SchagerCourant RAAD WINKEL. DE GESTOLEN BROCHE. Derde Blad. Feuilleton. Zaterdag 3 SeptemBer 1927 70ste Jaargang. No. 8111. Vergadering van den Raad op Donderdag 1 Septem ber 1927, des avonds 7 uur. Alle leden zijn aanwezig. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester, secreta ris de heer A. de Ridder. De Voorzitter opent de vergadering, daarbij de hee- ren welkom heetende, in het bijzonder den heer Bree- baart en spreekt er zijn genoegen over uit, dat deze wéllicht voor de laatste keer de raadsvergadering kan bijwonen. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Ingevolge een vroeger door den Raad uitgespror ken wensch inzake verzekering tegen brandschade van de gemeente-eigendommen, is een onderzoek in gesteld naar het verschil in premie, wanneer die verzekering wordt aangegaan door bemiddeling van de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. De te genwoordige kosten bij de Noord-Hollandsche Maat schappij te Oundkarspel bedragen bij een totaal be drag van f230500,-^ f 195.97, of gemiddeld f 0.81 per mille. Door bemiddeling van de Vereeniging van Neder landsche Gemeenten zal bij de firma Ivnegt en Zn. de premie in totaal bedragen voor hetzelfde verzekerde bedrag f56.54. De maatschappij te Oudkarspel in kennis gesteld met een mogelijke verandering van verzkering, heeft ook harerzijds voorstellen gedaan, en wel alle eigen dommen te verzekeren tegen f0.50 per mille, waar door de premie wordt teruggebracht tot f 119.75. B. en W. wenschen het oordeel aan den Raad te laten. Bij den heer Van Wijk heeft het een bijzonder on- aangenamen indruk gemaakt, dat nu de firma Eecen kans loopt den verzekeringsposT te verliezen, zij zal nu onmiddellijk de tarieven wel verlagen. De heer Brugman verwacht dat jiet advies van de Vereeniging van Ned. Gemeenten een goed advies zal zijn, wijst op het groote verschil van premie en wil daarom bij de firma Knegt en Zn. verzekeren. Overigens is spr. het met den heer Van Wijk eens. De heer Breebaart zegt, dat de Noordholl. Mij. niet de eenige maatschappij is die haar premie gaat ver lagen indien ze gevaar loopt een post te verliezen. Een soortgelijke handeling heeft spr. ook meege maakt met „de Nederlanden". Spr. evenwel begrijpt niet ,'hoe de fa. Kncgt en Zn. voor zoo'n lage premie kan verzekeren, het gemeentehuis bijv. loopt toch ook brandgevaar bij voorkomenden brand van be lendende perceelen. Spr. vraagt, of er iets bekend is van de handelingen der firma Knegt en Zn. inzake uitbetalingen. De heer Van Wijk is bereid in comité mededeelin- gen te doen omtrent regelingen van schade door firma Knegt en Zoon. De heer Kamp vraagt, hoelang de Vereen, v. Ned. Gemeenten zaken doet met de fa. Knegt en Zn. en oordeelt, dat we vertrouwen moeten stellen in de da den dier vereeniging. Den Voorzitter is niet bekend hoelang een overeen komst tusschen de Vereen, v. Ned. Gemeenten en de firma Knegt en Zn. bestaat, maar heeft een circu laire van Juni 1925, blijkens welke circulaire voor een bedrag van ruim f250.000.000 door leden van de Vereeniging van Ned. Gemeenten was verzekerd. Ook bij spr. bestaat de vrees, of wel tegen zulk een lage premie verzkerd kan worden. B. en W. zoüden na dere inlichtingen over de firma Knegt en Zn. kun nen inwinnen. De heer Spaans zegt, dat dan ook kennis genomen zou kunnen worden van de controle die de firma Knegt en Zn. toepast. De lage premie bekoort, maar de gemeente moet waarborgen hebben goed te zijn verzekerd. De heer Kriek blijft voorstander van verzekering