De Witte Muizen. Brabantsche brieven. Derde Blad. Hoe erg het was, in Weenen. Feuilleton. Wh B reien de Aller Fijnste Wo..en K ousen Op Reis PUROL Binnenlandsch Nieuws. Zaterdag 23 Juli 1927. 70ste Jaargang. No. 8087. Een ooggetuige van de onlusten te Weenen schreef aan de N. R. Ct. een brief van Maandag. De gebeur tenissen, die zich Vrijdag hebben afgespeeld, moeten wel heel vreeselijk geweest zijn. Verschrikkelijke dagen, die verre de revolutieda gen van 1918 overtreffen, hebben van Vrijdag 15 tot Zondag 17 Juli Weenen geteisterd. Ontzettende too- neelen hebben zich afgespeeld in de straten aan den schonen hlauen Donau; bloed stroomde breed over straten en pleinen, breede rookzuilen stegen op bo- ven brandende gebouwen, waarin door opgehitste benden de brandende lont was geworpen. Verschrik king heerschte alom. Wie had, toen hij des Donder dags te ruste ging, kunnen denken, dat den volgen den dag de stad het tooneel al dezer verschrikkingen zou zijn? Hoe is het tot deze ramp gekomen? Deze is lang zaam maar zeker voorbereid in het roode, geheel ver politiekte Weenen, is het gevolg van het onverant woordelijk gehits van bladen als de „Arbeiterzeitung", Abend, e.a. doch vooral van de communistische en socialistische partijleiders die in deze voor elkander niet willen onderdoen. Voeg daarbij de scherpe actie der Hakenkruisers en men heeft de situatie, waaruit alle onheil geboren kon worden. De onmiddellijke oorzaak was, naar de lezers van dit blad weten, het vrijsprekend vonnis, dat Donderdagavond geveld werd in het proces-Schattendorf. Deze vrijspraak verwekte in het roode Weenen groote opwinding. Zonder consigne daartoe werd in alle bedrijven Vrij dagmorgen den aifbeid neergelegd. Spoor, tram. post, telegraaf, gemeentebedrijven, alles staakte, en werk willigen werden eenvoudig gedwongen mee te staken. In optochten trokken groote groepen arbeiders op naar den Ring, om vopr het Parlement te demonstree- ren. Van de socialistische partijleiders was niets te bespeuren, wel van de communistische, die heftig in woord en geschrift tot gewelddadig optreden aan spoorden. De directie der politie riep alle politiebe ambten en trok deze zooveel mogelijk samen rond de groote paleizen aan den Ring. Daar groeide de massa demonstranten tot ©enige honderdduizenden aan, die weldra een dreigende houding aannamen. Van alle zijden kwamen intusschen sterke afdeelin- gen van den socialistischen Schutzbund in uniform aangemarcheerd. Door duizenden aanhangers in de straten werd zij begroet met den rooden groet „Freundschaft" terwijl de politie-afdeelingen te paard en te voet werden uitgefloten en met oorverdoovend gejoel werden ontvangen. Volksopruiers, lichtschuwe elementen hadden intusschen met hun hitserij op den Ring reeds zooveel succes bereikt, dat het volk een aanval ondernam op het Parlement. Dit was de eerste botsing. Steenen vlogen door de lucht, barricaden werden opgericht. De politieruiterij deed herhaalde lijk bloedige charges. Menig ruiter werd door het volk van het paard gehaald en zwaar gewond, ©enigen werden geheel vertrapt, terwijl hun distinctieven en uniformstukken als tropeeën werden meegevoerd. Achter het parlement brak1 op een gegeven, oogen blik de massa door de linies der politie heen. Als een woeste hord©, stortte zichl de massa naar het paleis van justitie. Een afdeeling politie verschanste zich daarin en schoot vanuit de ramen. Gewapend met ijzeren huizen, 'balken. stalen staken, stukken van tuinbanken, enz., ondernamen de betoogers een aanval op het grootsche gebouw en wisten tot in de nabijheid door te dringen. Jonge opgeschoten ar beiders kropen door ingeslagen parterreramen naar binnen en smeten boeken, portretten, stukken van archieven