Schager Courant
BRIEVEN OVER ENGELAND.
RAAD WIERINGEN.
Tweede Blad.
Wat de Algemeene Rekenkamer vond
in de Rijksadministratie.
De Gasdirecteur te Weesp.
Donderdag 1 September 1927
70ste Jaargang. No. 8110.
27 Augustus 1927.
Een week geleden, Zondag 21 Augustus, te op de
pier to Zeebrugge de gedenkplaat onthuld, die daar
geplaatst is als herinnering aan de bres, in de pier
geslagen dtooal de onderzeeboot C 3. in den bekenden
nachtelljken aanval van 23 April 1918. De plaat
geeft precies de plaats aan. walar de onderzeeër een
wijde opening maakte in den ha vendam, en Zóó be
langrijk meewerkte tot bet slagen van het aanvals
plan. van Sir Rogeat Keijes,
Een feit al® dit van de C 3 schijnt zijn wedergja
in geen enkelen zeeoorlog te vinden. De pier te
Zeebrugge is met de kust verbonden door een ster
ken. houten steiger op palen, waar eb en vloed vrij
doorheen kunnen stroomen. Het doel was te ver
hinderen, dat de Duitschers versterkingen de pier
op zouden zenden, wanneer de Engelsohen troepen
afzetten op bet erind daarvan, en daarom moest de
(houten veribindingasteiger opgeblazen worden. Plaats
waar, en tijld wanneer, waren precies vastgesteld.
't 'Geliuk idiende de aanvallers. Op de juiiste plaats
en opi bet juiste oogembliki volbracht de C' 3 haar taak.
„Nooit heb ik een grootere juichkreet gehoord", zei
de commandant van de Vindictive, die een belang
rijke rol dn den aanval speelde, den volgenden dag.
„als toen mijn mannen de geweldige ontploffing za
gen, die de C 3 had bewerkt."
De C 3 was een verouderde onderzeeer. Men had
haar volgestopt met ontploffingsmateriaal, vijlf en
een halve ton amatol, een voorraaad voldoende voor
veertig onderzeesche mijnen. Die geweldige hoe
veelheid springstoffen1 lag zoo gerangschikt in het
ruim van de oude boot, dat ze opi één en hetzelfde
•oogenblik tot ontploffing gebracht kon worden.
Toon in den Tachtig! arigen Oorlog, tijdens bet
beleg van Antwerpen, de Italiaan Giandbelli zijn
vuurschepen bad bedacht,, die de brug moesten ver
nielen. welke de Spanjaarden over de Schelde had
den geslagen, was er geen bemanning aan boord
van de helsche schepen. Aan den stroom werd over
gelaten om de vaartuigen te brengen, waar zii zijn
moesten. -
Maar de stroom is eerf onbetrouwbare loods. Een
van de twee. schepen, de Fortuin, bereikte de brug
dan ook niet. maar liep een stuk daarvoor aan dien
grond, Ook was de lont blijkbaar niet in orde, want
er volgde niets dan een zwakke en gedeeltelijke ont
ploffing.
Het andere vaartuig, de Hoop, had meer succes.
Een loods, die zijn geheele leven op de Schelde had
gevaren, had haar niet beter kunnen brengen op de
plaats, waar -zij wezen moest, dan de stroom het
deed'. Met volle kracht hotste de Hoop midden tegen
de brug aan.
Een oogenblik gebeurde er mets. Toen deed de
lont 'haar werk. Met een geweldigen knal vlogen èn
schip, en èn dertig meter van de brug de lucht in. Op
die dertig meter stonden meer dan duizend soldaten
van Parma's legeer. Zij werden op slag gedood. Het
doel, waarvoor de booten waren afgezonden, was
bereikt.
'Zooi bereikte ook de C 3 haar doel. Maar. zoo
als ik reeds zei, de C 3 was in andere omstandig
heden dan de Fortuin en de Hoop, want zij' had een
bemanning aan boord!
