FISK
Kern
VS
term
H<
Kern
Hai
Brabantsche brieven.
D
IET
HAN
DE KWALITEIT
Gemengd Nieuws.
Doo
heid
J.
Doorlo
,A
w<
Avi
op I
te putten uit den rijken schat van oude overleve
ringen.
Op deze wijze werd de fantalse der oorspronkelij
ke menschen. die hunne zonnemythen dichtten, om
gezet in historische werkelijkheid, welke als zooda
nig zou worden aanvahrd tot op dezen dag: En de
mensch van de twintigste eeuw, die zijn technische
wonderen heeft gewrocht, de mensch van al die ge
weldige overwinningen behaald door zijn scheppend
genie, toont zich nog een kind naar den geest, een
kind, dat zich zoo gaarne de sprookjeswereld als een
werkelijke wereld denkt.
Ik begrijp, dat er.onder de lezers zullen zijn
orthodoxen en roomschen die zich misschien zul
len stooten aan het bovenstaande en voor wio iets
pijnlijks ligt in de uitspraak vooral, dat Jezus is
geweest een onvolmaakt mensch. Misschien zelfs
zal menig vrijzinnige dit met een tikje ergernis le
zen. Want meer dan men vermoedt, werkt de oude
traditie der Jezusvergoding na. Ik ben vrijzinnig op
gevoed, maar hoe levendig herinner ik mij, dat ik
als kind op de catechisatie niettemin leerde, dat Je
zus was geweest d e volmaakte mensch.
Nu vind ik die opvatting dwaas. Een volmaakt
mensch is onbestaanbaar. En er is buitendien een
merkwaardige tekst in het Nieuwe Testament, welke
m.i. hier beslissend is. Ik heb op het oog Lucas
XVIII 18 „En een zeker overste vraagde Hem, zeg
gende: Goede Meester! wat doende zal ik het eeu
wige leven beërven? En Jezus zeide tot hem: Wat
noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan Een, na
melijk God".
Deze zelfde tekst wordt gevonden in de evange
liën van Mattheus en Marcus.
Is nog duidelijker bewijs noodig voor de mensche-
lijkheid van Jezus?
Wat weten wij van dezen mensch Jezus?
Slechts zeer weinig. Ieder, die de evangeliën leest
en poogt uit het mengsel van waarheid en verdich
ting tot een scherp omlijnd beeld te kunnen komen,
zal zich zeer teleurgesteld gevoelen.
Wij krijgen alleen den indruk van een persoonlijk
heid, die hoog zich heeft verheven boven de massa
en wiens weg door deze wereld is geweest een weg
van strijd, eindigend in den tragischen marteldood.
Historische gegevens missen wij bijna geheel en al.
Op naam van deze persoonlijkheid staat menig
woord, dat misschien nooit zóó als het is overgele
verd, door Jezus i§ gesproken. En daar worden hem
allerlei wonderbare daden toegeschreven, welke zon
der twijfel nooit door hem zijn verricht.
Dit alles behoeft ons niet te verontrusten.
Ook. indien onomstöotelijk zeker zou kunnen wor
den aangetoond, dat er nooit een mensch Jezus als
stichter van den Christelijken godsdienst heeft ge
leefd, zouden wij in, werkelijkheid niets van waarde
verliezen.
Want wat wij hebben is: het evangelie.
Eh dit evangelie leert ons een levensopvatting van
groote verhevenheid, omdat zij is de erkenning van
die waarachtige menschelijke solidariteit, wellft in
dit evangelie als liefde wordt gepredikt. Dit evangelie
kunnen wij niet lezen, zonder hekoord te worden
door de heerlijke ideeën, daarin uitgesproken. Is niet
de bergrede vol van sublieme schoonheid en ont
roert ons niet menige gelijkenis?.
