VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT IDYLLE IN 1940. GEVAARLIJKE BEROEPEN Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 30 Juli 1927. No. 8091. RADIO. mm mm Het is nog niet eens zoo heel lang geleden, dat in de Radio-wereld de mare de ronde deed: Er is een nieu we lamp geconstrueerd! Dat was: de „Loewe"-lamp. Deze had 3 electroden- groepen (gloeidraad roosten praat), was du« een drievoudige lamp. Maar bovendien waren nog weerstandlsversterkereenhed'en in den voet ingebouwd Het was dus niet meer of minder dan een half toe stel 1 Maar... door patentrechten mag deze lamp in Hol land niet verkocht worden, zoodat de Nederlandsche Radio-amateur deze buitengewone lamp aan zijn neus ziet voorbijgaan. Hij mag toekijken, maar.... aankomen niet! Iets dergelijks, maar dan alleen een driedubbele lamp, zonder de ingebouwde weerstandsversterker- eenheden, wordt door de „Clearton Vacuum Com- pany" gefabriceerd. Ook deze lamp heeft drie gloei- draden, 3 platen en 3 roosters, gezamenlijk onder- i gebracht in een glasballon. De normale stand van de plaat is bij de bekende Hollandsche lampen horizontaal; deze drie groepen electroden zijn verticaal in klaverbladvorm opge steld. D'it is vermoedelijk met het oog op de ruimte gedaan, ofschoon het onzes inziens ook nog het voordeel heeft, dat de gloeidraad door uitrekking niet op het rooster kan doorzakken en daarmee in contact kan komen. Bij de andere uitvoering is dit althans heel wat eerder het geval. De schakeling van deze lamp is eenvoudiger dan men zou denken. Een normale lamp heeft vier aan- sluifcklemmen, n.1. 2 voor den gloeidraad en voor rooster en plaat ieder een. Deze drievoudige lamp heeft er in totaal slechts 8 en niet 12. Voor de gloei- draden die in serie staan, in het geheel 2 en voor rooster en platen ieder 3. Vier van deze aansluitingen zijn op de normale wijze onder den voet aangebracht in den vorm van de bekend'e pennen, door midd'el waarvan de lamp in een normaal lamp voet je ge- I plaatst kan worden. De resteerende vier vinden een plaatsje op een daarvoor speciaal aangebrachte rand, j die zich bevindt op de plaats, waar de glazen bol in I den voet is gebracht. In schema 35 is de schakeling in beeld gebracht Dé bovenste cirkel geeft schematisch de onderzijde van de lamphuls weer; de uitstekende nok voorkomt een verkeerde schakeling. De onderste cirkel- geeft de 4 aansluitklemmen met de kraag weer. Volgende week een boeiend artikel: De verboden vrucht.... of, zenden op de korte golf! DE PENSIONGASTEN. Maanden had ze stil gelachen, Maar geen woord er van gezegd, Dat ze van haar huishoudgeldje Iets terzijde had gelegd, Want ze wou, ze vond het zalig, Als het mócht en als het 'kón, Net als andere mevrouwtjes Voor eeri weekje „en pension"! Ze wou ook wel eens genieten Van haar mooie vaderland, Bovendien was 't goed eri nuttig Voor je naam en voor je stand! Daarom had ze braaf bezuinigd Op de middagpot en zoo En voor 't eerst op zijn verjaardag Kreeg ie niets van haar cadeau! Hij had eindelijk begrepen, Toen ie eens haar spaarpot zag, Zij kw trotsch bij de vriendinnen Met haar weelde voor den dag! „Ja, mijn man is vastbesloten, „Hij houdt niet van klein gedoe, „O, we gaan dit jaar 's kijken, „Maar eens weer naar Zandvoort toe!" Tot mijn spijt kan u niet aannemen ais kinder juffrotrw. U is te klein. Dat pleit juist voor me. Als ik de baby laat vallen bezeert ze zich nooit I En een dag of veertien later Liepen z' aan de wijde