Niet grooter dan absoluut noodig was om het
schip te brengen, waar men het hebben wilde na
tuurlijk. Commandant was luitenant Sandiford. Met
hem waren vijf anderen, allen vrijwilligers: luitenant
Price, bootsman Hameer, torpedist Cleaver, machi
nist Roxburgh en stoker Bendall. Zij allen wisten,
dat ze slechts door een wonder aan een zoo gped
als zekeren dood konden' ontsnappen. Dat wonder
gebeurde .dezen keer.
De C 3 was zóó oud, dat ze de reis van Dover naar
Zeebrugge niet op eigen kracht kon volbrengen. Zij
moest dius den geheelen afstand, een honderd vijftig
kilometer, gesleept worden. De nacht van 22 op 23
April 1918 was gunstig voor een onverwachten aan
val, maar ongunstig voor een tochtje van Engeland
naar België op een klein bootje, dat gesleept wordt.
De geheele reis ging de onderzeeër op geweldige wijs
van links naar rechts, terwijl de zes mannen met
moeite zich in evenwicht hielden bovenop hun vijf
en een halve ton amatol. Eén maal rolde de C 3
zoover over zij, dat ze onvermijdelijk zou zijn omge
rold met haar springstoffen, en bemanning, als de
kabel niet op het kritieke oogenblik was afgeknapt.
Toen richtte ze zich met moeite weer op.
Ten slotte bereikte onen die Belgische kust. 0'p een
afstand! van zes1 kilometer van hét land werd de C 3
losgegooid om 'het laatste gedeelte van haar reis
ondier eigen stoom af te leggen. Van te voren was
door een aantal begeleidende schepen een zwaar
rookscherm' tusschen den onderzeeër en de kust op
geworpen, want alles, zoo had men tenminste ge-
dacht, kwam er op aan, om de komst van het
schip aan het oog van de Duitschers te onttrekken.
Het bleek, hoe weinig men van te voren kan re
kenen. Het rookscherm! verborg de C 3 tot ze dicht
bij de kust was. Toen blies de wind het een, twee,
drie weg, en die Duitschers zagen een vijandelijken
onderzeeër met vollen stoom' op hem aankomen.
'Zij1 deden, wat men kon verwachten, dat ze zou
den doen. Ze vuurden met kanonnen en geweren op
de C 3. Een pleizierige positie voor de zes mannen
aan boord, als je weet, dat je bovenop vijf en een
halve ton amatol zit. en het eerste het beste schot,
dat je raakt, je in stukken en brokken naar de maan
6tuurt, Het was niet den dood, waar Commandant
Sandford en zijn mannen voor vreesden. Daar had
den ze op gerekend, toen ze zich voor den tocht
aanmeldden. Maar wat was het nut voor hun land,
als ze op een kilometer van da kust met hun oude,
boot de lucht ingingen?
Plotseling hield het vuren op. De Diuitsche bevel
hebber beging een giroote, een onvergeeflijke, maar
een begrijpelijke fout. Waarom zouden zlji een boot
in den1 grond boren, die toch klaarblijkelijk naar.
hen toe kwaml? Ze behoefden slechts even te wach
ten, en ze zouden weten, waarom' die Engelsche on
derzeeër zoo verlangend was bij' hen op visite te ko
men, De C 3 kwam in volle vaart recht op den
houten steiger ai, èn de Duitschers holden haar
tegemoet.
De onderzeeër verminderde geen oogenblik zijn
vaart; hij schoot op den steiger af, vloog er half
onder en bleef steken.
0'p dat oogenbliki werden de lonten ontstoken, en
zoodra dat gedaan was, sprongen de zes mannen
]n de motorboot, die ze achter zich gesleept hadden.
£)'e ,motor weigerde, en zij moesten de riemen
nemen. Maar nu zagen de Duitschers, dat hun be
zoekers verdwijnen wilden en plotseling openden zij
opnieuw hun vuur, nu op de roeiboot. Commandant
Sandford, Hamer en Boxall werden al terstond ge
raakt. en het lot van alle zes scheeen heslist, toen
j olotseling de C. 3 met den steiger en honderden Duit
schers de lucht in ging. Het wonder was geschied.
