SchagerCourant RAAD ZIJPE. Tweede Blad. BOERENTRAGEDIE. Een nieuwe rensport Woensdag 5 October 1927 70ste Jaargang. No. 8129. Vergadering van den Raad op Dinsdag 4 October 1927, des morgens 10 uur. Allo loden ziin aanwezig. Voorzitter do heer J. de Moor, burgemeester, secre- t&Na op©3ngJv^g^ vaststelling van de notulen der 8 vorige vergaderingen. Wordt de rondvraag ln eere hersteld? Op de vraag van den Voorzitter of er nog leden zijn die, voordat met de afwerking van de agenda wordt begonnen, iets in het midden heeft te brengen, zegt de heer Hooij, dat het de gewoonte is, dat de Voorzit ter dit in het begin der vergadering aan de leden vraagt. Spr. zou willen voorstellen inplaats daar van na de agenda de rondvraag te houden. De Voorzitter zegt, dat het reglement van orde dan veranderd dient te worden. Spr. heeft geen be zwaar. De tegenwoordige regeling is gedaan met de bedoeling om' de rondvraag af te schaffen. De heer Hooij meent, dat slechts een kleine wijzi ging in het reglement van orde noodig zal wezen. Zooals de regeling nu is, heeft de verandering nooit eenig nut opgeleverd. De Voorzitter zal er in de eerstvolgende vergade ring van B. en W. over spreken. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ged. Staten hebben goedgekeurd de wijziging van de gemeentebegrooting 1927, waartoe in de vergade ring van 1 September j.1. werd besloten. Uit het proces-verbaal van kasopname bij den ge meente-ontvanger bleek, dat op 22 Augustus jl. in kas moet zijn en was f 1338.16, waaronder f255.81 aan saldo- postrekening. Bij de coöperatieve zuivelbank was belegd f35763.99. Het verslag van de Noordhollandsche commissie voor de malariabestrijding zal circuleeren. Ingekomen is een adres van het Bestuur van den Bond „Heemschut", met adviesbureau voor bouw werken, met het verzoek de organisatie te steunen door het verleenen van een subsidie. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt het adres voor kennisgeving aangenomen. De Roomsch-Katholieke militaire vereeniging te Amersfoort vraagt voor haar militair tehuis een subsidie. B. en W. adviseeren afwijzend, omdat zij van oor deel zijn, dat het 's Rijks taak is dergelijke vereeni- gingen te subsidieeren. De raad vereenigt zich met dit advies. De bedeeling van de Roomsch-Katholieke armen. Zijn de Vrijheidsbondsche raads leden aan de Katholieke raadsleden ver kocht? In behandeling komt een adres van het Roomsch- Kathoiiek Armbestuur van Zuid-Zijpe. In het adres wordt medegedeeld, dat voor de verpleging en de operatie van den armlastige P. Boekei in het St. Elisabethgesticht te Alkmaar was ingekomen een no ta van respectievelijk f 674.30 en f150, totaal dus f824.30, Adressant vraagt nu, waar het R.K. Armbe stuur niet hij machte is dit groote bedrag te betalen, dit geheele bedrag voor rekening van het algemeen Armbestuur te willen nemen. De Voorzitter deelt mede, dat de meerderheid van het college van B. en W. het verzoek wil inwilligen, de minderheid is tegen inwilliging van het verzoek. Spr. deelt dan verder mede, dat hij die minderheid vormt. Uit het adres blijkt, dat de kosten aan ver pleging en operatie van P. Boekei hebben bedragen f 824.30, van welk bedrag 't Burgerl. Armbestuur de belft heeft betaald. Toen heeft het R.