chagerCourant BEZOEKT de te Barsingerhorn, op 11,12 en 13 Juni 1927 Italië als Wijnland. Raad Schoorl. Buitengewone attracties I Derde Blad. TARIEVEN. Zaterdag 4 Juni 1927 70ste Jaargang. No. 8060. Mussolini heeft, zooals onze lezers bekend is, een groote redevoering gehouden en daarbij heeft hij o.m. gezegd, dat Italië wel wat al te veel wijn drinkt. Aan het onderwerp: Italië als wijnland, wijdt een der correspondenten der N.R.C. een brief, waaraan wij het volgende ontleenen: Geheelonthouders zijn in Italië, zegt hij, zeldzaam en dan gewoonlijk meer in excuus- als in stemming. Toch heeft, nu zelfs Mussolini het de moeite waard geacht in zijn jongste groote- rede vast te stellen, dat men in Italië wel wat al te veel gaat drinken. Of men het vroeger minder gedaan heeft zal wel heel moeilijk,uit te maken zijn. Waarschijnlijk is het al lang lood om oud ijzer, 't Door Mussolini genoemde aantal der wijnkroegen in Italië, 187.000 zegge bijna tweehonderdduizend maakt reeds indruk. Vooral als men er bij bedenkt, dat de volkswijsheid gedecreteerd beeft, dat het eenig beroep, hetwelk nooit tot faillissement leidt, het wijnschenkersvak is. Maar zelfs die honderd-duizendtallen van rijk makers geven nog niet bet mipate begrip van den omvang van het wijngebruik. De wijnbouwers im mers behooren maar bi} uitzondering tot de klanten der „osterie", ze geneeren zich meest van hun eigen product. Ook de andere boeren hebben gewoonlijk op hun erf wel. eenige wijnstokken, die hen onafhan kelijk maken van den tapper. Of deze voortbrenging in het klein begrepen is in de officieele statistieken, weet -ik niet. Maar ook zonder die snippertjes te rekenen zijn de cijfers, dunkt me, nog al welsprekend. Ik zal alleen die van vóór den oorlog gebruiken, waarschijnlijk echter komen ze vrijwel overeen, met die van de latere jaren, want als er groote verande- ringen plaats gehad hadden, zouden we daarvan wel vernomen hebben. In 1914 dan besloeg de oppervlakte der wijngaarden bijna drie en een half millioen hectare, volgens Mussolini is ze nu drie millioen. Wat altijd nog veel 'is, als men bedenkt, dat de hecle bebouwde opper vlakte van Italië, bosschen inbegrepen, nog geen 26Yz millioen H.A. bedraagt. De opbrengst is tamelijk wisselvallig, zelfs nadat men afdoende middelen ge vonden heeft tegen de phylloxera. Het gemiddelde van de jaren 1909 tot 1914 bedroeg ongeveer 45 mil lioen hectoliter. Van deze door de persen voortgebrachte en in va ten opgevangen zee van rood en goudgeel vocht werd nog geen twee millioen hectoliter uitgevoerd. Zoo dat men door een simpele aftreksom tot de gevolg trekking gebracht wordt, dat ruim drie en veertig millioen hectoliter per jaar door de toen ongeveer 34 millioen zielen tellende bevolking soldaat gemaakt werd. In andere landen zou men zoo ongeveer kun nen begrooten hoeveel daarvan voor rekening van volwassenen komt, maar in Italië gaat het kind da delijk van de melk op de wijn over en kan men dus vrijwel alle bewoners over één kam scheren. Dan ziet men, dat ze gemiddeld zoo wat een derde liter per dag tot zich nemen. Overdreven veel is dit niet. Anders zou trouwens het ras al lang niet meer zoo gezond zijn als het is. Ofschoon het natuurlijk voor den Italiaan in het algemeen geen straf is wijn tot zich te 'nemen, be schouwt hij dit toch veel meer als een hygiënische noodzaak dan als een genot, 't Beste bewijs daarvoor is, dat hij hoogst zelden anders dan gedurende de maaltijden drinkt en dan meestal nog water in zijn wijn. doet. Hoogstwaarschijnlijk zou de wijnboer voor zichzelf minder van zijn voorraad afnemen als hij zeker was die voordeelig van de hand te kunnen doen. Dat voordeel zpu natuurlijk uit het buiten land moeten komen. 