SchagerCourant
RAAD ZIJPE.
Tweede Blad.
BOERENTRAGEDIE.
Een nieuwe rensport
Woensdag 5 October 1927
70ste Jaargang. No. 8129.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 4 October
1927, des morgens 10 uur.
Allo loden ziin aanwezig.
Voorzitter do heer J. de Moor, burgemeester, secre-
t&Na op©3ngJv^g^ vaststelling van de notulen der
8 vorige vergaderingen.
Wordt de rondvraag ln eere hersteld?
Op de vraag van den Voorzitter of er nog leden zijn
die, voordat met de afwerking van de agenda wordt
begonnen, iets in het midden heeft te brengen, zegt
de heer Hooij, dat het de gewoonte is, dat de Voorzit
ter dit in het begin der vergadering aan de leden
vraagt. Spr. zou willen voorstellen inplaats daar
van na de agenda de rondvraag te houden.
De Voorzitter zegt, dat het reglement van orde
dan veranderd dient te worden. Spr. heeft geen be
zwaar. De tegenwoordige regeling is gedaan met de
bedoeling om' de rondvraag af te schaffen.
De heer Hooij meent, dat slechts een kleine wijzi
ging in het reglement van orde noodig zal wezen.
Zooals de regeling nu is, heeft de verandering nooit
eenig nut opgeleverd.
De Voorzitter zal er in de eerstvolgende vergade
ring van B. en W. over spreken.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Ged. Staten hebben goedgekeurd de wijziging van
de gemeentebegrooting 1927, waartoe in de vergade
ring van 1 September j.1. werd besloten.
Uit het proces-verbaal van kasopname bij den ge
meente-ontvanger bleek, dat op 22 Augustus jl. in kas
moet zijn en was f 1338.16, waaronder f255.81 aan
saldo- postrekening. Bij de coöperatieve zuivelbank
was belegd f35763.99.
Het verslag van de Noordhollandsche commissie
voor de malariabestrijding zal circuleeren.
Ingekomen is een adres van het Bestuur van den
Bond „Heemschut", met adviesbureau voor bouw
werken, met het verzoek de organisatie te steunen
door het verleenen van een subsidie.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt
het adres voor kennisgeving aangenomen.
De Roomsch-Katholieke militaire vereeniging te
Amersfoort vraagt voor haar militair tehuis een
subsidie.
B. en W. adviseeren afwijzend, omdat zij van oor
deel zijn, dat het 's Rijks taak is dergelijke vereeni-
gingen te subsidieeren. De raad vereenigt zich met
dit advies.
De bedeeling van de Roomsch-Katholieke
armen. Zijn de Vrijheidsbondsche raads
leden aan de Katholieke raadsleden ver
kocht?
In behandeling komt een adres van het Roomsch-
Kathoiiek Armbestuur van Zuid-Zijpe. In het adres
wordt medegedeeld, dat voor de verpleging en de
operatie van den armlastige P. Boekei in het St.
Elisabethgesticht te Alkmaar was ingekomen een no
ta van respectievelijk f 674.30 en f150, totaal dus
f824.30, Adressant vraagt nu, waar het R.K. Armbe
stuur niet hij machte is dit groote bedrag te betalen,
dit geheele bedrag voor rekening van het algemeen
Armbestuur te willen nemen.
De Voorzitter deelt mede, dat de meerderheid van
het college van B. en W. het verzoek wil inwilligen,
de minderheid is tegen inwilliging van het verzoek.
Spr. deelt dan verder mede, dat hij die minderheid
vormt. Uit het adres blijkt, dat de kosten aan ver
pleging en operatie van P. Boekei hebben bedragen
f 824.30, van welk bedrag 't Burgerl. Armbestuur de
belft heeft betaald. Toen heeft het R.-K. Armbe
stuur het verzoek tot het Burgerlijk Armbestuur ge
richt om ook de andere helft te willen betalen.
