SchagerCourant Brieven uit Rome. DE GROENE FIETS. De Witte Muizen. Tweede Blad. Feuilleton. Bewaar Uw goeden luim ook op waschdag Dank zü Rinso, het moderne zeeppoeder, rijn waschdag en een goede luim thans zeer goed ver- eenigbaar. Het krachtige en toch zoo zachte Rinso sopje maakt aJ het vuil los ais U het waschgoed een paar uur erin laat weeken. Dan een half uurtje koken en terdege spoelen. Zonder moeite is de wasch dan klaar. Koop nog heden een pak. Zaterdag 25 Juni 1927 70ste Jaargang. No. 8071. „Oordeel niet te vlag", Henry Van Dalen pompte zijn band op. Nu de banden hadden 't wel noodig, meende hU en hij dacht bij zichzelf aan de plezierige reis die hij zou aanvangen; de reis naar zijn Annie. die veertien mijlen van hem vandaan op een buitenplaats woonde. Hij sprong op 't rijwiel en reed weg door het open staan hek van 't tuintje dat voor het huis gelegen was. 't Was een mooie, groene fiets, waarop hU reed en hij was niet weinig trotsch op zichzelf, wanneer hij zoo op zijn fiets bij' zijn Annie kwam1. Hij' vond 't een prachtfiguur. hè. Enorm gewoonweg. Hij liet de pedalen sneller en sneller rond draalen. Maar toch vond hij iets vreemds aan de fiets. Hij wist zelf niet wat. maar ieder oogenblik verwachtte hij' pech. Hij; was nu eenmaal zoo'n ongeluksvogel ook. Negen mijl had hij' er al goed doorgebracht. Nu nog 5 en dan was hij erMaar plotseling slipte de machine op den modderigen kant van den weg en lag de berijder in een naburige sloot te spartelen. Proestend en blazend werkte hij' zich weder tegen den wal op. iZJóó kon hij nu toch niet meer naar Annie gaan. En om nu negen mijl weer terug te loopen. want hij voelde dat hij natuurlijk met die modderige klee- ren aan niet fietsen kon. nou daar had Van Dalen toch ook weinig zin in. Hij wist dat eenige mijlen verderop een vlek was. maar zelfs zoo ver kon hij niet loopen en hij besloot naar het hutje te gaan. dat zich tusschen het groen verscholen aan zijn,oog voordeed. Daar gekomen maakte een oude vrouw hem1 open en toen Henry de oorzaak van 't ongeluk verteld had. was de oude dame bereidwillig genoeg hem in alle® te helpen, wat hij noodig had. Henry waschte zich nu ook terdege en juist was hij van plan weder de reis aan te vangen, toen een „stille agent" kwam aangereden die op inspectie waa In 't voorbijgaan had hij de groene fiets op gemerkt. die tegen de hut aan stond en kwam eens iets informeeren. Hij bleef geduldig bij 't ding staan. Zijn wachten was echter niet van al te langen duur. Toen Henry naar buiten kwam en naar zijn kar wilde grijpen, rees de politie-beamlbte. Robert Higgins genaamd, ge wichtig overeind. Jonge man. begon hij op waardigen toon. terwijl hij' in de richting van de fiets wees. van wien is die fiets. van wien is die fiets? Zijn manier van optreden vermaakte Henry gedeel telijk. Doch' 't ergerde hem ook. Waarom vraagt U dat. informeerde hit. Robert Higgins staarde den jongeling woest aan. Jonge man. bulderde hij gekscheer niet met de wet. Wanneer ik je iets vraag, is daar een reden voor. Daarom nog eens herbaal iki:*Is die fiets van jou. Ja. De toon van den politiebeambte bleef echter even hardvochtig. Waar kreegt gij hemt Ik kocht hom natuurlijk. Fietsen groeien, meen ik. niet langs den weg? Hoe lang hebt gij' hem alt Het antwoord werd niet onmiddellijk gegeven. In de eerste plaats ergerde Henry de toon zeer. waar op deze vraag werd gedaan. Bovendien wist hij niet precies hoe lang hij hem al had. De dienaar van den Heiligen Hermandad noteerde dit. terwijl zijn verdenking van den jongen man toe nam. Vier jaar. antwoordde Henry ten slotte. De; oogen van Robert Higgings schoten vuur. Jonge man. merkte hij op. wat zou je zeggen, wanneer ik je