Schager Courant BRIEVEN OVER ENGELAND. RAAD WIERINGEN. Tweede Blad. Wat de Algemeene Rekenkamer vond in de Rijksadministratie. De Gasdirecteur te Weesp. Donderdag 1 September 1927 70ste Jaargang. No. 8110. 27 Augustus 1927. Een week geleden, Zondag 21 Augustus, te op de pier to Zeebrugge de gedenkplaat onthuld, die daar geplaatst is als herinnering aan de bres, in de pier geslagen dtooal de onderzeeboot C 3. in den bekenden nachtelljken aanval van 23 April 1918. De plaat geeft precies de plaats aan. walar de onderzeeër een wijde opening maakte in den ha vendam, en Zóó be langrijk meewerkte tot bet slagen van het aanvals plan. van Sir Rogeat Keijes, Een feit al® dit van de C 3 schijnt zijn wedergja in geen enkelen zeeoorlog te vinden. De pier te Zeebrugge is met de kust verbonden door een ster ken. houten steiger op palen, waar eb en vloed vrij doorheen kunnen stroomen. Het doel was te ver hinderen, dat de Duitschers versterkingen de pier op zouden zenden, wanneer de Engelsohen troepen afzetten op bet erind daarvan, en daarom moest de (houten veribindingasteiger opgeblazen worden. Plaats waar, en tijld wanneer, waren precies vastgesteld. 't 'Geliuk idiende de aanvallers. Op de juiiste plaats en opi bet juiste oogembliki volbracht de C' 3 haar taak. „Nooit heb ik een grootere juichkreet gehoord", zei de commandant van de Vindictive, die een belang rijke rol dn den aanval speelde, den volgenden dag. „als toen mijn mannen de geweldige ontploffing za gen, die de C 3 had bewerkt." De C 3 was een verouderde onderzeeer. Men had haar volgestopt met ontploffingsmateriaal, vijlf en een halve ton amatol, een voorraaad voldoende voor veertig onderzeesche mijnen. Die geweldige hoe veelheid springstoffen1 lag zoo gerangschikt in het ruim van de oude boot, dat ze opi één en hetzelfde •oogenblik tot ontploffing gebracht kon worden. Toon in den Tachtig! arigen Oorlog, tijdens bet beleg van Antwerpen, de Italiaan Giandbelli zijn vuurschepen bad bedacht,, die de brug moesten ver nielen. welke de Spanjaarden over de Schelde had den geslagen, was er geen bemanning aan boord van de helsche schepen. Aan den stroom werd over gelaten om de vaartuigen te brengen, waar zii zijn moesten. - Maar de stroom is eerf onbetrouwbare loods. Een van de twee. schepen, de Fortuin, bereikte de brug dan ook niet. maar liep een stuk daarvoor aan dien grond, Ook was de lont blijkbaar niet in orde, want er volgde niets dan een zwakke en gedeeltelijke ont ploffing. Het andere vaartuig, de Hoop, had meer succes. Een loods, die zijn geheele leven op de Schelde had gevaren, had haar niet beter kunnen brengen op de plaats, waar -zij wezen moest, dan de stroom het deed'. Met volle kracht hotste de Hoop midden tegen de brug aan. Een oogenblik gebeurde er mets. Toen deed de lont 'haar werk. Met een geweldigen knal vlogen èn schip, en èn dertig meter van de brug de lucht in. Op die dertig meter stonden meer dan duizend soldaten van Parma's legeer. Zij werden op slag gedood. Het doel, waarvoor de booten waren afgezonden, was bereikt. 'Zooi bereikte ook de C 3 haar doel. Maar. zoo als ik reeds zei, de C 3 was in andere omstandig heden dan de Fortuin en de Hoop, want zij' had een bemanning aan boord! Niet grooter dan absoluut noodig was om het schip te brengen, waar men het hebben wilde na tuurlijk. Commandant was luitenant Sandiford. Met hem waren vijf anderen, allen vrijwilligers: luitenant Price, bootsman Hameer, torpedist Cleaver, machi nist Roxburgh en stoker Bendall. Zij allen wisten, dat ze slechts door een wonder aan een zoo gped als zekeren dood konden' ontsnappen. Dat wonder gebeurde .dezen keer. De C 3 was zóó oud, dat ze de reis van Dover naar Zeebrugge niet op eigen kracht kon volbrengen. Zij moest dius den geheelen afstand, een honderd vijftig kilometer, gesleept worden. De nacht van 22 op 23 April 1918 was gunstig