Ik wil in dit artikel over den mensch Jezus niet
vergeten de aandacht te vestigen op iets wat m.i. te
vaak over het hoofd wordt gezien. Iedereen kent de
geboorteverhalen en weet iets van de herders in het
veld, van zingende hemelkoren en van de wijzen uit
het Oosten. Wanneer wij deze verhalen in verband
brengen met bet feit, dat wij van Jezus jeugd, noch
van zijn jongelingsjaren iets weten (behalve dan
het gebourde in den tempel op 12-jarigen leeftijd), tot
welke logische gevolgtrekking moeten wij dan ko
men? Tot geen andere dan deze: die geboorteverha
len zijn verdichtselen. Immers: a 1 s deze won
derbare dingon inderdaad geschied waren, dan zou
het njet mogelijk zijn, dat men zoo weinig van het
leven van Jezus wist, als inderdaad uit de evangeliën
blijkt, want dan zou de algemeene aandacht wel
zóó sterk op hom gevestigd zijn geweest, dat men
hem voortdurend in zijn ontwikkeling controleerde,
dat men om zoo te zeggen stap voor stap hem volgde.
Wij moeten ons voorstellen, wat het beteekonen
zou, wanneer zoo iets thans gebeurde. Zouden niet
aller oogen gericht wezen op het kind wiens ge
boorte door zulke teekenen werd begeleid?
Zou niet ieder willen weten, hoe zulk een kind
zou opgroeien?
Hierbij hebben we niet te vergeten, dat Jezus gebo
ren werd onder een volk, dat juist in die dagen zeer
sterk geloof do in de komst van een Messias, een Ver
losser. Meer dan ooit leefde toen do hoop in het hart
van het volk, waaruit Jezus gesproten is, dat do tijd
aanstaande zou wezen, waarop deze Messias zou ver
schijnen. Is het dèn-aannemelijk, dat iets zóó bui
tengewoons zou geschieden als vermeld wordt bij de
geboorte van Jezus, zonder dat gansch het volk
zich ging bezig houden mot dat kleine kind, met dien
jongen koning, die immers eens beloofd was volgens
het geloof der vaderen.
En dan te bedenken, dat ditzelfde kind opgroeit
tot dertigjarig man, zonder dat er eenige aandacht
aan werd geschonken! Dit is kortaf onaannemelijk.
Wio dit alles nuchter onder de oogen ziet, moet m.i.
tot deze uitspraak komen: als mensch heeft Jezus
geleefd temidden der zijnen en het is volkomen be
grijpelijk, dat we van zijn leven vóór zijn openlijk
optreden niets weten, want er was niets waardoor op
dit leven de bijzondere belangstelling werd gevestigd,
eerst als hij zijn werkzaamheid begint, als hij op
treedt met zijn prediking, wordt hij tot een open
bare persoonlijkheid over wie gesproken en..ge-,
fantaseerd wordt.
Wie in dezen onzen eigen tijd heeft waargenomen
naar de rots en vertrouwd u verder geheel aan
mijn leiding' toe. Zet u kalm den eemetru voet voor
den andere er kan u werkelijk niets overko
men."
Zij behandelde hem zoo natuurlijk, zooals ze'
ongeveer met een verdwaald kind gehandeld zou
hebben. Indien hij' bang was geweest voor de
gevaarvolle onderneming!, hetgeen echter absoluut
niet het geval was, dan zou de onbezorgde ze-1
serbead van dit merkwaardige jonge meisje stel-
lig 2% angst geheel en al hebben doem verdwijnen'.
Zjj ging voor hem uit, met haar rug" naar den
rotswand en het gelaat naar den afgrond gecrichA
waaraan het smalle pad grensde. Mat^ vaste hand
hield zij zijn vingers omklemd en zij vermoedde
klaarblijkelijdc niet, dat de levendige warmte, die
hjj uil haar Mieinje sierlijke hand in zich voelde
tmtelan, hem veel meer in verwarring bracht, dan
c e g o te gevaren' die aan dezen moeilijken tocht
stell 'g verbonden waren.
„Nu zün "we op d.e plek, waar u bij eenige
terreinkennis wel al een half uur geleden nadj kuiv
nen zijn/' zeide zij, terwijl ze zjj!n hand losliet.