vertelde, dat deze fiets gestolen is. Een maand geleden gestolen. Op een Woensdag!! Geen blos van schuld kwam op 't gelaat van Henry van Dalen. Ik moet je vervolgde Robert Higgings. mee nemen naar 't bureau van Politie en het is mijn plicht daar alles te vertellen wat als bewijs kan dienen. Malligheid, protesteered Henry. Als ik' Je nou vertel, dat ik hem vier jaar geleden gekocht heb. Best mogelijk. Maar zeg 't nu maar eerlijk en ronduit. Gij hebt deze fiets natuurlijk eenige weken geleden gekocht op een markt of zoo voor een beetje TJifc heb Amèrikaahsoh van RIOHARD HARDING DAVTS. Vertaald door Willy H. van der Tak (Nadruk verboden) Peter knikte. Natuurlijk. Jou vader is geweSclig dik met die kerels uit Venezuela, en dat weet iedereen, en dus denken He dat jij dat ook bent. Ik wilde maar, «ei hij1 een beetje geirriteerd, dat jou (oude heer je wat meer vertrouwde. Het is allemachtig aardig' olm! bovetü in Forrester Building complotten te zitteen uitbroeden, maar verduiveld lastig' voor de lui die hier midden in1 de vuurlinie te land kometn. Als jou pipa niet een beetje voor- Sfucjhtiger 'wOrdt, Het Alvareai ons nog met Ban blinddoek voor tegen een muur, en dan heeft de oude heer wat voor Zijh! grappenmakerij. Peter nat met Hijtn rug naar het gezelschap, maar Roddy, die tegenover hen tot, zag dat ae klaar waren toet hun maaltijd. Pratend, gesticuleerendl, en lachend, liepen He met elkaar het pad af. Hij stootte Peter even aan, die ach omdraaide om naar hen te kijken. Op hetzelfde moment stapte eetn „ma® uit de struiken en bleef naa&t Roddy stilstaan, terwijl Hij!n oogen gevestigd waren op het gezelschap. Hij wachtte blijkbaar tot het genaderd: was. Hu Hag- er uit als een chauffeur, die Hijn meester om or ders kwam vragen. Heb verbaasde (Roddy dan ook, dat hu geera auto had hoeren: aankomen. Maar overigens schonk hij geen aandaoht aan die wach tende gestalte, daar al aijn haterrasse in beslag" gene uen was door de mannen, dia zoo'n hevige beL.pgstelling voor hem hadden getoond. Da leden van het gezelschap waren tot de oon- olii8ie gekomen dat het pad te nauw waa om' met zijn: allen naast elkaar te blijven loopen. Een paar van hen waren langs de Zijpaden afgedwaald, am- dereo hadden zioh verspread over het grasveld'. Maar de voornaamste graat bleef nog wandelen op het grintpad, dit naar de \1itg1an4. laidlde. En Roddy kon hem nu duidelijk men. Het was onmogelijk te schatten hoe oud hij was, geld. Gij moet natuurt ijk alles op zijn beloop laten. Geef mlï je naaim en adres. Henry antwoordde niet. Nu moest hij toch de vijf mijlen loopen en nog wel naast den man der wet. die zoo stipt zijn plicht wilde vervullen. Bij een bocht in den weg zag Henry plotseling op eenigen afstand een vrouwelijke gestalte. Met schrik zag, hij' dat 't Annie was. O. riep zij' verbaasd, wat beteekent dit Henry! Nu, vertel jij maar eens aan dezen man. hoe lang ik mijn fiets al heb. Annie wist er geen steek van. Maar ze wilde Henry redden: Zonder dat ze zelf wist wat ze zei. sprak ze: O. misschien al tien jaar! De dienaar der wet trok zijn wenkbrauwen op. Tien jaar. zei hij. Ik! zal 't eventjes aanteekene® Toen wendde hij zich tot Henry: gij zegt vier jaar, nietwaar, jonge maai. Ja, jjed de gevangene. Deze jonge dame wij.devprtellen, dab bedoeld© zb tenminste, hoa lang ik reeds een fiets heb, niet deze machine. Ja, zei Annie, begrijpende dat haar antwoord Henry in ongelegenheid had gebracht, wat be doelde gij dan? Ik dacht niet anders dan gü be doelde, wat Henry zegfc. O, juist, smaalde Robert Higgings Alleen kan ik daarop antwoorden, dat man beter moet hooren. Die fiets, zeg ik nogmaals, is een maand geleden gestolen, jeem maand geleden, op een Woens dag. Jacob