat de amateur» aan deze proefneming want als zoodanig moest het nog beschouwd worden, ofschoon deze inmiddels schitterend ge slaagd is niets hadden. Edoch, er bleek een uit zondering. Een jong amateur te 'e Gravenhage, de heer J. van Dijk, heeft met een door hem zelf uit gevonden schema de rede opgenomen en wel met een duidelijkheid, die niets te wenschen overlaat. Hij hewaart echter over het door hem gebezigde schema voorloopig het stilzwijgen, in afwachting van het octrooi, dat hij1 op zijn uitvinding heeft aangevraagd. Zijn toestel is zeer eenvoudig. Het heeft een meetbereik van 525.000 M. Feitelijk is het te ver- deelen in drie afdeelingen, één voor de korte golven van 6—200 M., één van 200—600 M. en één van 600— 25.000 M. De omzetting van de korte golf naar de lange golf geschiedt eenvoudig door het verzetten van een schakelaar op de voorplaat van het toe stel. Zoo gaat het toestel, zonder eenige verdere ma nipulatie over van Londen op Daventry (resp. 361 en 1600 M. golflengte). De antenne-afstemming wordt door alle golflengten door middel van één condensator geregeld; op den condensator is een fijnregelschaal aangebracht: vertraging 1—00, waar mede het moeilijk i» op golven heneden de 100 M. de telefoonstations in Amerika, de amateursstati ons zeer scherp af te regelen: voor alle golfberei- ken worden vaststaande spoelen gebruikt. Zoo bijv. 1 voor 200—600 M. voor lange golven een gemeen schappelijke terugkoppelspoel. Voor Hilversum1, Da ventry, Parijs, Scheveningen en de daarbuiten lig gende stations is de afstemspoel gemeenschappelijk. Om golven van 30.000 M. te ontvangen wordt een speciale spoel gebruikt. Alle spoelen zijn ingebouwd. De terugkoppeling wordt door een gecombineerd systeem van een micro-condensator en hoog-ohmi gen weenstanid geregeld. De eerstgenoemde zorgt voor de ruwe koppeling, de laatstgenoemde maakt fijne regeling vooral voor zeer korte golven mogelijk De schakelaar is één knop op de frontplaat, die maartwee standen toelaat: korte of lange golf. Voor golven beneden de 100 M:. kan zonder bezwaar toch een lange antenne gebruikt worden, in sommige gevallen geeft deze zelfs beter rendement. Het toe stel genereert op alle golfbereiken. Het bestaat uit detector en 0 maal laagfreqentveréterking. Het ia zeer beknopt van afmeting. De klacht van een zuigeling. door SIROLF. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.) Toen ik, gewapend met mijn verslaggeversboekje en een potlood met een scherpe punt, zijn kamer binnentrad, keek. hij mij aan, met iets verwijtende, in zijn blauwe oogen. In het volle bewustzijn van zijn gevorderden leeftijd van zes maanden richtte hij zich eenigszins op, stak de groote teen van zijn linkervoet in zijn mond, blies vervolgens belletjes met vooruitgestoken lippen en sprak dan tot mij, eenigszins opgewonden, maar op een toon, die in wendig smart uitdrukte: Het is een hondenleven, meneerl Hoe. bedoelt U dat meneer? vroeg ik. Om een baby te zijn meneer, een hondenleven, zeg ik! Nog erger dan een hondenleven, meneer. Een hond krijgt ten minste van tijd tot tijd nog eens een kluif, of een lap vleesch. En krijgt hij er geen, dan neemt hij er een. Wat op hetzelfde neerkomt. Maar wat krijg ik, meneer!? Melk, melk en nog eens melk! Tot het mijn keel uitkomt. En dan doen ze nog net of ze verbaasd zijn en dan zeggen ze met een meewarig gezicht: Och, kijk eens, Toetie heeft het zuur! Weet u wat ze dan doen? Dan geven ze me voor afwisseling melk met water! Om op te knappen, meneer! En dan die pap! Die eeuwige, eeuwige pap! Ik krijg nooit iets anders te eten dan pap. Wanneer die meneer Molenaar van het kinder meel krijgt, wat ik hem toewensch meneer, dan is hij nog lang niet gelukkig. Natuurlijk hebben alle groote menschen verstand van me. Soms lach ik me een kriek er om. Ofschoon het meestal om te huilen is. Dan staan ze boven mijn wieg en beweren met een eigenwijs gezicht: „O, ik zie al wat er aan scheelt, hij krijgt tandjes". En dan prikt het nota bene een speld- op een plek, die ik niet nader wil aanduiden. U begrijpt me wel. En in plaats van die speld uit mijn lichaam te trekken, nemen ze me op en schommelen me in hun armen, tot ik er, met permissie, onpasselijk van word. En weet U wat ze dan zeggen? Dan zeggen ze: „Och, kijk, Toetie heeft last van Boertjes, stoute Toetie, heb je weer zoo gulzig gedronken? Toute kleine Toetie, jajaja?" Nota bene meneer. Gulzig gedronken, Zeker van die water-en-melk. Die ik