SchagerCourant
Brieven uit Rome.
DE GROENE FIETS.
De Witte Muizen.
Tweede Blad.
Feuilleton.
Bewaar Uw goeden luim
ook op waschdag
Dank zü Rinso, het moderne
zeeppoeder, rijn waschdag en een
goede luim thans zeer goed ver-
eenigbaar. Het krachtige en toch
zoo zachte Rinso sopje maakt aJ
het vuil los ais U het waschgoed
een paar uur erin laat weeken. Dan
een half uurtje koken en terdege
spoelen. Zonder moeite is de wasch
dan klaar. Koop nog heden een pak.
Zaterdag 25 Juni 1927
70ste Jaargang. No. 8071.
„Oordeel niet te vlag",
Henry Van Dalen pompte zijn band op.
Nu de banden hadden 't wel noodig, meende hU
en hij dacht bij zichzelf aan de plezierige reis die hij
zou aanvangen; de reis naar zijn Annie. die veertien
mijlen van hem vandaan op een buitenplaats woonde.
Hij sprong op 't rijwiel en reed weg door het open
staan hek van 't tuintje dat voor het huis gelegen
was.
't Was een mooie, groene fiets, waarop hU reed
en hij was niet weinig trotsch op zichzelf, wanneer
hij zoo op zijn fiets bij' zijn Annie kwam1. Hij' vond
't een prachtfiguur. hè. Enorm gewoonweg.
Hij liet de pedalen sneller en sneller rond draalen.
Maar toch vond hij iets vreemds aan de fiets. Hij
wist zelf niet wat. maar ieder oogenblik verwachtte
hij' pech. Hij; was nu eenmaal zoo'n ongeluksvogel
ook.
Negen mijl had hij' er al goed doorgebracht. Nu
nog 5 en dan was hij erMaar plotseling slipte
de machine op den modderigen kant van den weg
en lag de berijder in een naburige sloot te spartelen.
Proestend en blazend werkte hij' zich weder tegen
den wal op.
iZJóó kon hij nu toch niet meer naar Annie gaan.
En om nu negen mijl weer terug te loopen. want
hij voelde dat hij natuurlijk met die modderige klee-
ren aan niet fietsen kon. nou daar had Van Dalen
toch ook weinig zin in.
Hij wist dat eenige mijlen verderop een vlek was.
maar zelfs zoo ver kon hij niet loopen en hij besloot
naar het hutje te gaan. dat zich tusschen het groen
verscholen aan zijn,oog voordeed.
Daar gekomen maakte een oude vrouw hem1 open
en toen Henry de oorzaak van 't ongeluk verteld had.
was de oude dame bereidwillig genoeg hem in alle®
te helpen, wat hij noodig had.
Henry waschte zich nu ook terdege en juist was
hij van plan weder de reis aan te vangen, toen een
„stille agent" kwam aangereden die op inspectie
waa In 't voorbijgaan had hij de groene fiets op
gemerkt. die tegen de hut aan stond en kwam eens
iets informeeren.
Hij bleef geduldig bij 't ding staan. Zijn wachten
was echter niet van al te langen duur. Toen Henry
naar buiten kwam en naar zijn kar wilde grijpen,
rees de politie-beamlbte. Robert Higgins genaamd, ge
wichtig overeind.
Jonge man. begon hij op waardigen toon. terwijl
hij' in de richting van de fiets wees. van wien
is die fiets. van wien is die fiets?
Zijn manier van optreden vermaakte Henry gedeel
telijk. Doch' 't ergerde hem ook.
Waarom vraagt U dat. informeerde hit.
Robert Higgins staarde den jongeling woest aan.
Jonge man. bulderde hij gekscheer niet met
de wet. Wanneer ik je iets vraag, is daar een reden
voor. Daarom nog eens herbaal iki:*Is die fiets van
jou.
Ja.
De toon van den politiebeambte bleef echter even
hardvochtig.