Bakker, van wien hij gestolen is, zeide: Hü heeft een groen frame, bedde wielen en vei lingen aijn wat verroest, de "banden zijn wat oud. Dat is de beschrijving. En daar Hüni toiet veel fietsen, die een groen frame hebben. Maar honderden fietsen zijn nogal verroest. Ja, maar met een gToan frame eijn er niet zooveel, zei R. Higgings. Juist toen zij het dorp bereikten, waar Annie's woning dichtbij1 was, schoot een gedachte door het brein van Robert Higgings. Ziet gij dia woning daar' vroeg hij aan! de beidö jonge mensohen, die woning met aie mooda gevel.. Ja, antwoordde Henry. Nu, daar woont Jan Bakker. Ais wij daar even naar toe gaan, is de .zaak gauw opgelost. Hij klopt© bu' genoemde woning aan, en Ben dikke timmerman verscheen in de deuropening. Jan Bakker, aed de dienaar der weA ik heb goed nieuws voor je. Je gestolen fiets is weer terecht jongen. Als door een wonder h©b ik hem opgespoord. Mijd Scherpzinnigheid is daarmee ech ter wel zwaar op de proef gesteld. Ja, sprak Robert Higgings verder, hou^ jij' j-Je machine weer direct herkennen F Natuurlijk, man, sprak Jan. Ik heb er diuisemden mületn op afgelegd!. En al zouden ze de kar pak heelemaal zwart geschilderd hebben of andere kleuren erop gedaan hebben, toch zou ik hem herkennen. Vertel mij' eens, wendde hij zicb. tot Henry, hebt gij hein zelf gestolen, of hebt gij hem gekJoohtP Groote» winet door bijvoeging \-2 ons B.VJVL p. dag. p. razken bijV»8«*tV»maï« Yeevoederbureaa GdilWMi van Landbouw wmt» verkregen met 200 ICJIo B. V. M.waa f. 49.12 mtér dan met 200 Kilo Viiehrevcl es f. 8L- niér dan van 't gebiuikelijkó meelmongre^ Verteerbaar dierlijk gulver .eiwit, ja» in B.V.M. 62.8% en A.B.D. «c ViUmlnra in Vi.ehmeel 43.6°/i (beml g««n «iunin.n) B.V.M. ia bovendien goedkooperj Levering -door Handelaar of Coöperatroö Gehalte gegarandeerd onder AJbV. Robert Higgmgs, die Henry had meegenomen had ook Henry's fiets medegeledd, zoodat hij den hee- lem wieg met twee karren geloopen. Zajtni fiets had hij ook nog niet lang geleden gekocht. Nu stond hit dus ook .bij! Jan Bakker met de twee fietsen. Een zwarte van hem, en een groene van Henry, tenminste, hij beweerde dat. Toen dus Jan Bakker sprak van „al Zouden ze hem ook zwart gesc-hildera hebben", ging een sid dering van schrik door Higgjng'a ledematen. Maar ik heb een Zwarte fiets, zei hü op bevende toon, en pas gekocht.. Ah, lachte Jan Bakker, die mijne was groen toen-ie gestolen werd. Maar kijk onder 't zadel; als gij daar een B. vindt met zwarte verf getea- kend, is de fiets van mij. De dienaar van den Heiligen Hermandad boog zich en beek onder *t zadel. Vervlschreeuwde hij; Maar.die fiets is van mij. Ik heb hem gekocht, O, Zoo, meneer Higgings. En waar als ik vragen mag. Aan den kraam' op de markt in de stad, antwoordde de beambte. Voor oen dag, of veer tieni ben ik daar geweest. Heb was een koopje, dat moet ik zeggen. Ja, Zei de timtaerman, goedkoop© dingen zijn altijd tenslotte het duurst. Dit is mijn fiets, «EN PRODUCT DER eUMUOHT ZEEP PABBJEKHS omdat hij vlotte, jeugdige manieren had. Hij Zou nog geen dertig, maar hij zou ook veertig kunnen zijn. Hij was groot en zij» bewegingen waren ele gant, -hoewel hu' toch iets militaire had; Zijn zwart haar lag in losse golven over zijn aristocratisch gevormden «cnedel. Zijn oogen straalden met een vochtige pohitbering. Hij! liei.