VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT iiwn DE DOOD VAN PAUL I. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 16 Juli 1927. No. 8083. ■I1IIHÜ1TO1111I1IIIIIIIIIII EXAMENKOORTS. Door on9 broeiend vaderlandje Zwerft weer de examengeest, Steeds geleerder en brutaler Als hij ooit nog is geweest! Hij is tijd'lijk heer en meester Waar men studieboeken vindt En ial vreest hij niet de sterken, Hij grijpt ook het zwakke kind! Hij kent op zijn zegetochten Geen pardon of medelij, Iedereen die gaat studeeren Is er onherroep'lijk „bij", En heeft rekenschap te geven, Wee hem, die zich soms vergist, In het studie-zweet zijns aanschijns, Van hetgeen hij weet of wist! Resultaat van jaren arbeid Wordt soms in een uur ontleed, Resultaat van zwijgend blokken, Studievreugd en studieleed, Van gejaagd of moeizaam denken In de stilte van den nacht, Waarin sinds de laatste maanden Slaap zelfs geen verkwikking brachtl En als dan die vele tafels In de stille zalen staan, Waarlangs.zelfbewuste heeren Zwijgend op en neder gaan, Dan doorstaat de geest een vuurproef, Die de zwakke zielen knakt, Als het vonnis wordt gelezen: „Onvoldoende en gezakt!" Dan wordt het geloof verloren In de eigen énergie, Niet door de practijk van 't leven, Maar door achoolsche theorie! Dan wordt t moeizaam opgekweekte Met een norache 4 beloond, Als de zenuwoverspanning Heel de levensdurf onttroond! Door ons blokkend vaderlandje Zwerft weerde examengeest, Die gezonden aan gaat tasten En de zieken niet geneest! Die in breede kringen rondzwaait Met zijn zoo gevreesde toorts, Want de studie-thermometer Stijgt weer tot examenkoortsII ('Aüe rechten voorbehouden.) Juli 1927. KROES. Mag ik hier rooken, con ducteur Neen, mijnheer, dat is bier verboden. En van wie -din dan al die «garen eind] es Van de men sc hen, die het niet vroegen l Reiziger: Meneer, schiet a. u. b. wat op. Ik sta al een half uur voor het loket. BeambteEn /ik zit er al twintig iaar achter! z'n neef prins Eugenius van Württemberg als zijn op volger te kunnen benoemen, ontstond er een samen zwering, die hem in 1801 het leven kostte. De saam gezworenen drongen des nachts te 11 uur zijn slaap vertrek binnen. Toen de keizer de acte van afstand niet dadelijk onderteekende, worgden de samenzweer- drs hem na een wanhopigen tegenstand met zijn eig^n sjerp. 1 Tafereelen uit het Russische schrikbewind van de 18de op de 19de eeuw. De Russische publicaties van den laatsten tijd ma ken het nu eerst mogelijk een juist beeld te 'krijgen van den moord op Petrowitsj Paul I, eens Keizer al ler Russen en zoon van den bekenden Peter III en de groote Catharine II. Na het overlijden van zijn moeder in 1796, gaf Paul in de eerste dagen van zijn bestuur doorslaande blij ken van welwillendheid en rechtvaardigheid, maar de despotieke opvoeding welke Catharina hem had doen geven, openbaarde zich al heel gauw en bracht hem tot het organiseeren van een afschuwelijke geheime politie, tot het geven van scherpe verordeningen op de censuur, het verbieden van den invoer van vreemde hoeken, het weren van vreemdelingen en tot een kleingeestige, wreede tucht in het leger. Zijn schrikbewind heeft echter niet lang geduurd. Door zijn beide éigen zoons, Alexander en Constan- ijn, in de gevangenis te laten werpen, om daardoor Toen Platon Subow, de laatste minnaar van de Groote Catharina, in den winter van 1797 door Riga kwam, bereidde hem de gouverneur-generaal, baron Peter von der Pahlen, een schitterende ontvangst en begeleidde den vorstelijken reiziger persoonlijk ver der tot aan Mitau. Paul quiteerde deze eerbetuigingen, bewezen aan den favoriet van zijn gehate moeder, met het ontslag van Pahlen. Het rfescript bevatte het volgende ant woord: „Met verwondering heb ik van al uw ge- meenedaden kennis genomen, waaraan u zich ge durende de doorreis van vorst Subow heeft schuldig gemaakt Ik concludeer daaruit een overeenkomstige gesteldheid van uw karakter en zal mijn houding te genover u in de toekomst daarnaar weten te bepa len." 