VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Een Armeensche Boerenfegende.
DAMRUBRIEK
[iiimnimmnmimjiiiniuiuiuiiinuiiuiiiiiuiiiiiijiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiii.iii
VOLKENBOND EN ONTWAPENING.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 1 October 1927. No. 8127.
RADIO.
Nogmaals: Wisselstroom voeding II.
Indien men de vorige week besproken nieuwe lamp
wil toepassen in een reeds bestaand schema, is een
ombouw van het schakelschema noodig.
Alle verbindingen met de gloeidraad, die niet voor
geleiding van den gloeistroom zijn bestemd, moeten
verwijderd worden. Dit zijn dus de roosterlek, de
aarde, de negatieve roosterspanning, enz. De pen-
0.000 i rt.K
nen, waaraan het verhitting* element aangesloten is,
blijven dan alleen maar verbonden met de klemmen
waaraan de laagspannings-secundaire wikkeling van
den stroomleverenden transformator wordt verbon
den. Nogmaals, deze verbindingen moeten tevens uit
dikkere draden gemaakt worden, daar de doorge
voerde stroomen beduidend hooger zijn. Gloeidraad-
weerstanden zijn nu tevens overbodig.
Het schema ziet er derhalve na de wijziging uit.
zooals in fig. 39 is aangegeven.
•V.i. -MirtAu
Wij merken dan op, dat over de secundaire wik
keling van den transformator, die nu den accu ver
vangt, twee blokcondensatoren van pl.m. 2 M.F. zijn
geschakeld, waarvan het middelpunt geaard wordt.
Verder wordt de lekweerstand aan de kathode ver
bonden, terwijl een afzonderlijke negatieve roost er-
spanning-batterij is toegepast. Dit schema geeft de
toepassing van de K.L.l-lamp aan als detector en
eerste l.f.-lamp. Deze lamp is echter eveneens als h.f.
en als eindlamp te benutten, daartoe in staat gesteld
door haar ruime karakteristiek. Daarbij wisselt de
toe te passen anode-spanning bij gebruik als h.f.
lamp, detector, le l.f. en eindlamp, respectievelijk
van 20 100 Volt, terwijl de negatieve roosterspan
ning toeneemt van 0 of even negatief tot 7^ 9 Volt
negatief.
Daar het verhittingselement een stroomdoorgang
van pl.m. 2 Amp. noodig heeft, om naar wensch te
functionneeren, moet men er bij de constructie van
den transformator op rekenen, dat de 4 lampen 8
Amp. gebruiken, daar'de lampen parallel aan elkaar
geschakeld worden, zoodat de gloeispanning 3% tot
4 Volt blijft bedragen.
Chamberlain heeft dus gesproken,
Want de nood kwam aan den man,
Heel de toestand werd gevaarlijk,
Want er kwam nog vrede vanl
Chamberlain heeft dus gesproken,
Niet als ihandig diplomaat,
Met het halve lorgnetje,
Maar als open veoht-soldaatl
't Dreigend spook van de ontwaap'ning
Kwam gevaarlijk naderbij,
't Is niet weg te redeneeren,
Eng'land spint daarbij geen zij,
Want het leger houdt do deelen
Van het groote rijk bijeen,
En z'n vloot in al haar glorie,
Houdt de welvaart op do beenl
Chamberlain zat zuur te kijken,
Hij bewoog zich niet en zweeg,
Toen die Beelaerts met zijn voorstel
Gul een „open doekje* kreeg 1
Tja, zoo'n man der kleine staten
Kan dat heel gemakk'lijk doen,
Die heeft weinig te verliezen
Door den vree, daar wringt de schoen 1
Praten over wat ontwaap'ning,
Ooh, dat kan er nog mee door,
Praten is niet zoo gevaarlijk.
Praat dus, praat dan, praat maar door!