„Vanaf dit punt gaat bet £or> gemakkelijk
veilig bergafwaarts, dat men in geval van nood
den weg wied 'blindelings zou kunnen vinden. 'Mem
komt nog wel een gevaarlijke plaats tegen, maar
die is door een stevige leuning voldoende ban
sehermd- Indien wij niet toevallig denzelfden Weg
moesten hebben, dan zou ik het overbodig achten
n verder te begeleiden."
„Dos te .beter voor mijr, dat wij denzelfden weg
hebben, juffrouw. Hoe moet ik heb -echter aan-*
leggen, om u na.ar bahooren voor uw .hulpvaar
digheid te danken?"
„U moet mij beelemaal niet bedanken-Het
spreekt toch vanzelf, dat in zulk een geval iemand
zn'n medemensch hulp verleent. En bovendien is
het nu toch achter den rug. H zou hef' onaan
genaam vindon, als u daarover nu nog een ^nkel
woord verspilde."
Eb klonk in deze laatste opmerking een vooav»
name afwijzing, die volgens Rudolfs meening met
haar gedrag tot nu toe sleohtf overeenkwam, doen
Er hangt róóveel af van
de kwaliteit Uwer auto
banden, dat gij bi; de
keuze ervan wel zeer
nauwkeurig moogt wezen.
Een autoband behoort te
zijn: veerkrachtig, sterk
en bovendien weten
schappelijk vervaardigd,
Daardoor worden comfort
en lange levensduur ver
kregen.
de band, die minder kost
dan h(j moest kosten.
N.V. „R. A. M. I."
leeuwarden i
Ruiterikwarticr 37-45 - Telef. 232
amsterdam i
N.Z. Voorburgwal 75-77 - Tol 35397
Depót te Alkmaar:
Jac. Slotemaker,
VerL Stuartstraat - Telefoon 1113.
iiiiliiliBiim
hoe gemakkelijk de fantasie der massa zich meester
maakt van groote, imponeerende personen, om wie
zij hare legenden weeft, die zal zich niet meer ver
wonderen over wat die fantasie in het verleden wist,
te vertellen van den timmermanszoon van Nazareth.
Op grond van al het voorafgaande komen wij min
of meer weifelend te staan tegenover de traditio-
neele gewoonte om Jezus als het grootevoorbeeld
den menschen van thans voor oogen te stellen. Om
dit te kunnen doen zouden wij veel meer van hem
moeten weten.
Beteekent dit alles verlies voor ons?
Kinderlijke zielen zullen ongetwijfeld geneigd zijn
het als verlies te beschouwen niet, meer als voor
heen met rustgevende zekerheid te kunnen geloo-
ven in Christus als Verlosser. Met welk een innig
heid sprak ik als kind mijn avondgebedje uit, waar
in de woorden „dat Jezus' bloed mijn schuld bedek-
ke, Zijn trouw mij doe ten hemel gaan!" niet de
minst beteekenende waren. Hoe hield ik van dien
goeden kindervriend, mij afgeschilderd als een en al
zachtheid en vergevensgezindheid en ik zag hem in
gedachten voor mijl in zijn lang gewaad, rondgaande
onder zijn volk, ik hoorde zijn melodieuse stem en-
ik plaatsto hem onbewust buiten den sfeer van het
menschelijke.
O! stellig, daar ligt iets weemoedigs in het prijsge
ven van kinderlijke voorstellingen, in het verlaten
van de wereld der fantasie, waarin we ons in onze
vroegste jeugd zoo heerlijk-gelukkig weten.
Maar eens komt de tijd waarop wij van kind tot
mensch, dat is tot denkend redelijk wezen zijn op
gegroeid. En we ervaren dit niet als verlies, maar
als winst. Want als winst is te beschouwen elke
3chrede, welke wij vorderen op den weg der waar
heid.
Qaarom aanvaarden wij het feit, dat wij van een
historischen Jezus toch eigenlijk maar een bitter
beetje weten.
Want de persoon is b ij z a a k, wat bij aan levens
wijsheid heeft geschonken is hoofdzaak.