Waar kreegt gij hemt
Ik kocht hom natuurlijk. Fietsen groeien, meen
ik. niet langs den weg?
Hoe lang hebt gij' hem alt
Het antwoord werd niet onmiddellijk gegeven. In
de eerste plaats ergerde Henry de toon zeer. waar
op deze vraag werd gedaan. Bovendien wist hij niet
precies hoe lang hij hem al had.
De dienaar van den Heiligen Hermandad noteerde
dit. terwijl zijn verdenking van den jongen man toe
nam.
Vier jaar. antwoordde Henry ten slotte.
De; oogen van Robert Higgings schoten vuur.
Jonge man. merkte hij op. wat zou je zeggen,
wanneer ik je vertelde, dat deze fiets gestolen is. Een
maand geleden gestolen. Op een Woensdag!! Geen
blos van schuld kwam op 't gelaat van Henry van
Dalen.
Ik moet je vervolgde Robert Higgings. mee
nemen naar 't bureau van Politie en het is mijn
plicht daar alles te vertellen wat als bewijs kan
dienen.
Malligheid, protesteered Henry. Als ik' Je nou
vertel, dat ik hem vier jaar geleden gekocht heb.
Best mogelijk. Maar zeg 't nu maar eerlijk en
ronduit. Gij hebt deze fiets natuurlijk eenige weken
geleden gekocht op een markt of zoo voor een beetje
TJifc heb Amèrikaahsoh van
RIOHARD HARDING DAVTS.
Vertaald door Willy H. van der Tak
(Nadruk verboden)
Peter knikte. Natuurlijk. Jou vader is geweSclig
dik met die kerels uit Venezuela, en dat weet
iedereen, en dus denken He dat jij dat ook bent.
Ik wilde maar, «ei hij1 een beetje geirriteerd, dat
jou (oude heer je wat meer vertrouwde. Het is
allemachtig aardig' olm! bovetü in Forrester Building
complotten te zitteen uitbroeden, maar verduiveld
lastig' voor de lui die hier midden in1 de vuurlinie
te land kometn. Als jou pipa niet een beetje voor-
Sfucjhtiger 'wOrdt, Het Alvareai ons nog met Ban
blinddoek voor tegen een muur, en dan heeft de
oude heer wat voor Zijh! grappenmakerij.
Peter nat met Hijtn rug naar het gezelschap, maar
Roddy, die tegenover hen tot, zag dat ae klaar
waren toet hun maaltijd. Pratend, gesticuleerendl,
en lachend, liepen He met elkaar het pad af. Hij
stootte Peter even aan, die ach omdraaide om
naar hen te kijken.
Op hetzelfde moment stapte eetn „ma® uit de
struiken en bleef naa&t Roddy stilstaan, terwijl
Hij!n oogen gevestigd waren op het gezelschap. Hij
wachtte blijkbaar tot het genaderd: was. Hu Hag-
er uit als een chauffeur, die Hijn meester om or
ders kwam vragen. Heb verbaasde (Roddy dan ook,
dat hu geera auto had hoeren: aankomen. Maar
overigens schonk hij geen aandaoht aan die wach
tende gestalte, daar al aijn haterrasse in beslag"
gene uen was door de mannen, dia zoo'n hevige
beL.pgstelling voor hem hadden getoond.
Da leden van het gezelschap waren tot de oon-
olii8ie gekomen dat het pad te nauw waa om' met
zijn: allen naast elkaar te blijven loopen. Een paar
van hen waren langs de Zijpaden afgedwaald, am-
dereo hadden zioh verspread over het grasveld'.
Maar de voornaamste graat bleef nog wandelen op
het grintpad, dit naar de \1itg1an4. laidlde. En Roddy
kon hem nu duidelijk men.
Het was onmogelijk te schatten hoe oud hij was,
geld. Gij moet natuurt ijk alles op zijn beloop laten.
Geef mlï je naaim en adres.
Henry antwoordde niet.