Maar daar moet het ook bij blijven,
Een gezonde vredes-waan,
Anders zal men nog beleven,
Dat ze zelfs ontwaap'nen gaan!
Veel van 't nationaal vermogen
Is in wapenen belegd,
Ook terwille van de toekomst,
En de fondsen staan niet slecht!
Neen, er dreigen veel gevaren,
Die een vredes-man niet ziet,
En een oorlog is vaak heilzaam
Op koloniaal gebied!
Handschoenen, meneer?—
Aatubheft. Zijn ze voor >trw
vrouw of wenscht u een betere
kayalitefc?
Bovendien 't minuutje stilte
Raakt zoo leelijk aan z'n ©nd,
En 't geslacht, dat nu gaat komen,
Is 't van huis uit zoo gewend!
Chamberlain, hanteert den degen,
En Uw oogglas rechtgezet,
'tGraf des onbekenden krijgsmans
Dient met krijgsmans-eer gered!!
September 1927.
Alle rechten voorbehouden!
KROES.
Hoe vindt ie mijn vrouw?
Is dat je vrouw? Ik dacht,
dat het ie broer wasl
Een legende van den laatsten tijd met
een politiek tintje, waarin de held wordt
voorgesteld door den Noordpoolvaarder
Frithjof Nansen, die bijzonder veel belang
stelt in het armlastige Armeensdhe volk en
daarover in de Volkenbondszitting beeft
gesproken.
Het was op een boeten .Julidag. Door de gloeiende
zonnestralen was de vlakte van Ararat als verbrand*
De bronnen op het land waren uitgedroogd, de
rivieren zeer arm aan water geworden, Woeste
steppen rondom riepen om water, opdat het bet
binnenste der aarde zou drenken en nieuw leven
te voorschijn zou roepen. Midden in die wijde
vlakte verhief zich de majestueuze zilveren top
van den Heilige, Massis, de Armeensche bena
ming van den bergtop Ararat, die voor de oude
Armeniërs dezelfde beteekenis heeft als de berg
Olympus in Thessalië voor de Grieken. Hoog bo
ven alles stak de met sneeuw bedekte kruin van
den Ararat boven het omliggende, dorstige land
schap uit. Nog heden toont men hier de plaats,
waar de menschelijke aartsvader Noach „aankwam
en akkerman werd en de eerste wijnstokken plantte
Toen verbreidde zich eensklaps onder de bewo.
ners van dorpen en stadjes op bet land het ge
rucht dat de aartsvader, de eerste bewoner van
het Ararat-gebergte, wederom was opgestaan en
Gevaarlijke uitvindingen»
Professor (aan Amcrikaansche universiteit)Dit toestel,
mijne heeren is uiterst gevoelig en wijst aan of er op minder
dan twintig meter afstand personen aanwezig zijn, die alcohol
hebben, gedronkenHemeltje lief, alles loopt weg!
WARE WOORDEN.
Wie het graankorreltjo niet
eert, is den oogst niet waard.
Wereld en Leven mogen veel
slechts bevatten, maar iets ervan
blijft eeuwig goed; Jeugd.
Voor den dappere zijn geluk en
ongeluk gelijk aan rechter- en lin
kerhand; hij gebruikt ze beide.
De tijd vliegt in onverbidd'lijk
vragen
De toekomst eischt met nooit
voldanen drang
Zoo laat ons 't vast geloof aan
morgen dragen
Er is geen morgengloren zonder
zang.
de 'smeekbeden der Armeensche boeren om water
had vernomen en tot de nakomelingen van zijn
zoon Japhet {volgen® de overlevering der Armenie-
ers was Japhet hun stamvader) was gekomen, om
hen in hun nood biji te staan.
„Waar is hij, de voorvader der menscMioid?"
riepen de boeren den Araratvlakte.