ASTOR.
De Aller Beste Wollen Oarens Verkoopen Wij.
JAAP SNOR, Zuidstraat 15, Helder.
ondanks dit hem in 't geheel niet onaardig ge
leek. Reeds bój den eersten aanblik had iuj' heb
zekere gevoel gehad, dat zij' een jonge dame van
goeden buize moest zijn, en hoewel de bijna jon
gensachtige vrijheid van haar geheele doen en
laten hem daaraan eerst wel. wat in twijfeling! had
gebracht, voelde hij dat zijn eerste indruk de
juiste was geweest. Hij1 hield het dan ook vocwr
geraden zijn eigen houding daarnaar te regalen-
„De eigenaardige omstandigheden, waaronder
onze kennismaking hieeft plaats gehad," zei bij,
„mogen tot mijn verontschuldiging dienen' dat ik
mij nog niet aan u heb voorgesteld. Ik bon ad
vocaat Rudolf Imfcergi uit R. en ik zou het ais
een groote gunst beschouwen, indien u mij' mede
deelde, wie ik in den vervolge als mijn levens*
redster mag vereeren en hoogachten."
De Veg was nu 'breed genoeg, dat zijl haast
elkander konden loopen en Rudolf bemerkte, dat
zij naar aanleiding van zijn laatsba woorden hem
eenige oogen blikken uitvorschend aankeek, alvo
nan zij hoewel aarzelend antwoordde: ,Jk
heet Lili van Ramten. Op vereering maak ik ech,-
ter absoluut geen aanspraak, omdat ik npj nietl
bewust ben dat ik deze verdient hiefoi."
Deze naam klonk hem1 in de ooren, alsof hij
hem niet voor de eerste m'aal hoorde, ©n| opnieuw,
zooals het bij; haar eersten aanblik reeds hetj geval
geweest was, voelde hij een somber vermoeden in
zich oprijzen, dat hij dit bekoorlijke jonge meisje
dat zoo gemakkelijk naast *heml voort trippelde, piet
voor de eerste maal in zijn leven ontmbet(o. Hij
brak zich het hJoofd, waar hiji haar eender gezien
kon hebben, maar hij; kwam' spoedig tot de over
tuiging dat leen of andere toevallige gelijkenis ham
in die war bracht, want zijn omgang met dames uiy
de koogere kringen beperkte zioh tot oenig© zoo
sporadische gevallen, dat hij het zich stellig her
innerd .zou hebben, indien juffrouw van Ranten
onder die dames geweest zou zijn.
Hum gesprek was na de wedorzijdsche voor-»
stelling minder vlot van stapel gelaopem. De lief
tallige gids Was het, die het eerst! helt stilzwijgen!
verbrak, terwijl zaj' op een plaats, waar het krome
Ulvenhout, 22 Aug. 1927.
Menier,
Wa zegde van da weer?
Is '1 nie om kruisdol te
worden? D'r is nergens
verschil meer in. De zo
mer lijkt net op d'n win
ter as de mannek es op de
wefkes mee de teugeswoo-
riige mode. Verdaaid! 't Is.
overal eender, 'k Was de
verleejen week in den
Reis en sprak daar m'n ke
ieega's ok 'n paar fik-
sche boeren Pierre en
Lewie. „Awel Dré", zee
Lewie, 't is 'nen kwaaien
tijd! 't Is freet, maar d'r
dugt niks, zunne. De petatten (aardappelen), staan
te bedarven in d'n èrde en 't is allemaal zóó nat, zóó
vuehtig, aja pódomme, as da de koeien nie melleken,
maar waetren". Toen 'k uitgelachen was gaf 'k 'n
rondje bok. „Ollee, Karson, drei bokskes en 'n bietje
viet asteblief", riep Lewie, die, ondanks, .de vudhtig-
heid altij 'ne brandenden dorst heet As ge die Relze
kameraden van me ziet drinken, Amico, dan krijgde
dorst teugen wil en .dank. En ze gaan pas op 'r ge
mak zitten na de eerste 10 pintjes, om dan pas 'n
lekker pintje te vatten. Zijn ze zoover dan mot de
Regeering het kennen. Alles is de schuld van de
Regeering. „Kwaai weer, ah!, da motte aan den me
niester zeggen: 'ne sjieske tiep zunne, maar lot 'm
luupen (loopen), dat ziede van ier, anders kunde
in d'n amigo (gevangenis) geraken." „Karson, viet!