%tusschen twee van zijn vrienden in en Zijn han^n rustten op een schouder van elk; en hoewel da beide mannen ouder waren dan hijzelf waren Zij zichtbaar ver eerd door die onderscheiding. Ze lachten en knik ten geestdriftig bijl wat hij Zei, en1 liü praatte rad en glimlachte. Roddy vond dat hij1 toog noodt ooo'n innietmienden ecu tegelijk zoo'n persoonlijken glimlach had getzrien. De jonge man maakte een uisbekenden indruk op Roddy. Hij vond hem een „Prince Oharming", die weliswaar van Zijn charme bewust was, maar toch een elegante, dappere en ridderlijk© figuur. Opeens wondde de jonge man Zyh gezicht van Zijn linkerbuurman naar den fnan die rechts van hem liep. Roddy zag izqjn oogen1 plotseling, star worden. Zijn lippen sloten zich, de laohenda uitdrukking van aün gezicht verstrakte. Zijn oogen waren ge* vestigd op iets dat rechts van Roddy moest Zijn. Roddy draaide zich om! om zag de wachtende ge stalte van den' chauffeur. Hij was nu heelemaal uit het struikgewas te voorschijn gekomen en hij deed juist een kleine stap toaar vora,n, terwijl zijn rech terhand onder zijn linker manchet tastte. Roddy had een dergelijke beweging ai meer ge zien van En.gelsch.en, die naar hun zakdoek zochtZki, maar bij dezen man was heb gebaar bliksemsnel en onheilspellend, kn zijn houding was iet® roofdier achtigs en dreigends. De hand van1 den man kwam weer te voorschijn en Roddy zag dat die hand een pistool omklemde. Om! Hijn l>eanen zoo vlug mogelijk onder de tafel vandaan te krijgen, schoof Roddy dit meu belstuk met alle® wab er op stond, op Peters schoot. tMet__édn sprong was hij niasb den ïmtn eni terwijl hij hem met zijn eene hand een stomp tegen de kin gaf, sloeg hij1 m$fc de andere naar het wapen-. Er klonken twee korte knallen on «©n scherpe kreet. De aanvaller wankelde ondfer den; slag en zijn revolver zwaaide voor RoddyA oogen. Roddy greep eer naar een "korte worsteling mg -een knal toen ontglipte de m m hem en schoot de struiken in met ae vlugge glijdende bewegingen van ©en panter. m. Roddy staarde hem wezenloos na, terwijl hij cis- willekeurig een vinger, die hij gebrand had aan het kruit, in den mond stak. Aan zijn voeten rolde de flesch curacau eni die smakelijke inhoud gutste over het grint. Hij bukte Zicèi' en raapte de flesch op. Later herinnerde hij' zich, dat hij zioh had af gevraagd, hoe dat ding daar kwam en dat hij tegelijkertijd hoogst verontwaardigd was over de verspilling v,ain Zooveel bostelijlke likeur. Hy draaide zich om om de flesoh op tafel ha zetten -en ontdekte dat de tafel omver lag, ter wijl Peter, met druipende Jdeerenj en woedender* oogen, bezig was er ondier uit te kruipen. Een mndje verder trachtte de jonge Ven^zulaan zich te bevrijden uit den greep van zijn vrienden, ver langend om den man, die op hem gevuurd; bad, te achtervolgen. Zijn overige vrienden holden cl© paden af, baanden zioh een weg door de bosohjes en namen elkaarin hun opwinding gevangen. De kallnere en koetsiers stonden' op een kluitje tegen alkaar te schreeuwen en te gesbiouleeren. Maar Peber's stern klonk boven heb kabaal uit. Hij sprong overeind uit de puinhoopen van glaHen en borden; zijn klearen waren bemorst met rood© wij'n, koffie en sla, en! het tafelkleed fladderde als een te wijde rok om- zijn boeman. Woedend vloog hij op Roddy toe en' Roddy week achteruit. Onder een- stortvloed van weinig gekuischhe, maar krach tige termen,, eischte Peter epn antwoord op de vraag wat Roddy eigenlijk bedoeld had. Knl^ maar me, commandeerde hij. Kijk naar wat je gedaan hebt. Kijk voor de dit en dat. Maar Roddy keek niet. Hij' wist, als hij keek, hij Zou moeten lachen. Em hij' wist ook dat Peter hoopte dat hij Zou moeten lachen- ocm «Gin afdoende® rechtsgrond te hebben om ham aan te Vliegen. Hij' trachtte een verklaring ie igeveto en deed het op leen nederige®, berouwvollen toon. Ik heb het gedaan, Peter., ik heb bet ge daanom je te redden Tk was bang, dat bij1 ie zou raken. Ik moest wel een beetje overhaast zijn. Bang, dat hij1 me zou raken l brulde Peter. - En omuertusschi® raakte jij1 me, met een tafel. Kijk eens naar mijto nieuw flanellen pak! En kijk hier -es I Behoedzaam haalde hij*1 zij*® kleverige, verwarde haar uit elkaar, Kijk eens naar die buil achter en ik dank je wel dat je hem teruggebracht hebt Hoe gevoeld u zich nu wel, wendde hij zioh weder tot Henry, die dit allee in etamme verbazing en blijdschap had aangezien. O, die politiebeambten vellen hun oordeel altijd te gauw, was Zijn explicatie. 