niet kan zien! Ik drink ze, nu ja, omdat je als baby toch wat moet doen, En 'dan die malle naampjes die ze me geven. Ik lig ze wel eens aan te kijken, met wijd-open oogen en dan denk ik bij me zelf: „Schamen jelui je nou niet, om je als groote menschen, zóó stuntelig aan te stellen? Kunnen jelui wel, hè, om een weerlooze baby zoo uit te schelden? Zijn jelui nou van lotje of ben ik het? Want weet U wat ze dan tegen me zeggen? Dit bijvoorbeeld: Och, me hartepoppie toe- reloereloertje, is ie daar? Wat een vraag! Wat een vraag, meneer! Is ie daar! Nee, ik zal er niet zijn Als ik daar vlak voor hun neus in mijn wieg lig jn ze strak aankijk en bij mezelf denk: „Mensch, wat ben je vervelend, ga je nou nog niet weg!" Of ze zeggen tegen me: „Dag me fijne krentebolus, me Sikkers, visschen en vuuzsalamander*. Wat sommige menschen naar binnen kunnen slikken, zonder daarvan hinder te ondervinden^ is merkwaardig, ja, zelfs verbluffend. De slik-kunstenaar Salandro, die in het Zuiden van Frankrijk optreedt, is er een van zeer bijzon deren aard. Zijn kunst bestaat hierin, dat hijl een dozijn volwassen levende kikkers, gelijk, twaalf smakelijke oestertje» in zijn keelsgat laat verdwij nen. Daarna laat hij' zich een rijkelijk menu, be staand® uit soep), vleesch en groente, alsmede eën fleschje roode wijn, voorzetten, waaraan bij zich met groote appetijt te goed doet. Maar nu komt het mooiste. Na even een half uur brengt Wj de twaalf kwakertjes weer spring'lavend, te voor schijn, hetgeen natuurlijk niet zonde? veel moeite en met braakbewegingen gepaard gaat. Een jonge bewoner van Cicilië steekt dezen kun stenaar naar de kroon. Zij toch drinkt louter uit genoegen en deels tot dat van anderen twee- of driemaal per dag een klein aquarium leeg met 15 tot 16 goudvischjes er in, die nochtans een lengte van 6 tot 8 centimeter bezitten om dezelve daarna na verloop van een kwartier, weer levend en wel in het aquarium te doen terugkeeren. Overigens is dit niet iets, dat zij zich kunstmatig aangeleerd heeft, want reeds, toen ze nog als kind naar school ging, had ze er een groot plezier In om levende vuuTisalamanders mee te nemen en dezen,, wanneer de meester ze haar wilde afpakken, voor eenigen tijd in haar maag opborg. Voor bet oogenblik in derdaad: een veilige schuilplaat»* Achter de gevangenismuren. Het naar binnen slikken van voorwerpen wordt niet altijd uit een oogpunt van genoegen gedaan. Integendeel, wanneer wij alle» hoorden, wat er achter de gevangenismuren voorviel, dan zouden we meer dan een» vernemen, dat de noodgedwongen bewoner» dikwijls het een of ander voorwerp naar hun maag hadden doen verhuizen, teneinde het be wijs van hun schuldig-zijn te laten verdwijnen. Zoo heeft eens een gevangen genomen inbreker zijn heele bos valsche sleutels ingeslikt. Wanneer men tegen zijn maagstreek klopte, kon men duidelijk de sleutels tegen elkaar hooren slaan. Zij werdén la- Waarom plaag: i? ie vrouw altijd Als die goeie zin beeft, gaat ze piano spelen! hartelap, me honneponnetje, me lekkere fijne hart klep, me heerlijke pruimedant, kielekielekielel" En dan kriebelen ze me nota bene onder mijn kin. De lafaards. Want dan lig ik muurvast ingespeld in me luiers, zoodat ik geen vin kan verroeren. Dan durven ze wel iemand te kriebelen, als ie zijn bee- nen niet vrij heeft, om van zich af te schoppen! Sommige stellen zich aan, of ze kindsch zijn. Die gaan op een malle manier krom tegen me praten. Ik zal een boon worden als ik snap wa 'tze zeggen. Een oude tante ls er, die komt bij1 mijn wieg staan en dan zegt ze: „Dag me ieve keine loebe- russie, moet 't ieve keine hummetje effies bij se tante op tootje titte?' Nou meneer, ik ben toch geen hottentot, dat ze zoo mal tegen me tekeer moe ten gaan 7 Maar het ergste van alles, vind ik dat eeuwige gezoen. Wat ze daar nu aan vinden! Ik leg zoo af en toe stilletjes in mijn wieg te soezen, zoo met mijn. oogen 'dicht. Dan denken ze dat ik slaap. Ik hou me dan maar zoo, omdat ik dan ten minste een beetje rust heb. Maar dan zijn er ook van die menschen, die niet kunnen zien, dat ik even rustig lig. Die komen bij mijn wieg staan en zeggen: Och, kijk die Toetie daar nu eens lekker liggen, is het geen dot? En dan komen ze vlak mot hun mond bij mijn gezicht. Ik schrik me aldoor een bult, want het is net, of ze een hap uit me wang willen nemen. En dan drukken ze bun natte mond op mijn ge zicht. Dat vinden ze prettig. Ik, ik vind het ver schrikkelijk. Want