Rommelkruid. WETENSWAARDIGHEDEN. Is hst U bekend: dat een Brltsche Columbia kip kip 351 eieren legde in 365 dagen? dat daarmede een record geves tigd werd? d a t de eigenaar een bod van f2400 voor deze kip afsloeg? dat men door verkoop van de broed- en andere eiren van deze kip in één jaar tijd f 3000 denkt te verdienen? d a t de Donovan Trust te Sydney een prijs van f 600 uitlooft voor den geen, die een nieuwe ster aan het firmanent ontdekt? dat de maan vier honderd keer dichter bij de aarde is, dan de zon? dat op 20 Juni a.s. voor hel eerst sedert 200 jaar in Engeland een totale zonsverduistering, door de nieuwe maan, sal plaats vin den? dat proefnemingen hebben uit gewezen, dat een vlinder zonder kop kan leven? dat Coco, de bekende Fransche clown van het Cirque de Paris, elke week 60.000 menschen laat lachen? dat hij daarom door de Fran sche regeering begiftigd ia met de zeldzame onderscheiding van de Palme Académique? dat zijn ware naam ia Raoul Jouin en dat bij 45 jaar oud is? d a t hij op 9-jarigen leeftijd zijn carrière begon? En mi zal mijn hondje eens vertellen, hoe oud de hier aanwe zige dames zijn. Blijf maar zitten, mevrouw, het kan maar tot ▼Üf-en-twintig tellen 1 De tegenwoordige tijd van malaise ontneemt je alk werklust Nou hebben we dne weken besteed om de handteekening van dien bankier na te maken, en als we die goed en wel onder een val- tchen cheque hebben staan, gaat de man failliet 1 Een medisch onderzoek bracht aan het licht, dat mijn longen en maagwand slechts zeer zwak op gas reageerden. Van dien tijd af kwam bij mij de gedachte op, of ik met deze eigenaardige gave geen geld zou kunnen verdienen. Een zesjarige proeftijd voor de gashaard begon. Voorzichtig, slikte ik kleine hoeveelheden gae, trachtte een kleine gaslamp te doen ontbranden en bracht al dien tijd met beproeven, tegenslagen, hoop en ziekte door. Zes jaar lang. Eindelijk kwam de dag waarop ik als „levende gasmeter" in een variététheater optrad. Sedert dien tijd verloopt mijn leven aldus: In de vroegte be ginnen de voorbereidingen voor den avond. Ilf zet mij aan mijn acht liter melk, die ik dagelijks op moet drinken om koolstof-afzettingen in de maag te verhinderen en geniet mijn laatsten maaltijd 's middags om twaalf uur. Dan komt de vastentijd. Tegen den avond moet mijn maag volkomen leeg zijn, opdat ik zonder stoornissen 20 tot 24 liter gas naar binnen kan werken. Uit een technisch oog punt gebruik ik acetyleengas (carbidgas) ofschoon ik liever gewoon lichtgas nam. Een installatie voor lichtgas zou echter veel te veel ruimte innemen en ook te zwaar wegen, terwijl een acetyleen-apparaat het tiende deel weegt en vele maanden mee kan. Nu komt het werkl Met metaal- en gummi buizen sluit ik mij aan de verlichtingstoestéllen aan (gascomforen, gasovens, lampen, enz). De in houd van mijn maag verdeel ik met behulp van het buikspierenstelsel op 25 tot 30 minuten- Lam pen branden, strijkijzers komen op de vereischte hitte, spiegeleieren worden gebakken. Wanneer het scherm valt, stoot ik de laatste hoeveelheid gas uit, waarmee ik nog in staat ben een vijf-armige gaskroon vijf minuten te doen branden om ver bolgens mijn doorsnee-pensionkamer in den binnen stad op te zoeken. Het degenslikken. Aesthetischer wanneer men wil, meer appetijte lijk, ofschoon ook minstens zoo gevaarlijk als het inslikken van kikkers, glasscherven, draadnagels en al zulke voorwerpen, is het degenslikken, en ▼uureten. Beide beteekenissen zijn niettemin, let terlijk genomen, absoluut valsch. Zou de degenslik ker bij zijn