bij de Noordhollandsche Maatschappij en betwijfelt Novelle van REINHOLD ORTMANN. (Vrij naar het Duitsch.) HOOFDSTUK IX. Dat het hem zóó moeilijk, zoo ontzettend zwaar zou kunnen vallen een besluit -te nemen en zich tot een beslissende daad te vermannen, 'hoewel dat gene, dat gebeuren moest, hem zoo duidelijk voor den geest stond had Rudolf nooit voor onmogelijk gehouden. De geheele samenhang der verschillende dingen stond hem toch volkomen helder voor oogen. Hij wist thans, dat hij den naam van den heer Van Ranten als dien van een zwager van Mevrouw Haller naar aanleiding van het proces tegen Greta Willisen h'ad hooren noemen, en het was na Lili's mededeelingen ook aan geen twijfel onderhevig, dat hij de dief van de vlinderbroche geweest was. Hoe diep moest deze dief en doorbrenger wel gezonken zijn, hoe geheel en al moest zijn smadelijke levens wijze het laatste sprankje eer- en schaamtegevoel in hem verstikt hebben, dat hij zich van zijn niets vermoedend, onschuldig kind had kunnen bedienen, om de aangevangen misdaad ten einde te brengen! En de ellendeling had bovendien nog stilzwijgend toegezien, dat men een ander in zijn plaats gestraft had, hij had geen vinger uitgestoken om te verhin deren, dat door zijn schuld een jong menschenleven voor altijd geknakt en verwoest werd. Waarlijk, ten opzichte van zulk een afschuwelijke nietswaardig heid moest men ieder medelijdend aarzelen als een groote zonde beschouwen! Indien iemand anders hem de vraag gesteld had, hoe in dit géval gehandeld moest worden, dan zou Rudolf zonder nadenken ge antwoord hebben, dat de aanklacht bij de bevoeg de autoriteiten onmiddellijk moest worden ingediend en dat er geen seconde meer gewacht mocht worden om het proces inzake Greta Willisen te herzien. Nu echter, nu hij niemand anders dan zichzelf op deze vraag moest antwoorden, nu kon hij ondanks al len strijd en overpeinzingen maar niet tot een rede lijk besluit komen. Hij kon immers niet den strijd tegen den misdadiger aanbinden, zonder tevens ook diens ongelukkig kind te treffen. En zelfs wanneer de rechters later tot dezelfde overtuiging zouden ko men als hij, indien zij haar geen strafbaar feit ten laste konden leggen, doch haar als willooze werk tuig van een schurkachtigen vader van iedere straf zou vrijspreken de martelingen van een pijnlijk j onderzoekingsproces, de schande van een openlijke blootlegging der feiten 'bleven haar toch geenszins bespaard. De eer van de onschuldig veroordeelde j Greta Willigen kon niet anders weer hersteld wor- of men zijn eigen bezittingen zou verzekeren bij de firma Knegt en Zn. De gemeente zal de risico moeten dragen en als het fout liep, zou zij geen vernaai heb ben op de Vereeniging van Ned. Gemeenten. Meerdere leden voeren nog het woord en tenslotte wordt dan besioten B. en W. opdracht te geven, na- aere inlichtingen in te winnen over diverse regelin gen door de firma Knegt en Zn. gedaan. De aansluiting aan de waterleiding. Door B. en W. is andermaal aangedrongen bij het Provinciaal Waterleidingbedrijf voor Noord-Hol land om ook de buitenwijken aan te sluiten en voor namelijk werd de aandacht gevestigd op den Groet polder. Het P.W.N. staat niet afwijzend tegenover een zoo danige aansluiting en laat berekening daarvoor ma ken, doch waar een aan te sluiten gedeelte rendabel zal moeten gemaakt worden, is het gewenscht dat belanghebbenden zich nu reeds verklaren voor eén zoo mogelijk flink abonnement. Teneinde belangheb benden daarmede in kennis te stellen, hebben B. en