Het Burgerlijk Armbestuur heeft geweigerd en
toen heeft het RK. Armbestuur de zaak met den
wethouder Raat besproken. Daarna is een confe
rentie gehouden tusschen den Voorzatter van het
R1C. Armbestuur, den voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur en het college van B. en W. In die con
ferentie bleek, dat de voorzitter van hei. Burger
lijk Armbestuur er niet voor gevoelde, ook de wet
houder Van der Sluijs en spr. waren er niet toe
genegen de tweede helft van het bedrag door het
B. A. te doen betalen. Bij de conferentie bleek, dat
er nog een rekening van den dokter te wachten
was. de rekening dus van f 150. en voorgesteld werd
aan het R.K. Armbestuur eerst die nota op te vra
gen. Inmiddels heeft de wethoudersrverki ezina plaats
gehad en is de wethouder Van der Sluij's vervangen
door wethouder Hoedjes. In de laatste vergadering
van B. en WL is deze zaak' behandeld' en beide
wethouders verklaarden zich voor een goedgunstige
beschikking. Eerst was nog in de vergadering van
B. en W. besproken om' een brief tot het Burger
lijk Armbestuur te richten, waarin dan in overwe
ging zou worden gegeven het geheele bedrag te be
talen. Ik heb me ook daar tegen verklaard.
'De heer Hooij: Welke B. en W—vergadering was
dat, het nieuwste college?
Voorzitter: Ja.
De Voorzitter zegt verder de reden te zullen me-
üedeelen waarom bijl zich tegen de inwilliging van
bet verzoek heeft verklaard.
Boor het Roomsch-katholiek Armbestuur is be-
1 sloten de verzorging van de katholieke armlastigen
aan zich' te houden, waarschijn! ijk uit een gods
dienstig oogpunt en wat spr. dan kan billijken.
Doordat dus het Roomsch^katholi ek Armbestuur
de verzorging der katholieke armen aan zich
wenscht te houden, is een overeenkomst tusschen
het R.K. Armbestuur en h'et Burgerlijk Armbestuur
ontstaan, waarbij werd overeengekomen, dat de
helft van de verzorgingskosten door het B. A. aan
het R. K. A. zou worden terugbetaald. Spr. vindt
hu, dat wanneer dus het R.K. A. de verzorging
j der katholieken aan zich wil' houden, het ook de
1 consequentie daarvan dient te aanvaarden, ook! al
j komt er eens een tekort. Het dient dan toch ult-
I gesloten te zijn, dat het RK. A. zich verder heroe-
Pen kan op het B. Al Want als het B. A. dan toch
I moet bijlspringen. waar blijft dan de overeenkomst
tusschen Burgerlijk. Armbestuur en Roomsch ka
tholiek Armbestuur? En als aan deze aanvrage
i Wordt voldaan, komen we misschien voor meerdere
t dergelijke feiten te staan. Sm*, meent, dat het B.
A, er niet aan kan beginnen, want dan vervalt de
J overeenkomst. Het betreft bier een principieele
I zaak. Het RK. A. behoudt het recht om voor de
dier katholieke armen te zorgen en het
t v Betaalt de helft der kosten, of de overeen-*
1 iTl1 opgeheven en de verzorging komt aan
f het Burgerlijk Armbestuur.
®pr. heeft zich erover verwonderd, dat de heeren
wethouders een ander oordeel over de zaak hebben
en had verwacht, dat de heer Hoedje® zou inzien,
dat zooiets niet kan. En toch kan spr. zich nog in
denken, dat de heer Hoedjes zijn best wil doen, om
bet RK. A. uit de misère te helpen. Maar het heeft
spr. verbaasd, dat wethouder Raat met den heer
Hoedjes is meegegaan. Welke redenen de heer
Raat daarvoor heeft, begrijpt spr. niet. Be heer
Raat heeft zelf erkend, het met mijne redeneering
eens te zijn, dat hij op mijn argumenten geen aan
merking kon maken. Eb toch1 gaat de heer Raat
met den heer Hoedjes mee. Spr. herinnert er aan,
dat de heer Raat in 1925 tegen de aansluiting van
bet Armenhuis aan de waterleiding stemde, «en
zaak toch van belangrijke strekking, omdat de heer
Raat het ongewenscht oordeelde, dat het Burgerlijk
Armbestuur zulke hooge kosten maakte. Nu ie de,
heer Raat er voor, dat het B. A. zulk een belang
rijke post betaalt. Dat is niet goed te spreken. Door
de wethouders werd gewezen op de billijkheid, om
dat het RK. A in moeilijkheden i® geraakt. Ook
die billijkheid ziet spr. niet in. Waarom zou het
onbillijk ziin, dat het B. A. zijn standpunt hand
haaft. Het is in zijn recht, het niet te doen, omdat
het RK. A toch zijn principe vasthoudt.