„Ziet, daar komt de opgestane meester van de
vernieuwde ark", zeiden de oudste bewoners. ,Hij
komt uit verre landen, heel' bij de Noordpool van-
■daan'.' Dan schrijdt ook reeds de aartsvader met
zilveren haren voorwaarts, do last van duizenden
en duizenden jaren op zijn schouders. De koelte van
het Noorden heeft hem nochtans frisch gehouden,
zijn geest is jong gebleven.
„Daar is hijzelf, onze eerste stamvader Noach,"
fluistert de menigte.
„Gelijk hijzelf en zijn ark, isook zijn naam ver
nieuwd geworden." wordt het volk verklaard. j
Men noemt hem' nu Nansen!*'
„Gegroet, o vader, maar waar is Je ark gebleven?
Wat is er van de inzittenden geworden?"
,Ik heb ze allen in een ver land, bij het Léman-
meer aan wal gezet, waar de vertegenwoordigers
„van allerlei reine volkeren en allerlei reine na
ties" tezamen komen, om het fundament van een
nieuw gebouw voor de menschelij'kheid te leggen."
„Je ark echter? Hoe ziet die er uit?"
„Als een reuzenvogel, die in de lucht evengoed
vliegt als op met sneeuw bedekte hoogten. Daarmee
ben ik ook nu bij u gekomen. Ik heb haar op do
oude rustplaats, den Ararattop, gelaten en ben te
voet naar jullie Japhet's zonen afgedaald. Ik heb
jullie in Léman gemist maar niettemin het hulp
geroep om water gehoord en ben tot jullie geko
men; misschien vinden wij tezamen een middel.
Ook uw verre verwanten daar hébben er om ge
beden. In hun hand bevindt zich de toegang tot
de lager gelegen aardlagen, waar het monster van
uw land zich heeft uitgebreid."
„Het monster, dat zich onder de meren van S e-
wan (in Russisch Ajrmenió), Wan (in Turksch
Armenië) en Kaputan in (Perzisch Armenië) be
vindt, steeds ons water opslokt en slechts éénmaal
in de vijf en twintig jaren het water weer uitspuwt,
maar met gal' vermengd? Onze voorvaders hebben
er ons reeds van vexlteld; en wij, wijl izien het ook
nu met onze eigen oogen."
„Mijn voormalige rustplaats, de Ararat, die nog
v6ór uw Gregorius (genaamd Dluminator, de
eerste apostel van Armenië) het woonoord van de
goden der Armeniërs, met Aramasd aan het hoofd,
was, houdt nog, op: het oogenblik in zijn diepsten
afgrond den held Artawasd gevangen, jullie
Hercuiles. Ik hoorde heden, toen ik den berg afdaal
de, zijn sterke stem; uit de diepten der afgronden
lichtten zijn oogen als bliksemflitsen. De herders
honden van den koningszoon echter verbraken reeds
zijn boeien, om' bem te bevrijden, opdat hij zijn
land de vrijheid zou kunnen terugbrengen. Juiist
echter op bet oogenblik, dat de boeien zouden af
vallen, begonnen de booze smeden der wereld hun
hamer op bet aambeeld te zwaaien en werden de
boeien opnieuw aanéén gesmeed; bij' zou het licht
van de wereld niet wéérzien, hij' mocht het on-
deraardsche monster niat vernietigen. Ja, on
eindig is jullie lijden, gij zonen van Japhet. Dicht
achter de zeven bergen en de zeven meren staat
echter een betere toekomst. Daarheen wil u helpen.
Van nu af aan, vertelt' de legende van het Ararat-
volk, vliegt Noach-Nansen in zijn ark, die den
vorm van een reusachtige meeuw gekregen heeft,
boven zeeën en oceanen, onder de hemelen van de
oude en nieuwe wereld; nog dikwijls duikt zij in 1t
Léman-meer, teneinde, koste wat het kost, bet be
loofde heilmiddel voor de Araratbevolking te vin
den. Zij schreeuwt boven het meer. duikt in het
water, komt weer te voorschijn, vliegt dan verder,
in de hoop het verlangde te vinden maar te ver
geefs.