-K. Armbe stuur het verzoek tot het Burgerlijk Armbestuur ge richt om ook de andere helft te willen betalen. Het Burgerlijk Armbestuur heeft geweigerd en toen heeft het RK. Armbestuur de zaak met den wethouder Raat besproken. Daarna is een confe rentie gehouden tusschen den Voorzatter van het R1C. Armbestuur, den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur en het college van B. en W. In die con ferentie bleek, dat de voorzitter van hei. Burger lijk Armbestuur er niet voor gevoelde, ook de wet houder Van der Sluijs en spr. waren er niet toe genegen de tweede helft van het bedrag door het B. A. te doen betalen. Bij de conferentie bleek, dat er nog een rekening van den dokter te wachten was. de rekening dus van f 150. en voorgesteld werd aan het R.K. Armbestuur eerst die nota op te vra gen. Inmiddels heeft de wethoudersrverki ezina plaats gehad en is de wethouder Van der Sluij's vervangen door wethouder Hoedjes. In de laatste vergadering van B. en WL is deze zaak' behandeld' en beide wethouders verklaarden zich voor een goedgunstige beschikking. Eerst was nog in de vergadering van B. en W. besproken om' een brief tot het Burger lijk Armbestuur te richten, waarin dan in overwe ging zou worden gegeven het geheele bedrag te be talen. Ik heb me ook daar tegen verklaard. 'De heer Hooij: Welke B. en W—vergadering was dat, het nieuwste college? Voorzitter: Ja. De Voorzitter zegt verder de reden te zullen me- üedeelen waarom bijl zich tegen de inwilliging van bet verzoek heeft verklaard. Boor het Roomsch-katholiek Armbestuur is be- 1 sloten de verzorging van de katholieke armlastigen aan zich' te houden, waarschijn! ijk uit een gods dienstig oogpunt en wat spr. dan kan billijken. Doordat dus het Roomsch^katholi ek Armbestuur de verzorging der katholieke armen aan zich wenscht te houden, is een overeenkomst tusschen het R.K. Armbestuur en h'et Burgerlijk Armbestuur ontstaan, waarbij werd overeengekomen, dat de helft van de verzorgingskosten door het B. A. aan het R. K. A. zou worden terugbetaald. Spr. vindt hu, dat wanneer dus het R.K. A. de verzorging j der katholieken aan zich wil' houden, het ook de 1 consequentie daarvan dient te aanvaarden, ook! al j komt er eens een tekort. Het dient dan toch ult- I gesloten te zijn, dat het RK. A. zich verder heroe- Pen kan op het B. Al Want als het B. A. dan toch I moet bijlspringen. waar blijft dan de overeenkomst tusschen Burgerlijk. Armbestuur en Roomsch ka tholiek Armbestuur? En als aan deze aanvrage i Wordt voldaan, komen we misschien voor meerdere t dergelijke feiten te staan. Sm*, meent, dat het B. A, er niet aan kan beginnen, want dan vervalt de J overeenkomst. Het betreft bier een principieele I zaak. Het RK. A. behoudt het recht om voor de dier katholieke armen te zorgen en het t v Betaalt de helft der kosten, of de overeen-* 1 iTl1 opgeheven en de verzorging komt aan f het Burgerlijk Armbestuur. ®pr. heeft zich erover verwonderd, dat de heeren wethouders een ander oordeel over de zaak hebben en had verwacht, dat de heer Hoedje® zou inzien, dat zooiets niet kan. En toch kan spr. zich nog in denken, dat de heer Hoedjes zijn best wil doen, om bet RK. A. uit de misère te helpen. Maar het heeft spr. verbaasd, dat wethouder Raat met den heer Hoedjes is meegegaan. Welke redenen de heer Raat daarvoor heeft, begrijpt spr. niet. Be heer Raat heeft zelf erkend, het met mijne redeneering eens te zijn, dat hij op mijn argumenten geen aan merking kon maken. Eb toch1 gaat de heer Raat met den heer Hoedjes mee. Spr. herinnert er aan, dat de heer Raat in 1925 tegen de aansluiting van bet Armenhuis aan de waterleiding stemde, «en zaak toch van belangrijke strekking, omdat de heer Raat het ongewenscht oordeelde, dat het Burgerlijk Armbestuur zulke hooge kosten maakte. Nu ie de, heer Raat er