gift 'r nog 's drei; allee, santjes Dré, Pierre, Lewie
as da me n'm nog lank mengen emmen". As 'n poes
lekken ze dan d're snor af van 't schuim en zetten
d'n pint weer leeg neer. „En de frangen? Nikske nie
wérd zunne. Gapperij. Groote dieverij en da meugde
nie zegge nie; a-neeë, dan -eddet 'r naast gedaan
Dré! Karson, drei! 't Zijn schoone mannen zunne en
dan motte lezen wat de Gazèt (krant) 'r van
schraaift. Zottepraat Dré, zottepraat. Zot zijn z'alle-
maal. Maar ga ze da d'is in Brussel zeggen, of ier op
de prefectuur. Ze steken oew in d'n bak Dré, zoo
serieus as wij ier zitten te klappen. Aja, 't is freet,
't is onplassant zunne. Karson!!" „Schoone maskes
(meisjes na-luupen 'n badkestuumeke aanschie
ten in d'n Ostènd en dan de mesjeu speulen, aja,
da's kunstig zunne. Baaigot 't zijn me de manne hier
baai ons aan 't goeverment. En belasting betalen
om te schreeuewen Dré. Wie hadt daar vóór d'n oor
log ooit ang in. Waai ebben 'ne veul te langen sabel
aan en 'n veul te zware fusiel aan den schouwer en
ikik, ik zegt oew Dré, we geraken d'r mee van de
been (we vallen). En as de Duts ier weer binnen
valt, hij frit ons op, mee huid en haar. Karson, viet!
Ik, ik eb 'n goei gedacht ikke. As t'er weer oorlog
uitbrikt, awel, dan motte die manne mee d'r schoone
medammekes in d'r zwembruuk maar naar d'n front,
wa gaai? Karson!" En zoo wordt de Bolze politiek
•mee bier bespeelt da g'op 't lest alleen nog maar
bier ziet, voelt, pruuft, ademt. Maar aarig is 't in d'n
Bels. Heel gezellig. As ge maar niks serieus opnimt,
ze meenen d'r niks van. Maar waar d'r redeneering
op slot van zaken wel op uitlopt, dat is, dat er zoo
weinig goed is vandaag aan d'n dag. Dat de tijen nie
.gunstiger worren, ok al kan hier menister Kan 't nie
gebeteren dat 't zu'lk slecht weer is! In Moskou is 't
zoo veul te meer zomer. Daar is 't op d'n oogenblik
122 graden van Fahrenheit wèrm. 't Broeit daar altij.
Zooiank as ik leef: daar is nouw nog nooit één goei
bericht vandaan gekomen!
Da was onder den Czaar, da is onder de Bolsjes.
Onder beide regeeringen werd er steeds min of meer,
nouw 's minder, dan weer 's meer, ge-cksekuteerd.
As z'ocw daar betrappen da ge fietst zonder belasting-
plotje, leggen z'oew in de kist mee oew gezicht bij
oew teenen. En as in Amerika oew gezicht nie bevalt
aan de Jenkies, dan betichten z'oew van 't een of ander
roofmoord je, die ebben ze daar Zgt, en ze bieden oew
heel beleefd 'ne leuningstoel aan, voorzien van alle
gemakken en electriek. Lest las ik daar 'n zwaarwich
tig artkiel over, waaruit bleek dat het doodgaan op
d'n electrieken stoel 'n praohtdood was. Ge gaat zit
ten, ze drukken op 'n knopske en vóór da ze drukken
zijn oew hersens al verschrommeld zoo da ge den
pijnprikkel nie voelt. Mee andere woorden, ge ben
al dood vóór ge overleden bent. Da's vanweges die
verschrompelde hersens ziede! Nouw is mijn onder
vinding dat alle 'lui nog niet in zoo'n electriek afu-
tuiltje gezeten emmen die zich verheugen in het be
zit van verschrompelde hersens. Bosjes verschrom
pelde hersens ken ik die nog gin eens afweten van
't bestaan van electrisch-den-geest-geven.