'Het buitenland echter be schouwt,, voor zoover het zelf geen wijnproducent is, gegist druivennat als weeldeartikel. Een weeldear tikel, dat in de eerste plaats duurzaam moet zijn. Als er 'n geliefd .vriend van „en lange reis terug komt en wij uit den kelder een flesch halen en ach ter de kachel zetten om op temperatuur te komen, dienen we zeker te zijn, dat we er straks iets fijns uit schenken zullen. We zijn immers geen primitie ven imeer, die op kommando juist tijdens den wijn oogst behoefte aan een roes krijgen. Onze familie feesten vallen niet meer samen met de Saturnaliën. i I>e wijn moet dus in de eerste plaats houdbaar zijn. Dit nu is het leeuwendeel van de Italiaansche wij nen volstrekt niet. Vraagt u in een huis of tuin- osteria -maar niet naar oude merken, 't Komt hoogst zelden voor, dat men er ander product krijgen kan dan dat van den kortst voorafgeganen oogst. Lan ger dan een jaar houdt de landwijn het zelden uit. En om bet zoo ver te brengen, moet hij zelfs nog met voorzichtigheid gemanipuleerd-.worden. De voor de liefhebbers kostelijke drank der Albaansche ber gen bijvoorbeeld vindt men buiten de provincie Ro me hoogst zelden. Ze verdraagt de treinreis niet. Al leen het stapvoetsvervoer per kar schijnt geen na deel te berokkenen.... ofschoon de kenners beweren dat de Castelli-wijn alleen in de Castelli zelf lekker is. Vroeger heb ik meermalen de droeve klacht verno men van Duitschers, die een fiasco meevoerden op hun tocht naar het Noorden met het vriendelijk voornemen hun huisgenooten het nooit gekende ge not deelachtig te doen worden en bij aankomst azijn in het glas schonken! Nu denkt u waarschijnlijk, 'dat in overvloedige wijnjaren de Romeinen zoo goed als- voor niets wijn drinken. Wanneer de „Albaners" niöt exportee ren kunnen verder dan de Eeuwige Stad.Maar neen, zoo is sedert onheuglijke .tijden bet begrip der wijnoogsters niet. Liever gieten ze het overtollige weg door hun keelgat kè.n het nu eens niet alle maal dan 'dat'ze den prijs verlagen. In jaren van schaarschte stijgt de prijs wel, maar is de kwantiteit van den „wijn" niet geringer. De Ro- meinsche aquaeducten zijn van voortreffelijke kwa liteit en reeds de antieke bewoners van de hoofdstad der wereld beweerden, dat alle kroeghouders onder het gesternte van den Waterman geboren werden. Bovendien kent u bet overoqde woord, dat een wijn- fabrikant zijn zonen op z'n sterfbed toefluisterde: „En denkt er aan, dat je wijn desnoods ook van druiven maken kunt", 't Schijnt dat zelfs de fijn ste proever den smaak van den wijn zich niet lan ger dan een jaar herinnert. Wanneer men in feeststemming in een minder be scheiden gelegenheid een „flesch" bestelt de ge wone wijn wordt uit open kannen geschonken verwondert de vreemdeling zich als hij nog tot verwonderen in staat is steeds ovor het feit, dat op die flesch geen etiket geplakt is. Etiketten vindt men in Italië alleen op zekere Siciliaansche, Napo- litaansche, Toskaansche en Piëmonteesche produc ten. Dat zijn de adellijken onder de Italiaansche merken, de ook voor uitvoer geschikte. Maar als men in de statistiek nagaat naar welke landen de twee millioen hectolitere, waarvan ik straks sprak, worden geëxporteerd, ziet men tot zijn verbazing, dat een goed deel daarvan gaat naar. Frankrijk, dat toch ook wijn uitvoert, en heel wat meer dan Italië. De oplossing van dit raadsel ligt voor de hand. De Franschen hebben de wijnproduc- tie grootendeels geindustrialiseerd en gebruiken het sap van Italiaansche druiven om hun overal be kende merken precies dien smaak te geven, waar aan bun klanten gewend zijn. Wie weet of niet 'n goed deel van oen Bordeaux of Bourgogne, dien het Noorden drinkt, op de