voor een onverwachten aan val, maar ongunstig voor een tochtje van Engeland naar België op een klein bootje, dat gesleept wordt. De geheele reis ging de onderzeeër op geweldige wijs van links naar rechts, terwijl de zes mannen met moeite zich in evenwicht hielden bovenop hun vijf en een halve ton amatol. Eén maal rolde de C 3 zoover over zij, dat ze onvermijdelijk zou zijn omge rold met haar springstoffen, en bemanning, als de kabel niet op het kritieke oogenblik was afgeknapt. Toen richtte ze zich met moeite weer op. Ten slotte bereikte onen die Belgische kust. 0'p een afstand! van zes1 kilometer van hét land werd de C 3 losgegooid om 'het laatste gedeelte van haar reis ondier eigen stoom af te leggen. Van te voren was door een aantal begeleidende schepen een zwaar rookscherm' tusschen den onderzeeër en de kust op geworpen, want alles, zoo had men tenminste ge- dacht, kwam er op aan, om de komst van het schip aan het oog van de Duitschers te onttrekken. Het bleek, hoe weinig men van te voren kan re kenen. Het rookscherm! verborg de C 3 tot ze dicht bij de kust was. Toen blies de wind het een, twee, drie weg, en die Duitschers zagen een vijandelijken onderzeeër met vollen stoom' op hem aankomen. 'Zij1 deden, wat men kon verwachten, dat ze zou den doen. Ze vuurden met kanonnen en geweren op de C 3. Een pleizierige positie voor de zes mannen aan boord, als je weet, dat je bovenop vijf en een halve ton amatol zit. en het eerste het beste schot, dat je raakt, je in stukken en brokken naar de maan 6tuurt, Het was niet den dood, waar Commandant Sandford en zijn mannen voor vreesden. Daar had den ze op gerekend, toen ze zich voor den tocht aanmeldden. Maar wat was het nut voor hun land, als ze op een kilometer van da kust met hun oude, boot de lucht ingingen? Plotseling hield het vuren op. De Diuitsche bevel hebber beging een giroote, een onvergeeflijke, maar een begrijpelijke fout. Waarom zouden zlji een boot in den1 grond boren, die toch klaarblijkelijk naar. hen toe kwaml? Ze behoefden slechts even te wach ten, en ze zouden weten, waarom' die Engelsche on derzeeër zoo verlangend was bij' hen op visite te ko men, De C 3 kwam in volle vaart recht op den houten steiger ai, èn de Duitschers holden haar tegemoet. De onderzeeër verminderde geen oogenblik zijn vaart; hij schoot op den steiger af, vloog er half onder en bleef steken. 0'p dat oogenbliki werden de lonten ontstoken, en zoodra dat gedaan was, sprongen de zes mannen ]n de motorboot, die ze achter zich gesleept hadden. £)'e ,motor weigerde, en zij moesten de riemen nemen. Maar nu zagen de Duitschers, dat hun be zoekers verdwijnen wilden en plotseling openden zij opnieuw hun vuur, nu op de roeiboot. Commandant Sandford, Hamer en Boxall werden al terstond ge raakt. en het lot van alle zes scheeen heslist, toen j olotseling de C. 3 met den steiger en honderden Duit schers de lucht in ging. Het wonder was geschied. De zea mannen van den onderzeeër hadden hun werk verricht, en bereikten allen levend! een van hun eigen schepen, een torpedojager, die hen oppikte en den volgenden morgen, na afloop van het ge vecht, terugbracht naar Engeland. IVÜjif van de zesi zijln thans nog in leven en hebben verloden werk de onthulling van de gedenkplaat bijgewoond. Het zal voor die mannen een eigenaar dig gevoel geweest zijn zoo rustig op precies dezelfde plaats te staan, die ze zoo wonderlijk hadden be reikt en verlaten in een stormachtigen nacht van April ruim. negen jaren geleden. (Vervolg). (Reeds in een deel van het vorig no. opgenomen.) Rectificatie tenaamstelling van enkele perceelen bi) het kadaster. B. en W. deelen mede, dat het schoolplein te Wes- terland, ten aanzien waarvan de gemeente zich steeds als eigenares heeft gedragen, ten kadaster ten name staat van de Gereformeerde Armen te Wes- terland (bedoeld is Ned. Herv. gemeente). Daaren