iaar buiten. Zij vonden in de kelders de daar opgeslagen brandstoffen alsmede benzine.. Spoe dig brandde buiten reeds een groote hoop voorwer pen. waarop voortdurend uit de vensters stukken der meubileering. enz. bijl geworpen werden.Dan dron er een man naar voren, en onder den uitroep: „Weg met de klasse-justitie-" smeet hij een brandend stuk hout temidden van een archief in het Paleis. Tn een oogwenk) stond de geheel© benedenverdieping in lich» telaaie. De brandweer werd gealarmeerd, en rende met groote uitrusting toe, het volk verjoeg haar echter. De politie-beainbten in het gebouw klommen Uit het Amerikaansch van RICHABD HARDING DA VIS. Vertaald door Willy H. van dor Tak (Nadruk verboden) 25. Inetf bulkte zich' dichtbij het altaar en bleef beslui teloos om zich heen staan kijken, nadat ze een waaier en gebedenboek had opgeraapt. Roddy kwam voorzichtig te voorschijn uit de zijbeuk van achter de laatste pilaar. Inez liep vlug naar hem toe. De laatste misdienaren verlieten haastig het altaar en leten hen alleen, na hen voorbij1 geschuifd te zijn. Roddy gaf Inez de hand. toen ze samen achter de groote pilaar stonden, die hen verborg voor allen, die voor in de kerk waren. De oogen die in zijne keken, waren ernstig, en berouwvol. Het spijt me zoo vreeselijk. smeekte ze, kunt u me vergeven? U vergeven! fluisterde Roddy. De opgetogen klank in zijn stem was al antwoord genoeg. Inez trok' miiet een lichte glimlach haar hand1 terug en stak hem een klein stukje papier toe, dat ze uit de binnenkant van haar handschoen haalda. Ik heb dit voor u meegebracht, zei ze. Roddy greep het verlangend. Voor mij?, riep hij verrast uit. Hoe wist u. dat ïkl hier zou zijn? Het meisje keek hem' een oogenblikl strak aan. Toen vloog een blos over haar gezicht en haar oogen. begonnen te schitteren. Ze glimlachte hem toe op dezelfde plagende en tegelijk lieflijke manier, die hem al twee keer eerder getroffen had. Hoe wist u, dat ik) hier zou zijn?, antwoordde Xe schaksch daarop. Toen liep ze vlug weg. Roddy liet haar een poosje den tijd om weg te ko men en kortte zichzelf den tijd door alle geldstukken die hij in zijn aakken vond, in het armenbusje te stoppen, omdat hij dart, voor het oogenblik de meest voor de hand liggende wijze vond om uiting te geven aan zijn gevoelens. Van de kerk haast e hij zich naar een leege bank in De Alameda en opeude het briefje. Tot zijn verrassing zag hij dat het van Mr. Broughton de vrouw van den Engelschen consul in Porto Gabello, ook een Amerikaansche van geboorte en veel jonger dan haar man. Sinds Roddy in Porto Cabello was, kwam hij geregeld bij hen aan huis. Hij kon urenlang met hun kinderen in den tuin spelen, zon der het noodig te vinden hun vader of moeder mee snor de hoogsre vwrGSwpfcngwa, feoaCtaa h«t tan laat ste niet meer uithouden en sprongen uit de ven sters naar beneden. Hier ving het grauw hen op en trapten hen dood. Eenige agenten, die het lot hun ner collega's zagen, ontdeden zich van hun uniform, en trachtten zoo weg te komen. Zij) werden echter herkendl en neergeslagen. Seitz, de socialistische burgemeester van Weenen en eenige socialistische leiders meenden genoeg autoriteit te hebben om de brandweer doortocht te verleenen. Zij reden op brand wagens naar voren. 