experimenten werkelijk „slikken dan had de degen in mander dan geen tijd zijn slokdarm doorgesneden, zoodat den ongelukkige zelfs de kracht niet meer zou hebben om den degen uit zijn keel te trekken. Het geheim van het degenslikken bestaat in de «erste plaats hierin, den drang om te slikken en den braakprikkel te overwinnen, terwijl ook nauw keurig de afmetingen van de maag bekend moeten zijn. De degen, wordt door de slokdarm en den in- wel uit mijn straatje blijven, met je zure lucht van af gesabbelde boom blèren! Zingen mag ik ook al niet. Als ik zoo in mijn eentje een deuntje lig te zingen en de grootste lol heb, als er van die natte druppels uit mijn oogen rollen, heelemaal over mijn gezicht, dan komen ze allemaal om mijn wieg staan en dan zetten ze een armzalig gezicht en zeggen de een voor den ander: Ach, kijk nou eens. Toetie huilt! Met mijn rust is het dan weer gedaan. Ze pakken me op, schommelen me heen en weer in hun armen, zingen van die lij zige liedjes, dat ik er wee van word (waarbij ze het hebben over lammetjes, die in wei dartelen en vlindertjes die op een bloem zitten. Nou, meneer, ik heb nog nooit een lammetje gezien. Ik weet niet eens, wat het is. Is het iets om op te eten?) leggen me weer neer en loopen op hun teenen door de ka mer. Maar nu moet je ze eens hooren, als zij zin gen! Dan staan ze bij een kast met zwarte en witte houtjes, waarop ze slaan met allebei hun handen. En dan doen ze hun monden wijd open en dan komt er toch een geschreeuw uit, dat ik er in mijn wieg van lig «te trillen! Dat vinden ze dan mooi. Als het uit is, slaan ze zoo hard ze kunnen, met hun handen op elkaar. Of ze zetten een toeter op tafel, waarin een man zit, die altijd verkouden is en met een grocstem praat. Af en toe loeit die man. op eens, alsof ze hem met een speld prikken. En dan zeggen ze allemaal tegelijk: luchtstoring. Dat vin den ze mooi! Maar denkt U, dat ze die toeter dan ia hun armen nemen sn ermee gaan schommelen? Niks hoor! Dat bewaren ze alleen voor mij! Een hondenleven, meneer, anders niets! Schrijft U dat maar eens in de krant, compliment van mij. Kijk, daar heb je het alweer. Ziet U wel? Daar ko men ze weer om me voor den gek te houden. Ziet U wat die vrouw daar heeft? Ja, U denkt dat het een klont suiker is, niet? Nee, meneer, dat is een stuk rubber, «n om me te bedotten, hebben ze er van buiten een paar korrels suiker aan gesmeerd. Fijne lui, meneer! Om een fatsoenlijke baby een stuk ▼ubber in zijn miondi to even. Eten. zo zelf rulbbsr? Moet U niet gelooven meneer! Een hondenleven! gang van de maag naar binnen gevoerd, doch zoo gehouden, dat de stompe kant ervan stijf tegen de slokdarm aangedrukt blijft, opdat de tegenoverge stelde wand niet wordt geschonden. Hij wordt dan zoover ingeschoven, totdat hij van den onderkant c.er maag nog maar enkele millimeters verwijderd ia. De beroemdste degenslikker, die tot heden nog üoor geen enkele andere overtroffen is, was Cliquot, <'ie op het oogenblik een goed rendeerende kunst zaak te Manchester in Engeland drijft. Cliquot ,3,likte" 14 smalle, vlijmscherp geslepen degens al- Jen naar binnen. Deze prestatie werd hem nog door i;een zijner collega's nagedaan. Een ander staaltje van zijn kuDst, dat nochtans ook door anderen verricht is, bestond in het inslikken van een hor loge met ketting. Het einde van de ketting hield hij tusschen de tanden, zoodat het gevaar, dat het heele zaakje naar binnen zou glippen, was opgeheven. Legde men nu het oor aan zijn maag, dan kon men het uurwerk duidelijk hooren tikken. Het