Het oordeel van de meerderheid van B.
en W.
De heer Raat zegt, dat deze zaak al sinds geruimen
tijd aanhangig is. Op hetgeen door den Voorzitter
wordt gezegd, heeft spr. niets aan te merken, uit wet
telijk en rechtvaardigheids oogpunt kan het geheele
bedrag niet verleend worden. Maar de zaak zit veel
dieper. In 1895 is een regeling tot stand gekomen,
waarbij de hervormde diaconieën 1/3 van de verzor
gingskosten van het B. A. terug ontvingen. Dat 1/3
deel was te weinig en hebben de Hervormde diaco
nieën om de heilft der kosten gevraagd. Het !B. A. la
op dat verzoek niet ingegaan en toen hebben de Herv.
Diaconieën gezegd, dan zuilen wij zoover bedeelen
als wij kunnen en wel de meest armen en de rest
komt dan voor rekening van het B. A.
Met het R.K.A. is de maatregel getroffen, dat het B.
A. de helft van de bedeelingskosten zou betalen. Elk
jaar is het R.K.A bij de meest bezittenden met een
lijst rondgegaan en dat wordt nu nog gedaan, ten
einde de helft der bedeelingskosten te kunnen beta
len. N.u echter betreft het een extra uitgaaf, die het
R.K.A niet kan betalen.
Spr. zegt, dat de Voorzitter niet kan begrijpen,
waaroml spr. voor inwilliging van het verzoek is.
Spr. zal dat uiteenzetten. Als dit verzoek niet wordt
toegestaan, komt er hij het R.K.A. een achterstand.
Het RK.A. moet dan wel meer dan de helft dier ko»
ten aanvragen of het moet ook, evenals de Herv. Dia
conieën, den maatregel toepassen, dat 't zoover met
bedeelen gaat als het betalen kan. En die maatregel
zou voor de gemeente veel kostbaarder wezen, en
daarom is spr. voor inwilliging van het verzoek.
De heer Hoedjes kan zich met de woorden van
den heer Raat vereenigen. Kon het R.K.A. het bedrag
eenigszins betalen, dan kwam het niet met dit ver
zoek. En als het R.K.A. in gebreke blijft om te be
talen, dan heeft het de plicht aan te kloppen bij' die
gene die het armenwezen uitvoert. EU B. en W. von
den bet dan ook billijker als het B. A. bet geheele
bedrag ging betalen. Later evenwel is het anders ge
loopen en wilde de Voorzitter de verantwoording
niet op zich nemen, maar moest de raad uitspraak
doen. Daaruit maakt spr. op, dat de Voorzitter niet
zoo tegen de inwilliging van het verzoek was.
De heer Hooij zegt. dat de raad nu van weers
kanten heeft gehoord, wat er voor en wat er tegen
is. maar een ding is nog niet naar voren gebracht
Het betreft bier een R.K .arme. En spr. wijst er dan
op, dat het is een burger van de gemeente en het
er dan niet toe doet of het is een katholiek of een
protestant. Degemeente heeft te zorgen voor de
verpleging van de armen. Wel hebben da R.K. de
verplichting op zich genomen voor de helft in de
kosten der bedeeling van de R.K. armen hij te dra
gen. maar het kon gebeuren, dat de middelen
daartoe niet toereikend zijn. Hoe het te rijmen is,
dat de Voorzitter oordeelt dat het R.K. A. dan de
consequenties van de overeenkomst moet aanvaar
den begrijpt, spr. niet. dat is geen standpunt dat de
gemeenteraad dient aan te nemen. Het is een ar
me van de gemeente en die heeft re:ht op de be
scherming die de gemeente hem kan bieden. De
vraag van het R.K. A. is gerechtvaardigd' en het.
antwoord van den heer Raat is volkomen goed.
Iets anders zou het zijn als de R.R. er niets aan
wilden betalen.