hoogvlakte van Apulië of in de dalen van Piëmont rijpte? De deskundigen, die het goed meenen met de por- temonnaie van Italië, dringen er telkens weer op aan, de toebereiding van het druivensap op groote schaal te rationaliseeren, zooals Spanje en Grieken land al goedeels deden. Wanneer de Italiaansche wijnen ook naar typen worden geproduceerd en dus ieder jaar precies denzelfden smaak hebben (of die van de druiven stamt of van zekere geheimzinnige chemische producten moet ik in het madden laten) zal het mogelijk worden markten te veroveren, die nu de concurrenten schatplichtig zijn en zal niet meer noodig zijn de goten dronken te maken. Ja, ik las kort geleden, dat men dan zelfs hoop kan gaan voeden de volken, die zich nu tevreden stellen met bier, te gewennen aan den wijn, „de verrukke lijke drank waarvan ze de verdiensten en deugden nog niet kennen". Arm Munchenl Voor de beurs der voortbrengers zal deze ver andering ongetwijfeld een verbetering kunnen wor den, maar ze zal het leven alweer vlakker, eentoniger maken, doordat, de emotie sterft van het aarzelen op den drempel': „Zou de wijn nog goed zijn?", een emotie, die duurt totdat men den eersten teug uit het glas genomen heeft om dan meestal plaats te maken voor een tweede, de zorg een ander wijnlokaal te zoeken. gediend tegen <de verlof aanvrage van «*Vn hoer Sporre. Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen, omdat het niet bij den Raad thuisbehoort en Voor zitter deelt bovendien mede, dat het lokaal van' Sporre niet aan de eischen voldoet en hem alleen verlof is gegeven tot het tappen van alcoholvrije dranken. Van 'den heer Kriller ia een uitvoerig schrijven in gekomen over het zwemmen te Camperduin en waarin ontkend wordt dat zwemmen bij de pieren gevaar zou opleveren. Voorts wordt wenschelijk ge oordeeld. dat voor het badwezen te Camperduin een motorboot wordt aangekocht. Voorzitter denkt niet, dat het badwezen te Cam perduin zich zoodanig heeft ontwikkeld dat de Raad direct zal besluiten een motorboot aan te schaffen en voor de bediening ervan een man aan te stellen. Wel stellen B. en W. voor, aan het strand een haspel daar te stellen. De heer Schermer bepleit het in voorraad hebben van meer lijnen voor het reddingswezen te Camper duin. Voorzitter zou dan een 2e haspel erbij willen aan schaffen, de kosten bedragen ongeveer f12. Spr. wijst er op, dat alle ongevallen niet zijn te voorko men en de gemeente slechts aansprakelijk is voor de 250 strekkende meter, die de gemeente heeft ge pacht, al zal natuurlijk buiten die 250 meter ook hulp worden verleend, wanneer dit noodig mocht zijn en de mogelijkheid ertoe bestaat. De beer Duin wilde oorspronkelijk volstaan met het plaatsen van een kist, dienende voor bergplaats van de opgerolde lijn, doch tenslotte wordt algemeen goedgevonden, dat dan nog een haspel buiten het officieele etrand zal worden geplaatst. Ten behoeve van de uitvoering der landarbeiders- F ancy-F air OP BOVENSTAANDE FANCY-FAIR IS HET P.E.N. VERTEGENWOORDIGD MET EEN STAND, WAARIN DE NIEUWSTE TOEPASSINGEN DER ELEC- TRICITEIT WORDEN GEDEMONSTREERD NAAR AANLEIDING VAN DE NIEUW INGEVOERDE Vergadering van den Raad op Donderdag 2 Juni 1927, des morgens halfelf Voorzitter de heer Baron van Fridagh, burgemees ter, secretaris de beer Smits. Voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat Mevrouw Heringa, door familieomstandigheden ver hinderd is de vergadering bij' te wonen. Het is apr. een voorrecht, waarop hij trouwens in de vergade ring van 6 September terug zal komen, de heeren geluk te wenschen met het vertrouwen dat de kie zers in hen allen hebben gesteld. De notulen worden gelezen, ze worden onder dank betuiging goedgekeurd. Mededeelingen. Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten hun mede werking onthouden om een patiënt, die in een pro vinciaal krankzinnigengesticht wordt verpleegd, overgebracht te krijgen in een particuliere inrichting. Ged. Staten hebben aangehouden het raadsbe sluit omtrent aankoop grond te Aagtdorp. Door de Kroon is niet ontvankelijk verklaard het bezwaar, dat B. en W. hadden ingebracht tegen het beroep van J. H. ter Burg en 9 anderen betreffende aanslag gemeentelijke inkomstenbelasting en wel om formeele redenen, Van den Minister van Arbeid is bericht ingekomen, dat voor de woningbouwvereeniging en wel wat de 10 woningen betreft, als bijdrage in de exploitatie kosten over 19261927 door het Rijk zal worden uit gekeerd een bedrag van f 1010.96. Het tekort op die exploitatierekening bedraagt dan f 1477.30. Voor dé 4 woningen zal de rijksbijdrage over 1924—1925 bedra gen f 527.56, het tekort f703.42, over 1925—1926 de rijksbijdrage f550.68, het tekort f734.24. Goedkeuring is ontvangen op een suppletoire be grooting en mededeeling wordt gedaan, dat Ged. Staten voldaan hebben aan het verzoek van de ge meente Middelie en de waterleidingtarieven voor de bedrijfsabonnementen hebben verlaagd. Bij de kasopname bij gemeente-ontvanger en ad ministrateur GJS.B. bleek, de kas in overeenstem ming te zijn met de boeken en bescheiden. Door den heer T. Raat was een bezwaarschrift in- wet is door het Rijk een voorschot verleend van f 3600. In verband met de vraag door den heer Duin gesteld, wordt medegedeeld, dat de bouwwaarde van het perceel van A .v. d. Kamer op 12800 is ge schat, de grond op een waarde van f1300, totaal dus f4100, zoodat het bedrijfje nog een overwaarde heeft. Als er weer een voorschot wordt aangevraagd, zullen B. en W. openbare aanbesteding voorschrij ven. Overeenkomstig het advies van B. en W. besluit de Raad adhaesie te betuigen aan het adres van de Federatie van Vereenigingen voor Ziekenhuisver- pleging- en ziekenzorg omi de verpleegprijzen voor de academische ziekenhuizen niet te verhoogen. De kosten van onderzoek te hoog. Door den heer Schermer waren aan B. en W. een paar vragen gesteld, inzake de steenenleverantie voor 1027». n.1. of openbare aanbesteding, had plaats ge had, of de monsters waren onderzocht, hoe de analyse luidde, aan wie de leverantie was opgedra gen, «voor welken prijs en hoeveel de kosten van onderzoek der monsters bedroegen. In hun antwoord deelden B. en W. mede, dat voor de levering van 55 a 60 duizend straatsteenen 8 'gegadigden waren, dat verschillende eischen wa ren gesteld en dat van de 3 laagste inschrijvers monsters ter onderzoek waren opgezonden naar Am sterdam, mede in overleg met den heer Directeur der Gemeentewerken te Alkmaar. Over het algemeen was de drukrweerstand der monsters te laag en met de gemeente Alkmaar zijn dan aangekocht 65000 steenen, tegen f26 de 1000, een prijs die f2 lager was dan de laagste inschrijving. De keuringskosten voor den directeur der Gemeentewerken te Alkmaar zijn nog te wachten. De heer Schermer dankt voor de uitvoerige toelich ting. Uit de stukken is hem gebleken, dat voor een leverantie van f 1600 aan onderzoek is betaald f 200, en spr. kan zich in dit opzicht niet best vereenigen met het beleid van B. en W. Spr. weet wel, dat hij zelf advies heeft gegeven de monsters te doen onder zoeken, maar hij (heeft daarbij tevens aangewezen den weg dien B. en W. daarbij konden bewandelen, n.1. de hulp inroepen van den directeur der gemeen tewerken te Alkmaar. Spr. wijst voorts op de ver plichting van inschrijvers om te zorgen dat de stee- nen aan de eischen voldoen. Wat do mededeeüna be treft, dat de prijs f2 lager was dan die van den laagsten