verdient, mischien aanbeveling, om, wanneer iemand het ook eens wil probeeren, dat hij tegelijk het sleuteltje mee inslikt, of het „tikkertje" voor dien tijd op windt, opdat het binnen niet stil blijft staan en de omstanders gaan gelooven, wanneer ze niets hoo ren, dat ze bij den neus genomen worden. Hoe de doctoren over die „slikkers" denken. Het inslikken van kleine levende dieren spe ciaal van kikvorschen, salamanders en goudvis- schen heeft langen tijd de belangstelling der me dische wereld gewekt. Deze is algemeen van meening, dat het doorslik ken van dieren voor hen, die eenmaal het walge lijke daarvan hebben overwonnen, buitengewoon eenvoudig is. Geheel anders staat het echter weer met het om hoog brengen van het ingeslikte. Dit vertoont een groote gelijkenis met de eigenschappen, welke we bij herkauwende dieren opmerken. Alleen bevin den er zich onder „de menschelijke herkauwers" dan zulke virtuozen, die het door een bijzonder ge- raffineerden truc zoo weten te bewerkstelligen dat ze nauwkeurig de volgorde kunnen aangeven, waar in de nota bene levende dieren weer uit hun maag te voorschijn zullen treden. Hier betreft het overigens een tak van kunst, die behalve dat ze een walgelijk tintje heeft, van zeer weinig waarde is en in de meeste gevallen als bron van inkomsten moet dieüst doen. Wanneer iemand zou opmerken, dsjt het aantal „amphibiën-slikkers" zeer gering is, dan komt dit alleen, doordat slechts weinigen den tegenzin en walgelijkheid tegen het inslikken van dezelve kun nen overwinnen. Anders zou de concurrentie dit deliciëuse baantje wel heel gauw in den grond hóren. r s >1 j Ik geloof, dat ze werkelijk van me houdt. Als we samen gaan dineeren, bestelt ze altijd de goedkoopste dingen! VINGERHOEDEN. De moderne vingerhoed dateert van 1684, toen de goudsmid Nicolaaa Benschoten van Amster dam er een als verjaringscadeau zond aan een vrien din met de volgende opdracht: „Aan mejuffrouw van Renclae® schenk ik dit voorwerp, dat ik heb uit/gevonden en gemaakt teT bescherming van haar naarstige vingers". De uitvinding bleek zulk een succes, dat ieder die hem zag er ook een wilde hebben en de goudsmid had werk genoeg met het namaken ervan. Een Engelsehman, John Lot- ting geheeton, nam er een mee naar huis en maak te hem bij honderden na. In het begin waren vingerhoeden nogal duur en alleen menschen in goeden doen konden ze zich aan schaffen, doch later toen ze van machinaal metalen vervaardigd werden, werden ze zeer goedkoop. Ze waren van veel gemak voor de gebruikers en men was den uitvinder dan ook zeer dankbaar. X>'e Hollandsche vingerhoed werd in Engeland de „thuinb heil" genoemd, naar zijn klokvorm. Hij werd aanvankelijk op den duim gedragen om het prikken met de naald te pareeren en niet,, als te genwoordig, om de naald door de stof te duwen. Over de geheele wereld is de vingerhoed een symbool van vlijt. Geeft men er een aan een jong meisje, dan is dit een wenk, dat ze naaien zal leeren of dat er een of ander aan haar Meeding gerepareerd moet worden. R'ijke Cfhineesche dames hebben vingerhoeden van paarlemoer en soms in den top er van een edelsteen. Vingerhoeden met een agaat of onyx en gouden monteering ziet men dikwijls, ook wél \net robijnen ingelegd. De koningin van Siam heeft een vingerhoed in den vorm van een lotusknop met haar naam in fijne diamantjes om den rand. Straatjongen: Als je dien agent er neer wilt smijten, Kees, dan moet ie hem even achter over drukken. KeesDaar gaat het niet om, hik. We probeeren samen overeind te blijven ENGELSCHE