De heer Van der SIuijls zegt, dat de Voorzitter bij
zijn beschouwing reeds heeft laten uitkomen, dat
deze zaak reeds in behandeling was toen spr. wet
houder was. Ook heeft spit meegemaakt de wijzi
ging die tot stand gekomen is in de overeenkomst
tusschen het R.K. A en het BA, want die wijziging
heeft niet plaats gehad in 1895. doch in 1921. Vroe>-
ger kreeg het R.K. A. 1/3 der kosten vergoed, doch
in 1921 heeft de gemeenteraad opnieuw geëerbiedigd
het verlangen van het R.K A om de bedeeling voor
zijn rekening te behouden en heeft de gemeenteraad
goedgekeurd, dat waar een vergoeding van 1/3 der
kosten niiet toereikend bleek, de helft der 'kosten
zou worden bijgedragen.
Spr. heeft dien stap van het gemteentebestuur
steeds kunnen respecteeren. Er is dus blijven be
staan de wensch van de R.K. om hun armen zelf te
onderhouden en de heer Raat erkent dan ook, dat een
wettelijk en rechtvaardig standpunt wordt ingeno
men al9 het B. A de helft der kosten betaalt. De
heer Hooij daarentegen zegt, dat het hier betreft een
arme van de gemeente ,maar dat is, zegt spr., niet
aap de orde. Alles is gebaseerd op de-overeenkomst
tusschen het R.K.A. en het B. A. en als dit verzoek
wordt ingewilligd, dient de overeenkomst te worden
verbroken. En in dat geval kan het gemeentebestuur
opdracht aan het B. A. geven om het geheele bedrag
te betalen. Nu echter is het niet mogelijk!, dat de
raad bijspringt. De overeenkomst is gemaakt, ze is
in 1921 beter gemaakt en al zijn wij nu overtuigd
dat het RK.A. in dit geval moeilijk aan de overeen
komst kan voldoen, we kunnen het verzoek niet toe
staan. We hebben het niet over een burger van de
gemeente, het gaat hier over een college en daarbij
hebben we te letten op de bestaande overeenkomst.
Spr. geeft dan ook den raad in overweging niet op
bet verzoek) van het RK.'A dn te gaan.
Waanwijze voormannen.
De heer Doorn zegt, dat deze onverkwikkelijke
zaak reeds langen tijdi hangende is en nu de raad
een andere samenstelling heeft, direct aan de orde
wordt gesteld. Enfin, het adres is ingekomen en zal
dus behandeld moeten worden, maar of het hier op
zijn plaats is, betwijfelt spr., het behoort eerder bij
het B. A. thuis. Waar de heer Hooij oordeelt dat in
het oog moet worden gehouden, dat het een burger
van de gemeentebetreft, wijst spr. er op, dat bet hier
gaat over de overeenkomst d'ie is gomaakt en waar
aan we ons hebben te houden. De afscheiding die
hier steeds bestaat, heeft steeds veel schade gedaan
aan de katholieke armen en het ware te wenschen
voor de katholieke armen, dat 'hunne waanwijze
voormannen dat beter inzagen. Spr. meent, dat ook
nu nog steeds blijkt, dat hijl hen vóórzit: we willen
met jullie niets te doen hebben, maar toch moeten
jullie het gelag betalen.
De heer Ddgnum zegt dat deze zaak veel stof
heeft doen opwaaien en spr. nu bekend is met wat
na het indienen van het adres heeft plaats gevon
den. Spr. kan zich vereenigen met het gesprokene
door de heeren Raat, Hoedjes en Hooij. Alle ge
meenten aren hebben recht op verzorging. Toen en
in 1921: aangeklopt ia, is er alleen gevraagd om
een betere regeling en toen is een regeling verkre
gen, die ieder bevredigde. Maar de toestand is sinds
dien zeer gewijlzigd en de lasten van het B.A. zijn
sindsdien ook niet ten voordeele van de gemeente
gewijzigd. Spr. oordeelt dat de gemeente in dit bijl-
zonder geval verplicht i® bil te springen. Spr. res
pecteert het oordeel van den heer Van der SluU»,
doch wijst er op, dat ook voor de gemeente wel
eens een begrooting wordt gemaakt die later blijkt
niet te kloppen en dan een suppletoire begrooting
noodig is. De woorden van den heer Doorn zijn
geheel misplaatst. Het gaat hier om finantieel
voordeel van de gemeente, want als dit verzoek
wordt toegestaan, zal het niet zooveel schade aan
de gemeentekas berokkenen dan wanneer het R.K.i
A. doet als de Herv. Diaconieën. Dat de katholieke
armen schade hebben geleden door de regeling,
zegt spr. ook' nog. niet. Spr. vindt de woorden van
den heer Doorn niet gepast.