'Pahlen schijnt zich er weinig van aan te hebben getrokken. Nog in hetzelfde Jaar weet hij zijn betrek king weer op te nemen, gaat op audiëntie bij den keizer en de sprookjesachtige opklimming begint. In den zomer van het jaar 1898 is Pahlen reeds op permeester bij Paul. Een jaar daarop is de inmiddels graaf ge word ene tegelijk militair gouverneur van Petersburg, minister-president, buitenlandsch mi nister van de posterijen, terwijl hij het recht heeft elkeen in het rijk, die hem verdacht schijnt, gevangen te laten nemen, met slechts een enkele uitzonde ring: keizer Paul zelf. Eerzuchtig, energiek, en zeer slim, heeft hij den keizer geheel in zijn macht met zijn origineele, hui chelachtig oprechte en hartroerende wijze van spre ken. Hij spreekt overtuigend, zeer goed, en weet Pauls vertrouwen," door met overdreven nauwgezet heid diens dikwijls waanzinnige bevelen uit te voe ren, te winnen. Pahlens open, goedmoedig, altijd lachend gezicht, neemt iedereen voor hem in. Het plan om keizer Paul van de baan te schuiven, wordt reeds in 1799 gemaakt. De leiding van deze samenzwering berust bij drie mannen: de Engelsche gezant Whirtworth, admiraal Ribas en voor alles de vice-kanselier graaf Panih. De troonopvolger Alexander en zijn broeder .Constantijn, worden door Panin een jaar vóór de catastrophe in het plan in gewijd: Paul moet, gelijk eens George III, voor gen verklaard worden, waarmee Alexander als regent don troon zal bestijgen. Deze besprekingen vinden in het vroege morgenuur in de badkamer van den kanselier plaats. Na het ongenoegen, dat Paul met ingeland kreeg hij wil namelijk een verbond mét Napoleon vloeit het Engelsch goud den samenzweerders toe. Paul ia omsingeld. Daar sterft op zekeren dag Ribas, en Paul, als ware hij plotseling helderziend geworden, verbant Panin om de een of andere belachelijke kleinigheid naar zijn landgoed. Het geheele, zoo met zorg uitgewerkte plan, dreigt in het zand vast te loopen. Op dit oogenhlik treedt de figuur van Pahlen sterk op den voorgrond. Ribas is dood, Whirtworth is in Engeland, Panin verbannen. Alleen Pahlen is overge bleven, in Petersburg gebleven met de „erfenis" van Panin. Van allen, die in het plan zijn ingewijd, ziet alleen Pahlen het doel helder voor zich en langzaam en voorzichtig stevent hij er op los. Toen, alsof hem een visioen was verschenen, zegt Paul op den 7den Maart zijn minister-president in het gezicht, hij weet, dat er een staatsgreep wordt voorbereid. Denzelfden dag schrijft hij aan generaal Araktsjejew, bekend om zijn lafheid en wreedheid, dat deze oogenhlikkelijk naar Petersburg moet ko men, omdat daar veel voor hem te doen is..... Pahlen overziet de situatie en komt tot 4e conclu sie, dat het den verkeerden kant uitgaat. Na vluch tig inzage te hebben genomen van het schrijven van den keizer, geeft hij bevel Araktsjejew bij de stads grens op te houden. De zaak is nu eenmaal aan het rollen, en Pahlen weet, dat geen tijd verloren moet &aan. Nu, wanneer de samenzwering in het stadium van uitvoering gekomen is, ontvouwt hij zijn ijzige koelbloedigheid en verbazingwekkende energie. Paul wacht op Araktsjejew. Den.llden Maart verzamelen zich de samenzweer ders. Pahlen en Léon Bennigson, de Hannoversche ba ron in Russisch en dienst, presideeren; zij drinken niets, om het hoofd zoo helder mogelijk te houden. De anderen daarentegen laten zich de champagne goed smaken, die Pahlen in groote hoeveelheden laat aanvoeren. Temidden van de grootee vroolijkheid roept de jonge Tsjitsjerin plotseling: „Maar wat doen wij, wanneer de tiran weerstand biedt?" Pahlen antwoordt: JPour faire une omelette, il faut casser les oels!" De kurken knallen onophoudelijk, maar nochtans is de stemming niet van dien aard, dat ze vol vertroü- Miin laatste roman eaat er als peperkoek! Is 't waar? Ook voor drie zwartjes per kilo? Ploegbaas: Met hoevelen s£n jullie Werkman: Met ons zeve nen. Ploegbaas: De helft gaat met mij meel wen tegemoet kan worden gezien. Men weet maar al te goed, dat Paul bij de eenvoudige soldaten geens zins zoo ongeliefd is. Tegen 12 uur komen vertrouwde deelen van drie garderegimenten met hun commandanten bij elkaar en Pahlen geeft het teeken om op te breken. In twee groepen, marcheeren ze langs verschillende wegen naar het Michaelpaleis. De eene groep wordt aangevoerd door Benningsen en Platon Subow, de andere door Pahlen. Het ig zeer donker en een ijskoude regen druppelt gestadig neer; de stemming onder de soldaten, die al leen gissen naar hetgeen gaat gebeuren, zakt aanmer kelijk. In den zomertuin vliegen van de kale twijgen der hoornen zwermen kraaien op en een luid, onheil- sepllend gekras verscheurt de dichte nevelachtige lucht Dan beginnen de soldaten te