W. een circulaire gezonden aan alle bewoners van den Groetpolder. De heer Breebaart is voorstander van aansluiting maar men dient eerst op de hoogte gesteld te wor den van de voorwaarden van aansluiting, hoe het te 'betalen bedrag wordt berekend, naar de grootte van een perceel of naar het watergebruik. De Voorzitter zegt, dat door ambtenaren van hét P.W.N. een rondgang bij de betrokkenen zal wor den gemaakt en dan inlichtingen worden verstrekt. Voor huishoudelijk gebruik wordt gerekend naar de bewoonbare oppervlakte en voor water voor het vee kan een contract worden afgesloten. De mededeeling. van B. en W. heeft alleen de strekking om den Raad' op de hoogte te stellen van*de maatregelen dne B. en W. hebben getroffen. De heer Dekker heeft met voldoening kennis geno men van die genomen maatregelen, maar ook te Limmerschouw $n Langereis zien de menschen reik halzend naar de waterleiding uit. Het heeft hem te leurgesteld dat nu ook weer gevraagd wordt naar de rentabiliteit. De Voorzitter acht het bekend, dat hij elders zijn best heeft gedaan, die rentabiliteitsvoorwaarden op geheven te krijgen, maar die zaken gaan een lang- zamen weg. De eventueele aansluiting van Limmer schouw en Langereis zullen B. en W. onder de oogen zien, misschien is in samenwerking met een andere gemeente een verbindingslijn te vormen. De heer Van Wijk heeft met verwondering de speech van den heer Dekker aangehoord, omdat deze éen van de laatste personen was, die zijn perceel liet aansluiten. Het is wel een bewijs, dat de aansluiting den heer Dekker best bevalt, Maar terzake, vervolgt spr., is ook de Molenkade bij de eventueele aanslui ting van den Groetpolder inbegrepen. De Voorzitter zegt, dat het geheel onder de aan dacht van het P.W.N. is gebracht en als eei*ringlijn gelegd kan worden, zal het P.W.N. daarmee wel rekening houden. De heer Dekker zegt, de geestige opmerking van collega Van Wijk te willen beantwoorden. Inderdaad is het waar, dat hij een van de laatsten was die aan sloot, niet omdat hij geen voorstander van de water leiding was, neen, hij is overtuigd dat aansluiting goed is, maar hij is er ook van overtuigd, dat al wat goed is er kan komen zonder dwang. Dat is de re den dat spr. zoo lang mogelijk gewacht heeft met de aansluiting. B. en W. deelen nog mede, dat op zijn verzoek te gen 1 September aan den heer P. Honingh ontslag is verleend als correspondent van het arbeidsbemid delingbureau. Ingekomen stukken. Een dankbetuiging van den heer Commissaris der Koningin voor het hem gezonden gelukstelegram bij de herdenking van zijn 12K-jarig ambtsjubileum. Door Ged. Staten goedgekeurde raadsbesluiten,.als: Het besluit tot vaststelling van het vermenigvul- digingscijfer voor het belastingjaar 1927—192°; het aangaan van een geldleening van f 3000.-- voor het schoeiingswerk te Lutjewinkel; wijziging begrooting voor 1927; af- en overschrijving op de begrooting voor 1926; verordening regelende het vetgehalte van melk; vernietiging van de forensenaanslagen van: C. Spaans Hz., als forens voor de gemeente Winkel- A. Barendragt,. als forenê voor de gem. Beverwijk'. B. en W. stellen voor, al deze stukken voor ken nisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. De begrooting voor 1928 van het Algemeen Burger lijk Armbestuur. De begrooting voor 1928 van de Gezondheidscom missie te IHoorn. den dan door Lili's levensgeluk en haar goeden naaim ten offer te brengen. En in de eerste oogenblikken scheen het Rudolf toe, alsof hetgeen hij op ging offeren, nauwelijks