De heer Nannis zou aan de Roomsch Katholieken
willen vragen, wat er tegen ia, om hun armlastigen
onder te brengen bij1 het B. A. Als zij hun arm-t
lastigen niet langer kunnen verzorgen, waarom ge
ven ziji ze dan niet over aan de gemeente? Acht de
RK. raadsfractie het niet beter de armen aan het
B.A. over te dragen? Hun wenschen zullen ook door
andersdenkenden geëerbiedigd worden en in hun
eigen belang zal het beter wezen, hun armen onder
te brengen hij' het B.A Wijl hebben dan ook onze
zeggingschap in hunne bedoeling, want spr. kan
zich niet herinneren, rekeningen van de bedeeling
der katholieken te hebben gezien.
Verschillende stemmen gaan op, die den heer
Nannis er op wijzen, dat dit toch wel het geval is.
De heer Nannis vindt het beter, dat alle armen
door het B. A. worden verzorgd.
De heer Raat zegt, dat dit niet wel doenlijk is,
want volgens de wet is iedere diaconie verplicht
voor hare armjen te zorgen. Alleen wanneer een ker
kelijke instelling in gebreke blijft, kan het B. A. op
treden. De Doopsgezinden kunnen door de groote
schenking van de familie Bakker voor hun armen
zorgen, do Hervormde Diaconie doet het voor zoover
haar dat mogelijk is en het R.K.A. vraagt nu voor
dit speciale geval een extra bijdrage. Spr. acht het in
het voordeel der gemeente als dit verzoek wordt toe
gestaan, want dan kan de toestand bestendigd blij
ven.
De heer Nannis zegt, dat al mag het dan een wet
telijke bepaling zijn, de wettelijke regeling niet zoo
nauwkeurig behoeft te worden opgevolgd. Het B. A.
doet machtig veel voor de armen en spr. acht het
beter, dat in de naaste toekomst de armen overgaan
naar het B. A. En waarom zou dat niet kunnen ge
beuren, vraagt spr. zich zelf af.
De heer Dignurn zegt, dat de vraag, waarom' of dit
niet kan, hier niet op zijn plaats is. We moeten in
't oog houden, wat voor de gemeente beste, 't
voordeeligst is en dat is wanneer het RK.A. de ver
zorging der katholieke armen aan zichzelf houdt. De
R.K. hebben evengoed hun verplichtingen te ver
vullen wat het betalen van belasting betreft, en daar
om vindt spr. het geen bezwaar dat in dit bijzonder
geval do gemeente bijspringt. Na de thans bestaande
regeling is het nog nooit voorgekomen.
De heer Van der Sluijs kan dé verdediging door den
heer Dignum als goed katholiek indenken, maar de
verdediging door de heeren Raat en Hooij is heel
anders, niet zoo soliede. Als het verzoek wordt toe
gestaan, zullen ook de RK. van de Noord-Zijpe en de
Doopsgezinden het recht hebben dergelijke aanvra
gen te doen.
Het is de consequentie van het besluit en daar,
moeten we voorzichtte mee wezen. Om geen prece
dent te scheppen, kunnen we niet aan het verzoek
voldoen. En gelet op hun bezuinigingswil, kan spr.
de redeneering van de heeren Hooij en Raat niet
volgen, hij) heeft nooit gehoord dat ze voor derge
lijke zaken waren.