Nu moest hij toch de vijf mijlen loopen en nog wel
naast den man der wet. die zoo stipt zijn plicht
wilde vervullen.
Bij een bocht in den weg zag Henry plotseling op
eenigen afstand een vrouwelijke gestalte.
Met schrik zag, hij' dat 't Annie was.
O. riep zij' verbaasd, wat beteekent dit Henry!
Nu, vertel jij maar eens aan dezen man. hoe
lang ik mijn fiets al heb.
Annie wist er geen steek van. Maar ze wilde Henry
redden: Zonder dat ze zelf wist wat ze zei. sprak ze:
O. misschien al tien jaar!
De dienaar der wet trok zijn wenkbrauwen op.
Tien jaar. zei hij. Ik! zal 't eventjes aanteekene®
Toen wendde hij zich tot Henry: gij zegt vier
jaar, nietwaar, jonge maai.
Ja, jjed de gevangene. Deze jonge dame
wij.devprtellen, dab bedoeld© zb tenminste, hoa
lang ik reeds een fiets heb, niet deze machine.
Ja, zei Annie, begrijpende dat haar antwoord
Henry in ongelegenheid had gebracht, wat be
doelde gij dan? Ik dacht niet anders dan gü be
doelde, wat Henry zegfc.
O, juist, smaalde Robert Higgings Alleen
kan ik daarop antwoorden, dat man beter moet
hooren. Die fiets, zeg ik nogmaals, is een maand
geleden gestolen, jeem maand geleden, op een Woens
dag. Jacob Bakker, van wien hij gestolen is, zeide:
Hü heeft een groen frame, bedde wielen en vei
lingen aijn wat verroest, de "banden zijn wat oud.
Dat is de beschrijving. En daar Hüni toiet veel
fietsen, die een groen frame hebben.
Maar honderden fietsen zijn nogal verroest.
Ja, maar met een gToan frame eijn er niet
zooveel, zei R. Higgings.
Juist toen zij het dorp bereikten, waar Annie's
woning dichtbij1 was, schoot een gedachte door het
brein van Robert Higgings.
Ziet gij dia woning daar' vroeg hij aan! de
beidö jonge mensohen, die woning met aie mooda
gevel..
Ja, antwoordde Henry.
Nu, daar woont Jan Bakker. Ais wij daar
even naar toe gaan, is de .zaak gauw opgelost.
Hij klopt© bu' genoemde woning aan, en Ben
dikke timmerman verscheen in de deuropening.
Jan Bakker, aed de dienaar der weA ik
heb goed nieuws voor je. Je gestolen fiets is weer
terecht jongen. Als door een wonder h©b ik hem
opgespoord. Mijd Scherpzinnigheid is daarmee ech
ter wel zwaar op de proef gesteld.
Ja, sprak Robert Higgings verder, hou^
jij' j-Je machine weer direct herkennen F
Natuurlijk, man, sprak Jan. Ik heb er
diuisemden mületn op afgelegd!. En al zouden ze de
kar pak heelemaal zwart geschilderd hebben of
andere kleuren erop gedaan hebben, toch zou ik
hem herkennen. Vertel mij' eens, wendde hij zicb.
tot Henry, hebt gij hein zelf gestolen, of hebt
gij hem gekJoohtP
Groote» winet
door bijvoeging
\-2 ons B.VJVL
p. dag. p. razken
bijV»8«*tV»maï«
Yeevoederbureaa
GdilWMi
van Landbouw
wmt» verkregen met 200 ICJIo
B. V. M.waa f. 49.12 mtér dan met
200 Kilo Viiehrevcl es f. 8L- niér
dan van 't gebiuikelijkó meelmongre^
Verteerbaar dierlijk gulver .eiwit, ja»
in B.V.M. 62.8% en A.B.D. «c ViUmlnra
in Vi.ehmeel 43.6°/i (beml g««n «iunin.n)
B.V.M. ia bovendien goedkooperj
Levering -door Handelaar of Coöperatroö
Gehalte gegarandeerd onder AJbV.