min der waard was dan hetgeen hij zou bereiken. Hij pij nigde zijn hersenen om een reddenden uitweg te vinden, die het mogelijk zou hebben gemaakt Lili te ontzien en in het diepst van «zijn hart voelde hij zich beschaamd, toen hij zich de weemoedig-profetische woorden van z'n vader herinnerde: .Moogt ge nooit de bittere ondervinding opdoen, dat er toch nog iets hei ligers is dan deze zoogenaamde gerechtigheid"; Weliswaar gaf hij hem hierin ook nu nog niet ge heel gelijk. Want de gerechtigheid gold bij hem nog steeds al het hoogiste er was niets heiligers dan juist deze gerechtigheid. Maar hij begreep, wat de oude man, die in de wereld van niemand anders hield dan van zijn zoon, in dat scheidingsuur onder zijn harde woorden en zijn geen medelijden kennen- den eerlijkheidshoogmoed moest geleden hebben. En al was het niet voor zijn daden, maar dan toch voor zijn onbarmhartige woordeii, smeekte 'hij hem in het diepst van zijn hart gedurende 'deze moeilijke oogenblikken van twijfel en verzoeking deemoedig en berouwvol om vergiffenis. Toen echter voelde hij groote verontwaardiging over zichzelf en een toornige afschuw voor zijn onmanne lijk aarzelen. Waartoe was hij toch al niet gekomen, dat hij in dit geval nog aarzelen en overleggen kon! Had hij niet veel eerder moeten juichen en jubelen over de genadige schikking van het toeval, waar door hij na maandenlang vergeefsohe moeite thans zonder zijn toedoen als door een wonder de waarheid had ontdekt! Hoe dikwijls had hij niet gedroomd van het oogenblik, waarop hij Greta's vrijspraak en haar schitterende rechtvaardiging bewerkt zou hebben, als het gelukkigste moment «van zijn leven! Hoe heerlijk was het -hem vaak te moede geweest als hij dacht aan het zalige vooruitzicht, wanneer haar door smart vertrokken gezichtje zich zou verhelderen, wanneer haar 'dankbare glimlach hem zou begroeten! En nu, terwijl hij na alle bittere teleurstellingen werkelijk 'het middel in de 'hand had, dat zijn droom in vervulling kon doen gaan, nu voelde hij niets van die blijdschap en genoegdoening in zich opwellen! Was het zoo gesteld met zijn heilige geestdrift voor waarheid en recht? Was er slechts een verlei delijk lachje van roode meisjeslippen, slechts de zoete verlokking van een bekoorlijke gestalte en 'het -betooverende spelen van een paar mooie oogen toe noodig, om de rotsvaste rechtschapenheid, waarop hij zoo trotsch was geweest, omver te werpen? Neen, neen, duizendmaal neen! Indien hel werkelijk liefde wp-v wat hij voor Lili van Ranten gevoelde, deze be- -ikning der zinnen, die zijn gedachten verwarde en h- «i sinds drie dagen tot een dwazen knaap gemaakt had, dan was het een verderfelijke liefde, waartegen hij zich met alle macht van zijn mannentrots moest verzetten. Ja, hij was op dit oogenblik vast besloten, ze met alle wortels uit zijn hart te rukken, alvorens Een mededeeling van de vereeniging van Burge meesters en Secretarissen in het kanton Schagen, hou dende de heffing van een bijdrage in 1928. Een verzoek van de Malariacommissie in Noord- Holland, om subsidie in 1928. Een verzoek van de Noordhollandsche Vereeniginp „Het Witte Kruis", om subsidie voor de ontsmettings inrichtingen voor 1928. Idem Winkel's Harmonie, gymnastiekvereniging „Sparta" en de Schager Handeldr. en Industrieele Middenstandsvereeniging. Burgemeester en Wethouders stellen voor al deze stukken bij de begrooting voor 1928 te behandelen. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. De afdeeling Winkel van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en vacantiekolonies, vraagt voor 1927 een subsidie van f40, teneinde het mogelijk te maken dat aan een uitgezonden kind een langer verblijf te Nunspeet wordt gegeven. B. en W. stellen voor aan dit verzoek te voldoen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe beslo ten. Jaarverslagen 1926. Gemeenschappelijke Gasfabriek. Provinciaal Waterleidingbedrijf. Provinciaal Electriciteitsbedrijf. Keuringsdienst voor Waren. Vleesch'keuringsdienst. Al deze verslagen zullen circuleeren. Door de 'Commissie, belast met 't onderzoek der (ge meenterekening over 1926 en de rekeningen der in stellingen, wordt bij monde van den heer Van Wijk rapport uitgebracht, strekkende tot goedkeuring der rekeningen. De gemeenterekening in ontvang op f 92624.57in uitgaaf op i 93718.78y2, nadeelig slot f 1094.21. De rekening van het Algemeen Burgerlijk Armbe stuur in ontvaftg op f78816.57Vfc, in uitgaaf op f 78397.551/2, batig saldo f 419.02. De exploitatierekening der gemeenschappelijke Gas fabriek in ontvang op f60995.64, in uitgaaf op f60811.14, winst f 184.50. De Kapitaalsrekening op f23293.17. De exploitatierekening van de Woningbouwvereni ging „Winkel", nadeelig saldo f 91.76^. Nadat de Voorzitter de comniissie dank had ge bracht, wordt overeenkomstig het voorstel van de commissie besloten. Bijdrage Kanalisatie. Door de 'Commissie voor de Kanalisatie van West- Friesland wordt onder verwijzing naar voorgaande rapporten thans verzocht ter uitvoering van het Kana lisatieplan gedurende 40 jaren een jaarlij'ksche bij drage te verleenen van f400.—. Burgemeester en Wethouders meenen eveneens naar devoorgaande rapporten te kunnen verwijzen en stellen bij meerderheid voor de gevraagde f400 te verleenen. Aan de rdinderheid van B. en W., de heer Kriek, woedt allereerst het woord verleend, die aanvanke lijk voorstander van deze Kanaalplannen, bij nadere beschouwing dier plannen, niet 'de motieven kon vin den waarom een dergelijk kanaal, achter Lutjewinkel om, noodig was. En spr. wijst er op, dat niet alleen de f400 bijdrage door de gemeente zou worden be taald, maar de ingezetenen zullen de kanalisitie ook vinden in de verhoogde opcenten der provinciale be lasting en oolf op hun rijksbelastingbiljet. En al mag een grooter kanaalaanleg voordeel bieden wat de aanvoerkosten van grint en basalt betreft, het vervoer van Lutjewinkel af, zal aardig wat kosten. Ook het kolenvervoer voor gasfabriek en coöperatie, indien de tram wordt opgeheven, noemt spr. en oordeelt dat de kolen van de Hollandsche mijnen toch' niet per scheepvaartgelegenheid zullen komen. De heer Snaans is groot voorstander van deze ka-* naalplannen,de indirecte belangen ervan zijn niet di reet zichtbaar, maar plaatsen waar een kanaal door gaat, gaan ontegenzeggelijk vooruit. Spr. wijst in dit verband op het dorp Maarssen. Spr. vindt dan ook de bijdrage van f 400 voor onze gemeente geen bezwaar. De heer Breebaart wijst er op, dat de kanalisatie niet alleen voordeel voor de gemeente zal opleveren bij he* vervoer van grint en basalt, dat de gemeente behoeft, doch ook belangrijk voordeel voor de inge zetenen bij aanvoer van bouwmateriaal enz. Spr. meent dan ook dat de gemeente niet afzijdig mag blij ven, vooral waar ons boven het hoofd kan hangen dat de tram wordt opgeheven. De heer Kamp onderschrijft de redeneering var den heer Breebaart. We moeten de groote lijn in 't oog houden en spr. noemt nog den aanvoer var misschien haar verleidelijke sirenestem de stem van zijn eer en