De Lóman-gasten echter eindigt de legende
zijri in vleermuizen veranderd; zij schuwen het
licht, vliegen alleen in het donkor, opdat zij door
den aartsvader en het verlaten Ararat-volk niet
meer gezien zullen worden. Menig Araratbewoner
echter is een distel geworden, en houdt zich gereed,
om met zijn doornen ieder, die voorbij' gaat, vast
te houden en te vragen, of hij niet de meeuw of de
vleermuizen gezien heeft?
Onder redactie van GEO VAN DAM,
Heetnakezcklaan nc. 4, te Baarn.
Alle brieven, deze rubriek betreffende, gelieve
men te zenden aan bovenstaand adres of ander# via
bet bureau van dit blad.
WEDSTRIJD-PROBLEEM No. 30.
van A. A. Polman, Almelo.
Zwart; 8.
Wit: 8.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn; Zwart,
8 schijven, op 7 9 10 12 17 24 27 en 36. Wit, 9 schij
ven op 16 18 26 34 88 42—44 en 47. Wit speelt en
wint!
Aan onze altijddurende wedstrijden kan Iedereen
ten allen tijde deelnemen door bet uiterlijk binnen
12 dagen inzenden der oplossingen aan Geo van
Dam, Huize „Zonnestralen", Heemskercklaan 4, te
Baarn, of anders via het bureau van dit blad. Voor
ieder goed opgelost nummer wordt 1 punt toegekend.
De oplossingen worden steeds drie weken later ge
publiceerd, terwijl op geregelde tijden de namen der
deelnemers met een puntenlijst worden bekend ge
maakt De volgende prijzen worden doorloopend be
schikbaar gesteld:
A. Een prijs van f2.50 voor ieder, die achtereen
volgens 15 goede oplossingen inzendt. (Dua zonder
onderbreking.)
B. Een prijs van f 2^0 voor ieder, die in totaal 50
goede oplossingen heeft ingezonden. Daarenboven
blijven de punten van A, voor zoover daarmede geon
prijzen zijn gewonnen, altijd geldig voor groep B,
zoodat prijswinnen thans wiskundig zeker is voor
iedere(n) deelnemer(ster)- De snelheid, waarmede uit
zal geschieden, hangt nu slechts af van ieders per
soonlijke oploskraöht.
OPLOSSING PROBLEEM No. 35
van M. Vossaert, Villa]uit
(Slot.)
Wit 33—28, zwart 15—20!, dreigt 29—33 met schijf-
winst Wit 28—22 (op 39-33 zou volgen 17—22 (28 X
17), 12X21 (26X17), 18—22! (27X9), 8-^13 (9X18),
23X21 (34X23), 19X50 (30X19), 14X23 (25X3) en
10X19. Zwart 17X28, wit 41361, om de verloren
schijf terug te winnen door 27—21. Zwart 29—33, ge
dwongen om de schijfwinst te behouden. Wit 38X29,
zwart 24X33. En indien wit nu meent zich te her
stellen door een goeden damslag naar 4 komt hij
bedrogen uit, mits zwart straks bij slagkeuze op de
goede wijze slaat. Zie maar:
Wit: 42—38, 27—22, 23-21, 31X33,
Zwart: 33X42, 18X38, 36X27, 38X281,
30—24, 24X4, ad lib., adlib., 22X11,
42X31», 13—1811, 1—6!, 12—17!, 6X17,
en zwart heeft een schijf gewonnen.
(1 en 2) Respectievelijk 42X31 en 19X30, mogen niet
uitgevoerd worden, daar wit dan later gelijk spel
kan forceeren bij het door zwart opvangen van de
witte dam!
Resumeerende komen we dus tot de conclusie, dat
33—28 als lokzet niet mag worden gespeeld, waat