voor, dat het B. A. zulk een belang rijke post betaalt. Dat is niet goed te spreken. Door de wethouders werd gewezen op de billijkheid, om dat het RK. A in moeilijkheden i® geraakt. Ook die billijkheid ziet spr. niet in. Waarom zou het onbillijk ziin, dat het B. A. zijn standpunt hand haaft. Het is in zijn recht, het niet te doen, omdat het RK. A toch zijn principe vasthoudt. Het oordeel van de meerderheid van B. en W. De heer Raat zegt, dat deze zaak al sinds geruimen tijd aanhangig is. Op hetgeen door den Voorzitter wordt gezegd, heeft spr. niets aan te merken, uit wet telijk en rechtvaardigheids oogpunt kan het geheele bedrag niet verleend worden. Maar de zaak zit veel dieper. In 1895 is een regeling tot stand gekomen, waarbij de hervormde diaconieën 1/3 van de verzor gingskosten van het B. A. terug ontvingen. Dat 1/3 deel was te weinig en hebben de Hervormde diaco nieën om de heilft der kosten gevraagd. Het !B. A. la op dat verzoek niet ingegaan en toen hebben de Herv. Diaconieën gezegd, dan zuilen wij zoover bedeelen als wij kunnen en wel de meest armen en de rest komt dan voor rekening van het B. A. Met het R.K.A. is de maatregel getroffen, dat het B. A. de helft van de bedeelingskosten zou betalen. Elk jaar is het R.K.A bij de meest bezittenden met een lijst rondgegaan en dat wordt nu nog gedaan, ten einde de helft der bedeelingskosten te kunnen beta len. N.u echter betreft het een extra uitgaaf, die het R.K.A niet kan betalen. Spr. zegt, dat de Voorzitter niet kan begrijpen, waaroml spr. voor inwilliging van het verzoek is. Spr. zal dat uiteenzetten. Als dit verzoek niet wordt toegestaan, komt er hij het R.K.A. een achterstand. Het RK.A. moet dan wel meer dan de helft dier ko» ten aanvragen of het moet ook, evenals de Herv. Dia conieën, den maatregel toepassen, dat 't zoover met bedeelen gaat als het betalen kan. En die maatregel zou voor de gemeente veel kostbaarder wezen, en daarom is spr. voor inwilliging van het verzoek. De heer Hoedjes kan zich met de woorden van den heer Raat vereenigen. Kon het R.K.A. het bedrag eenigszins betalen, dan kwam het niet met dit ver zoek. En als het R.K.A. in gebreke blijft om te be talen, dan heeft het de plicht aan te kloppen bij' die gene die het armenwezen uitvoert. EU B. en W. von den bet dan ook billijker als het B. A. bet geheele bedrag ging betalen. Later evenwel is het anders ge loopen en wilde de Voorzitter de verantwoording niet op zich nemen, maar moest de raad uitspraak doen. Daaruit maakt spr. op, dat de Voorzitter niet zoo tegen de inwilliging van het verzoek was. De heer Hooij zegt. dat de raad nu van weers kanten heeft gehoord, wat er voor en wat er tegen is. maar een ding is nog niet naar voren gebracht Het betreft bier een R.K .arme. En spr. wijst er dan op, dat het is een burger van de gemeente en het er dan niet toe doet of het is een katholiek of een protestant. Degemeente heeft te zorgen voor de verpleging van de armen. Wel hebben da R.K. de verplichting op zich genomen voor de helft in de kosten der bedeeling van de R.K. armen hij te dra gen. maar het kon gebeuren, dat de middelen daartoe niet toereikend zijn. Hoe het te rijmen is, dat de Voorzitter oordeelt dat het R.K. A. dan de consequenties van de overeenkomst moet aanvaar den begrijpt, spr. niet. dat is geen standpunt dat de gemeenteraad dient aan te nemen. Het is een ar me van de gemeente en die heeft re:ht op de be scherming die de gemeente hem kan bieden. De vraag van het R.K. A. is gerechtvaardigd' en het. antwoord van den heer