Robert Higgmgs, die Henry had meegenomen had
ook Henry's fiets medegeledd, zoodat hij den hee-
lem wieg met twee karren geloopen. Zajtni fiets had
hij ook nog niet lang geleden gekocht. Nu stond
hit dus ook .bij! Jan Bakker met de twee fietsen.
Een zwarte van hem, en een groene van Henry,
tenminste, hij beweerde dat.
Toen dus Jan Bakker sprak van „al Zouden ze
hem ook zwart gesc-hildera hebben", ging een sid
dering van schrik door Higgjng'a ledematen.
Maar ik heb een Zwarte fiets, zei hü op
bevende toon, en pas gekocht..
Ah, lachte Jan Bakker, die mijne was groen
toen-ie gestolen werd. Maar kijk onder 't zadel;
als gij daar een B. vindt met zwarte verf getea-
kend, is de fiets van mij.
De dienaar van den Heiligen Hermandad boog
zich en beek onder *t zadel.
Vervlschreeuwde hij; Maar.die fiets
is van mij. Ik heb hem gekocht,
O, Zoo, meneer Higgings. En waar als ik
vragen mag.
Aan den kraam' op de markt in de stad,
antwoordde de beambte. Voor oen dag, of veer
tieni ben ik daar geweest. Heb was een koopje, dat
moet ik zeggen.
Ja, Zei de timtaerman, goedkoop© dingen
zijn altijd tenslotte het duurst. Dit is mijn fiets,
«EN PRODUCT DER
eUMUOHT ZEEP PABBJEKHS
omdat hij vlotte, jeugdige manieren had. Hij Zou
nog geen dertig, maar hij zou ook veertig kunnen
zijn. Hij was groot en zij» bewegingen waren ele
gant, -hoewel hu' toch iets militaire had; Zijn zwart
haar lag in losse golven over zijn aristocratisch
gevormden «cnedel. Zijn oogen straalden met een
vochtige pohitbering. Hij! liei.%tusschen twee van
zijn vrienden in en Zijn han^n rustten op een
schouder van elk; en hoewel da beide mannen
ouder waren dan hijzelf waren Zij zichtbaar ver
eerd door die onderscheiding. Ze lachten en knik
ten geestdriftig bijl wat hij Zei, en1 liü praatte
rad en glimlachte. Roddy vond dat hij1 toog noodt
ooo'n innietmienden ecu tegelijk zoo'n persoonlijken
glimlach had getzrien. De jonge man maakte een
uisbekenden indruk op Roddy. Hij vond hem een
„Prince Oharming", die weliswaar van Zijn charme
bewust was, maar toch een elegante, dappere en
ridderlijk© figuur.
Opeens wondde de jonge man Zyh gezicht van Zijn
linkerbuurman naar den fnan die rechts van hem
liep. Roddy zag izqjn oogen1 plotseling, star worden.
Zijn lippen sloten zich, de laohenda uitdrukking
van aün gezicht verstrakte. Zijn oogen waren ge*
vestigd op iets dat rechts van Roddy moest Zijn.
Roddy draaide zich om! om zag de wachtende ge
stalte van den' chauffeur. Hij was nu heelemaal uit
het struikgewas te voorschijn gekomen en hij deed
juist een kleine stap toaar vora,n, terwijl zijn rech
terhand onder zijn linker manchet tastte.
Roddy had een dergelijke beweging ai meer ge
zien van En.gelsch.en, die naar hun zakdoek zochtZki,
maar bij dezen man was heb gebaar bliksemsnel en
onheilspellend, kn zijn houding was iet® roofdier
achtigs en dreigends. De hand van1 den man kwam
weer te voorschijn en Roddy zag dat die hand een
pistool omklemde.