De heer Hooij zegt dat hij! op de opmerking van
den beer Van dep Sluijs dat de motieven van de
heeren Raat en Hooij niet zoo soliede zijn, alleen dit
wil antwoorden, dat een goed verstaander aan een
haM woord' genoeg heeft. Oorspronkelijk is het de
bedoeling dat iedere kerkinstelling voor hare armen
zorgt. De diaconie nu doet het voorzoover haar d.at
mogelijk is, het RK.A. tot de helft, maar kan in dit
speciale geval niet betalen en klopt aan bij het B. A.
Laten we eens aannemen dat het hier betrof een
arme, die de Diaconie zou dienen te verzorgen en het
B. A. weigerde bij te springen. De patiënt in kwestie
zou dan het loodje er bij leggen, als de gemeente
niet wil betalen en de diaconie niet.
Voorzitter: Maar de gemeente wil wel betalen.
De heer Hooij: Er gaan toch stemmen op, die het
niet willen betalen. Het gaat nu om het recht, want
het gaat om katholiek of niet-katholiek. En spr. wil
daarom graag antwoord op het volgende: Toen de
heer Kapitein nog raadslid was heeft de heer Kapi
tein na afloop der openbare raadsvergadering een
geval ter sprake gebracht, waarbij voor een patiënt
betaald moest worden., doch waartegen de arm
voogd Smit bezwaar had. Door bemiddeling van den
heer Kapitein is toen dat bezwaar opgeheven. Heb ik
het mis, vraagt spr. aan den Voorzitter, is er zooiets
gebeurd?
De Voorzitter kan daar niet op antwoorden, maar
wijst er op, dat de heer Hooij zich uitdrukt, als zou
spr. en ook de heer Van der Sluijs de inwilliging
van het verzoek weigeren omdat het hier een RK.
patiënt betreft. Doch die redeneering gaat niet op.
De heer Hooij: De heer Van der Sluijs moet daar
toe dan geen aanleiding geven.
Die Voorzitter zegt, dat het B. A. niet weigert, om
dat het hier een R.K. patiënt betreft, maar omdat het
dan het recht opeischt de verzoening van de R.K.
armen te krijgen. Dat willen de R.K. niet, maar dan
houden wij ons ook aan de overeenkomst.
De heer Hooll vraagt wie er in den grond ver
antwoordelijk is voor de armen.
De Voorzitter: Juist, maar de R.K. nemen die
verantwoordelijkheid voor hun armen over en dan
moeten ziji zich1 ooikj tevreden stellen met de helft
der kosten.
'De heer Hooit zegt dat oorspronkelijk) de wette
lijke bepaling aangeeft dlat de diaconie voor baar
armen zorgt, maar dat overigen® de gemeente dient
bij te staan.
De Voorzitter zegt, dat de verzorging berust bij
het B. A„ alleen niet van de R.K. armeni
De heer Van der Sluijk zegt, dat de heer Hooi!
steeds afdaalt naar den armlastigen patiënt. Doch
daar gaat het niet om. Meerdere malen is gebleken,
dat spr. nooit heeft gevraagd naar de gezindte en
spr. noemt bijv. de exploitatie der «tortgronden,
schoolgeldregeling enz.
Die heer Dbom zegt, dat het voör de RK. armen
te wenschen zou zijh. dat h'et R.K. A'. het bijltje er
bijl neerlegde. Spr. zal bet maar ronduit zeggen,
de -heeren zij'n verkocht (spr. bedoelt de VJB^raaJds
leden) en daarom verdedigen zijl deze zaak', maai;
het er mee eens zijn ze niet.
De heer Dignum zegt. dat het B. A. boven het an
dere Armbestuur staat en wanneer dus het religieu#
initiatief in gebreke blijft, behoort het B. A'. bil te
springen.
De Voorzitter zegt dat daarom een overeenkomst
is gesloten.
Tot stemming overgaande, wordt met 6 tegen 5
stemmen gunstig op het verzoek 'beschikt, tegen
stemden do heeren Nanrid®, de Boer,, Doorn. Hoog
land en Van der Sluijs, voor stemden de 8 katholie
ke leden en de 3 vrijheidsbondera, de heeren Jim-
mink. Booiji en Raat.
De gaslevering van Schagen aan Scha-
gerbrug.
Van het gemeentebestuur van Schagen is een adres
ingekomen waarin wordt medegedeeld, dat bij on
derzoek is gebleken, dat 92 ingezetenen van Schager-
brug aansluiting aan het gasbuizennet van Schagen
wenschen en gevraagd wordt, of de gemeente Zijp©
bij eventueel© aansluiting eenige garantie wil stel
len.