zee, Hij in z'n confectie-pakje, Zij droeg boterhammen mee! Eiken dag ging er een kaartje, Met een beeld van 't zilte mat, Naar de babb'lende vriendinnen In de verre, kleine stadl- d' Eerste dagen -waren heerlijk, Niets dan strand en zonneschijn En ze hadden danig eetlust, Maar hun spaarpot leek wat klein! Tot hij op een goeien morgen Stil vertelde aan z'n schat, Dat de pret was afgeloopen, Dat ie amper reisgeld had! Na een schrale viertal-daagj es Kwamen ze weer van den trein, Al de gnuivende vriendinnen Loerden achter het gordijn! Hij vertelde breed lawaaiig Van hun deftig pension, Jammer, dat z'n hoestend vrouwtje, Niet meer tegen zeelucht kon!! (Alle rechten voorbehouden.) Juli 1927. KROES. Vader, mag ïk een sigaret rooken? Waarachtig niet! Tabaks rook inademen is slechts voor je. Een visioen van SIRiOLF. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden). Het was wel een heelll buiten nissige avond, dien zevenden Juili van het jaar 1940. Volgens oude ka lender® uit vervlogen jaren, moest het nu zomer zijn, een jaargetijde, dat zichi volgens de overlevering van de andere onderscheidde, door zonneschijn en warm te. En het onbegrijpelijke was gebeurd: het was dien gedenkwaardigen dag. van het jaar 1940, voor het eerst sedert menschenheugenis, warm geweest en men had aan den hemel1 een vurig, schitterend he- mielliohaamj waargenomen, dat volgens oude astrolo gen niets anders kon zijn, dam een verloren gewaand' sterrenlichaam, deizonl Maar dit was niet alles. Er waren meer zonder linge, hoogst vreemdsoortige en schier ongelooflijke dingen waar te nemen,dien dag. Aan het strand, waar die zel'fde oude Noordzee 'het zand kuste, juist izooals honderden jaren geleden, zat een merkwaar dig, wezen. Het was een menschelijke gedaante, Wan neer men goed op de hoogte was met de oude ge schiedenis van de ontwikkeling van -hpt- mensche- lijto geslacht, zou men in die vreemde gedaante, een vrouw herkend' hebben. De vrouw zag er hoogst zonderling uit, zij was namelijk zeer bekoorlijk. Haar hals was niet uitgeschoren, noch behoefde zijl haar gemillimeterde haren met veel pomade in een jon genskuifje te plakken. Zij: had vol, Mond haar, dat in een wrong haar hoofdi siemde als een gouden 'kroon. Ziji rookte geen sigaretten of sigaren, noch pruimde zij, Haar rokken reikten niet boven de knie. Slechts een fijn enkeltje van een nog fijner voetje was te zien. Ziji droeg geen vierkante mannen- jas, doch een vrouwelijke blouse.... met een frêle kantjeIn één woord, dit wezen was hoogst eigenaardig en onwezenlijk. Zij was namelijk niet mismaakt, doch alleen maar bekoorlen. Zij' beschil derde zich de lippen niet met een stuk lp ode verf, zooal® eeuwen geleden de woeste Indianen deden, als zij; op het oorlogspad gingen of als de vrouwen van het eerste kwart der twintigste eeuw. Ook be smeurde ziji zich de donzigrizachte wangen niet met kalk, zoo-als bakkers enstucadoors in overoude tijden plachten te doen. iHeur wangen waren heel; onna- tuurüijfk! d'oor de zon verbrand, zacht bruin,, met een rozige ondergloed. En. haar oogleden had zijl niet met houtskool1 zwart gemaakt. Neen, ziji was schoon en gewasachen. Inderdaad, een wel zeer uitmiddel puntig wezen.... i Ziji staarde over de rustelooze zee, met een blijde glans in haar lichtblauwe oogen, van zoet verwacht ten. In de verte werd' een donker punt zichtbaar. Het leek een vogel. Al gröoter en grooter werd dat punt. Nu kon men duidelijk zien, dat het een vlieg machine was. No® enkele seconden, en daar 'kwam, gelijk een adelaar, een machtige vliegmachine uil de lucht aangeschoten met een ongelooflijke vaart. Het merkwaardigste was, dat de duizendipaardlSrmotor van dit vliegtuig geen helsc'h lawaai maakte, zooals tientallen jaren geleden de verouderde vliegtuig motoren. 