De zea mannen van den onderzeeër hadden hun
werk verricht, en bereikten allen levend! een van
hun eigen schepen, een torpedojager, die hen oppikte
en den volgenden morgen, na afloop van het ge
vecht, terugbracht naar Engeland.
IVÜjif van de zesi zijln thans nog in leven en hebben
verloden werk de onthulling van de gedenkplaat
bijgewoond. Het zal voor die mannen een eigenaar
dig gevoel geweest zijn zoo rustig op precies dezelfde
plaats te staan, die ze zoo wonderlijk hadden be
reikt en verlaten in een stormachtigen nacht van
April ruim. negen jaren geleden.
(Vervolg).
(Reeds in een deel van het vorig no. opgenomen.)
Rectificatie tenaamstelling van enkele
perceelen bi) het kadaster.
B. en W. deelen mede, dat het schoolplein te Wes-
terland, ten aanzien waarvan de gemeente zich
steeds als eigenares heeft gedragen, ten kadaster ten
name staat van de Gereformeerde Armen te Wes-
terland (bedoeld is Ned. Herv. gemeente). Daaren
tegen staat de z.g. Zandkuil te Westerland ten name
van de gemeente, terwijl de Diaconie daarover steeds
de beschikking had en daarover daden van eigendom
en beheer uitoefende.
B. en W. achten het niet gewenscht dezen onregel-
matigen toestand te handhaven, waarom zij voor
stellen machtiging te verleenen tot het doen aan
brengen van de noodige rectificatie in de kadastrale
leggers. Goedgevonden.
Benoeming lid commissie tot wering van
schoolverzuim.
Tengevolge van het niet-aannemen der benoeming
door den heer H. G. Rump, bevelen B. en W. ter ver
vulling van de vacature Mw. Wed. L.' Berghuis, aan:
1. de heer W. Jansen; 2. de heer N. Kuiper. De te
benoemen persoon moet behooren tot de categorie
verzorgers van leerplichtige kinderen.
De heer W. Jansen wordt benoemd met 7 stem
men, 4 stemmen, werden uitgebracht op dèü heer
N. Kuiper.
Een interpellatie.
Thans komt aan de orde de interpellatie Kaan. die
de vraag stelt, waarom de zeegras-opbrWgst van
1927 die 5000 halve balen zou bedragen, aan 2 firma®
is toegewezen, zonder dat de andere kooplieden daag
van iet» wisten. 'In de 2e plaats stelt de interpellant
de vraag, waarom met de uitvoering der orders
wordt gewacht to he zeegras goed' afleverbaar te
en waardoor het besluit van den raad wordt gene
geerd:.
De Voorzitter zegt. dat het fuist is. dat de op
brengst 5000 halve balen is. maar onjuist is het dat
zij aan 2 firma's is verkocht.
De heer Kaan. Ik .heb gehoord, dat er nog één is
bije-ekomen. du® 3.
De Voorzitter: Er zijn er meer dan 3, zoodat het
antwoord1 op vraag 1 ontkennend' luidt. _Wat het
tweede gedeelte betreft, een dusdanig besluit is nooit
genomen Spr. deelt uitvoerig mede. hoe, direct na
dat de raad had besloten, dat met maaien zou
worden begonnen, de bestellingen binnen kwamen
en toen van handelaren de klacht inkwam, dat zij
niet wisten, dat de raad: vergaderd had. Toen is op
.voorstel van den heer Lub besloten, d'at 8 dagen
na de raadsvergadering,, waarin besloten was. met
maaien te beginnen, aan de handelaren bericht
hiervan zou worden gezonden. En toen is ook op
voorstel van den heer Kaan besloten, dat wanneer
no. 1 van de lijst van aanvragers, het zeegras niet
zou kunnen gebruiken bijl de toewijzing, deze dan
onderaan op de lijst zou komen en no. 2 dus voor
aflevering het eerst in 'aanmerking zou komea. Em
zoo' is de toepassing ook geweest.