Maar wa-d'is nouw 't verschil van Rusland mee
Amerika, want daar gag-et om? In Rusland knijpte
uit op grond van het rijen-zonder-lióht. In Amerika
op grond van 'nen roofmoord die ge nie gedaan
hebt „Wa-d-is nouw gezonder", vraag ik!... En in
kelende piad weetr smaller Werd', op een ruw1 gé*-
timmerde houten leuning! aan den rechterkant!
wees.
„Kijkt u hier eens naar omlaag. Dit xs de zo cv
genaamde adelaarsprotswand, een bijna loodrechte
afgrond. Als het nu al niet zoo donker was, zou
u hier kunnen lezen, dat er vier jaar geleden een
jonge schilder naar beneden' is gevallen en op de
plaats dood is gebleven. Natuurlijk heeft men pas
na dit ongeluk de beschermende leuning aange
bracht."
Rudolf had aan haar wesch gevolg gegeven en
was vlak bij de uit jonge boomstammen samen
gestelde borstwering, gaan staan. Somber en zwart)
als de nacht gaapte de pedllooze diepte aan zijn
voeten hem tegen.
„U vertoeft vermoedelijk reeds sedert langen
tijd hïler in de bergen, Juffrouw van RaWbem.V
zei hö, „omdat u zoo met alles op de hoogte is."
„Hec is de derde zomer, dien ik hier door
breng. Maar ik ken toch geen anderen1 weg zoo
goed als juist dezen. Ik kom hier bjilna 'daglef
liiks,_ want deze weg leidt naar mijn lievelinj
„Heeft dit lievelingsplekje ook aan naam, waaiv
door het mogelijk zou zijlni, dat ook andere sterc
velingen het zouden kunnen ontdekken?"
„Neen. Ik heb hetheel alleen- opgespoord' en
ik zal mij er wel voor hoeden het geheim te
verraden. Het zou dan immers waarschnnlijk gauw
met mijn zalige beigeenzaamheden gedaan zQn.
/Maakt uw familie zich dan niet ongerust, als
u zoo moederziel alleen daar boven vertoeft, juf,-*
frouw van Ranten? Ik voor mijl heb natuurlijk
alle reden' om toij1 daarover te verheugen, maaxt ik
zou stellig vneeselik over u in angst zitten, in;-»
dien ik thans als uw broeder of uw'vader beoret-
den in het dal op uW thuiskomst zou jnoattën
wachten."
„Over mi? maakt memand ach ongerust, zei
zie zoo rustig en eenvoudig, alsof het de natuur»
Ijjkste zaak van de wereld gold. „Een broer heb
ik niet en mijh vader is niet hier. De oude dlajme
echter, aan wier zorgen ik .zoogenaamd ben toev
Rusland Is 't d'n heilstaat, de-hemel-op-aarde en in
Amerika staat een vrijheidsbeeld voor de haven veur
ge binnenkomt en da beeld ia zóó groot, dat 'r een
schuit tusschon z'n beenen kan varen! Maar.... het
vrijheidbeeld staat met d'n rug naar Amerika en mee
z'n gezicht d'n kant op van waar gekomt en da-d-is
op z'n minst genomen: 'n veeg teelten! Daarom, de
Bolsjes en de Jenkies: zo kunnen me allebei ^gesto
len worren: ik houw 't mee da Ulvenhouters! En ge
kim bij ons wel doodgaan aan griep, maar nie aan
'n touw of aan overdaad van electriek! Ge kun
d'hier zoo oud worren as ge wilt en zooiank asemen
ok as ge wilt as ge maar lang wacht mee oewen
lesten asem en as ge nie in den Gooiscben stoomtram
gaat zitten! Da's ook zeer ongezond! Ilt gaai d'r nie
in zitten voorloopig; ik loop 'r nie zoo gauw in. AI
zoude denken as g'm ziet dieën tram dat 't
'ne nechten tram is, mijn vangen zc nie mee die lijk-
stasei. Zoo lien ik verlejen week op Ulvenhout tc wan
delen mee d'n kleinen Dré en daar koom ik onzen
veldwachter teugen. „Maar Dré", zeet, ie, wat 'n
schoon boske van 'ne jongen! Wa d'n mooie oogen
en wat 'n schrander kopje eo me da jong! Hij lijkt
precies ojouw! O, ja, da's waar ok, kunde me even
'ne gulden leenen...." Ik zee: „neeë, dat spet mee, da
kan ik nie.... 't is 'n kind van m'ne zeun. nie van
mijn." Of ik dieën detektief in dat gaten had!