geweten tot zwijgen zou weten te brengen. Hij ging aan tafèl zitten en begon te schrijven. Maar na een poos scheurde hij den voor doctor Volk- mar bestemden brief toch weer in stukken, want hij was, zonder aan zijn genomen besluit ontrouw te wor den, op een ander denkbeeld gekomen. Hij nam een tweede vel briefpapier, waarop hij slechts enkele regels schreef, waarna hij dit briefje in een couvert deed en er het adres van den heer Van Ranten in villa Louise op schreef. Lili had hem im mers gezegd, dat haar vader vandaag zou arriveeren en het leek hem de beste manier, wanneer bij dezen man dwong zichzelf bij de politie aan te klagen we gens zijn begane misdaad. Men kon aannemen, dat •men zijn misdaad dan (milder zou beoordeelen, er- het zou goed zijn als zulks geschiedde. Want het was Rudolf er niet om te doen hoe zwaar van Ranten ge straft zou worden, maar alleen om de rechtvaardi ging van Greta Willisen. Kort en beslifet had hij van Ranten in zijn brief ver zocht den volgenden morgen bij 'hem te komen, en -hij twijfelde er niet aan, of deze zou aan de uitnoodi- ging gevolg geven. Want met een kleinen wenk, dien hij stellig zou begrijpen, had Rudolf hem omtrent het doel van het gewenschte onderhoud ingelicht. Het verontrustte Rudolf dan ook niet, dat hij geen antwoord op zijn schrijven ontving. Na een slapeloo- zen nacht was hij reeds heel vroeg gereed zijn bezoe ker te ontvangen en hij bleek zich in zijn verwachtin gen niet vergist te hebben, want reeds tegen acht uur meldde het kamermeisje hem, dat er heer was, die hem wenschte te spreken. „Laat hem maar boven komen", zei hij, „en zorg er in ieder geval voor, dat wij gedurende ons onder houd niet gestoord worden". Direct daarop verscheen de magere gestalte van van Ranten op den drempel. Hij was weer volgens de laatste mode gekleed en de krijgshaftig omhoogge- draaide punten van zijn blonden knevel gaven het geelachtige, scherp geteekende gelaat een zeer ener gieke uitdrukking. Zijn groet bestond slechts uit een haast onmerkbaren hoofdknik. „Mijn naam is van Ranten. U hebt mij daar giste ren 'n heel merkwaardigen en grootendeels vooj mij geheel onbegrijpelijken brief geschreven, waarin u mij om een onderhoud verzoekt hier in uw woning. Vermoedelijk bemerkt u nu al, dat u zich in den per soon vergist hebt". „Zulk een vergissing is nauwelijks denkbaar. Maar neemt u alstublieft plaats. U zult over hetgeen ik van u wensch te weten, dadelijk opheldering krijgen". „Daarnaar zou ik in ieder geval gevraagd heb ben. Ik heb slechts aan .uw uitnoodiging gevolg ge geven uit een zekere nieuwsgierigheid en omdat mijn morgenwandeling mij 'bovendien toch in deze rich ting bracht. Want in 't algemeen ben ik gehoon, dat de menschen die mij iets hebben te verzoeken, bij mij aan 'huis komen. De toon, dien bij zich aanmatigde, was te hoog- kunstmest, het vervoer van graan enz. En om aan te toonen van hoeveel belang groot vaarwater is, wijst spr. op het verschil tusschen Alkmaar en Schagen, in Alkmaar uitbreidingen, terwijl die in Schagen worden tegengehouden, door gebrek aan flink vaarwater. Alleen spijt het spr., dat het ka naal zoover achter de 'gemeente omkomt; spr. had liever gezien, dat het geprojecteerd was langs de ringvaart, naar de Boerensluis. De heer Dekker meent, dat het bestaande vaar water met een kleine verbetering voldoende in orde kan worden gemaakt. Spr. is niet tegen het plan, maar vindt de gevraagde bijdrage te hoog. de plan nen voor onze gemeente te grootsch. De bijdrage is voor onze