De heer Kaan: Dan is het af.
De heer Oden zegt, dat het dus nu weer is als 2
jaar geledien, toen door spr. een interpellatie was aan
gevraagd en de heer Kaam oordeelde, dat het was
een storm in een glas water.
De Voorzitter zegt nog, dat de notulen zoowel als
de administratie der zeegrasexploitatie voor den
heer Kaan ter inzage beschikbaar zijn.
De rondvraag. Varia.
De heer Lont zegt, dat het hek van het kerkhof
zoowel als het brandspuithuisje te Stroe geschilderd
dienen te worden.
De heer Minnes, die voor 't laatst de raadsvergade
ring bijwoont, dankt den Raad voor de aangename
samenwerking, dankt voor het vertrouwen dat spr.
van het Dag. Bestuur en Raad mocht ondervinden..
In 't bijzonder brengt hij den Voorzitter dank voor
de aangename samenwerking en wijst er op, dat al
mocht hij met den Voorzitter wel eens van gedachte
verschillen, dit toch nooit afbreuk hééft gedaan aan
de vriendschappelijke verhouding. Spr. hoopt, dat
deze goede verhouding ook in het nieuwe college
tot uitdrukking mocht komen.
Ook tot zijn collega Bosker spreekt de heer Min
nes woorden van dank voor de prettige samenwer
king, gedurende een 6-tal jaren, gedurende welke tijd
spr. i9 gebleken, dat de heer Bosker de rechte man
op de rechte plaats bleek te zijn en zich, hoewel hij
daartoe ook meer tijd dan spr. had, met ijver aan
de belangen der gemeente wijdde. Spr. hoopt, dat de
nieuwe Raad met evenveel waardeering dit zal we
ten te gedenken door den heer Bosker opnieuw te
benoemen tot lid van het Dag. Bestuur.
Den secretaris brengt spr. verder dank voor de
bereidwilligheid, waarmede vooral in den eersten
tijld! inlichtingen werdén verstrekt, goed gemeend
en correct. 0,ok aan het personeel wordt dank ge
bracht. Spr. wijst dan verder op de aangename sa
menwerking die er bestaat tusschen het Dag. Be
stuur vian het Heemraadschap en dat van de ge
meente, evenals dit het geval is met dé kerklijke be
sturen, een samenwerking, die ®pr. in het belang
acht van dé gemeente. Spr. eindigt met den wensch
uit te spreken, dat in de komende 4-jarige periode
even prettig zal worden vergaderd als in de afge-
loopen periode het geval is geweest
De heer Kaan deelt mede, dat de kerkvoogdij heeft
besloten- de «kerk te Westerland electrisch te doen
verlichten en het nu op prijs zou worden gesteld
al® van gemeentewege de toren electrisch! verlicht
kou worden en daarvoor 2 gratis lichtpunten werden
toegestaan.
De Voorzitter zal dit in het nieuwe college van
B. en W. ter sprake brengen.
De heer Kaan bepleit voorts het schilderen van het
waaggebouw, de heer J.-Kooij het verplaatsen van het
waarschuwingsbord maximum snelheid, tot voorhij
Evert Baijs,
De Voorzitter zegt, dat B. en W., wat die plaatsing
betreft, niet geheel vrij zijn, maar ze zullen gaan
kijken.
De heer M. Kooij wijst op den zeer gebrekkigen
toestand van het oude boerenhuis van Weert, ,Mos-
tert en dringt aan op een onderzoek door B. en W.,
omdat de toestand onverantwoordelijk is.
De heer Oden wijst op het feit, dat de groote auto
bussen van Naastepad soms langen tijd achtereen
in het dorp blijven staan en het verkeer bzlemme-
ren. Ook ten Den Oever schijnt dat het geval te zijn
en wordt ook door andere auto's doorgereden naar
het pleintje. Spr. merkt op, dat het terrein bij Kuijt
teveel door particulieren wordt gebruikt, inplaats
van dat het disponibel is voor de gemeente, ten be
hoeve van het verkeer.