Om! Hijn l>eanen zoo vlug mogelijk onder de
tafel vandaan te krijgen, schoof Roddy dit meu
belstuk met alle® wab er op stond, op Peters
schoot. tMet__édn sprong was hij niasb den ïmtn
eni terwijl hij hem met zijn eene hand een stomp
tegen de kin gaf, sloeg hij1 m$fc de andere naar
het wapen-. Er klonken twee korte knallen on «©n
scherpe kreet. De aanvaller wankelde ondfer den;
slag en zijn revolver zwaaide voor RoddyA oogen.
Roddy greep eer naar een "korte worsteling
mg -een knal toen ontglipte de m m hem
en schoot de struiken in met ae vlugge glijdende
bewegingen van ©en panter.
m.
Roddy staarde hem wezenloos na, terwijl hij cis-
willekeurig een vinger, die hij gebrand had aan
het kruit, in den mond stak. Aan zijn voeten rolde
de flesch curacau eni die smakelijke inhoud gutste
over het grint. Hij bukte Zicèi' en raapte de flesch
op. Later herinnerde hij' zich, dat hij zioh had af
gevraagd, hoe dat ding daar kwam en dat hij
tegelijkertijd hoogst verontwaardigd was over de
verspilling v,ain Zooveel bostelijlke likeur.
Hy draaide zich om om de flesoh op tafel ha
zetten -en ontdekte dat de tafel omver lag, ter
wijl Peter, met druipende Jdeerenj en woedender*
oogen, bezig was er ondier uit te kruipen. Een
mndje verder trachtte de jonge Ven^zulaan zich te
bevrijden uit den greep van zijn vrienden, ver
langend om den man, die op hem gevuurd; bad,
te achtervolgen. Zijn overige vrienden holden cl©
paden af, baanden zioh een weg door de bosohjes
en namen elkaarin hun opwinding gevangen. De
kallnere en koetsiers stonden' op een kluitje tegen
alkaar te schreeuwen en te gesbiouleeren.
Maar Peber's stern klonk boven heb kabaal uit.
Hij sprong overeind uit de puinhoopen van glaHen
en borden; zijn klearen waren bemorst met rood©
wij'n, koffie en sla, en! het tafelkleed fladderde als
een te wijde rok om- zijn boeman. Woedend vloog
hij op Roddy toe en' Roddy week achteruit. Onder
een- stortvloed van weinig gekuischhe, maar krach
tige termen,, eischte Peter epn antwoord op de
vraag wat Roddy eigenlijk bedoeld had.
Knl^ maar me, commandeerde hij. Kijk
naar wat je gedaan hebt. Kijk voor de dit en dat.
Maar Roddy keek niet. Hij' wist, als hij keek, hij
Zou moeten lachen. Em hij' wist ook dat Peter hoopte
dat hij Zou moeten lachen- ocm «Gin afdoende®
rechtsgrond te hebben om ham aan te Vliegen.
Hij' trachtte een verklaring ie igeveto en deed het
op leen nederige®, berouwvollen toon.
Ik heb het gedaan, Peter., ik heb bet ge
daanom je te redden Tk was bang, dat bij1 ie
zou raken. Ik moest wel een beetje overhaast zijn.
Bang, dat hij1 me zou raken l brulde Peter.
- En omuertusschi® raakte jij1 me, met een tafel.
Kijk eens naar mijto nieuw flanellen pak! En kijk
hier -es I
Behoedzaam haalde hij*1 zij*® kleverige, verwarde
haar uit elkaar, Kijk eens naar die buil achter
en ik dank je wel dat je hem teruggebracht hebt
Hoe gevoeld u zich nu wel, wendde hij zioh weder
tot Henry, die dit allee in etamme verbazing en
blijdschap had aangezien.
O, die politiebeambten vellen hun oordeel
altijd te gauw, was Zijn explicatie. 't Is echter
wel hard om op den weg. geëscorteerd te worden
gelijk ©em misdadiger, maar ik zie dat tnu alles
weer in 't goede is. 't Spijt me wel voocr den ar~
O, t spijt mij ook, Hoo begon Higgings, maai
Henry hoorde hem1 niet verder aam en verliet met
Annie de plaats, Higfeings met den timmerman
alleen latende.