'Het volk echter joeg hen terug, wierp hen met steenen, en enkelen hunner kregen er geducht van langs. Eerst laat op den dag gelukte het de brandweer bij (het Paleis van Justitie te komen, het was echter te laat; het prachtige gebouw stond geheel in brand. De kostbare archieven, bibliotheek, processen-ver baal, bronzen standbeeld, alles brandde of smolt weg. Een schade, die niet te schatten is en die Oos tenrijk in geen jaren kan herstellen. Terwijl het paleis van justitie brandde, werd er ge roepen: „naar de burgerlijke pers!" De ontzinde, terende menigte stoof af op een politiebureau en verwoestte diit volkomen, waarbij eenige agenten werden gedood of verwond. Vandaar ginc- het naar de bureaus van de Wiener Neueste Nachrichten, die geheel werden verwoest. Toen kwam de Reichspost n de iSrtrozzigasse aan de beurt. De politiebewaking aldaar, te gering wijl er geen beschikbaar was, moest wijken. In een kwartier tiidi stond het gebouw in lich telaaie, Redactiebureaux, zetterij en drukkeriji wer den eerst volkomen verwoest, daarna verbrand. Rond den middag was de toestand kritiek. De re- Keering! alarmeerde de rij'ksweer, die alle gebouwen aan den Ring afzette. De politie werd gewapend! met infanteriegeweren en het standrecht werd afgekon digd. overal stonden machinegeweren opgesteld. Nochtans wilde de mas9a niet van den Ring wijken en probeerde nog steeds het parlementsgebouw te overrompelen. Daarop is het schieten begonnen. De machinegeweren hebben tot diep in den nacht on ophoudelijk gerateld, honderden en honderden men- schen, onder wie natuurlijk onschuldigen, stortten? neer. Velen waren, zonder dat ze het zelf wisten, tusschen de betoogers gekomen en konden niet meer weg. Het/ waa verschrikkelijk. Sommige afdeelingen der politie geleken hun bezinning kwijt, waartoe zeer zeker het schrikkelijk lot van talrijke collega's bijdroeg. Afscbuweijk verminkte vrouwen, kinderen; mannen met ingeslagen schedel; gekwetsten met buikwonden, het waa een ontzettend) bloedbad. En nog steeds hitsten ongure typen het volk tot ver zet op. Het gevolg was, dat het optreden der politie volkomen onverbiddelijk werd, Tooneelen, die zich misschien in den/ oorlog niet voordeden, speelden zich! hier af. Zoo werden verscheidene in een straat bijelkaar staande personen neergeschoten. Kreunend wentelden zit zich om1 over de steenen. Mensbhen snelden toe om te helpen en hen te vervoeren en teekenden op een zakdoek een rood kruis met bloed en staken dien omhoog. De geweren knalden ech ter zonder ophouden en bij een der salvo's werden de helpers zelve gedood:. Er bestond geen pardon meer: wie op straat was verkeerde in direct levens gevaar. In de straten rond de binnenstad, bijzonder aan den Gürtel, waren de arbeiders meester. Iedere taxi-auto werd) aangehouden. Het verkeer moest vol komen stilliggen. Alleen renden onder langgerekt naargeestig gefluit de ambulance-auto's af en aan. Zaterdag kwam het in de arbeiderswijken weder om tot bloedige 'botsingen met de politie. Talrijke slachtoffers vielen weer aan beide zijden, ook bij den socialistischen Schutzbund. die. nu het te laat was, mede de orde wilde herstellen In groote auto's reed de politie rond, de geweren in den aanslag. Bij nadering dezer auto's in de straten, vlood het pu bliek onder angstgeschrei naar alle richtingen. Des nachts om twaalf uur eindigde de algemeene staking dwingen. De stakingi biji post en telegraaf en op di espoorwegan duurde voort. Men wilde de regeering tot aftreden Deze echter hield stand en eischte dat de verkecrs- staking zou worden opgeheven. De socialisten heb ben heden, Maandagavond moeten toegeven en he dennacht om 1Ü uw wordt d«taking opgehaven. D© bladen zelfa ook reeds de Reichspost zijn eerst heden tegen den middag verschenen. Het hetz- blad1 .„der Abend" dat heden verscheen, werd ge- confiskeerd en kon daarna weer met groote witte vlakken verschijnen, De gebouwen aan den Ring zijn door sterke cordons rijksweer afgezet, terwijl .afdeelingen politie te voet en te paard, gewapend met geladen geweren, surveilleeren. Niemand mag in de straten blijven staan. De algemeene toestand; is thans rustig. UL.VENHOUT. 