B. en W. oordeelen, dat Schagen zonder garantie
de aansluiting tot stand dient t® brengen, want het
betreft een klein gedeelte der gemeente, zoodat het
moeilijk is een garantie te stellen.
Algemeen gaat de raad accoord zoet dit advlea.
De gemeentelijke vergoeding voor de RK. scholen
wordt over het dienstjaar 1925 bepaald op een be
drag berekend, naar f 10.72 per leerling.
Op denzelfden voet als voorgaande jaren zullen de
cursussen voor schoolvrije jeugd, te geven aan de R.
K. scholen in deze gemeente, worden gesubsidieerd,
d.w.z. voor iedere school op f 127.50, 102 lesuren ad
f 1.25, mits het aantal leerlingen te 't Zand minstens
10 bedraagt en te Burgerbrug minstens 6.
Een assistente aan de school te St Maar
tensbrug.
B. en W. stellen voor, om met ingang van 1 Ja
nuari 1928 aan de O. L. school te St. Maartensbrug
een assistente toe te laten.
Het aantal leerlingen is zoodanig teruggeloopen
dat geen aanspraak meer zal kunnen worden ge
maakt op een 3e leerkracht. 15 September is er een
vacature ontstaan en tot Januari zal door een tijde
lijke aanstelling in deze vacature worden voorzien,
waarvoor de rijksbijdrage zal worden verkregen. 1
Januari 1928 verdwijnt dan de tijdelijke leerkracht
en B. en W. willen dam voorloopig een assistente.
De heer Van der Sluijs juicht, nu het aantal leer-*
lingen zoo teruggeloopen is, dat we van rijkswege
geen 3e leerkracht vergoed krijgen, deze oplossing
toe. En voor het onderwijs èn voor het hoofd der
school, die bijna zijn geheele leven zijn krachton
aan het onderwijs heeft gegeven, acht spr. de aan
stelling van een assistente gewenscht, Spr. vraagt
of het salaris al is bepaald.
De heer Raat zegt, dat dit zal dienen te zijn zooals
voor Burgerbrug was bepaald.
Do secretaris licht toe, dat we deze zaak bij de be
grooting te behandelen krijgen.
Algemeen wordt het voorstel van B. en W. goed
gevonden.
B. en W. verkrijgen machtiging tot verkoop van de
oude motorbrandspuit van Schagerbrug en de hond-
brandspuiten van St. Maartensbrug en Oudesluis.
Het in goeden staat verkeerende slangenmateriaal
zal zoo mogelijk te Burgerbrug of X Zand worden ge
bruikt
De heer Van der Sluijs vroeg, of de brandweer te
St. Maartensbrug en te Oudesluis officieel was op
geheven, of ze een schrijven met dankbetuiging
'hadden ontvangen, doch uit het antwoord van den
Voorzitter bleek, dat dit niet het geval was, wel wa*
bericht gezonden, dat niet meer uitgerukt behoefde
te worden.
De begrooting van het Alg. Weeshuis, dienst 1928,
wordt goedgekeurd op een bedrag van f 0735, die van
het Alg. Armbestuur eveneens, maar op een bedrag
van f 29732,90, met een post van f 20.000 aan gemeen
telijke subsidie.
Aangeboden worden de gemeentebegrooting en de
begrooting van het G.E.B.
Een wijziging van de gemeentebegrooting, dien9t
1927, tot een bedrag van f775.32, verkrijgt de goed
keuring van den Raad.
Het hoofd der O. L. School te Burgerbrug.
Aan de orde wordt gesteld de 'benoeming van een
hoofd der O. L. School te Burgerbrug, vacature J.
P. van der Ploeg.
De voordracht luidt: C.. van den Beidt te Boskoop.
De heer Hooij vraagt hoe het mogelijk is, dat er
slechts één persoon op de voordracht staat.
De Voorzitter zegt, dat dit een gecompliceerde zaak
is, er is veel moeite geweest om de benoeming mo
gelijk te maken en in overleg met den Inspecteur
is besloten deze voordracht aldus te doen luiden.
