DAMRUBRIEK 1 M Él Ut IR f§ st B 18 £1 Üt Bi g§f Hl 11 fH Él Él f ROMMELKRUID. m '9 9: 9 9 9, 0 9 m m m m m De wijn van onzen kastelein heeft bizondere geneeskracn- tige bestanddeelen, zeggen de scheikundigen. Zou hij zijn pomp op een mineraalwaterbron hebben staan WARE WOORDEN. Alleen heilige wegen zijn veilige wegen. Iedere heuglijke gebeurtenis, die wij doorleven, is er één meer, die wordt toegevoegd aan onzen rijk dom aan mooie dingen. Neem nooit het oordeel van oen ander als een evangelie aan. Trek uw eigen conclusies. Eén goed ding van „mondjes maat" koopers is, dat zij gewoon lijk goede betalers zijn. ten, maar niet naar binnen gewerkte knaagdieren bij elkaar te harkon en terzijde te leggen. Bij de voe dering der slangen kreeg ik voor de eerste maal ge legenheid, het temperamentsverschil bij deze dieren te Ieeren kennen. Terwijl sommigen de aanblik van de vetste knaagdieren niet konden bewegen, eenig voedsel tot zich te nemen, stortten anderen zich da- dadelijk op de angstig piepende ratten, beten hen bliksemsnel en lieten hen dan liggen, tot ze stierven. Andere weer lieten het aangebeten dier heelemaal niet meer los, maar begonnen het te verslinden, al vorens het aan de beet gestorven was. Den derden dag kreeg ik een paar dikke leeren handschoenen en word mij opgedragen om de slan gen, wieni-gift zou worden afgenomen ach ter den kop vast te pakken en ze vast te houden, terwijl Dr. Simson ze in een dunne glasplaat liet bijten, waarop dan het heldere, lichtgeel gekleurde gift uit de gifttanden vloeide. De eerste slang, die ik beetpakte, ontwong zich al dadelij aan mijn sidderende handen, viel terug op den grond en kroop, luid ratelend, ijlings weg. De tweede, die ik na vele aanmoedigende kreten van mijn collega's, steviger aanpakte, kronkelde zich dusdanig om mijn onderarm, dat ik wederom van schrik losliet. Dat ik niet gebeten werd, had ik aan een blind toeval te danken. De slang, die evenzeer geschrokken was als ik, zwaaide, blind van woede, met haar kop door de lucht, zonder mijn arm te raken. Dr. Siinpson sprong vlug naderbij en pakte'haar achter don kop beet, terwijl ik bleek en met van schrik knikkende knieën er bijstond. .'Den zelfden dag kreeg ik een'beet, maar gelukkig alleen in mijn leeren pak. Ik zou namelijk eon nieuw gevangen slang op een van de eilandjes loslaten, én waö daar zoo ijverig mee bezig, dat ik, al lettende op de slangen, die ik in een leeren zak meedroeg, niet lette op de andere, zich op het eilandje bevindende dieren. Een misschien anderhalve meter, lange grijs bruine slang van de familie Crotalus terrificus (ra- telsllang) lag'zich vpor mijn voeten in de zon te koes teren. Angstig als ik was, stapte ik zeer voorzichtig verder van het eene been op het andere en daarbij plotseling, op het sluimerende dier. Op hetzelfde oogenblik had ik de beet te pakken, waarna de slang luid ratelend en sissend van woede snel wegkroop. Ik liet de leeren zak vallen, sprong over de sloot en viel van ontzetting in de armen van den grijnzen- den Mike. Mike O'Brien was in zijn leven reeds zesmaal door ratelslangen gebeten. Driemaal op den farm, waar hem echter een inspuiting met ongeveer 10 kubieke centimeter serum weer gezond maakte, en de an dere keeren op de slangen Jacht, waarbij hij eenmaal zoo hevig gebeten werd, dat hij in onmacht viel en een veel grootere dosis serum slechts in staat bleek om hem van een wissen dood te redden. Nog een andere maal redde hem een smlid het leven, doordat deze de verscho wond met een gloeiend stuk ijzer uitbrandde. Onder andore vertelde Mike mij, ook de geschiedenis van een der farmerjongens Burns, die, om aan geld te komen, terwijl hij geen slangen ge vangen had, 's