De Voorzitter zal er de politie op wijzen.
De heer Lub vraagt, of B. en W. met het katho
liek Armbestuur overleg zouden willen plegen over
een betere huisvesting van C. Glim^met zijn oude
vrouw.
De Voorzitter zal ook dit verzoek aan het nieuwe
college van B. en W. overbrengen.
De Voorzitter zegt vervolgs, dat nu hij aan het
einde van deze vergadering is gekomen, nog een
enkel woord te willen richten tot die raadsleden die
thans voor 't laatst hier ter vergadering zijn, o.a. tot
den wethouder Minnes. Spr. kan zich voorstellen dat
deze laatste gang hierheen voor den heer Minnes
niet gemakkelijk is geweest. Ongeveer 10 jaar gele
den is de heer Minnes alB raadslid hier verschenen,
waarvan hij gedurende 5 jaren als wethouder zijn
krachten gewijd heeft aan de behartiging der be
langen van de gemeente. Spr. wil hem daarvoor
hartelijk dank brengen. Door den heer Minnes is
straks zelf aangeroerd dat wij' het niet altijd met
elkaar eens waren, maar spr. is iemand die altijd
de zaken van de gemeente weet te scheiden van de
particuliere aangelegenheden en daardoor is er altijd
een goede samenwerking gebleven. En een prettige
samenwerking is altijd in het belang der gemeente,
want zoo gauw er tweedracht komt, lijdt het ge
meentebelang daaronder. Dat is door 'ons nooit
gewild. Spr. wijst er dan verder op, hoe de heer Min
nes 'zich steeds wijdde aan de gemeentezaken, ja wel
eens teveel aandacht schonk aan de belangen der
gemeente. Hij stond voor de gemeentebelangen altijd
klaar, verdedigde de zaken goed en welbespraakt.
En spr. heeft altijd zeer gewaardeerd dat zaken die
de heer Minnes zelf niet prettig vond, door hem
werden verdedigd, indien hij ze achtte in hert belang
van de gemeente. Het spijt spr., dan ook dat dit de
laatste vergadering is die de heer Minnes bijwoont,
en als de gelegenheid zich wee rmocht voordoen, dat
de heer Minnes geroepen wordt wederom hier te ver
schijnen, dan hoopt spr., dat h^j weer plaats zal ne
men aan de groene tafel.
Ook tot de scheidende raadsleden, de heeren Her
mans en Engel richt de Voorzitter zich en dankt
hun in hartelijke bewoordingen voor de wijze waar
op zij de belangen der gemeente behartigden, de
moeilijke besluiten namen. Ook deze heeren wenscht
spr. toe, dat het hun gegeven moge worden opnieuw
in ons midden te worden opgenomen.
Hierna volgt sluiting.
Uit het Jaarverslag der Algemeene Rekenkamer
over 1926 zijn weer krasse staaltjes van verkwisting
en (kostbare „vergissingen" te putten, die wel waard
zijn aan de vergetelheid te ontrukken. Niet dat die
staaltjes nu zoo'n prettig gevoel geven bijl .den (be
lastingbetaler, want bijl ziet maar al te duidelijk hoe
Rijksambtenaren vaak onverantwoordelijk omsprin
gen met de belastingpenningen, maar hét heeft be
paald zijn nuttige zijde, dergelijke buitensporigheden
aan de vergetelheid te ontrukken en er den vinger op
te leggen, omdat dit allicht herhaling voorkomt.
De Tel. heeft het verslag -der Rekenkamer nage-
pluisd en wij putten daaruit het volgende:
Knoeierijen bij 's Rijkspaspoortenkantoor.
„Bij een accountantsonderzoek In opdracht van de
Justitie ingesteld, naar het beheer van het Rijkspas
poortenkantoor, werd een kastekort vastgesteld van
circa f 37.000 per 23 Juli 1925".