mopperen. Zij blij ven besluiteloos staan. Met moeite gelukt bet Subow ze weer te bewegen verder te gaan. De adjudant, die de wacht in het paleis heeft, is mede een van de samenzweerders. Hij leidt de solda ten tot vóór de vertrekken van den keizer.'Van de twee huzaren, die hier op wacht staan, wordt de een neergestoken, terwijl de ander ontkomt en alarm maakt De soldaten van de paleiswacht rotten teza men, maar wagen het niet een hand uit te steken. De Paulsche stok-discipline heeft hen te zeer te pakken. Terwijl het gros zich door de eindelooze gangen voortbeweegt, snelt een kleine troep vooruit. Pahlen daarentegen is met zijn afdeeling soldaten plotseling verdwenen. Deze vertraging kan geen toevallige geweest zijn; handig in elkaar gezet en gruwelijk moet zij als waarborg dienen, indien de mocht mislukken. In de slaapkamer van keizer Paul dringen slechts enkelen naar binnen, daaronder Bennigsen en do beide Subows. Platon Subow (die zijn kamerdienaar bij zich heeft) stort zich op het bed: het is leeg. Schrik vertoont zich op aller gelaatstrekken. Daar rukt iemland 't bedgordijn op zij. Erachterstaa op h 1 po te voeten, in zijn n a c h t e ro d, JongTnensch (die een dooven papa om de hand zijner dochter komt vragen)Hm hm eh hallo eh u daar r keizer; in het kalkwitte gezicht glanzen zijn don kere oogen. Bennigsen zegt: Majesteit! U hebt opgehouden te regeeren. Op bevel van keizer Alexander nemen wij u gevangen.... Een nieuwe bende stormt inmiddels het slaapver trek binnen. - Zoolang Paul daar bewegenloos blijft staan, waagt niemand het hem aan te raken. De volkomen beschonken Nicolai Subow spreekt hem aan, doet hem verwijten en noemt hem een tiran. Dan roept Paul, den beschonkene onderbrekend, uit: Wat doet u hier eigenlijk! Wat heb ik gedaan? De toon van zijn stem, dit van tallooze wachtpara- den welbekende en diepgéhate blikken geluid, geeft als 't ware het sein, doet de troep losborsten. Elkander aanstootend en opdringend omringt de be schonken troep den man In het nachtgewaad. Een van hen raakt de hand van den keizer aan, maar wordt oogenblikkelijk teruggestooten. Dat is het begin van het einde. Dezelfde Subow haalt uit en slaat Paul met een zware snuifdoos tegen diens slaap. De kei zer tracht zijn degen te bereiken, maar dan werpt zich de reusachtige vorst Jasjwik op hem. Paul schreeuwt luid om hulp, verdedigt zich uit alle macht, maar wordt dan door de anderen ook aangepakt en tegen den grond gegooid Een van hen werpt hem een doek om den hals, moorddadige handen grijpen toe.... Bennigsen komt dan eerst, wanneer alles voorbij is. Het gezicht van den vermoorde is verwrongen en met bloed bedekt Tot aan den middag van den volgenden dag is het Michaelpaleis een schouwplaats van woeste toonee- len. De wijnkelders worden door de soldaten en offi cieren geopend Elizabeth, de gemalin van Alexander, wordt door beschonkenen de handen gekust. Krijlscheftd verklaart Maria Feodorowna, de Wür- tembergerin, dat zij alleen de rechtmatige erfgename van den troon is. Schallend lacht men om haar on mogelijk Russisch. 1 Alexander en Constantijn ontvluchten deze plaats vol verschrikkingen. In het winterpaleis wacht1 hen Pahlen. Inmiddels verbreidt zich als een loopend vuurtje de gebeurtenis door de stad. In het dagboek van gra vin Golowin leest men op den morgen van den 12en Maart: „Uit mijn venster zie ik een huzarenluitenant zwaaiend met zijn sabel op het trottoir aankomen: hij brult maar steeds door: Nu is alles geoorloofd!" Vórst Czartoryski, een boezemvriend van Alexan der, zegt in zijn aanteekeningen: „Het welslagen van de samenzwering hing aan een haar, want wanneer het den keizer gelukt was, zich ook maar een enkel oogenhlik aan de soldaten te vertoonen, dan was de zaak verloren geweest Het had zelfs genoeg ge est, wanneer iemand uit naam van den keizer de soldaten had toegeroepen. In het volgende oogen hlik zouden de samenzweerders gevangen genomen zijn." Pahlens „verdwijnen" gedurende de verschrikkelijke scène in het St Michaelpaleis wijst op eenzelfde opvatting van dèn toestand. Mogelijk, dat hij de samenzweerders in den rug heeft willen Russisch administratie-onder officier: Dat vervloekt admi- nistratiewerkToen ik nog: in actieven dienst was verdiende ik met één oog dicht te doen meer dan met beide hahden te werken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 11