VERZAMELINGSCURIOSA. Engeland is het land voor verzamelaars. Nergens ter wereld wordt met zulk een nauwgezetheid, zulk een passie en zulk een liefhebberij verzameld als in het Britsche rijk. Hoe moeilijker het te verzamelen voorwerp te krijgen is, hoe meer pogingen ervoor in het werk gesteld worden. Een doodgewoon voor werp dat soms jarenlang op den rommelzolder een onderkomen had gevonden, mocht zich opeens in de gunst van een verzamelaar verheugen en dade lijk begon de jaebt op zulk een voorwerp. Nu een» was het een voorwerp, om pijpen te stoppen, waar op verzamelaars een verwoede jacht instelden, en welk voorwerp zelf® van edele metalen vervaar digd werd, dan weer was het een messingplaatje, dat vroeger gebruikt werd om de booze geesten van paarden af te weren, door deze plaatjes den dieren voor het voorhoofd te hangen. Ook potdeksels zijn een dankbaar voorwerp voor verzamelaars. Niet de gewone natuurlijk, zooals wij die kennen, maar spe ciaal die, welke door twee schilders uit Steffords- hire, Jesse Austin en Felix Pratt, met bonte vroo- lijke plaatjes versierd zijn. Meer dan 350 verschil lende schilderijtjes op potdeksels zijn reeds ont dekt: Shakespeare's Jmis in Stratford, Windsor- Castle en kiekjes uit Parijs, Londen, enz. NEW-YORX—PARIJS. Met zijn kleine vliegmachine Steeg hij in z'n eentje op, Na een afscheidskus van moeder Koos hij kalm het ruime sop, Naar de onbekende verten Van de wijde, grijze zee En wat stom verbaasde meeuwen Fladderden geruischioos meel O, hij werd wel even ernstig, Toen de vage kustlijn week, Toen het eindelooze water Grimmig naar zijn waagstuk keek! Het was vliegen of verdrinken, Slagen of tenonder gaan Zoemend schoof een blinkend stipje Langs den grooten oceaan! O, die uren boven 't water En 't gezicht der Iersche kust, Toen hij vol ontroering staarde, Zich van groot succes bewust, Toen de spanning zich ontlaadde In zijn overkropten geest, Alleen moeders dankb're vreugde Moet nog grooter zijn geweeatl Dat is nog een» een prestatie Op 't gebied van durf-techniek, Een prestatie in de stilte, Zonder t brullen van t publiek! Hulde aan den fermen Lindbergh, d'Onverschrokken vliegenier, De „doorluchte" vredesheld en De zeer dapp're pionier. Zoo is dan de kloof, die gaapte, Ook per vliegtuig door de lucht, Tusschen nieuwe en oude wereld Door een Lindbergh overbrugd. Laat Europa toch begrijpen, Dan is niet vergeefs gestart, Dat zijn daad tot brug kan dienen Voor de kloof' van hart tot hartl Welbespraakt gekozen leden Van den nieuw gevormden Raad, Wat dunkt U van dezen Lindbergh, Van den man, die weinig praat? Voert eens vier jaar zijn principes In Uw politiek blazoen, Gat vol inioed Uw tocht beginnen, Met als lijfspreuk: „Doen!.... Doen!!..» Doen!! Juni 1927. KROES. Alle rechten voorbehouden! Gij wordt ervan beschuldigd uw vrouw te hebben mishandeld. Dat is een laffe daad! O, ia? Kijk dan m'n vrouw es 'goed aan I WARE WOORDEN. Voor eendracht zijn minsten» twee personen noodig( maar voor tweedracht is reeds één voldoende. Men kan het immers met zichzelve oneens zijn. Het jonge kind acht zijn ouders onfeilbaar. Het gelooft in hen en wel met het echte geloof, dat geen schijn af schaduw van twijfel kent. Geen ladder biedt bij het beklim men meer gevaar dan de ladder van den roem. Er is een beleefdheid, die u op op een afstand houdt; 't is een ver nis, maar één van die versche ver nissen, die men niet durft aanra ken. Ik geloof, dat dit de eerste keer is, dat ik het genoegen heb u te ontmoeten?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 16