Raat is volkomen goed. Iets anders zou het zijn als de R.R. er niets aan wilden betalen. De heer Van der SIuijls zegt, dat de Voorzitter bij zijn beschouwing reeds heeft laten uitkomen, dat deze zaak reeds in behandeling was toen spr. wet houder was. Ook heeft spit meegemaakt de wijzi ging die tot stand gekomen is in de overeenkomst tusschen het R.K. A en het BA, want die wijziging heeft niet plaats gehad in 1895. doch in 1921. Vroe>- ger kreeg het R.K. A. 1/3 der kosten vergoed, doch in 1921 heeft de gemeenteraad opnieuw geëerbiedigd het verlangen van het R.K A om de bedeeling voor zijn rekening te behouden en heeft de gemeenteraad goedgekeurd, dat waar een vergoeding van 1/3 der kosten niiet toereikend bleek, de helft der 'kosten zou worden bijgedragen. Spr. heeft dien stap van het gemteentebestuur steeds kunnen respecteeren. Er is dus blijven be staan de wensch van de R.K. om hun armen zelf te onderhouden en de heer Raat erkent dan ook, dat een wettelijk en rechtvaardig standpunt wordt ingeno men al9 het B. A de helft der kosten betaalt. De heer Hooij daarentegen zegt, dat het hier betreft een arme van de gemeente ,maar dat is, zegt spr., niet aap de orde. Alles is gebaseerd op de-overeenkomst tusschen het R.K.A. en het B. A. en als dit verzoek wordt ingewilligd, dient de overeenkomst te worden verbroken. En in dat geval kan het gemeentebestuur opdracht aan het B. A. geven om het geheele bedrag te betalen. Nu echter is het niet mogelijk!, dat de raad bijspringt. De overeenkomst is gemaakt, ze is in 1921 beter gemaakt en al zijn wij nu overtuigd dat het RK.A. in dit geval moeilijk aan de overeen komst kan voldoen, we kunnen het verzoek niet toe staan. We hebben het niet over een burger van de gemeente, het gaat hier over een college en daarbij hebben we te letten op de bestaande overeenkomst. Spr. geeft dan ook den raad in overweging niet op bet verzoek) van het RK.'A dn te gaan. Waanwijze voormannen. De heer Doorn zegt, dat deze onverkwikkelijke zaak reeds langen tijdi hangende is en nu de raad een andere samenstelling heeft, direct aan de orde wordt gesteld. Enfin, het adres is ingekomen en zal dus behandeld moeten worden, maar of het hier op zijn plaats is, betwijfelt spr., het behoort eerder bij het B. A. thuis. Waar de heer Hooij oordeelt dat in het oog moet worden gehouden, dat het een burger van de gemeentebetreft, wijst spr. er op, dat bet hier gaat over de overeenkomst d'ie is gomaakt en waar aan we ons hebben te houden. De afscheiding die hier steeds bestaat, heeft steeds veel schade gedaan aan de katholieke armen en het ware te wenschen voor de katholieke armen, dat 'hunne waanwijze voormannen dat beter inzagen. Spr. meent, dat ook nu nog steeds blijkt, dat hijl hen vóórzit: we willen met jullie niets te doen hebben, maar toch moeten jullie het gelag betalen. De heer Ddgnum zegt dat deze zaak veel stof heeft doen opwaaien en spr. nu bekend is met wat na het indienen van het adres heeft plaats gevon den. Spr. kan zich vereenigen met het gesprokene door de heeren Raat, Hoedjes en Hooij. Alle ge meenten aren hebben recht op verzorging. Toen en in 1921: aangeklopt ia, is er alleen gevraagd om een betere regeling en toen is een regeling verkre gen, die ieder bevredigde. Maar de toestand is sinds dien zeer gewijlzigd en de lasten van het B.A. zijn sindsdien ook niet ten voordeele van de gemeente gewijzigd. Spr. oordeelt dat de gemeente in dit bijl- zonder geval verplicht i® bil te springen. Spr. res pecteert het oordeel van den heer Van der