De Rekenkamer stelde zich op het standpunt, dat
de administrateurs voor dit tekort aansprakelijk ge
steld moesten worden. Zij kreeg voorts den indruk,
dat noch door, noch vanwege den secretaris-generaal
van het Departement van Buitenlandsche Zaken
eenig toezicht werd uitgeoefend, „ofschoon deze amb
tenaar krachtens artikel 5 van 't K. B. van 22 Nov.
1890 tot toezicht houden verplicht was". „Zelfs wa
ren 'kasopnemingen een eerste vereischte toch voor
een goed toezicht achterwege gebleven". Bij het
sluiten van haar jaarverslag was de Rekenkamer
tot de conclusie gekomen, dat het bovenbedoelde te
kort door oneerlijkheid moet zijn ontstaan.
Ook ten aanzien van een bedrag aan collegegelden
der Leidsche Universiteit de Kamer taxeert het
„eerder te laag dan te hoog" op f7500 kon niet
worden vastgesteld, dat het in de schatkist is te
recht gekomen. De inschrijvingsgelden werden door
de pedellen, die ze ontvingen, op geenerlei wijze ge
boekt en bij hun stortingen ontbrak elke specificatie.
Onverschuldigde betalingen.
Het onderzoek der uitgaven ten behoeve van het
Lager Onderwijs weeë uit, „dat het opmaken der
daarvoor noodige betalingsstukken nog steeds niet
met de 'vereischte zorg geschiedde". Zoo konden vier
gemeenten f 13.000 subsidie te veel ontvangen, terwijl
aan andere ruim een ton te veel werd uitbetaald, om
dat ten departemente bij de vaststelling der bedra
gen verkeerde kolommen waren geraadpleegd.
Men maakt zich niet druk op de departe
menten als het verkwisting betreft.
Werd door de tusschenkomst der Rekenkamer deze
vergissing hersteld, minder gelukkig was het college
'bij haar streven om een sinds jaren bepleite bezui
niging op de booge kosten der onteigenings-adverten-
tiën bij den minister ingang te doen vinden. „De Ka
mer bracht daarhij in herinnering, dat de briefwisse
ling over deze zaak-reeds in 1921 was aangevangen,
en nog steeds tot geen bevredigend resultaat had
geleid". 'Blijkens het bericht van den minister van
Waterstaat, werd deze klacht opnieuw aan dien van
Binnenland-sche Zaken doorgezonden. Ook bij dezen
oewdndsman drong de Rekenkamer op spoed aan.
,Dit schrijven bleef tot dusver onbeantwoord."
Boekhouding in de war?
De gemeente Sittard had van het Rijk een bouw-
voorschot te vorderen, dat per restant nog f 14.482 be
droeg. Het Rijk keerde bij vergissing meer dan het
dubbele uit en eerst toen de Rekenkamer hierop de
aandacht vestigde, werd de terugvordering ter hand
genomen. Daartegenover deed het Rijk krachtige po
gingen om een reeks bouwvoorschotten, samen ruim
drie en een halve ton bedragend, te innen.... toen ech
ter door de Rekenkamer werd ontdekt, dat deze be
dragen alle reeds aan de schatkist waren terugbe
taald.
f 1560 rljwielbewaarloon.
•Het had de aandacht der Rekenkamer getrokken,
dat de kosten voor het bewaren van rijwielen bij het
Centraal Bureau voor de Statistiek niet minder dan
f 1560 's jaars bedroegen. Toen zij op bezuiniging aan
drong, werden de loonen der bewaarders met f 1 pér
weèk ver-hóógd. De minister achtte het „hoogst
moeffldJkT om op deze kosten te besparen. „De
Kamer heeft na dit antwoord geen aanleiding ge
vonden tot voortzetten van de gedachten wisseling".
Waarom hooger tractement dan voorge
schreven staat?