een luchtjes dat ze meebrengen. Al zeg ik het zelf., ik hen niet voor een klein luchtj vervaard. Maar die menscbenl De een ruikt naar koffie, de ander naar thee, en weer een ander naar ^oojje weduwe: Is er iets ««era in de wereld dan weduwe te Oude weduwe: CL Jal Ver beeld ie qena, dat da kvensver- nekerinsr je (Je verzekerde som niet uitbetaald had?! ter langs operatieven weg verwijderd. Afgescheiden van deze gevallen, heeft men nog die waarbij de gevangenen en speciaal dezulke, die geestelijk abnormaal zijn, door het inslikken van voorwerpen zichzelf trachtten te wonden, met het doel dan hun vrijheid te herkrijgen. Reed» dat laatste wij»t er op, dat men hier met geesteHJK abnormale persoonlijkheden te doen heeft. Het uitzicht, door de noodzakelijke operatie, die er op volgt, in vrijheid te worden gesteld, blijft beslist zonder gevolg, waarbij komt, dat talrijke vreemde voorwerpen in de maag blijven liggen, zonder dat deze daarop, reageert en zelf® in 't geheel niet of pas na zeer langen tijd verschijnselen - optreden, die een operatief ingrijpen noodzakelijk maken. Ia geen geval staat echter de korte tijd van de een-' maal verlangde vrijheid in eenige verhouding tot de lichamelijke beschadiging en de pijnen, die zich de dader met dit experiment op den hals haalt, waarbij de risico, om daarbij den dooi! te vinden, geenszins uitgesloten la. Dat ze ondanks voor niets terugdeinzen bewij zen wel de volgende vooifoeeldsn. Eens klaagde een gevangene, dat hij last van wormen had, omdat hij zulke stekende pijnen ln de buik had. Een on derzoek bracht aan het licht, dat hij een groot broodmes had ingeslikt, dat hem au dwar» in de maag lag. Het moest door een operatie verwijderd worden. Eén andere gevangene had een schaar uit el kander genomen en de beide deelen ingeslikt. Ook hier trad genezing na operatie op. Nog een ander had een 2# meter lange dunne ketting waarmede de luchtklap van de cel werd opengetrokken, naar binnen laten glijder Met Röntgen-stralen kon men den weg, dien de ketting via het darmsysteem in 's mans lichaam nam, waas nemen. Tenslotte kon hij 1 bij stukjes en brokje», deels door inwendige middelen, deels door trek* van buiten af, weer verwijderd worderu Een menschelijk lichaam als gashouder. Alvorens ik mijn loopbaan al» „levende gas meter begon, overkwam mij het volgende, zegt een andere kunstenaar op het gebied van „slik maas binnen". Voor zeven jaar terug ontstond er bij de reparatie van een gasleiding waaraan ik deel nam, een zware breuk in een der buizen. Het uitstroomende ga» overviel ons, en was oorzaak, dat we in den nauwen put, waarin we werkten, tegen den grond vielen. Drie van mijn collega's werden in leven», gevaarlijken toestand naar het ziekenhuis gebracht Ik «elf voelde mij alleen een beetje onpasselijk. uien. Eén is er, die komt altijd binnen met een op gerold bqomblad in zijn mond, dat ie in brand ge stoken heeft. De rookwolken slaan er af. Dat noe men ze een sigaar, geloof ik. Als die me zoent, heb ik den heelen dag een bittere smaak in mijn mond. Het mooiste is, dat ze mij nog de schuld geven. Want weet U wat ze dan zeggen? Toetie ruikt een beetje zuurl Of: Toetie moet een schoone luier heb ben! Maar die man met dat boomblad, heb ik verleden week lekker te pakken gehad. Het is namelijk een vreeselijke rare man. Hij heeft aan zijn gezicht alle maal haren hangen, grijze haren. Aan zijn kin zit een heele bos! Als die me zoent, kriebelt, dat zoo verschrikkelijk in mijn gezicht, dat ik er wild van word. Verleden week deed hij het weer. Daar had ik op gewacht. Ik sloeg meteen mijn handen uit en greep hem midden in die haren van zijn kin. Hou vast jongen, dacht ik bij me zelf. En ik trok en trok, dat. hij schreeuwde als een mager speenvarken en riep: Au, au, die aap van een jongen trekt me mijn baard van me gezicht! Ik dee net of ik niets merkte, maar ik liet niet los. En hij durfde mijn vingers niet los te maken, omdat hij bang was, me zeer te doen. De halve zachte! Eindelijk rukte hij zich los. Maar ik hield in elke hand een heele bos van dat grijze haar! Als een halve wilde ging die man te keer. Mijn heele baard heeft hij vernield!, schreeuw de hiji. Op een draf liep hij heen. Toen ik hem weer zag, was zijn heele gezicht kaal en ik hoorde hem zeggen: Ik heb mijn heele baard moeten laten af scheren. Ziezoo, dacht ik, vader, jij «uit mij ten minste niet meer kriebelen met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 15