tegen staat de z.g. Zandkuil te Westerland ten name van de gemeente, terwijl de Diaconie daarover steeds de beschikking had en daarover daden van eigendom en beheer uitoefende. B. en W. achten het niet gewenscht dezen onregel- matigen toestand te handhaven, waarom zij voor stellen machtiging te verleenen tot het doen aan brengen van de noodige rectificatie in de kadastrale leggers. Goedgevonden. Benoeming lid commissie tot wering van schoolverzuim. Tengevolge van het niet-aannemen der benoeming door den heer H. G. Rump, bevelen B. en W. ter ver vulling van de vacature Mw. Wed. L.' Berghuis, aan: 1. de heer W. Jansen; 2. de heer N. Kuiper. De te benoemen persoon moet behooren tot de categorie verzorgers van leerplichtige kinderen. De heer W. Jansen wordt benoemd met 7 stem men, 4 stemmen, werden uitgebracht op dèü heer N. Kuiper. Een interpellatie. Thans komt aan de orde de interpellatie Kaan. die de vraag stelt, waarom de zeegras-opbrWgst van 1927 die 5000 halve balen zou bedragen, aan 2 firma® is toegewezen, zonder dat de andere kooplieden daag van iet» wisten. 'In de 2e plaats stelt de interpellant de vraag, waarom met de uitvoering der orders wordt gewacht to he zeegras goed' afleverbaar te en waardoor het besluit van den raad wordt gene geerd:. De Voorzitter zegt. dat het fuist is. dat de op brengst 5000 halve balen is. maar onjuist is het dat zij aan 2 firma's is verkocht. De heer Kaan. Ik .heb gehoord, dat er nog één is bije-ekomen. du® 3. De Voorzitter: Er zijn er meer dan 3, zoodat het antwoord1 op vraag 1 ontkennend' luidt. _Wat het tweede gedeelte betreft, een dusdanig besluit is nooit genomen Spr. deelt uitvoerig mede. hoe, direct na dat de raad had besloten, dat met maaien zou worden begonnen, de bestellingen binnen kwamen en toen van handelaren de klacht inkwam, dat zij niet wisten, dat de raad: vergaderd had. Toen is op .voorstel van den heer Lub besloten, d'at 8 dagen na de raadsvergadering,, waarin besloten was. met maaien te beginnen, aan de handelaren bericht hiervan zou worden gezonden. En toen is ook op voorstel van den heer Kaan besloten, dat wanneer no. 1 van de lijst van aanvragers, het zeegras niet zou kunnen gebruiken bijl de toewijzing, deze dan onderaan op de lijst zou komen en no. 2 dus voor aflevering het eerst in 'aanmerking zou komea. Em zoo' is de toepassing ook geweest. De heer Kaan: Dan is het af. De heer Oden zegt, dat het dus nu weer is als 2 jaar geledien, toen door spr. een interpellatie was aan gevraagd en de heer Kaam oordeelde, dat het was een storm in een glas water. De Voorzitter zegt nog, dat de notulen zoowel als de administratie der zeegrasexploitatie voor den heer Kaan ter inzage beschikbaar zijn. De rondvraag. Varia. De heer Lont zegt, dat het hek van het kerkhof zoowel als het brandspuithuisje te Stroe geschilderd dienen te worden. De heer Minnes, die voor 't laatst de raadsvergade ring bijwoont, dankt den Raad voor de aangename samenwerking, dankt voor het vertrouwen dat spr. van het Dag. Bestuur en Raad mocht ondervinden.. In 't bijzonder brengt hij den Voorzitter dank voor de aangename samenwerking en wijst er op, dat al mocht hij met den Voorzitter wel eens van gedachte verschillen, dit toch nooit afbreuk hééft gedaan aan de vriendschappelijke verhouding. Spr. hoopt, dat deze goede verhouding ook in het nieuwe college tot uitdrukking mocht komen. Ook tot zijn collega Bosker spreekt de heer Min nes woorden van dank voor de prettige samenwer king, gedurende een 6-tal jaren, gedurende welke tijd spr. i9 gebleken, dat de heer Bosker de rechte man op de rechte plaats bleek te zijn en zich, hoewel hij daartoe ook meer tijd dan spr. had, met ijver aan de belangen der gemeente wijdde. Spr. hoopt, dat de nieuwe Raad met evenveel waardeering dit zal we ten te gedenken door den heer Bosker opnieuw te benoemen tot lid van het Dag. Bestuur. Den secretaris brengt spr. verder dank voor de bereidwilligheid, waarmede vooral in den eersten tijld! inlichtingen werdén verstrekt, goed gemeend en correct. 