18 Juli 1927. Menietr, Ben nie wisten zwem men in Scheveningen van de week. Thuis gebleven. De wèrmte van verlejen Zondag, is bij d'n Zondag gebleven en we zitten weer in den moesson. En daar om ek deus week het sprikwoord toegepast: Oost West, bij Trui 'be...roerd. Maar daar kom nog bij as da wij op den hof gin 'man konden missen zelfs mijn nie en laten me da nouw maar eerlijk be kennen, as 't zoo druk is dat d'n baaa mee mot warken, dan la t al heel erg. Want zoo is het overal dikkels, ge kun beter veur 't wabk soms d'n baas missen dan den jongsten bediende, zooaa juilie dienl noemen. Bij ons biet te koei-schèper. Webben ons mottig ge sjouwd oipi 't hooi binnen te krijgen, 't Stong te rotten op 't veld. Gras groeit 'r genogt, maar hooi kunde 'r nie van gemokt krijgen, 't Wor allemaal zeegras. Zwart en taai. D'r zullen volgend jaar weinig lichte sigaren te krijgen zijn.... Ovee zware tabak gesproken, z'-ebben daar in Osterijfc ok 'n zware pijp gerokt, 'k Denk dat de Moes er wel'n begin van Nieketine-vergiftigdng van zal hebben. Want indirekt was 't teugen hem ge richt. 't Is toevallig, maar al mdjh brieven staan in het teeken van den Moes. (As Sjarrievarijus, de letterzifter, dit leest, kan ie weer zeeveren.) Maar in elk geval, al lot ie nouw nog zooveel por tretjes van 'm in de kranten zetten mee onheil spellende oogen, hij kekt altij net of ie geschrok ken is de Moes horre, nie Sjarrie 'hij' zal toch in de gaten krijgen, da z'mi over de Italiaansche grenzen nie lusten, Want da zè'k oew: as ie gruunten- of melklant van mijn wa9 dan pofte ik 'm ginnen dag. Want zoo bende gezond en zóó worde geniekotineerd. En mijnen hof is gin begra fenis-onderneming; die kan niet draaien van dooie kliejenteele! Ondertusschen eet de bevolleking van Weenen apfpèd aangeteekend) tegen een uitspraak van de Rechtbank. Deus uitspraak was min of meer veural meer fassisties gekleurd en toen tee- kende Weenen appèl aan. Ze staken1 de Rechtbank aan. En mee vrucht. Want d'r is niks anders meer van over dan de plak waar ze gestaan heet. Nouw zijn de rechters in Weenen nog slechter af, dan de (boeven, want die ebben tenminste nog een dak boven d'r hoofd en 'n goei slot op 'r deur. Vrij dagavond las ik in de kranten dat de rust in Weenen weer heelemaal was teruggekeerd. Op klei nigheden na blijkbaar, want 's Zaterdags vielen nog negen dooien, maar allee, 'ne mensch mot op alle slakskens gin zout leggen. Goed! beschouwd is 't in ons landje nog nie zoo bekaaid wonen. We meugen dan wel heel 't jaar verkouwen zijn, (da sla nouw nie op Trui), we meugen nouw geregeld in regen, kwaai weer en veul wind zitten; we meugen op d'n duur halve kikvorschen worren, want we zitten steeds in d'n modder, we meugen wa keet maken in de etergol- ven, maar daar vallen gin dooien mee. En wat de berrie in de etergolven betreft, da zit 'm ok weer minder in den eter as wel in de drukkers, die allemaal veur niks de programma's willen drukken. De grotste ruzie zit 'mi daarin, dat ze 't allemaal zeer netjes voor U aan. JAAP SNOR, Zuidstraat ld, Helder. te deelen dat hij op het tooneel aanwezig was en de Broughtons en hij hadden heel wat avonden in zijn „patio" gezeten en Amerikaansche tijdschriften gele zen, zonder dat een van hen een overbodig woord had gesproken als ze elkaar goeden nacht zeiden. Maar sedert zijn terugkomst uit Curagao was Roddy teveel door de gebeurtenissen in beslag genomen om aan zijn oude vrienden te denken. Het briefje luidde: „Beste Mr. Forrester. Mijn man en ik heb ben u in geen eeuwen gezien en de kinderen jammeren om Oom Roddy. Wilrt u met mr. de Peysyter overmorgen komen theedrinken? De eenige die nog meer komt zal u dit hriefje ge ven." De Broujglhtona waren al vijf jaar in1 Port Cabello en Roddy zag wel in