inschrijver, spr. merkt op dat goedkoop wel duurkoop kan blijken te zijn, en al zijn de steenen dan van Alkmaar overgenomen, Alkmaar zal wegge deelten hebben waar steenen met minder druk kun nen voldoen, terwijl dat hier niet zoo het geval zal zijn. De heer Bijl zegt dat B. en W. niet hadden ge dacht dat de monsters allemaal afgekeurd zouden worden en toen dat het geval was, zaten we eenmaal in het schuitje en hadden we de verplichting ook de andere monsters tee laten onderzoeken. Het is niet waar dat we de partij van Alkmaar hebben overgenomen, we hebben met Alkmaar samen de bestelling aan de steenbakkerij zelf gedaan. B.en W. hadden verwacht dat de kosten van onderzoek f40 a f50 zouden bedragen en de kosten zijn ook B. en W. tegengevallen. De heer Duin zegt, dat het hem bevreemdt, dat de heer Schermer, die zelf op onderzoek gesteld was, deze vragen heeft .gesteld aan B. en W. Ook spr. zijn de kosten van onderzoek te hoog, misschien heeft het college van B. en W. den wenk van den heer Scher mer te bureaucratisch opgevat. Spr. heeft er voor heen nooit van gehoord dat de steenen gekeurd werden en Amsterdam hebben we daarvoor niet noo dig. Do voorzitter wijst op de deskundigheid van den directeur der gemeentewerken te Alkmaar en zegt, dat ook B. en W. de gang van zaken betreuren. Ter- wil'le van de gelijkheid zijn alle monsters onderzocht In den vervolge acht spr. B. en W. voldoende ge dekt. wanneer B. en W. met den gemeente-opzich ter, bijgestaan door een der heeren uit Alkmaar, een keus uit de monsters zal doen. 'De heer Van Li enen wijst er op, dat B. en W. en de opzichter vroeger een keus deden en een paar steenen naar een onpartijdig man, den heer Min te Alkmaar zonden. Spr. meent dat daarmee kan worden volstaan. De bespreking! wordt nog wat voortgezet en ten slotte komt dan het voorstel in stemming om het onderzoek naar de höecLamfjheid der steenen te doen plaats vinden door B en W., gemeente-opzich ter en Gemeentewerken te Alkmaar. Voor dit voor stel stemden de heeren Gutter en Schermer, de overige leden volstaan met het oordeel van den heer Min te vragen, zoodat dit voortaan zal gebeu ren. Ten opzichte van het verzoek van C. Kriller te Aagtdorp om ontheven te worden van de verplich ting tot aansluiting aan de waterleiding van het pension „Rusthof" en omr het geven van een der gelijke ontheffing mogelijk te maken door de po litieverordening te wijzigen, wordt gewezen op het onpartijdig oordeel van het centraal laboratorium te Utrecht, en B. en W. oordeelen dan ook wijziging van de bouwverordening niet noodig. Ook van den heer Oldenhorgh. directeur van het P.W.B., is te dezer zake een schrijven ingekomen. Het schrijven van den heer Kriller wordt overeenkomstig het ad vies van B. en W. voor kennisgeving aangenomen. Het vetgehalte in de melk. Door iB, en W. wordt voorgesteld machtiging aan de Kroon te vragen tot aanvulling der keu ringsverordening voor deze gemeente en wel met de bepaling, dat het verkoopen: van melk met 'tt vet gehalte lager dan 2.75 verboden is. De heer Duin zegt. dat over het algemeen een vetgehalte van 2.75 niet tehoog is èn erkent dat de consumenten recht hebben op goede melk. Toch vindt spr. het niet goed, deze bepaling in een po litieverordening vast te leggen, omdat het vetge halte te afwisselend' is, koeien zijn geen machines en de Warenwet waakt tegien ondeugdelijke melk, t.w. melk, vermengd met water en bedorven melk. Het vetgehalte wil spr. maar aan de menschen overlaten die de melk koopen. ze bemerken gauw genoeg, of iemand goede melk verkoopt of niet. De heer Bijl zegt, dat Dr. Mol er op wees, dat de meeste melk verkocht wordt op vetgehalte en de melk der koeien die laag in vetgehalte