0,ok aan het personeel wordt dank ge bracht. Spr. wijst dan verder op de aangename sa menwerking die er bestaat tusschen het Dag. Be stuur vian het Heemraadschap en dat van de ge meente, evenals dit het geval is met dé kerklijke be sturen, een samenwerking, die ®pr. in het belang acht van dé gemeente. Spr. eindigt met den wensch uit te spreken, dat in de komende 4-jarige periode even prettig zal worden vergaderd als in de afge- loopen periode het geval is geweest De heer Kaan deelt mede, dat de kerkvoogdij heeft besloten- de «kerk te Westerland electrisch te doen verlichten en het nu op prijs zou worden gesteld al® van gemeentewege de toren electrisch! verlicht kou worden en daarvoor 2 gratis lichtpunten werden toegestaan. De Voorzitter zal dit in het nieuwe college van B. en W. ter sprake brengen. De heer Kaan bepleit voorts het schilderen van het waaggebouw, de heer J.-Kooij het verplaatsen van het waarschuwingsbord maximum snelheid, tot voorhij Evert Baijs, De Voorzitter zegt, dat B. en W., wat die plaatsing betreft, niet geheel vrij zijn, maar ze zullen gaan kijken. De heer M. Kooij wijst op den zeer gebrekkigen toestand van het oude boerenhuis van Weert, ,Mos- tert en dringt aan op een onderzoek door B. en W., omdat de toestand onverantwoordelijk is. De heer Oden wijst op het feit, dat de groote auto bussen van Naastepad soms langen tijd achtereen in het dorp blijven staan en het verkeer bzlemme- ren. Ook ten Den Oever schijnt dat het geval te zijn en wordt ook door andere auto's doorgereden naar het pleintje. Spr. merkt op, dat het terrein bij Kuijt teveel door particulieren wordt gebruikt, inplaats van dat het disponibel is voor de gemeente, ten be hoeve van het verkeer. De Voorzitter zal er de politie op wijzen. De heer Lub vraagt, of B. en W. met het katho liek Armbestuur overleg zouden willen plegen over een betere huisvesting van C. Glim^met zijn oude vrouw. De Voorzitter zal ook dit verzoek aan het nieuwe college van B. en W. overbrengen. De Voorzitter zegt vervolgs, dat nu hij aan het einde van deze vergadering is gekomen, nog een enkel woord te willen richten tot die raadsleden die thans voor 't laatst hier ter vergadering zijn, o.a. tot den wethouder Minnes. Spr. kan zich voorstellen dat deze laatste gang hierheen voor den heer Minnes niet gemakkelijk is geweest. Ongeveer 10 jaar gele den is de heer Minnes alB raadslid hier verschenen, waarvan hij gedurende 5 jaren als wethouder zijn krachten gewijd heeft aan de behartiging der be langen van de gemeente. Spr. wil hem daarvoor hartelijk dank brengen. Door den heer Minnes is straks zelf aangeroerd dat wij' het niet altijd met elkaar eens waren, maar spr. is iemand die altijd de zaken van de gemeente weet te scheiden van de particuliere aangelegenheden en daardoor is er altijd een goede samenwerking gebleven. En een prettige samenwerking is altijd in het belang der gemeente, want zoo gauw er tweedracht komt, lijdt het ge meentebelang daaronder. Dat is door 'ons nooit gewild. Spr. wijst er dan verder op, hoe de heer Min nes 'zich steeds wijdde aan de gemeentezaken, ja wel eens teveel aandacht schonk aan de belangen der gemeente. Hij stond voor de gemeentebelangen altijd klaar, verdedigde de zaken goed en welbespraakt. En spr. heeft altijd zeer gewaardeerd dat zaken die de heer Minnes zelf niet prettig vond, door hem werden verdedigd, indien hij ze achtte in hert belang van de gemeente. Het spijt spr., dan ook dat dit de laatste vergadering is die de heer Minnes bijwoont, en als de gelegenheid zich wee rmocht voordoen, dat de heer Minnes geroepen wordt wederom hier te ver schijnen, dan hoopt spr., dat h^j weer plaats zal ne men aan de groene