dart het vanzelf sprak dat de twee Amerikaansche meisjes elkaar goed kenden. Hij vond zichzelf een ezel dat hij daarop uit zichzelf niet gekomen was. Maar veel tijd voor dergelijke over wegingen gunde hij zich niet; hij sprong jubelend overeind en voerde een solo-dans uit op het grintpad. Hij scheurde hert briefje in kleine stukjes en gooide die de lucht in. Mary Broughton, riep hij verrukt uit, je bent een schatl Hij was zoo vervuld van dankbaarheid, dat hij de eerste de beste banketbakkerswinkel binnenliep en een paar pond van de geconfyte vruchten aan haar adres liet bezorgen, waarvoor Venezuela beroemd is. In dit bijzondere geval strekten zij om de kinderen Broughton een paar dagen maagpijn te bezorgen. Dien avond werd de aanval op den tunnel her nieuwd met een kracht, waaraan geen cement of roestig ijzer weerstand konden bieden. Roddy zwoeg de als een kolendrager, geïnspireerd door de gedachte dat hij den volgenden dag Inez zou zien en dat zij zelf verlangde hem te zien en bovendien vol verlan gen om haar verslag uit te brengen over de vorderin gen van het reddingswerk. Zijn geestdrift vuurde Pe ter en Mc. Kildrick tort een even groote inspanning aan. Om negen uur waren de groote keien uit elkaar gewrikt en een kille, muffe luchtstroom die naar bui ten woei in den warmen geurenden avond en op de vermoeide lichamen van de drie mannen, bewees hun dat het eene einde van de tunnel open was. VII. Roddy wilde dadelijk de steenen treden af om de tunnel te onderzoeken, maar Mc. Kildrick hield hem tegen. Je zou het geen minuut uithouden, kerel; het duurt misschien dagen voordat we veilig naar binnen kunnen. Dat is vijftig jaar lang een grafkelder ge weest, waar geen zon en geen frissche lucht zijn binnengekomen en zich allerlei schadelijke dampen hebben opgehoopt En ik ga toch naar binnen, hield Roddy vol. En ik zeg je dat je niet .gaat, antwoorde Mc. Kildrick. Ben ik de gouverneur van deze vesting of ben ik het niet? Roddy lachte opgewonden. Dit is m ij n expeditie en als ik spreek hebben mijn volgelingen tfe gehoorzamen. Mc. Kildrick merkte dat er toch niet tegen te rede neeren viel. Hij haalde een touw waarvan hij het eene einde als een lus onder Roddy's armen doortrok. Dan moert je het zelf maar weten. Onze eenige wensch is, zei hij grimmig, dat als je flauw valt, je het met je hoofd naar ons toe doet. Anders slaan we je tot mosterd. Roddy ontstak zijn electrische zaklantaarn en liep voorzichtig de treden af, als een duiker die in zee afdaalt. Peter leunde over de opening, terwijl hij het touw strak hfeld. Als de slangen en vleermuizen en vampiers je te pakken krijgen, waarschuwde hij, zul je wen- schen dart je maar weer tusschen de haaien zat! Roddy hoorde hem al niet meer. Hij sloeg op eens zijn handen voor zijn gezicht alsof hij een slag afweerde en viel toen met een zwaren bons voorover. Halen!, commandeerde Peter. (De twee mannen plantten hun hakken in den grond en trokken aan het touw, tot ze Roddy bij de schou ders konden pakken. Toen heschen ze hem uit de opening en legden hem neer. Toen Roddy bijkwam, stond hij met 'een versuft gezicht op. We zullen ons bezoek maar uitstellen tot er een hetere ventilatie in die gelegenheid is aange bracht. Maar als een van jullie van plan is me: „Dat heb ik wel vooruit gezegd", onder den neus te duwen, zal ik hem mores leeren. Ze zetten de steenen weer voor de opening, maar zoo dat er breede openingen bleven, waardoor frissche lucht en zonlicht konden binnendringen en gingen toen naar Roddy's huis terug. De openingen tusschen de steenen hadden ze losjes met wingerdranken be dekt. Thuis vonden ze Vicenti op hen wachten, die be langrijk nieuws bracht. De aanhangers van Kolonel Vega verzamelden zich in