Henry fietste Hoo plezierig als hij sedert lan
gen tijd niet gedaan had.
We spraken de vorige maal met een paar woor
den over de boekenmarkt die hier gehouden werd
en die zoo'n allerterurigst figuur maakte, maar boe
kan dat anders in een land -waar ze zoo gaarne buiten
loopen en zoo weinig met wetenschap op hebbenl
Mussolini is een „self-made-man", die al van
jongs af in de boeken zat Geboortig uit Forli, een
stadje in de buurt van Ravenna, vertelde me iemand,
die daar met bem op groeide, dat hij zelfs in het
theater een boek mee nam om de pauze niet te ver
liezen. terwijl de Italianen over het algemeen een
boekenkast niet anders dan bij naam kennen. In
de chique salon staan nog wel eens zulke meubels,
maar dan zijn het doozen inplaats van hoeken,
die daar op een rij staan; achter de ruggen mei
hun gouden titels is een ledig of er worden liefdes
brieven in bewaard. Mussolini is een energiek wer
ker uit het noorden, in midden- en Zuid-Italië leeft
men geheel anders.
De boekdrukkunst werd immers ook uitgevonden
in de noordelijke landen, waarvan de zonen min
der geniaal waren dan die van he tlatijnsche ras. Een
volk is niet slechter van gehalte omdat het minder
leest, noch minder intelligent; integendeel, het
wordt origineeler, evenals het begaafde kind dat
niet op school gaat; zijn denkvermogen wordt niet
met de groote onderwijs-pletter gelijk gemaakt met
dat van de doorsnede van zijn kameraden; het ver
trouwt meer en steunt meer op de eigen gedachten
die het in zijn dolce-far-niente uitkookt. In geen
land werden zooveel geniale uitvindingen gedaan als
in Italië, waar Galilei en Galvani Volta en Marconi
geboren werden!
In Holland wordt verschrikkelijk veel gelezen. Dat
treft ons vooral wanneer we na een poos hier ge
woond te hebben, weer eens in ons land terug ko
men. Hier schuift men na het eten nog een beetje
bij elkaar om onder het genot van een sigaret en
een kopje zwarte koffie wat te praten, maar bij ons
ia tegenwoordig nauwlijks het theeuur aangebroken
of de ooren worden gespitstgelukkig! daar vadt
de courant in de bus en een zucht van verlichting
wordt geslaakt als het lijvig boekdeel wordt binnen
gebracht, dat zooveel bijbladen heeft, dat ieder er
een stuk van krijgen kan en weldra ziet de gast,
wien hoffeijk 'n lbad B of C werd aangeboden, geen
gezichten meer om de tafel, maar een ronden muur
van krantenpapier; alleen het knetteren van de bla
den verbreekt nu en dan de -doodsche stilteAls
de oudste zoon thuis komt, ziet hij met een teleur
gesteld gezicht, dat de -buit verdeeld is, maar daar
om niet getreurd, in de achterkamer staat het rar
dio-toestel, hij1 heeft het lijstje van de -programma's
die in Parijs, in Londen en waar al niet, afgewerkt
worden, in zijn zak. Spoedig zit hij, verrijkt met een
ppir voelhorens als een reusachtige tor in een leu
ningstoel, De uitdrukking van zijn gezicht wordt al
idioter. Nu eens glijdt er een droefgeestige uitdruk
king overheen, omdat hij er een lijkrede bij de baar
van een groot man hoort uitspreken en een oogenblik
later grinnikt hij in zijn eentje om de grappen die
hij in een derderang® theater hoort verkoopen. Even
later hoort hij een voordracht over de theorie van
Einstein die ver boven zijn begrip gaat; hij is blij
als er eindelijk een stuk krant vrij komt Als je in
Holland met de menschon samen bent, vragen ze je
eigenlijk niets over het leven in Italië, want ze zijn
overtuigd, dat ze van alles haarfijn door de corres
pondenten der groote bladen op de hoogte zijn ge
houden en het valt je weer op hoe weinig spraak
zaam ze bij ons zijn; het is alsof ze zich van elk
woord rekenschap moeten geven, alsof ze bang zijn
dat het aanstonds gedrukt zal worden.