tafel. Ook tot de scheidende raadsleden, de heeren Her mans en Engel richt de Voorzitter zich en dankt hun in hartelijke bewoordingen voor de wijze waar op zij de belangen der gemeente behartigden, de moeilijke besluiten namen. Ook deze heeren wenscht spr. toe, dat het hun gegeven moge worden opnieuw in ons midden te worden opgenomen. Hierna volgt sluiting. Uit het Jaarverslag der Algemeene Rekenkamer over 1926 zijn weer krasse staaltjes van verkwisting en (kostbare „vergissingen" te putten, die wel waard zijn aan de vergetelheid te ontrukken. Niet dat die staaltjes nu zoo'n prettig gevoel geven bijl .den (be lastingbetaler, want bijl ziet maar al te duidelijk hoe Rijksambtenaren vaak onverantwoordelijk omsprin gen met de belastingpenningen, maar hét heeft be paald zijn nuttige zijde, dergelijke buitensporigheden aan de vergetelheid te ontrukken en er den vinger op te leggen, omdat dit allicht herhaling voorkomt. De Tel. heeft het verslag -der Rekenkamer nage- pluisd en wij putten daaruit het volgende: Knoeierijen bij 's Rijkspaspoortenkantoor. „Bij een accountantsonderzoek In opdracht van de Justitie ingesteld, naar het beheer van het Rijkspas poortenkantoor, werd een kastekort vastgesteld van circa f 37.000 per 23 Juli 1925". De Rekenkamer stelde zich op het standpunt, dat de administrateurs voor dit tekort aansprakelijk ge steld moesten worden. Zij kreeg voorts den indruk, dat noch door, noch vanwege den secretaris-generaal van het Departement van Buitenlandsche Zaken eenig toezicht werd uitgeoefend, „ofschoon deze amb tenaar krachtens artikel 5 van 't K. B. van 22 Nov. 1890 tot toezicht houden verplicht was". „Zelfs wa ren 'kasopnemingen een eerste vereischte toch voor een goed toezicht achterwege gebleven". Bij het sluiten van haar jaarverslag was de Rekenkamer tot de conclusie gekomen, dat het bovenbedoelde te kort door oneerlijkheid moet zijn ontstaan. Ook ten aanzien van een bedrag aan collegegelden der Leidsche Universiteit de Kamer taxeert het „eerder te laag dan te hoog" op f7500 kon niet worden vastgesteld, dat het in de schatkist is te recht gekomen. De inschrijvingsgelden werden door de pedellen, die ze ontvingen, op geenerlei wijze ge boekt en bij hun stortingen ontbrak elke specificatie. Onverschuldigde betalingen. Het onderzoek der uitgaven ten behoeve van het Lager Onderwijs weeë uit, „dat het opmaken der daarvoor noodige betalingsstukken nog steeds niet met de 'vereischte zorg geschiedde". Zoo konden vier gemeenten f 13.000 subsidie te veel ontvangen, terwijl aan andere ruim een ton te veel werd uitbetaald, om dat ten departemente bij de vaststelling der bedra gen verkeerde kolommen waren geraadpleegd. Men maakt zich niet druk op de departe menten als het verkwisting betreft. Werd door de tusschenkomst der Rekenkamer deze vergissing hersteld, minder gelukkig was het college 'bij haar streven om een sinds jaren bepleite bezui niging op de booge kosten der onteigenings-adverten- tiën bij den minister ingang te doen vinden. „De Ka mer bracht daarhij in herinnering, dat de briefwisse ling over deze zaak-reeds in 1921 was aangevangen, en nog steeds tot geen bevredigend resultaat had geleid". 'Blijkens het bericht van den minister van Waterstaat, werd deze klacht opnieuw aan dien van Binnenland-sche Zaken doorgezonden. Ook bij dezen oewdndsman drong de Rekenkamer op spoed aan. ,Dit schrijven bleef tot dusver onbeantwoord." Boekhouding in de war? De gemeente Sittard had van het Rijk een bouw- voorschot te vorderen, dat per restant nog f 14.482 be droeg. Het Rijk keerde bij vergissing meer dan het dubbele uit en eerst toen de Rekenkamer hierop de aandacht vestigde, werd de terugvordering ter hand genomen. Daartegenover deed het Rijk krachtige po gingen om een reeks bouwvoorschotten, samen ruim drie en een halve ton bedragend, te innen.... toen ech ter door de Rekenkamer