Amico, 'k schei d'r af. De lucht is aan 't kléren,
ik kan weer naar buiten.
As altij, de groeten van Trui en gin haar minder
van oewen
toet voe
Dró.
ENTR
)P 21
iedur
DUUR PROTESTEEREN.
Uit Sy-dney in Australië wordt aan de „Times" ge
meld, dat meer dan duizend arbeiders der stcdolijke
spoorwegwerfkplaatsen zijn ontslagen, omdat zij
Dinsdag zonder vergunning van hun werk zijn weg
gebleven om te protesteeren tegen de executie van
Sacco en Vanzetti. Hun is medegedeeld, dat zij zich
voor hun wedertewericstelling kunnen aanmelden bij
het Arbeidsbureau. De arbeiders hebben thans de be
middeling van den minister ingeroepen voor hun
wederindienststelling. Verder hebben zevenhonderd
arbeiders van een in aanbouw zijnde electrische cen
trale te Bunnerong, die Dinsdag var het werk weg
bleven, officieel mededeeling gekregen, dat zij niet
meer aan het werk zouden kunnen gaan, tenzij zij
een aannemelijke reden konden opgeven voor hun
wegblijven.
NO.ODWEER IN TIROL.
Uit geheel Tirol komen berichten omtrent onweers-
stormen, die in den nacht hebben gewoed. Gistermor
gen waren de bergen tot aan de boomgrens met nieu
we sneeuw bedekt. Het water van de Inn en do Sill
staat hoog.
TOONEELSPEL BIJ LUCIFERS.
Tijdens een hevigen storm geraakte Woensdagmid
dag het electrische 'licht in het 'Hippodrome te Lon
den defect, terwijl tooneelspelers bezig waren met do
opvoering van een stuk. De regisseur had onmiddel
lijk een oplossing bij de hand om do netelige positie
te redden; hij haalde ergens drie doosjes lucifers
vandaan en gaf aan elk der drie voornaamste spe
lers een, die met spelen doorgingen bij het licht van
deze lucifers. Telkens als een lucifer uitdoofde, sta
ken zij een nieuwe op. Verklaard wordt, dat hot pu-
blicfk geweldig plezier had in het geval en dat het
gespeelde stuk nog nooit zoo'n suecces had.
SPOOR WE OONGELUK.
Do oorzaak van het spoorwegongeluk bij Seven
Oaks is nog niet vastgesteld, doch gemeend wordt
dat het het gevolg is van de dezer dagen gevallen
zware regens, die het tracé hebben verzwakt. De trein
reed met een snelheid van zestig mijl per uur, toen
de locomotief uit de rails liep en naar een zijde om
viel, terwijl de wagons tegen het metselwerk van
een brug optornden. Het zoeken naar eventueele
slachtoffers werd den geheelen nacht voortgezet.
De ontsporing van den trein DealFolkestone
geschiedde een half uur na het vertrek uit Londen.
Alle waggons werden vernield, behalve de drie ach
terste, de Pullmancar werd tegen den dijk geworpen,
de locomotief drong met de voorste wielen in den
dijlk.