BtMn, daar door het beste verkocht kan worden aan melkboeren. Dat la de roden waarom de bepaling opgenomen dient te worden. Een reden tegen die opname is, dat het kan voorkomen, met goede bedoelingen, dat het gehalte te laag is, maar in dat geval zal direct goen proces-veibaa'1 volgen. De heer Kaag wil wel de bepaling zien opgeno men, bij levering aan de fabriek wordt het vetgehalte ieder jaar opgevoerd en waarom moet een ander dan maar in de oude sleur doorgaan. Do hoer Gutter wil, als belanghebbende, het oor deel der 4 'boeren in den Raad hooren, maar spr. merkt, dat de een voorstander, de ander tegenstander is. Spr. heeft meer boeren gehoord, die oordeelen dat er tijden van het jaar zijn waarin er niets aan te doen is, dat men beneden 2.75 komt. De heer Schenner stelt als consument prijs op goede melk en wijst op de verklaring, dat de be paling soepel zal worden toegepast. De heer Duin stelt zich van een soepele toepas sing niets voor, spr. herhaalt dat niet altijd aan den oisch van 2.75 kan worden voldaan en noemt als bewijs een paar gevallen. De heer Van Lienen zegt, dat lang niet alle boe ren op vetgehalte hun molk leveren, dat is weemaal monopolie zegt spr., het is een absolute leugen. De heer Bijl zegt dat toch al meer fabrieken dat doen. i Voorzitter wijst op de belangen van diegenen, die de melk drinken en juist omdat Dr. Mol uit den boe renstand voortkomt, hecht spr. waarde aan de belofte, dat de bepaling soepel zal worden toegepast. Schoorl is ook een V.V.V.-gemeente en mag daarom niet ach terblijven bij andere gemeenten, waar de bepaling wel is opgenomen. De heer Duin wijst er nogmaals op, dat men het verkrijgen van een hoog vetgehalte hiet in de hand heeft, de heer Kaag immers is al 5 jaren lid van een fokvereeniging en weet dit dus ook wel. Spr. houdt rekening met de practijk, niet met de theorie. De voordracht van B. en W. wordt aangenomen, tegen stemden de heeren Duin en Van Lienen. B. en W. stellen voor te besluiten tot intrekking van de verordening, aangevende het maximum-aan tal vergunningen in enkele wijken, straten of buur ten in de gemeente Schoorl. Voorzitter licht toe dat de verordening is gemaakt ten einde het aantal vergunningen over de geheele gemeente te verspreiden. Nu evenwel door overlij den van Wed. den Das de vergunning aan no. 1 van de lijst. Kroon is toegewezen, is gekomen wat de Raad had wallen weren. Zonder bespreking wordt overeenkomstig de voor dracht van B. en W. besloten. Vijftien betrekkingen, waarvan 1 door een katholiek waargenomen. De door B. en W. opgemaakte instructie voor den strandwacht te Camperduin wordt zonder bespre king vastgesteld. B. en W. stellen dan voor, een strandwacht te be noemen naar een jaarwedde van f200, voorloopig voor een proeftijd van één jaar en in functietreding op door B. en W. nader te bepalen datum. De door B. en W. opgemaakte aanbeveling luidt: 1. P. Greeuw, Groet, 2 W. F. Wognum, Groet, 3 M. Dekker, Catrijp. Voorzitter zegt, dat er 15 sollicitanten waren, doch allen waren geen timmerhout, no.. 1 en 2 zijn vol doende met het strandleven op de hoogte, ar., 3 heeft als aanbeveling, dat hij kan zwemmen. De heer Kaag zegt, dat biji het benoemen de raad moet letten op het dienen van het algemeen be lang, maar toch wil spr. wijzen op der> achterstand bij de katholieken, waar het betreft het vervullen van gemeentelijke betrekkingen. Van de 15 betrek kingen, waaraan toch behoorlijke salarissen zijn verbonden, wordt er 1 waargenomen door een katho liek. Het drietal dat B. en W. aanbeveelt, wil sj»r. als gelijkwaardig beoordeelen, doch spr. wijst op den voorsprong die Dekker heeft, doordat hij kan zwem-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 9