De heer Hooij meent dat de Raad dan niet behoeft te
benoemen.
De Voorzitter: U kan blanco «temmen.
In comité zal nog een uiteenzetting worden gegeven.
Na heropening wordt de heer Van der Beidt met alge
meen® stemmen benoemd.
Hierna sluiting.
In menige streek in Zweden liggen de boerenhof
steden en landgoederen ver van elkander verwijderd.
Zoo ook aan de Oostkust in het district van Bohus.
De twintigjarige Astrid, oudste dochter van den
boer in Skrammestad, gold voor het liefste en aar
digste meisje in heel den omtrek. Johannes, de
knecht van boer Novestad, maakte haar reeds sedert
lang het hof. Niet zelden hadden zij samen in het
dorp gedanst en na afloop had hij haar steeds naar
huis gebracht. Maar de vader haar mjoeder leefde
niet meer verbood den omgang en meende, dat
Johannes paste niet bij Astrid, temeer, waar hij als
een zonderling bekend stond,waarvan men niet veel
goeds kon verwachten. Deze minachting krenkte den
jongen knecht niet weinig. Vaker dan voorheen zag
men hem nu in de herberg komen, zijn geheele we
zen werd steeds rusteloozer.
In het dorp vraa schuttersfeest en ook Astrid en
haar jongere zuster gingen er heen om te dansen.
Zooals gewoonlijk, werd De knappe Astrid weer het
m'eest gevraagd, en ook Johannes behoorde onder de
genen, die met haar danste, maar op zijn vraag, of
hij haar naar huis mocht begeleiden kreeg hij een af
wijzend antwoord. Beleedigd ging de jonge man zijns
weegs en spoedig daarop gingen ook de jonge meis
jes huiswaarts.
Om twee uur in den nacht werd er op het venster
van de woning van Astrid geklopt. Het was een
ma.anverlichte nacht en buiten kon mjm Johannes,
de knecht van Novestad, duidelijk zien staan. Hij
smeekte Astrid naar buiten te komen; hij moest
haar spreken. Maar het meisje weigerde en de vader
verzocht den knecht weg te gaan. „Neen, nu is het
ernst!" schreeuwde Johannes, sprong op de deur toe,
wierp zich er met alle geweld tegen op, zoodat de
grendels meegaven en hij plotseling midden in de
kamer stond. Met een woeste schreeuw stortte hij
zich op Astrid, en alvorens de vader het verhinde
ren kon, had de indringer haar het mes tweemaal
in de borst geboord. Daarna wierp hij zich op den
vader, terwijl de tweede dochter en de veertienjarige
zoon ijlings naar do buren gevlucht waren om hulp
te halen. Maar toen zij' mot een aantal mannen te
rug kwamen, lag de boer voor do deur van het huis
in zijn bloed te baden. Alles wees er op, dat hier een
vreeselijke strijd gestreden was tusschen den vader
en den afgewezen minnaar.
Van den moordenaar was geen spoor to vinden.
Eerst eenige dagen later vond men zijn muts, die
langs de rotsige kust van de zee voorbij droef.
fcWUNENOALOF.
Sïagielde ig öetn' druif knooppunt aan' d<3 Sjalland)-
sche Ooarfc-Wo3tbaan in Denemarken, en oen stad
ia opkomst meb versoheddeno grootje handelshui
zen en industrieel© bedryven. Zij! ig heb ^fntrunï
voor r: noot 9 vesten toonstellingen en heef b een goed
ontwikkeld sportleven. Dit. samengaan nu van
veertxantoonstelling en sportleven hooft in vrucht
bare veroeniging daar de mouwsto, tiptop first
olass rensport geschapen, heb wedrennen met var
kens. ZH. als veld boaoh ah mesthoop-vreemd®
gTootstadSm'onsohen, die het varken niet anders
kennen dan als karbonade of „ham' and' aggs'' oef
als belecd'igend woord in da uitdrukking „zwijhJ",
houden heb natuurlek voor oen soort knorrend
divankusaon meb een aan onzedelijkheid gieinxm-
zend© neiging voor traagheid on behagen, dook
iedere jager, die aan wilde ewtfnen-ijaohG doet,