SluU», doch wijst er op, dat ook voor de gemeente wel eens een begrooting wordt gemaakt die later blijkt niet te kloppen en dan een suppletoire begrooting noodig is. De woorden van den heer Doorn zijn geheel misplaatst. Het gaat hier om finantieel voordeel van de gemeente, want als dit verzoek wordt toegestaan, zal het niet zooveel schade aan de gemeentekas berokkenen dan wanneer het R.K.i A. doet als de Herv. Diaconieën. Dat de katholieke armen schade hebben geleden door de regeling, zegt spr. ook' nog. niet. Spr. vindt de woorden van den heer Doorn niet gepast. De heer Nannis zou aan de Roomsch Katholieken willen vragen, wat er tegen ia, om hun armlastigen onder te brengen bij1 het B. A. Als zij hun arm-t lastigen niet langer kunnen verzorgen, waarom ge ven ziji ze dan niet over aan de gemeente? Acht de RK. raadsfractie het niet beter de armen aan het B.A. over te dragen? Hun wenschen zullen ook door andersdenkenden geëerbiedigd worden en in hun eigen belang zal het beter wezen, hun armen onder te brengen hij' het B.A Wijl hebben dan ook onze zeggingschap in hunne bedoeling, want spr. kan zich niet herinneren, rekeningen van de bedeeling der katholieken te hebben gezien. Verschillende stemmen gaan op, die den heer Nannis er op wijzen, dat dit toch wel het geval is. De heer Nannis vindt het beter, dat alle armen door het B. A. worden verzorgd. De heer Raat zegt, dat dit niet wel doenlijk is, want volgens de wet is iedere diaconie verplicht voor hare armjen te zorgen. Alleen wanneer een ker kelijke instelling in gebreke blijft, kan het B. A. op treden. De Doopsgezinden kunnen door de groote schenking van de familie Bakker voor hun armen zorgen, do Hervormde Diaconie doet het voor zoover haar dat mogelijk is en het R.K.A. vraagt nu voor dit speciale geval een extra bijdrage. Spr. acht het in het voordeel der gemeente als dit verzoek wordt toe gestaan, want dan kan de toestand bestendigd blij ven. De heer Nannis zegt, dat al mag het dan een wet telijke bepaling zijn, de wettelijke regeling niet zoo nauwkeurig behoeft te worden opgevolgd. Het B. A. doet machtig veel voor de armen en spr. acht het beter, dat in de naaste toekomst de armen overgaan naar het B. A. En waarom zou dat niet kunnen ge beuren, vraagt spr. zich zelf af. De heer Dignurn zegt, dat de vraag, waarom' of dit niet kan, hier niet op zijn plaats is. We moeten in 't oog houden, wat voor de gemeente beste, 't voordeeligst is en dat is wanneer het RK.A. de ver zorging der katholieke armen aan zichzelf houdt. De R.K. hebben evengoed hun verplichtingen te ver vullen wat het betalen van belasting betreft, en daar om vindt spr. het geen bezwaar dat in dit bijzonder geval do gemeente bijspringt. Na de thans bestaande regeling is het nog nooit voorgekomen. De heer Van der Sluijs kan dé verdediging door den heer Dignum als goed katholiek indenken, maar de verdediging door de heeren Raat en Hooij is heel anders, niet zoo soliede. Als het verzoek wordt toe gestaan, zullen ook de RK. van de Noord-Zijpe en de Doopsgezinden het recht hebben dergelijke aanvra gen te doen. Het is de consequentie van het besluit en daar, moeten we voorzichtte mee wezen. Om geen prece dent te scheppen, kunnen we niet aan het verzoek voldoen. En gelet op hun bezuinigingswil, kan spr. de redeneering van de heeren Hooij en Raat niet volgen, hij) heeft nooit gehoord dat ze voor derge lijke zaken waren. De heer Hooij zegt dat hij! op de opmerking van den beer Van dep Sluijs dat de motieven van de heeren Raat en Hooij niet zoo