de buurt van Porto Ca bello en de regeering begreep heel goed dat Vega zich spoedig bij hen zou voegen om het spelletje tie laten beginnen. Maar hij was nog niet gevangen genomen, omdat de regeering hem tegelijk wilde arresteeren met allen die met hem de stad zouden verlaten. Het voor nikt willen doen. Ha heb noviw- ok aoo'n radio- kist staan mee 'ne lout-epleker aan 'n touw, maar deur dieën lout-spieker van mijn, ik weet nie of da bij: jouw ok zoo is wordt kollesaal gespiekt. Telkens komt 'r 'nen heel vriendelijken meneer deur praten en wenscht me „goeienavond" en „welte rusten", Ikl laat et nie onder me, en wensch t'm van harte truig. Maar elk oogenblik vertelt ie wa z'n giro-nummer is. Wa kan mijn da nouw schillen. Veur mijn part was zijn giro-numimer No. 100, da zou nog zoo gek nie zijn, mee die gierderij. Maar telkens is 't: „Dames en iHeeren." Dan motte Trui zien. Kek1 ze net of ze zeggen wil: „daar boor ik ok bij." Ja, dan freet ikl' imj'n bloed op. „U zult wel denken) Dames en Heeren, daar is ie weer. maar wit doen alles voor niets, dus we hebben veel geld noo- digl" Verder komrt ie bij mijn nooit want dan trek ik 'r den stop1 uit. 't Is misschien nie beleefd, maar ze motte bij: mijn nie steeds op hetzelfde terugko men, dan krijg ik 'r 't zuur van. Maar wa 'k zeggen wou, 't is hier op die eeuwige drupneus na. die van d'n Nederlander nie weg te slaan is. as ne klit menier, as 'ne klit zit die drupneus aan oew vast nog zoo broerd wonen nie. Ze regeeren ons aanslibsel1 goed, WiJi zijn ommera aan-komen slibben uit de Noordzee! Vandaar dat 'r nogal wa kwallen onder zitten heel Maar nie oven de kwallen, over ons 'Limburg wouw ik 't hebben gehad. Ons Koningin eet da zaakje mee di're man en meo d'r dochterke weer 's handig aangepakt. Die Bel gische behangers, die zoo nouw en dan heel Lim burg komen beplakken mee pamfletten, zullen nouw toch wel snappen, da ze hier gin sjoege (hebben. Gin sjans. Lekkere jongens daar. Mee d'n oorlog sloegen ze hier d'r tenten opi; wij1 ebben ze gevoeiërd mee 't beste da me hadden en nouw zouwen ze uit pure dankbaarheid ons willen anekseeren. We slib ben weer net zoo lief trug. We zetten de waterlinie openen van slib zijn me gemokt en tot slib keeren me trug. Ozoo. Da's ne goeien inval gewist van ons Koningin om d'r eigen in Limburg weer 's te laten zien; 'n reuze-idée. As ge mijnen brief et, dan zal Geysendorrever wel weerom zijn van Batavia denk 'k. Da's 'n reuze prestasie gewist. Tien keer meer wèèrd dan al da-d- oceaan-gefladder. En dieën Amerikaan van Lier- Blek mot. as ie thuis is, tusschen z'n landgenooten, maar 's vertellen dat die lui in Nederland da landje waar ze die Fokkers bouwen wel minder drukte maken van de dingen, maar 't evengoed lappen! as Lindbergen, Chemiberlijns en hoe die dollar-lucht-aocrobaten hieten meugen! En al heet Ekselensie de Geer dan den Gijs nie omhelsd en 'n kuske gegeven zooas Koelitsje in Amerika den Lind ee gedaan: de Geer en de Gijs hebben 't net zoo goed gemeend. Wij: Nederlanders zijn nouw een maal nie zulke omh elzens. Vraag 't maar aan Trui. Menier, as steeds, de groeten van Trui en gin haar minder van oewen toet A voe DBé. Ter verzachting en genezing van stuk- geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen en smetten der huid, miuggebeten en zonne brand, moet men op reis voorzien zijn van Doos 30, 60, Tube 80 ct. HOOG WATER IN TWENTE. Voor de boeren langs Schipbeek en Bolksbeek ziet het er dezen zomer slecht uit. Door de doorbraak van de rechterkade der Bolksbeek is het land weer wijd en zijd onder water gezet. 