't Is echter wel hard om op den weg. geëscorteerd te worden gelijk ©em misdadiger, maar ik zie dat tnu alles weer in 't goede is. 't Spijt me wel voocr den ar~ O, t spijt mij ook, Hoo begon Higgings, maai Henry hoorde hem1 niet verder aam en verliet met Annie de plaats, Higfeings met den timmerman alleen latende. Henry fietste Hoo plezierig als hij sedert lan gen tijd niet gedaan had. We spraken de vorige maal met een paar woor den over de boekenmarkt die hier gehouden werd en die zoo'n allerterurigst figuur maakte, maar boe kan dat anders in een land -waar ze zoo gaarne buiten loopen en zoo weinig met wetenschap op hebbenl Mussolini is een „self-made-man", die al van jongs af in de boeken zat Geboortig uit Forli, een stadje in de buurt van Ravenna, vertelde me iemand, die daar met bem op groeide, dat hij zelfs in het theater een boek mee nam om de pauze niet te ver liezen. terwijl de Italianen over het algemeen een boekenkast niet anders dan bij naam kennen. In de chique salon staan nog wel eens zulke meubels, maar dan zijn het doozen inplaats van hoeken, die daar op een rij staan; achter de ruggen mei hun gouden titels is een ledig of er worden liefdes brieven in bewaard. Mussolini is een energiek wer ker uit het noorden, in midden- en Zuid-Italië leeft men geheel anders. De boekdrukkunst werd immers ook uitgevonden in de noordelijke landen, waarvan de zonen min der geniaal waren dan die van he tlatijnsche ras. Een volk is niet slechter van gehalte omdat het minder leest, noch minder intelligent; integendeel, het wordt origineeler, evenals het begaafde kind dat niet op school gaat; zijn denkvermogen wordt niet met de groote onderwijs-pletter gelijk gemaakt met dat van de doorsnede van zijn kameraden; het ver trouwt meer en steunt meer op de eigen gedachten die het in zijn dolce-far-niente uitkookt. In geen land werden zooveel geniale uitvindingen gedaan als in Italië, waar Galilei en Galvani Volta en Marconi geboren werden! In Holland wordt verschrikkelijk veel gelezen. Dat treft ons vooral wanneer we na een poos hier ge woond te hebben, weer eens in ons land terug ko men. Hier schuift men na het eten nog een beetje bij elkaar om onder het genot van een sigaret en een kopje zwarte koffie wat te praten, maar bij ons ia tegenwoordig nauwlijks het theeuur aangebroken of de ooren worden gespitstgelukkig! daar vadt de courant in de bus en een zucht van verlichting wordt geslaakt als het lijvig boekdeel wordt binnen gebracht, dat zooveel bijbladen heeft, dat ieder er een stuk van krijgen kan en weldra ziet de gast, wien hoffeijk 'n lbad B of C werd aangeboden, geen gezichten meer om de tafel, maar een ronden muur van krantenpapier; alleen het knetteren van de bla den verbreekt nu en dan de -doodsche stilteAls de oudste zoon thuis komt, ziet hij met een teleur gesteld gezicht, dat de -buit verdeeld is, maar daar om niet getreurd, in de achterkamer staat het rar dio-toestel, hij1 heeft het lijstje van de -programma's die in Parijs, in Londen en waar al niet, afgewerkt worden, in zijn zak. Spoedig zit hij, verrijkt met een ppir voelhorens als een reusachtige tor in een leu ningstoel, De uitdrukking van zijn gezicht wordt al idioter. Nu eens glijdt er een droefgeestige uitdruk king overheen, omdat hij er een lijkrede