Eveneens „berustte" zij in de toekenning van jaar
wedden ad f1400 aan twee Rijikszuivelvisiteurs, hoe
wel het aanvangssalaris uitdrukkelijk op f1300 was
bepaald. Deze ambtenaren hadden een tijdelijke aan
stelling, doch krachtens besluit van den Ministerraad
geldt de bezoldigingsschaal voor vasten dienst even
eens voor tijdelijken. De minister wees er echter op,
dat de beide ambtenaren „eenigszins" vakkundig wa
ren. Was zoo vraagt de Rekenkamer in- dezen
voor een benoeming vanzelfsprekenden eisch een
grond te vinden voor toekenning van een hooger trak
tement?
Staaltjes van verkwisting.
Een brievenbusplaat voor f1900.—.
Bijl den bouw van het postkantoor te Haarlem
gaf het Rijk f 1900 uit voor een natuursteenen
brievenbusplaat, en f 1400 voor 8 bordjes, waarop
„Posterijen en Telegrafie", vervaardigd van .sier-
smeedwerk', waarvan de uitvoering in overeenstem
ming diende te zijn met het overige smeedwerk,
om tot een harmonisch geheel te raken". In de hal
werden 8 lampen opgehangen a f 229.50 per stuk,
waarhij nog ikwami f 1500 voor glas in lood voor
•deze lampen' en ©enige buitenlantaiarns. Desge
vraagd' meenden de betrokken minister®, „dat zoo
veel mogelijk naar soberheid had moeten worden
gestreefd". Ja zekert
Voor het ontwerpen van een zegel voor den con-
sulairen dienst werd door het Rijk aan den daartoe
aangezachten sierkunstenaar f 500 betaald. Op de
vraag der Rekenkamer, of de hulp van een sier
kunstenaar wel noodig was geweest, antwoordde
de minister bevestigend, omdat op deze wijze K*ok
in het buitenland het peil waarop de Nederland-
sche sierkunst staat, bekend zou worden. Ook een
argument 1
Een stempeltje van 1285.
Het Rijksbureau voor onderzoek van handels
waren boekte over 1924 een bedrag van ruim
f 3000 aan ontvangsten tegenover f 30.000 aan uit
gaven. Waar het in 1924 slechts 662 monsters keurde
(waarvan 373 tegen betaling;) stelt de Rekenkamer
de vraag, of dit bureau wel in een algemeene be
hoefte voorziet. De minister antwoordde, dat deze
vraag een „punt van voortdurend overleg" bh de
Regeering: uitmaakt.
Weinig beter bleek het te staan met -de leerlooiers-
school! in Wageningen, waarvan de Rekenkamer de
kosten per Nederlandschen leerling op f 3000 be
cijferde.
Nog worde melding gemaakt van een lak- en
inktstempel. besteld door den Directeur eener Rijks
instelling. Hiermede was een som van f 285 gemoeid.
De betrokken minister bleek, ondanks een daartoe
strekkend verzoek1 der Rekenkamer, niet van zins oin
deze vordering op den opdrachtgever"te verhalen.
De Rekenkamer vond het blijkbaar een schandaal,
de Minister soms niet?l
Ten slotte nog dit!
Ih 1923 huurde het Rijk in den gemeente Heem
stede een perceel voor postkantoor. Werd voor het
oude, daartoe dienende gebouw, ruiim zevenhonderd
gulden 'huur 'betaald, voor <het nieuwe bewilligde het
Rijk in een tienmaal' hoogeren huurprijs (f 7620).
Tegen de voorschriften in werd daarenboven een
ameublement voor het kantoor ontworpen door een
architect, die voor dit ontwerp f 200 in rekening
bracht. Desgevraagd deelde de minister aan de Re
kenkamer mee. idat zulks „buiten zijn voorkennis"
was geschied, maar dat het ..uit een aesthetisch oog
punt aanbeveling verdiende."
Het is toch wel heel gelukkig, dat we nog een
Rekenkamer 'bezitten, die den boel eens haarfijn na
pluist. en af en toe ongezouten zegt. waar het op
staat. Dat is voor Heeren Ministers en hunne ambte
naren heuscb wel heel gezond 1
Zooal9 m enweet, is na een geheime raadsverga
dering te Weesp. waarin de Gasdirecteur wend ver
hoord, in verband met de beschuldigingen voor het
aannemen van fooien en provisie van leveranciers,
deze ambtenaar geschorst en een commissie be
noemd, die 'een onderzoek zal instellen naar zijne
gedragingen.