'De duizend paardekrachten van dezen .electrisohen motor maakten slechts een zacht ge zoem, al® van een tevreden bij. Binnen enkole se conden zeeg de groote metalen vogel op het strand neen Een man sprong er uit en stapte op de vrouw toe. Da vrouw gedroeg zich. heel eigenaardig. Zij gaf den man geen klap op den schouder en zei ooki niet: ..Zoo, oude jongen!, hoe maak je het; ga je mee een borrel drinken, want ik stik van de dorst!" Ze reikte hem met een ouderwetsch' gracieus gebaar haar fijne handje, dat de man kuste, alsof hij een rid der uit de duistere middeleeuwen was. Dan nam hij naast haar plaats op het strand „Wat ben je lang weggebleven, vent", zei ze vrien delijk, met iets zachts-verwijtend® in haar stemt, dat toch niet kwetste. „Lang?" zei de man. „Lang? Ik ben net twee uur weg geweest héén en terug naar New York! Me dunkt! Nu ja, ik kwam- boven de Canarisohe eilan den Pietertje, onze dienstbode tegen die je had uit gestuurd omi pisangen te halen. Ze zet me, dat er geen pisang, meer te vinden was op al de Canari sche eilanden, omdat er net een boodschappenvlieg- tuig van de Noordpool was geweest, die de laatste had weggehaald voor een picnicpartijtje 'dat een paar Javanen, vlak bij de Behring See, o-p Baffin- land organiseerden. Toen heb ik even met haar gesproken, draadloos natuurlijk, en 'haar opgedragen maar evendoor te gaan naar Mexico of Jamaica. Ze zal dadelijk wel terug zijn. Maar verder ben ik re gelrecht naar New York geweest, om even dat potje Amerikaansche mosterdsaus te halen. Ik wist, dat je daar zoo dol op bent De bekoorlijke, dus wel hoo-gst oud'erwetsche vrouw, sloeg een anmi om. den hals van den man, en zei: Ach natuurlijk,, lieve 'jongen, ik zeii het maar voor de 'grap„ ik meende er niets van hoor. Vertel me maar eens, was er nog iets nieuws in New York? Nieuws, lieverd? N'ee, niet bepaald. Dat is te zeggen, de vliegdienst naar de Maan wordt veran derd). Er komt nu- elk uur een afvaart, in plaats van om de twee uur. En naar Mars komt een ihalfuurs- dienst. Er was ook een historische tentoonstelling, waar ik nog even ben gaan kijken. Je weet wel, van die rare vliegdingetjes waar ze jaren geled'en, in ik weet niet hoeveel uur, ik geloof 34 of 40 uren wel, over de oceaan door de lucht kropen. Belache lijk onbeholpen machinetjes waren dat. Die werden gestookt, met een nattig goedje, dat ze benzine noem den en waarvan ze een -heele boel in een blikken 'trommel moesten meenemen, anders konden ze niet vliegen! Wees onbezorgd. Hij kan slaan, maar niet boksen. Ik wou dat hij kon boksen, maar niet slaan! Is het heusch?, vroeg de vrouw ,en haar oogen schitterden van nieuwsgierigheid, ,Ooh toe; vertel me van die gekke dingen nog iets Nou, die Lindbergh, je wet wel, die nu directeur van dé sneldienst op, Miars is, die moet jaren geleden in zoo'n gevaarlijk ding over de haringvijver gevlot- gen zijn. Hiji was de eerste. Ze hebben hem, toen hij nota bene op| een stoomboot terugkwam in Amerika, op een geweldige manier, gehuldigd'. -Heele telefoonboeken je weet wel, dat waren van -die 'papieren dingen, waarin de nummers stonden van die rare dingen, waar ze vroeger