soliede zijn, alleen dit wil antwoorden, dat een goed verstaander aan een haM woord' genoeg heeft. Oorspronkelijk is het de bedoeling dat iedere kerkinstelling voor hare armen zorgt. De diaconie nu doet het voorzoover haar d.at mogelijk is, het RK.A. tot de helft, maar kan in dit speciale geval niet betalen en klopt aan bij het B. A. Laten we eens aannemen dat het hier betrof een arme, die de Diaconie zou dienen te verzorgen en het B. A. weigerde bij te springen. De patiënt in kwestie zou dan het loodje er bij leggen, als de gemeente niet wil betalen en de diaconie niet. Voorzitter: Maar de gemeente wil wel betalen. De heer Hooij: Er gaan toch stemmen op, die het niet willen betalen. Het gaat nu om het recht, want het gaat om katholiek of niet-katholiek. En spr. wil daarom graag antwoord op het volgende: Toen de heer Kapitein nog raadslid was heeft de heer Kapi tein na afloop der openbare raadsvergadering een geval ter sprake gebracht, waarbij voor een patiënt betaald moest worden., doch waartegen de arm voogd Smit bezwaar had. Door bemiddeling van den heer Kapitein is toen dat bezwaar opgeheven. Heb ik het mis, vraagt spr. aan den Voorzitter, is er zooiets gebeurd? De Voorzitter kan daar niet op antwoorden, maar wijst er op, dat de heer Hooij zich uitdrukt, als zou spr. en ook de heer Van der Sluijs de inwilliging van het verzoek weigeren omdat het hier een RK. patiënt betreft. Doch die redeneering gaat niet op. De heer Hooij: De heer Van der Sluijs moet daar toe dan geen aanleiding geven. Die Voorzitter zegt, dat het B. A. niet weigert, om dat het hier een R.K. patiënt betreft, maar omdat het dan het recht opeischt de verzoening van de R.K. armen te krijgen. Dat willen de R.K. niet, maar dan houden wij ons ook aan de overeenkomst. De heer Hooll vraagt wie er in den grond ver antwoordelijk is voor de armen. De Voorzitter: Juist, maar de R.K. nemen die verantwoordelijkheid voor hun armen over en dan moeten ziji zich1 ooikj tevreden stellen met de helft der kosten. 'De heer Hooit zegt dat oorspronkelijk) de wette lijke bepaling aangeeft dlat de diaconie voor baar armen zorgt, maar dat overigen® de gemeente dient bij te staan. De Voorzitter zegt, dat de verzorging berust bij het B. A„ alleen niet van de R.K. armeni De heer Van der Sluijk zegt, dat de heer Hooi! steeds afdaalt naar den armlastigen patiënt. Doch daar gaat het niet om. Meerdere malen is gebleken, dat spr. nooit heeft gevraagd naar de gezindte en spr. noemt bijv. de exploitatie der «tortgronden, schoolgeldregeling enz. Die heer Dbom zegt, dat het voör de RK. armen te wenschen zou zijh. dat h'et R.K. A'. het bijltje er bijl neerlegde. Spr. zal bet maar ronduit zeggen, de -heeren zij'n verkocht (spr. bedoelt de VJB^raaJds leden) en daarom verdedigen zijl deze zaak', maai; het er mee eens zijn ze niet. De heer Dignum zegt. dat het B. A. boven het an dere Armbestuur staat en wanneer dus het religieu# initiatief in gebreke blijft, behoort het B. A'. bil te springen. De Voorzitter zegt dat daarom een overeenkomst is gesloten. Tot stemming overgaande, wordt met 6 tegen 5 stemmen gunstig op het verzoek 'beschikt, tegen stemden do heeren Nanrid®, de Boer,, Doorn. Hoog land en Van der Sluijs, voor stemden de 8 katholie ke leden en de 3 vrijheidsbondera, de heeren Jim- mink. Booiji en Raat. De gaslevering van Schagen aan Scha- gerbrug. Van het gemeentebestuur van Schagen is een adres ingekomen waarin wordt medegedeeld, dat bij on derzoek is gebleken, dat 92 ingezetenen van Schager- brug aansluiting aan