werd ontdekt, dat deze be dragen alle reeds aan de schatkist waren terugbe taald. f 1560 rljwielbewaarloon. •Het had de aandacht der Rekenkamer getrokken, dat de kosten voor het bewaren van rijwielen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek niet minder dan f 1560 's jaars bedroegen. Toen zij op bezuiniging aan drong, werden de loonen der bewaarders met f 1 pér weèk ver-hóógd. De minister achtte het „hoogst moeffldJkT om op deze kosten te besparen. „De Kamer heeft na dit antwoord geen aanleiding ge vonden tot voortzetten van de gedachten wisseling". Waarom hooger tractement dan voorge schreven staat? Eveneens „berustte" zij in de toekenning van jaar wedden ad f1400 aan twee Rijikszuivelvisiteurs, hoe wel het aanvangssalaris uitdrukkelijk op f1300 was bepaald. Deze ambtenaren hadden een tijdelijke aan stelling, doch krachtens besluit van den Ministerraad geldt de bezoldigingsschaal voor vasten dienst even eens voor tijdelijken. De minister wees er echter op, dat de beide ambtenaren „eenigszins" vakkundig wa ren. Was zoo vraagt de Rekenkamer in- dezen voor een benoeming vanzelfsprekenden eisch een grond te vinden voor toekenning van een hooger trak tement? Staaltjes van verkwisting. Een brievenbusplaat voor f1900.—. Bijl den bouw van het postkantoor te Haarlem gaf het Rijk f 1900 uit voor een natuursteenen brievenbusplaat, en f 1400 voor 8 bordjes, waarop „Posterijen en Telegrafie", vervaardigd van .sier- smeedwerk', waarvan de uitvoering in overeenstem ming diende te zijn met het overige smeedwerk, om tot een harmonisch geheel te raken". In de hal werden 8 lampen opgehangen a f 229.50 per stuk, waarhij nog ikwami f 1500 voor glas in lood voor •deze lampen' en ©enige buitenlantaiarns. Desge vraagd' meenden de betrokken minister®, „dat zoo veel mogelijk naar soberheid had moeten worden gestreefd". Ja zekert Voor het ontwerpen van een zegel voor den con- sulairen dienst werd door het Rijk aan den daartoe aangezachten sierkunstenaar f 500 betaald. Op de vraag der Rekenkamer, of de hulp van een sier kunstenaar wel noodig was geweest, antwoordde de minister bevestigend, omdat op deze wijze K*ok in het buitenland het peil waarop de Nederland- sche sierkunst staat, bekend zou worden. Ook een argument 1 Een stempeltje van 1285. Het Rijksbureau voor onderzoek van handels waren boekte over 1924 een bedrag van ruim f 3000 aan ontvangsten tegenover f 30.000 aan uit gaven. Waar het in 1924 slechts 662 monsters keurde (waarvan 373 tegen betaling;) stelt de Rekenkamer de vraag, of dit bureau wel in een algemeene be hoefte voorziet. De minister antwoordde, dat deze vraag een „punt van voortdurend overleg" bh de Regeering: uitmaakt. Weinig beter bleek het te staan met -de leerlooiers- school! in Wageningen, waarvan de Rekenkamer de kosten per Nederlandschen leerling op f 3000 be cijferde. Nog worde melding gemaakt van een lak- en inktstempel. besteld door den Directeur eener Rijks instelling. Hiermede was een som van f 285 gemoeid. De betrokken minister bleek, ondanks een daartoe strekkend verzoek1 der Rekenkamer, niet van zins oin deze vordering op den opdrachtgever"te verhalen. De Rekenkamer vond het blijkbaar een schandaal, de Minister soms niet?l Ten slotte nog dit! Ih 1923 huurde het Rijk in den gemeente Heem stede een perceel voor postkantoor. Werd voor het oude, daartoe dienende gebouw, ruiim zevenhonderd gulden 'huur 'betaald, voor <het nieuwe bewilligde het Rijk in een tienmaal' hoogeren huurprijs (f 7620). Tegen de voorschriften in werd daarenboven een ameublement voor het kantoor ontworpen door een architect, die voor dit ontwerp f 200 in rekening bracht. Desgevraagd deelde de minister aan de Re kenkamer mee. idat zulks „buiten zijn voorkennis" was geschied, maar dat het ..uit een aesthetisch oog punt aanbeveling verdiende." Het is toch wel heel gelukkig, dat we nog