1700 H.A. staan blank. Het vee moest in allerijl gestald worden of in veiligheid worden gebracht op hooger gelegen terrein bij fami lie en kennissen. Veel hooi ging verloren. De stroom nam het mee en wat bleef liggen is zoo goed als waardeloos geworden, terwijl het ongemaaide gras diep onder water staat Ook is door den sterken stroom heel wat gras vernield. En hoe lang kan het duren voor het water weer wegtrekt. Watermolens, die het weer op de beken kunnen werpen, ontbreken. Het moet óf verdampen óf in den grond, die geheel doorweekt is, wegtrekken. Gerust kan men aannemen, dat de ondergeloopen gronden voor dit jaar waarde loos zijn. De schade is ontzaglijk groot. Zooals we reeds meldden, hebben de boeren zich telegrafisch tot den minister gewend om hulp. Mo menteel kan de regeering weinig doen om aan den noodtoestand een einde te maken. Noodzakelijk is het, dat de afwatering afdoende verbeterd wordt en dat kan niet in enkele dagen of weken geschieden. Voor velen zal directe hulp echter ook noodig zijn. Een paar varkens zijn bij de doorbraak omgekomen. Groote troepen wilde eenden komen op het over stroomde gebied langs Bolksbeek en Schipbeek af. huis van Vega werd door de politie bewaakt en zijn gangen werden nauwkeurig nagegaan. Het leek bij na onmogelijk dat hij zou ontsnappen op het oogen blik dat de regeering wilde toeslaan. En tegelijkertijd, vertelde de dokter verder, zijn wij gereed. Als Vega zijn troepen kan bereiken en een opmarsch naar de stad zou beginnen, breekt hier een opstand ten gunste van Rojas uit. Als wij Rojas konden bevrijden en als het volk he mziet. kan niets Alvarez meer redden. Alvarez weet dat net zoo goed als wij. Maar het is onmogelijk om het fort van San Carlos in handen te krijgen zonder artillerie. We kunnen de stad inne men, we kunnen ons van de kazernes, van de douane meester maken, maar van San Carlos niet. Maar er is nog een grooter gevaar. Alvarez, die weet dat onze partij zonder Rojas direct uiteen zou vallen, zal hem misschien bij het uitbreken van den opstand laten doodschieten. Roddy vroeg Vicente, of hij als dokter dacht dat Rojas sterk genoeg zou zijn om een veldtocht te lei- leiden. Neen, verklaarde Vicente, dat kan hij niet, paar dat hoeft ook niet. Als hij zich maar vertoont, is er geen veldtocht noodig. Zelfs de regeeringstroe- pen zouden naar hem overloopen. Maar, voegde hij er bij met een zucht, waartoe dient het om over het onmogelijke te praten? De troepen, die San Carlo verdedigen, zullen Alvarez trouw blijven. Hij heeft daar alleen mannen van zijn eigen; plantages ge plaatst; hij heeft ze koninklijk betaald. En ze heb ben nog andere redenen om liever te sterven dan zich over te geven. Ze hebben zich in Porto Cabello schandelijk gedragen, en de mannen uit de stad 'haten hen even erg, als de vrouwen hen vreezen. Bovendien kent iedereen hun wreedheid tegen de politieke ge vangenen en zij begrijpen dat zij niet op genade be hoeven te rekenen. Zij zullen vechten, niet om San Carlos te beschermen, maar om hun eigen leven. Vicente maakte zoo'n betrouwbaren indruk, dat Roddy hem hun plpi zou hebben verteld, als zoowel Perter als Mc. Kildrick hem niet op het hart hadden gedrukt dat niemand het geheim van den' tunnel mocht weten vóór het laatste oogenblik. Den volgenden morgen bracht Sam Coldwell, bege leid door Mc. Kildrick, een officieel bezoek aan den vuurtoren. Toen hij alles geïnspecteerd had, ging hij terug naar het stuurhuis je van de sleepboot, die hem over de haven gebracht had en zond iemand om Roddy te halen. Roddy kwam bij hem in zijn werk- kleeren, die bovendien nog geheel bedekt waren met modder uit de haven. Coldwell, in zijn koele linnen pak met een keimge Panamahoed op, grinnikte ver genoegd, toen hij het contrast tusschen hen beide opmerkte. Hij kon Roddy niet goed uitstaan en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 9