gemeente met het oog op hare finantiën niet gewenscht en spr. somt dan op de verschillen de uitgaven «die de gemeente straks zal hebben, als: gedurende 10 jaar e$n bijdrage vah f500 voor het zieke^ds, het omzetten in 'een aad van de beginsel toezegging, subsidie behoud stoomtram, mogelijke vermindering van f 600 f 700 huur postkantoor. Bo vendien zullen de ingezetenen nog in de kanalisatie krijgen bij te dragen over zooveel kunstmatige schij ven, bijv. als ingelanden van den polder Waard en Groet, enz. v De heer Brugman zegt. dat van groote veranderin gen niet direct groote verbeteringen zijn te zien, maar spr. vermoedt dat de voordeelen in de toekomst zul len blijken. Vreemd vindt spr. het dat het kanaal door een groot gedeelte van de gemeente dwars door de landerijen zal komen en zooveel versnippering zal veroorzaken. Ook had spr. liever gezien, dat de kosten in het geheel door het algemeen waren gedragen. De heer Van Wijk weet nog niet(, of hij zich moet scharen aan de zijde van de vóór- of van de tegen standers. Wel wjjst spr. er op, dat groot vaarwater weer zal beteekenen een strop voor onze tram, die we toch graag zouden behouden. Spr. vraagt welke baten de gemeente zal hebben van het* kanaal, van het vervoer van grint bazalt. De Voorzitter zegt, dat het den leden niet zal ver bazen dat de burgemeester van Winkel een groot voorstander is van deze kanalisatie en dat hij zoo goed kent de groote beteekenis voor een plaats, als zij heeft een goede aan- en afvoergelegenheid. Het s;pijt sipr.. dat de tegenstanders niet alleen afvragen welke voordeelen de gemeente zelf heeft on niet het oog richten op het groote perspectief, dat deze plan nen opent en waarop de heeren Breebaart, Kamp e. a. reeds hebben gewezen. We moeten het oog houden op de toekomst en niet te vergeten op de omgeving En dat de Raad dit eerder heeft ingezien bleek bij een bezoek van den Commissaris der Koningin, toen gewezen werd op het groote beltng van een verbin dingsweg met den a.s. Wièringermeerpolder en toen reeds vluchtig de idee aan de hand werd gedaan, dat gemeente en polder Waard en Groet wel bereid zouden zijn voor eigen rekening een stuk weg door te trekken. Spr. noemt dan verder de afvoer der tuin bouwproducten, het vervoer van grove waar naar de veiling te Langendijk, als voorbeelden die de behoefte aan groot vaarwater duidelijk aantoonen. Spr. noemt verder als voorbeeld, één verkeersbelenimering bi] Lutjewinkel, indien het waterpeil daar 10 c.M. hoo- ger is en de plaatselijke motorboot zich door de brug moet wringen. Op de vraag van den heer Van Wijk antwoordt de Voorzitter, dat bij een verbruik van 120 M3. grint en basalt, het grootere kanaal voor de gemeente een voordeel zal opleveren van 120 rijksdaalders, maar ook polder Waard en Groet en iedereen die een huis bouwt, heeft die materialen noodig en evonzoo wordt er kunstmest aangevoerd. Spr. zou het diep betreuren, als 'de Raad den moed had dit voorstel te verwerpen. De heer Kriek meent, dat de vergelijking met Maarssen, dat tusschen 2 groote steden ligt, niet .op gaat. De aanvoer van materialen acht spr. niet zoo danig dat daarvoor vervoer van 200 ton mogelijk dient te zijn. Ook het vervoer van producten naar Langen dijk zal niet met groote schepen behoeven, want aan zal overladen toch moeten plaats vinden. De Voorzitter zegt, dat de kanaalplannen ook in houden het plan tot vergrooting van het vaarwater langs den Langendijk. De .'heer Spaans heeft Maarssen genoemd om aan te toonen dat men niet -weet, wat