bij de baar van een groot man hoort uitspreken en een oogenblik later grinnikt hij in zijn eentje om de grappen die hij in een derderang® theater hoort verkoopen. Even later hoort hij een voordracht over de theorie van Einstein die ver boven zijn begrip gaat; hij is blij als er eindelijk een stuk krant vrij komt Als je in Holland met de menschon samen bent, vragen ze je eigenlijk niets over het leven in Italië, want ze zijn overtuigd, dat ze van alles haarfijn door de corres pondenten der groote bladen op de hoogte zijn ge houden en het valt je weer op hoe weinig spraak zaam ze bij ons zijn; het is alsof ze zich van elk woord rekenschap moeten geven, alsof ze bang zijn dat het aanstonds gedrukt zal worden. Natuurlijk praat een volk dat niet of weinig leed er onbevangener op los; welsprekend, vurig en en thousiast gooit hlf er zijn beweringen uit; heel spon taan voelt hij- een waarheid en deelt zijn meenin* suggestief mede, er is kleur en sprankelend leven in dit volk en daarom is het „zich verdiepen in da mieeuing van anderen", het „zitten- is een hoekske met een boekske" ook niet® voor den Italiaan. Het was een geniaal Italiaan. Leonsrdo da Vlaci die al in de eerste -helft van de XVIde eeuw bet principe van de vliegtuigen uitvond en nu houdt de lef de voor het vliegen met de volmaakhteid der aereo plamen gelijken tred. Welk een opwinding in dea op mijn hoofd'. Is dat jon opvatting oari Wv^Tyl te redden? Ik wou, barstte hij tenglotta uit„ ik wou dat hij je val gaten had geschatan. Aan Peters explosie werd plotseling een einde gemaakt door één van de jonge Venezuolanen, di« weinig minder heftig was. Hij had aich van zijn menden bevrijd en kwam nu den vreemdeling dan ken, die hem gered had. Het was duidelijk dat d© man, die Hijn leven bedreigd had, was ontsnapt. Hij drukte Roddy's handen met uitbundige, maar echt gemeenddn hartelijkheid. Hij omarmd© hernv zooals het in zijn land gewoonte was, schudde hem bij Hijn schouders en klopte hem op den rag etn met ean vloed van Spaansche en Franseh© ©n en Engelsche woorden trachtte hij hüu dank uit te drukken. Hij noemde Roddy aijn „beschermer", zijn „bon amigo", zjjn „brav' Kamarad". En z$n vrienden waren al even onverstaanbaar hartelijk in hun dankbetuigingen. Ze preaen, ze juichten, He bewonderden; met vlugge, sierlijke gebaren de den zij den stomp op de kin na, den strijd en den revolver, de ontsnapping van den moordenaar. Het was leen goed-geregiistneerde pantomime. Peter, als het eenige, werkelijke slachtoffer, werd tot een heroisohe figuur verheven. Men wilde de Amerikanen niet laten vertrekken voordat ieder een op hun gezondheid gedronken had met warma, zoete champagne. Toen de glazen gevuld waren, wendde de Vene- Hulaan zich tot dè mannen, die rondom befc gras stonden en verzocht stilte. Hij sprak nu in uitste kend Engelsch maar 't ontging Roddy niet dat eotn paar van de mannen, die geen Engelsch verston den, hem onrustig aanzagen. Ik verzoek u, vrienden, riep de jonge man vol vuur, te drinken op de naam Forrester. Wat beteekent die naam toch veel voor ipijn ongelukkig land. Ik had gaarne mijn leven! veil gehad voor de p>ede Haak, maar dat heb ivoor mjjm Tand gespaard blijft door iemand die dezen naam draagt, is voor ons een gelukkig voorteeken. Hij hield plotseling op alsof hij Zich bewust word van de waarschuwende blikken van zijn vrien den, en toen vervolgde hij! rustig, mot een. eierlyko buiging, terwijl hij zijn glas naar Roddy ophief: Laten we drinken op de gezondheid van een goed vriend van Venezuela van mr. Forrester. Pas .toen het rijtuig oen flink eind op weg was naar Willemstad, waagde Roddy het een vraag te doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5