Deze commissie is haar werk begonnen onder
leiding van den loco-burgemeester, wethouder
Knaap en heeft verschillende geëmployeerden der
Gasfabriek gehoord. Vele verklaringen zijn zeer
bezwarend voor den Directeur. Van de bijna 20 be
ambten, die aan het gasbedrijf werkzaam zijn. was
er niet één. hoog noch laag, geplaatst, die ook maar
één woord ten gunste van zijn superieur kon spre
ken 1
De Directeur beloont zichzelf voor overwerk.
Hierbij kwam ook te 'berde dat de Directeur zich
zelf f150.— voor „overwerk", dat hij had verricht
voor het samenstellen van een kaartsysteem, had uit
betaald. Hij had verklaard, dat de kantoorbedienden
niet genegen waren overwerk te doen, zoodoende had
hij het maar zelf gedaan. Het administratief personeel
verklaarde echter ten stelligste, dat de directeur nim
mer gevraagd 'had bedoeld werk te doen. Wel had
hij het zelf gedaan, jnaar.... tijdens de kantooruren.
Toch had hij zich zelf voor overuren beloond!
Slechte kolen en een slechte oven.
Een belangrijk punt bij de besprekingen der com-
missie bnet den baas der gasfabriek en de gezamen
lijke stokers, vormde de bijzonder slechte kwaliteit
van sommige zendingen kolen. Ook met de uiterste
krachtsinspanning van de zijde van het personeel,
was men er niet in geslaagd, uit de, door den direc
teur gekochte, kolen goed gas te stoken. De klachten,
welke hieromtrent bij den directeur werden inge
bracht, haden niet het minste resultaat. Circa een
half jaar geleden was er een zending kolen gearri
veerd, welker afwijkende kwaliteit ten gevolge had,
dat 'het personeel een paar weken noodig had, om de
fabriek van koolteer te reinigen.
Ook thans nog is een deel van den voorraad kolen
van 'dien aard, dat men in de maanden welke nu
achter ons liggen, toen door het geringe gasverbruik,
slechts met één oven gewerkt behoefde te worden, ze
niet verwerken kon. Thans, nu een tweede oven in
gebruik is gesteld, kan men ze, door vermenging met
betere kwaliteit, desnoods gebruiken. Van welke
schade een en ander voor de bedrijfs-uitkomsten is,
ligt voor de hand.
Een in de fabriek ingesteld onderzoek bracht aan
het licht, dat de onlangs in den raad geuite klachten
over den nog geen half jaar geleden gebouwden oven
voor de fabricage van waterstofgas, allerminst onge
grond waren. Deze oven, welke f5600 gekost heeft,
beantwoordt volstrekt niet aan de eisfhen, welke er
aan gesteld mogen worden; erger nog, hij is zoo goed
als onbruikbaar.
Herhaaldelijk zijn door de burgerij ernstige klach
ten geuit over de kwaliteit van het geleverde gas en
over nog 'heel wat meer. Uit het voren staand e^blijkt
wel, dat die klachten niet geheel ongegrond zijn ge
weest en! tevens Wijkt, dat de fabriekstoestan
den onder de leiding van dezen gasdirecteur alles be
halve gunstig zijn te noemen.
Een mandje port.
Als een sterk staaltje van het fooienistelsel, dat door
den gasdirecteur in de hand werd gewerkt, heeft een
der commissieleden in de vergadering der commissis-
sie medegedeeld, nader vernomen te hebben, 'dat de
gasdirecteur aan den vertegenwoordiger eener firma.,
welke o.a. in vuursteenen handelde, den eisch ge
steld had, dat hem een (mandje port zou worden
thuisgezonden. Toen de vertegenwoordiger verklaar
de,^dit onmogelijk te kunnen doen, ging.... de zaak
niet door, daar, naar de directeur verklaarde, de