er met een kleine gemeente kan gebeuren als er flink vaarwater is. De heer Kamp zegt, dat als de gemeente niet had gehad de ringvaart, we hier ook nooit hadden.gehad een groote zuivelfabriek en spr. wil dus maar zeggen, dat door de gelegenheid de mogelijkheid wordt ge maakt. De heer Dekker zegt, dat de tegenstanders niet klein staan tegenover de plannen en het gansch niet onmogelijk te achten dat de kanalisatie goede dien sten zal bewijzen aan Westfriesland. Hoewel spr. heeft gehoord dat het gebruik van het Noordhol- landsch Kanaal niet meer zoo is als voor 30 a 40 jaar. Spr. meent, dat we hier niet geisoleerd zijn, nog dezer dravend en te weinig in overeenstemming met dien van een welopgevoed man, dan dat Rudolf de bedoe ling om hem te overbluffen en hem daardoor op een dwaalspoor te brengen niet had' doorzien. En van Ran-ten had bovendien zijn zenuwen niet geheel in bedwang. \#el klonk zijn stem scherp en vast, maar de hand, waarin hij zijn hoed hield, beefde merkbaar, en zijn oogen. dwaal den onzeker door het vertrek. De blik die daaruit straalde was de schuwe, onzekere bli'k van het kwade geweten. Het kon evenwel ook de doodelijke angst zijn, die heim reeds zoo vroeg in den morgen hierheen had gedreven en indien 'hij deson danks de dwaze gedachte koesterde door een uitda gende houding zijn toestand te verbeteren, dan be reikte 'hij daarmede inderdaad niets anders dan dat Rudolf Imberg thans ieder medelijdend gevoel op zij zette. „Voor m\j bestond daartoe geen aanleiding antwoordde hiï koeltjes. „En u hebt ahn mij te danken, dat ik tenslotte tot dit onderhoud ben overgegaan. Mijn naam is u immers wel bekend, niet waar?" „In tegendeel. Ik herinner mij' niet, dat ik ooit bet genoegen gehad heb, hem te hooren noemen". „Dan is uw geheugen al heel korb. Want u zult hem toch zeker wel als den naam van d!enj pandhouder kennen,.- aan wien gij uw dochter een brillanten sieraad liet overhandigen." „Mijn dochter naar een pandejesbaas ik? Mijnheer, ik weet het niet.... „Ik verzoek u alstublieft geen oomedie te spe len. Dat zou verloren moeite zijn.U zult nu toch wel inzien, dat ik alles weet. Laten we heb dus kort maken. Daar u het was, die de van uw schoonzuster afkomstige vlinderbroohe liet belee- nen, moet u het ook geweest zijn, die ze haar ontstolen heeft.. Ik heb daarvoor de overtuigend ste bewijzen -en ben op het punt de autoriteiten! van mijn ontdakldiing kennis te geven, opdat on-* voorWaardelijk een onderzoek tegen u wordt in gesteld en tegelijkertijd hot proces betreffende de abusievelijk vo"oordeelde jonge dame weer wordt hervat. Een bespreking metu was daarvoor ab soluut overbodig, want voor mij .is het volkomen onverschillig, ar u mij'- den diefstal bekent of niet. Indien ik u hier heb laten komen, dan ge beurde dit slechts p naar aanleiding van iemand-, die u gewetenloos in uw misdaad hebt betrokken, eu dat nog wel in uw eigen belang. Indien uj ziok met een vrijwillige bekentenis bij heb gerecht aam- meldt, alvorens oen aanklacht, van andere zijde volgt, kunt u zich naar alle waarschijnlijkheid bij uw latere vercordeeling op verzachtende omstan digheden beroepen. Ox u daarvan gebruik wilt maken of niet, staat geheel aan u zelf. Maar uw beslissing moet nu dadelijk volgen. Ik kan u daarvoor niet meer dan een paar minuten bedenk tijd geven." Aanvankelijk had van Ranten nog wel eenige malen aanstalten gemaakt, hem heftig In de reao te vallen jan zijn bewegingen moesten blijkbaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 9