een Rekenkamer 'bezitten, die den boel eens haarfijn na pluist. en af en toe ongezouten zegt. waar het op staat. Dat is voor Heeren Ministers en hunne ambte naren heuscb wel heel gezond 1 Zooal9 m enweet, is na een geheime raadsverga dering te Weesp. waarin de Gasdirecteur wend ver hoord, in verband met de beschuldigingen voor het aannemen van fooien en provisie van leveranciers, deze ambtenaar geschorst en een commissie be noemd, die 'een onderzoek zal instellen naar zijne gedragingen. Deze commissie is haar werk begonnen onder leiding van den loco-burgemeester, wethouder Knaap en heeft verschillende geëmployeerden der Gasfabriek gehoord. Vele verklaringen zijn zeer bezwarend voor den Directeur. Van de bijna 20 be ambten, die aan het gasbedrijf werkzaam zijn. was er niet één. hoog noch laag, geplaatst, die ook maar één woord ten gunste van zijn superieur kon spre ken 1 De Directeur beloont zichzelf voor overwerk. Hierbij kwam ook te 'berde dat de Directeur zich zelf f150.— voor „overwerk", dat hij had verricht voor het samenstellen van een kaartsysteem, had uit betaald. Hij had verklaard, dat de kantoorbedienden niet genegen waren overwerk te doen, zoodoende had hij het maar zelf gedaan. Het administratief personeel verklaarde echter ten stelligste, dat de directeur nim mer gevraagd 'had bedoeld werk te doen. Wel had hij het zelf gedaan, jnaar.... tijdens de kantooruren. Toch had hij zich zelf voor overuren beloond! Slechte kolen en een slechte oven. Een belangrijk punt bij de besprekingen der com- missie bnet den baas der gasfabriek en de gezamen lijke stokers, vormde de bijzonder slechte kwaliteit van sommige zendingen kolen. Ook met de uiterste krachtsinspanning van de zijde van het personeel, was men er niet in geslaagd, uit de, door den direc teur gekochte, kolen goed gas te stoken. De klachten, welke hieromtrent bij den directeur werden inge bracht, haden niet het minste resultaat. Circa een half jaar geleden was er een zending kolen gearri veerd, welker afwijkende kwaliteit ten gevolge had, dat 'het personeel een paar weken noodig had, om de fabriek van koolteer te reinigen. Ook thans nog is een deel van den voorraad kolen van 'dien aard, dat men in de maanden welke nu achter ons liggen, toen door het geringe gasverbruik, slechts met één oven gewerkt behoefde te worden, ze niet verwerken kon. Thans, nu een tweede oven in gebruik is gesteld, kan men ze, door vermenging met betere kwaliteit, desnoods gebruiken. Van welke schade een en ander voor de bedrijfs-uitkomsten is, ligt voor de hand. Een in de fabriek ingesteld onderzoek bracht aan het licht, dat de onlangs in den raad geuite klachten over den nog geen half jaar geleden gebouwden oven voor de fabricage van waterstofgas, allerminst onge grond waren. Deze oven, welke f5600 gekost heeft, beantwoordt volstrekt niet aan de eisfhen, welke er aan gesteld mogen worden; erger nog, hij is zoo goed als onbruikbaar. Herhaaldelijk zijn door de burgerij ernstige klach ten geuit over de kwaliteit van het geleverde gas en over nog 'heel wat meer. Uit het voren staand e^blijkt wel, dat die klachten niet geheel ongegrond zijn ge weest en! tevens Wijkt, dat de fabriekstoestan den onder de leiding van dezen gasdirecteur alles be halve gunstig zijn te noemen. Een mandje port. Als een sterk staaltje van het fooienistelsel, dat door den gasdirecteur in de hand werd gewerkt, heeft een der commissieleden in de vergadering der commissis- sie medegedeeld, nader vernomen te hebben, 'dat de gasdirecteur aan den vertegenwoordiger eener firma., welke o.a. in vuursteenen handelde, den eisch ge steld had, dat hem een (mandje port zou worden thuisgezonden. Toen de vertegenwoordiger verklaar de,^dit onmogelijk te kunnen doen, ging.... de zaak niet door, daar, naar de directeur verklaarde, de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5