Natuurlijk praat een volk dat niet of weinig leed
er onbevangener op los; welsprekend, vurig en en
thousiast gooit hlf er zijn beweringen uit; heel spon
taan voelt hij- een waarheid en deelt zijn meenin*
suggestief mede, er is kleur en sprankelend leven
in dit volk en daarom is het „zich verdiepen in da
mieeuing van anderen", het „zitten- is een hoekske
met een boekske" ook niet® voor den Italiaan.
Het was een geniaal Italiaan. Leonsrdo da Vlaci
die al in de eerste -helft van de XVIde eeuw bet
principe van de vliegtuigen uitvond en nu houdt de
lef de voor het vliegen met de volmaakhteid der aereo
plamen gelijken tred. Welk een opwinding in dea
op mijn hoofd'. Is dat jon opvatting oari Wv^Tyl
te redden? Ik wou, barstte hij tenglotta uit„
ik wou dat hij je val gaten had geschatan.
Aan Peters explosie werd plotseling een einde
gemaakt door één van de jonge Venezuolanen, di«
weinig minder heftig was. Hij had aich van zijn
menden bevrijd en kwam nu den vreemdeling dan
ken, die hem gered had. Het was duidelijk dat d©
man, die Hijn leven bedreigd had, was ontsnapt.
Hij drukte Roddy's handen met uitbundige, maar
echt gemeenddn hartelijkheid. Hij omarmd© hernv
zooals het in zijn land gewoonte was, schudde
hem bij Hijn schouders en klopte hem op den rag
etn met ean vloed van Spaansche en Franseh© ©n
en Engelsche woorden trachtte hij hüu dank uit
te drukken. Hij noemde Roddy aijn „beschermer",
zijn „bon amigo", zjjn „brav' Kamarad". En z$n
vrienden waren al even onverstaanbaar hartelijk
in hun dankbetuigingen. Ze preaen, ze juichten,
He bewonderden; met vlugge, sierlijke gebaren de
den zij den stomp op de kin na, den strijd en den
revolver, de ontsnapping van den moordenaar. Het
was leen goed-geregiistneerde pantomime.
Peter, als het eenige, werkelijke slachtoffer, werd
tot een heroisohe figuur verheven. Men wilde de
Amerikanen niet laten vertrekken voordat ieder
een op hun gezondheid gedronken had met warma,
zoete champagne.
Toen de glazen gevuld waren, wendde de Vene-
Hulaan zich tot dè mannen, die rondom befc gras
stonden en verzocht stilte. Hij sprak nu in uitste
kend Engelsch maar 't ontging Roddy niet dat eotn
paar van de mannen, die geen Engelsch verston
den, hem onrustig aanzagen.
Ik verzoek u, vrienden, riep de jonge man vol
vuur, te drinken op de naam Forrester. Wat
beteekent die naam toch veel voor ipijn ongelukkig
land. Ik had gaarne mijn leven! veil gehad voor de
p>ede Haak, maar dat heb ivoor mjjm Tand gespaard
blijft door iemand die dezen naam draagt, is voor
ons een gelukkig voorteeken.
Hij hield plotseling op alsof hij Zich bewust
word van de waarschuwende blikken van zijn vrien
den, en toen vervolgde hij! rustig, mot een. eierlyko
buiging, terwijl hij zijn glas naar Roddy ophief:
Laten we drinken op de gezondheid van een
goed vriend van Venezuela van mr. Forrester.
Pas .toen het rijtuig oen flink eind op weg was
naar Willemstad, waagde Roddy het een vraag te
doen.