nachts over de muren van den farm was geklqmmon en mot bloote handen uit do steenen hutten zes slangen gehaald had, die hij dan den volgenden dag voor de tweede maal verkocht. Dit was zeer zeker een staaltje van ongehoorde durf, dat menigeens, ook zij1, die er volkomen mee ver trouwd waren, niet gaarne nagedaan zouden heb ben. DE BAKERMAT VAN DE MENSCHHEID? De Amerikaansche anthropoloog Hrdlicka, een van de directeuren van 't nationale museum dor Vereenig- do Staten, ia onlangs teruggokeerd van een reis, die hij ter bestudeering van den oermensch door de meeste werelddeelen had ondernomen. Als resultaat van deze reis maakt hij de gevolgtrekkingen bekend, die naar zijn meening uit de verschillende vondsten van oermenschen mogen worden gemaakt. Zij zijn lijnrecht in tegenspraak met de tegenwoordige vrij wel algeme'ene meening. Hij meent, dat men de baker mat van de menschheid niet in Ccntraal-Azië moet zoeken, maar in West- of Zuidwest-Europa. Als oud ste menschenras beschouwt hij de bewoners van het ,dal van den Neander, die hij echter niet als bijzondere specimina beschouwt. Reeds aanwezig voor de laat ste groote vergletschering, overleefden zij deze en vonden ook na den ijstijd de noodige bestaansvoor waarden. Reeds vroeg werden ook reizen gemaakt naar midden Europa en Afrika. In West-Europa wer den de bewoners van het Neanderdal tijdelijk ver drongen door de menschen van de Aurignacklasse, maar weldra konden zij de oude plaats weer innemen. Spoedig echter werd de ruimte zoo klein, dat een •emigratie naar verder verwijderde oorden moest plaats 'hebben. Door ontwikkeling in verschillende richting in ver van elkander verwijderde streken, zou den dan volgens Hrdlicka's meening de tegenwoordig bekende rasverschillen zijn ontstaan. Meester (op een Franscbe school): Alweer ie sommen niet af, Tan. Hoe zul iii later in staat zijn" de Amerikanen »te be talen? EEN DEENSCHE SAGE. In de eerste eeuw onzer jaartelling regeerde over Denemarken koning Frodi. Die Deensche koning bezat twee molensteenen van zoodanige afmeting, dat geen zijner onderdanen in staat was, ze om te keeren. Bovendien wist hij, dat do steenen betooverd waren, en dat er alles mee ge malen kon worden, wat hij maar begeerde, indien hij slechts over de personen kon beschikken, sterk genoeg, om de steenen rond to draaien. Toen kocht hij in Zweden twee reuzinnen, die hij als slavinnen meenam naar zijn rijk. Daar zette hij beide reuzinnen aan het werk. Zij moesten de zware molensteenen ronddraaien en kregen de opdracht, goud, vrede en voorspoed te malen. De slavinnen be gonnen den zwaren arbeid, dien zij nochtans licht vonden. De koning verkreeg kisten vol goed en in zijn rijk heerschten vrede en voorspoed. Aanvankelijk werkten de reuzinnen met opgewekt heid voort, maar eindelijk werden zij toch vermoeid. En daarom verzochten zij den koning een poosje te mogen rusten. Maar daar had koning Frodi geen ooren naar. Hij was zeer hebzuchtig en stond zijn slavinnen sleohts korte rustpozen toe. Overigens moesten zij doorwerken, dag aan dag. De reuzinnen waren daarover zoo vertoornd, dat zij besloten zich te wreken. Op zekeren nacht, terwijl koning Frodi sliep, gingen zij een groot leger sterk gewapende soldaten malen. De Denen sliepen door en werden allen door het vreemde leger gedood. Daarop nam de aanvoerder van het getooverde leger de molensteenen en de slavinnen mee aan boord van zijn schip en liet de slavinnen zout malen, dat in De hoofddirectie heeft besloten, dat op dit bökantoor der tien bedienden, moeten worden ontslagen? En ier zijn er maar twaalf. Don moet er eerst nog maar even een worden aangesteld, tk tu er op, det de order» »trikt worden uitgeroeidl WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat er in 1925 in Engeland 157.000 motorfietsen gemaakt wer den, tegen 157.000 auto's? dat er thans in Engeland ver zekeringspolissen worden afge sloten tegen regenachtig weer? dat, indien er op een bepaalde plaats meer regen valt (in m.M.) dan een bepaald maximum, er een zeker bedrag betaald moet wor den? dat eenige jaren geleden een da me te Philadelphia een brief ont ving uit Rusland, gefrankeerd met 1625 postzegels? d a t de Engelsche Zaterdag reeds dateert uit den tijd van koning Hendrik III, in de 13de eeuw? dat in sommige deelen van Afrika de weduwe met den gestor- Bedenkt u deugdelijk vóór ge een man een hard woord toevoegt, maat laat nooit een kans voorbij gaan een goed woord te geven, Oordeelkundig geschonken lof is belegd geld. Geweten is geen politie-agent Het is eon goedgehumeurde, oude vriend, j De grootste fout bij de opvoeding van kinderen waaraan menige moeder zich onbewust schuldig maakt, is het veelvuldig verbie den. Hij heeft zes jaar getennist en speelt nog- maar éón (olf, en toch is hij hier even goed als op de tennisbaan. Wat Hij kan dus óók al niet tennissen.. jaar dien tijd een gewild handelsartikel was. De twee reuzinnen gehoorzaamden den nieuwen meester en maalden zout. Maar zij werden door hem even slecht behandeld als vroeger door koning Frodi. Zij moesten hard werken en hielden ook nu geen tijd over tot rusten. Dczo gestrengheid strafte zichzelf. De voorraad zout nam zienderoogen toe en werd tenslotte zoo groot, dat de last te zwaar werd voor het schip. Het zonk in de diepte en voerde alles, wat er op was, met zich mee. De molensteenen veroor zaakten een groote draaikolk bij de kust van Noor wegen en do ontzaglijke hoeveelheid zout loste op in het water. Sedert dien tijd i9 het water van de zee steeds zout gebleven, zegt de Deensche sage. GEHEIMSCHRIFT, In tijden van. oorlog wordt veelvulldig gebruik ge maakt vani geheimschrift. Ieder oorlogvoerend land tracht zooveel mogelijk te weten te komen van den vijand, van den toestand in het leger, de sterkte, strategische positie, van de gevoelens der burgerlijke bevolking en van zoovele andere zaken, die nuttig zijn teweten, om met meer kans op, overwinning maatregelen te nemen. Iedere mogendheid heeft vaak een legeri van spionnen in haar dienst. Een 'groote moeilijkheid isi het, hoe de berichten uit het vijandelijke land) te krijgen naar het land, in wélks dienst die spion zijn werkzaamheden ver richt. Daar wo-ndit van alles opi verzonnen, om den speurzin van de legerleiding in het to verraden land, die natuurljjk steeds op haar hoed'e is, te verschal ken, Allerlei vernuftige soorten geheimschrift, het eene nog moeilijker te ontraadselen dan het andere, heeft men in dien loop der tijden uitgevonden en toegepast. Reeds in de oudheid werkte mem met geheim schrift. Een paar aardige staaltjes laten we bier volgen. Uit de Grdeksche geschiedenis hemen we het vol gende. De Spaansche overheid had twee gladde, rond1© stokjes,1 precies even lang en even dik. Trok een veldheer met zijn leger uit, dan nam hij één der heide stokjes mee, terwijl het andere in Sparta ach terbleef, ondier berusting van de regeering. Moest er nu een bericht uit Sparta naar dien veld heer gezonden worden, of omgekeerd, van het leger naar de regeering in Sparta, dian werd het stokje zoodanig omwonden, dat de randen van den riem nooit over elkaar vielen, maar steeds juist tegen elkander aansloten. Het stokje, met den riem om wonden, werd) in de lengte beschreven over d'e riem randen heen, Dan nam men den riem van het stokje af, waardoor de samenhang van het geschre vene geheel verbroken werd. Kwam dé brief in den vormi van eon rieam (bijl het overbrengen in handen van den vijand, dan was de kans, dat de brief ont cijferd! werd, zoo goed! als buitengesloten. Lukte het, den brief veilig over te brengen, dan wond de ont vanger den riem om het stokje en kon hij1 zonder moeite van den inhoud- kennis nemen. Het stokje was dus de sleutel van het geheimschrift. Een ander verhaal, uit Perzië, is ook niet onaardig. Het was in den tijd van koning Darius, ongeveer 500 jaar vóór Christus. Hij! had eenige steden op de kust van Klein-Azië veroverd en uit één dier steden een gijtzelaar meegenomen naar Perzië. De gijzelaar hoorde heel' wat belangrijks, dat hij gaar ne in het geheim' naar zijn vaderland zou overbren gen. Maar 'hoe? Hij verzon er iets op. Hij' had een slaaf, die een oogziekte had. Voor die fcwaali nam de gijzelaar zijn slaaf in behandeling. Daarbij' schoor hij diens hoofd zoo kaal als een knikker en bewerkte daarna den kalen schedel met een stift. Zooals een zeeman soms zijn arm tatoueert, zoo prikte hij zijn slaaf met een paar woorden een be langrijk bericht in de schedelhuid. De slaaf was voor een oogbehandeling hij zijn meester toegelaten en mocht een poos in het donker blijven. Dat was het strenge voorschrift van den gijzelaar. Er mocht volstrekt geen licht in de oogen van den slaaf ko men, gedurende een paar weken niet. Maar daarna zouden zijn oogen naar alle waarschijnlijkheid' ge nezen zijn. Dat wekte geen argwaan en de slaaf bleef in een donkere kamer, tot zijn haron voldoende gegroeid waren, zoodat niemand den brief op zijn •hoofd kon lezen. Nu mocht de slaaf weer in het volle licht. Hij wandelde naar de stad van den gijzelaar, naar een vriend van deze. Die liet het hoofd van den slaaf kaal scheren en kon toen den brief lezen. Rt. NM. Drommels, wat bezielt to*. Mijn tr.odiste heeft haar pi ijzen met 5 °/o verlaagd cn ie zei gisteren toch, dat we moes ten bezuinigen Aïle brieven, deze rubriekl betreffende, gelieve men te zenden aan- Geo J. A. van Dam, Heemskercklaan 4, te Baarn, of anders via bJet bureau van dit blad. WEDSTRIJD-PROBLEEM NO. W, van GEO J. A. VAN DAM. Ziwart: 10. 5 6 10 11 16 MM gg 15 20 21 r% 25 36 30 31 /j/m 35 36 40 41 45 46 50 Wit, 11. De diagramstandJ in cijfers behoort te zijn: zwart 9 schijven op'5 810 19 2123 20 en 1 dam op 50. Wit 10 schijven op 25 31—34 30 39 41 44 en 47 en 1 dam op *67. Wit speelt en wint I OPLOSSING VRAAGSTUK Na 28, van JOH. DE BREE, Amsterdam. De diagramstandi in cijfers was: zwart 8 schijnen op 3 9 12 18 24 26 27 en 35. Wit 8 schijven op 20 29 34 36 37 45 47 en 50. Wit spoelt 37-81 (zw. 26 X 37 gedw.), 47-42 (zw. 37 X 48 gedw.), 36—31 (48 X 14), 31 X 4 (eerst nu mag zwart met schijf 24 slaan en wel naar 33!), 4r-l«-l (12 X 23), 45—40 (35 X 44) en 50 X 10 wint Een eenvoudig maar toch fraai probleempje, waar in op aardige wijze een naslag gevlochten is. ven man begraven wordt, waar door deze in de andere wereld van de diensten zijner vrouw blijft ver zekerd? dat sommige medici de móge lijkheid niet uitgesloten achten, dat do kleine teen over een paar honderd jaar geheel zal zijn ver dwenen, doordat dit lichaamsdeel meer on meer vervormd wordt ten gevolge van het moderne schoeisel. EEN ONWAARSCHIJNLIJK GEVAL. Een bijzonder onbetrouwbaar correspondent te Parijs meldt ons: Toen men in het Restaurant Au Tirelon aan een Mexicaan een oud bakken haring voorzette, gooide de Mexicaan hot bord naar het hoofd van don kellner, sloeg een wijnflesch stuk op het hoofd, van een bezoeker en vuurde later twee revolvers af op den Ober. Men ver moedt, dat de Mexicaan uit zijn humeur raakte. Voetganger; Ik wed, dat zelfs I/indbergh hier niet levend ioorkwaml

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 14