Toen het ongeluk gebeurde, hoorde men bijna geen
geschreeuw en zeer weinig geraas. Alle overlevenden
waren als verlamd van schrik. De ambulance was
spoedig ter plaatse.
Naar verluidt, werd de meeste scbade veroorzaakt
doordat een der wagens tegen de brug opliep. De ma
chinist en de stoker hadden beiden gebróken armen.
Tot laat in den nacht was inen bezig met het red
dingswerk. De boottreinen voor het continent onder
vonden eenige vertraging.
He taantal personen, dat bij het spoorwegongeluk
bij Seven Oalcs het leven 'heeft gelaten, bedraagt
thans vijftien.
DE BRAND TE STAMBOEL.
Bij den brand in voorstad Skoetari van Stamboel
zijn 400 huizen verbrand. Er zijn geen menschenle-
vens te betreuren.
4, 5
Muziel
Maai
(oude ti
fa
Entrés
Plaatsbe
ïi, i;
Bezi
Si
g edu
Of
jpvoeri
Entre
Aanv
Plaati
Aanvar
pè lux
Enti
Ruim*
van
ScIj
(alle*
t
Een
2de pi
bij de*
der
I. Bovi
ran h
DEN
ter ge
staan
Ai
jVerpli
Baar
vertrouwd, heeft! zioh. derweiijka d'waashddieri reeds
lang afgewond vcor haar g-'gen bestwil, want
ik vermoed, dat zij anders wel voortdurend in
angst zou moeten zitten/'
Haar laatste woorden gingen weer gepaard
met dat schalkSehe lachje, dat Rudolf al eerder
zoo betooverenid had gevonden.
Hoe gering de vertrouwelijkheid ook mocht zijn
dile zij hem door haar m'ededèelingen bewees, toch!
verschafte zij hem een1 zeer levendig rerma-ak en
hij zou zioh dan ook nu met allen ijver er op
hebben toegelegd het gesprek nog een tijdlang!
vcort te zefctjan, indien juffrouw Lili deze goede
bedoeling tot aün groote teleurstelling! niet ver
ijdeld had.
Zü bleet weer plotseling Staan en .zei: „Hier
slaat de weg af 'naar villa DouiSe en dat is
m'ijh weg. Om' in het dorp of in de pensions te
komen, behoeft u deze zelfde richting maar te
houdon. Verdwalen is thans totaal uitgesloten.
Goeden nacht."
Om zijd wedergroet scheen zy" zioh niet te be
kommeren, want zij; snelde schielijk weg, dat zij
hem wel nauwelijks neg zou kunnen' hoorcai.
Rudolf voelde een oogenblik een groote ver
leiding haar te volgen', hoeweil zij ^kem duidelijk
genoeg gezegd had, dat dit niet zijn wieg, Was;
maar hij bedacht zioli nog jnist bijtijds, da-ti hij
daarmee ©en groote ongepastheid zou begaan en
hij vervolgde aan ook zijn weg.
Zijn gedachten echter konden zich niet leven
diger tot z;im nieuwe kennis bepalen dan wanneer
zij nog in levende lijve naast hem voortgewandeld
zou hebben. Ja, hij' bemerkte nu pas, wolk een
diepen indruk zij' met haar sierlijk" bekoorlijkheid,
haar roekeloosheid, met haar lieftalligheiid en
opigefWektheid van haar geheele wezen op hem had
gemaakt. Van gansoher harte was hij. heb toeval
dankbaar voor d© gunst, die het hem had bewe- 1NJ
zen, en het stond bij hem ouoiusbootplijk vast, dat} j^ar
deze eerste ontmoeting niet! Lili van Ranten niöv
ook de eenige mocht blijven.
Wordt vervolgd.
Loti
Bonds
A.anv£
BokeD
ting.
Aan
tigde
1
cretar
Schag
Te S
hei cl t
Har
hoer t
do Wi
Bezi
welke
Schag
daar
rei kei
Toe
Ni