het gasbuizennet van Schagen wenschen en gevraagd wordt, of de gemeente Zijp© bij eventueel© aansluiting eenige garantie wil stel len. B. en W. oordeelen, dat Schagen zonder garantie de aansluiting tot stand dient t® brengen, want het betreft een klein gedeelte der gemeente, zoodat het moeilijk is een garantie te stellen. Algemeen gaat de raad accoord zoet dit advlea. De gemeentelijke vergoeding voor de RK. scholen wordt over het dienstjaar 1925 bepaald op een be drag berekend, naar f 10.72 per leerling. Op denzelfden voet als voorgaande jaren zullen de cursussen voor schoolvrije jeugd, te geven aan de R. K. scholen in deze gemeente, worden gesubsidieerd, d.w.z. voor iedere school op f 127.50, 102 lesuren ad f 1.25, mits het aantal leerlingen te 't Zand minstens 10 bedraagt en te Burgerbrug minstens 6. Een assistente aan de school te St Maar tensbrug. B. en W. stellen voor, om met ingang van 1 Ja nuari 1928 aan de O. L. school te St. Maartensbrug een assistente toe te laten. Het aantal leerlingen is zoodanig teruggeloopen dat geen aanspraak meer zal kunnen worden ge maakt op een 3e leerkracht. 15 September is er een vacature ontstaan en tot Januari zal door een tijde lijke aanstelling in deze vacature worden voorzien, waarvoor de rijksbijdrage zal worden verkregen. 1 Januari 1928 verdwijnt dan de tijdelijke leerkracht en B. en W. willen dam voorloopig een assistente. De heer Van der Sluijs juicht, nu het aantal leer-* lingen zoo teruggeloopen is, dat we van rijkswege geen 3e leerkracht vergoed krijgen, deze oplossing toe. En voor het onderwijs èn voor het hoofd der school, die bijna zijn geheele leven zijn krachton aan het onderwijs heeft gegeven, acht spr. de aan stelling van een assistente gewenscht, Spr. vraagt of het salaris al is bepaald. De heer Raat zegt, dat dit zal dienen te zijn zooals voor Burgerbrug was bepaald. Do secretaris licht toe, dat we deze zaak bij de be grooting te behandelen krijgen. Algemeen wordt het voorstel van B. en W. goed gevonden. B. en W. verkrijgen machtiging tot verkoop van de oude motorbrandspuit van Schagerbrug en de hond- brandspuiten van St. Maartensbrug en Oudesluis. Het in goeden staat verkeerende slangenmateriaal zal zoo mogelijk te Burgerbrug of X Zand worden ge bruikt De heer Van der Sluijs vroeg, of de brandweer te St. Maartensbrug en te Oudesluis officieel was op geheven, of ze een schrijven met dankbetuiging 'hadden ontvangen, doch uit het antwoord van den Voorzitter bleek, dat dit niet het geval was, wel wa* bericht gezonden, dat niet meer uitgerukt behoefde te worden. De begrooting van het Alg. Weeshuis, dienst 1928, wordt goedgekeurd op een bedrag van f 0735, die van het Alg. Armbestuur eveneens, maar op een bedrag van f 29732,90, met een post van f 20.000 aan gemeen telijke subsidie. Aangeboden worden de gemeentebegrooting en de begrooting van het G.E.B. Een wijziging van de gemeentebegrooting, dien9t 1927, tot een bedrag van f775.32, verkrijgt de goed keuring van den Raad. Het hoofd der O. L. School te Burgerbrug. Aan de orde wordt gesteld de 'benoeming van een hoofd der O. L. School te Burgerbrug, vacature J. P. van der Ploeg. De voordracht luidt: C.. van den Beidt te Boskoop. De heer Hooij vraagt hoe het mogelijk is, dat er slechts één persoon op de voordracht staat. De Voorzitter zegt, dat dit een gecompliceerde zaak is, er is veel moeite geweest om de benoeming mo gelijk te maken en in overleg met den Inspecteur is besloten deze voordracht aldus te doen luiden. De heer Hooij meent dat de Raad