elkaar mee toe spaken, door een horentje met een draadje er aan moeten ze stukgescheurd) hebben en desnippers over zijn hoofd uitgestrooid. Was er nog meer nieuws? Och- nee, alleen hebben de arbeiders van die Ford-hemel'-vliegtuigenfabrieken al weer omi loons verlaging gevraagd. Al® z© niet minstens 10 pet. minder loon krijgen, gaani ze staken. Ze hebben alles wat hun hart begeert zeggen ze, en ze bedanken er voor, nog langer al dat geld' dat ze oversparen, te •moeten, bewaren ,Ze willen niet langer brandkasten voor de 'kapitalisten zijn, is hun leuze! Op voor la- gel loon!, is hun devies. O, daar zeg je zoo wat, Pietertje kwam' daar straks bij me en ze zei, dat ze beslist wegging, ails ze niet minsten® de helft minder 'loon kreeg en minstens drie Zondagen in de maand mocht thuis blijven. Ze dankte ervoor om altijd en eeuwig in -die draadlooize bioscoop te zitten of taartjes te eten of met haar vrijer uit te gaan. Ze wilde ook wel eens werken! Wat zullen' we doen, man? Och, geef haar in« vredesnaam maar haar zin. Neem je een andere meid, dan is het net zoo. Ze. willen tegenwoordig niet anders. Lekkere' hapjes eten, of met hun vrijer, uitgaan, of in de bioscoop, zitten, of in een luie stoel liggen? Ho, maar, dat vvil-len ze niet meer. Nee als ze niet lederen dag twintig paar kousen mogen stoppon en de vuile wasch van zes weken doen, dan deugt het nietl Kom, 'zullen we opstappen, vrouwtje? 'Goed, man. Die zonderlinge vrouw stapte in het vliegtuig en toen deed1 die man nog iets veel gekkers. Die wa® beleefd en hielp de bekoorlijke vrouw hoffelijk in het vliegtuig plaats te nemen. Daarna pas stapte hij' zelf in. En in een oogwenk was het vliegtuig uit het gezicht verdwenen. Nu, bet was wel een zonderlinge dag, dien 7en 'Juli van het jaar 1940. Deze man Heeft het hart van mijn liefje gestolen. Blijf maar kalm, meneer aanstonds worden zijn zakken nagezoc Op, de slangenboerderij. Zooals bekend, bestaan er thans, vooral in Zuid- Amerika, boerderijen, waar men slangen houdt, niet zoozeer om deze gevaarlijke kruipende dieren' tegen uitroeien te vrijwaren, maar veel' meer cm' in het bezit te komen van het serum, dat de giftwerking bij slangenbeten opheft en alle nadeelige gevolgen daarvan verhindert. Een employe van een dezer „farm®" vertelt hft volgende van de gevaren, en de angstige oogenblik- ken, die hij heeft moeten uitstaan, alvorens hij met zijn nieuwen werkkring vertrou\yd was. Alvorens ik 1 aldus de nieuwe bediende de leiders van den farm Mike O'Brien en Dr. Simpson in hun gevaarlijk bedrijf bijstond, had ik nog nooit iets met slangen te doen gehad. De eerste nachten in het bij den farm behoorende woonhuis, waarin mijn moeilijk te bedwingen afkeer, vrees en tegen zin zich in ontzettende droomen baan braken, zijn nog levendig in mijn herinnering, ofschoon ze mij op het oogenblik wel kunnen doen lachen. De farm bestond uit een door een - laag muurt.ie omgeven, met stecnen bezaaide grasvlakte, die door breede slooten in kleine eilandjes verdeeld was. In het geheel waren er zefe van deze eilandjes, waarop zich kleine steenen hutten bevonden, om den slangen als schuilplaats te dienen. Qedurende de eerste twee dagen bestond mijn werk daarin, de aan ons gele verde levende ratten en muizen op deze eilandjes te brengen, op te passen, dat geen van de ze diertjes in do slooten viel, waarin het zou verdrin ken en tenslotte de door de slangen aangeviel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 13