dan niet behoeft te benoemen. De Voorzitter: U kan blanco «temmen. In comité zal nog een uiteenzetting worden gegeven. Na heropening wordt de heer Van der Beidt met alge meen® stemmen benoemd. Hierna sluiting. In menige streek in Zweden liggen de boerenhof steden en landgoederen ver van elkander verwijderd. Zoo ook aan de Oostkust in het district van Bohus. De twintigjarige Astrid, oudste dochter van den boer in Skrammestad, gold voor het liefste en aar digste meisje in heel den omtrek. Johannes, de knecht van boer Novestad, maakte haar reeds sedert lang het hof. Niet zelden hadden zij samen in het dorp gedanst en na afloop had hij haar steeds naar huis gebracht. Maar de vader haar mjoeder leefde niet meer verbood den omgang en meende, dat Johannes paste niet bij Astrid, temeer, waar hij als een zonderling bekend stond,waarvan men niet veel goeds kon verwachten. Deze minachting krenkte den jongen knecht niet weinig. Vaker dan voorheen zag men hem nu in de herberg komen, zijn geheele we zen werd steeds rusteloozer. In het dorp vraa schuttersfeest en ook Astrid en haar jongere zuster gingen er heen om te dansen. Zooals gewoonlijk, werd De knappe Astrid weer het m'eest gevraagd, en ook Johannes behoorde onder de genen, die met haar danste, maar op zijn vraag, of hij haar naar huis mocht begeleiden kreeg hij een af wijzend antwoord. Beleedigd ging de jonge man zijns weegs en spoedig daarop gingen ook de jonge meis jes huiswaarts. Om twee uur in den nacht werd er op het venster van de woning van Astrid geklopt. Het was een ma.anverlichte nacht en buiten kon mjm Johannes, de knecht van Novestad, duidelijk zien staan. Hij smeekte Astrid naar buiten te komen; hij moest haar spreken. Maar het meisje weigerde en de vader verzocht den knecht weg te gaan. „Neen, nu is het ernst!" schreeuwde Johannes, sprong op de deur toe, wierp zich er met alle geweld tegen op, zoodat de grendels meegaven en hij plotseling midden in de kamer stond. Met een woeste schreeuw stortte hij zich op Astrid, en alvorens de vader het verhinde ren kon, had de indringer haar het mes tweemaal in de borst geboord. Daarna wierp hij zich op den vader, terwijl de tweede dochter en de veertienjarige zoon ijlings naar do buren gevlucht waren om hulp te halen. Maar toen zij' mot een aantal mannen te rug kwamen, lag de boer voor do deur van het huis in zijn bloed te baden. Alles wees er op, dat hier een vreeselijke strijd gestreden was tusschen den vader en den afgewezen minnaar. Van den moordenaar was geen spoor to vinden. Eerst eenige dagen later vond men zijn muts, die langs de rotsige kust van de zee voorbij droef. fcWUNENOALOF. Sïagielde ig öetn' druif knooppunt aan' d<3 Sjalland)- sche Ooarfc-Wo3tbaan in Denemarken, en oen stad ia opkomst meb versoheddeno grootje handelshui zen en industrieel© bedryven. Zij! ig heb ^fntrunï voor r: noot 9 vesten toonstellingen en heef b een goed ontwikkeld sportleven. Dit. samengaan nu van veertxantoonstelling en sportleven hooft in vrucht bare veroeniging daar de mouwsto, tiptop first olass rensport geschapen, heb wedrennen met var kens. ZH. als veld boaoh ah mesthoop-vreemd® gTootstadSm'onsohen, die het varken niet anders kennen dan als karbonade of „ham' and' aggs'' oef als belecd'igend woord in da uitdrukking „zwijhJ", houden heb natuurlek voor oen soort knorrend divankusaon meb een aan onzedelijkheid gieinxm- zend© neiging voor traagheid on behagen, dook iedere jager, die aan wilde ewtfnen-ijaohG doet,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 5