RAAD
BROEK OP LANGENDIJK.
POLDER
GEESTERAMBACHT.
Voorstel slooping molens.
In de raadtzlttlng van Vrijdagavond vu do hoor
J. Smak wegons ziekte afwezig.
Voorzitter hoopt, dat de ziekte niet van al to om-
etigon aard zal worden on hij spoedig woor gene
zen inag zijn.
Ingekomen zijn de goedkeuringen op de gewijzigde
(begrooting'en op de melkverordoning.
Bij gedane kasopname op 29 September was over
eenkomstig de boeken in kas f 1734.90V2.
Door B. en W. is als plaatsvervangend Burgemeester
aangewezen. Wetouder Glas en als tweeden plaats
vervanger Wethouder Slot.
De heer P. Timmerman 'had een verzoek ingezon
den om een schoeiing te plaatsen 3^2 M. uit den vas
ten wal. Na overleg met de commissie werd beslo
ten dit verzoek tot wederopzegging toe te staan.
Tot leden voor dergelijke zaken worden definitief
benoemd de heeren Glas, Ooijevaar en Koedijk.
Van het Centraal Genootschap was een dankbetui
ging ingekomen voor de toegekende subsidie van f 50.
Voor het geven van vervolgonderwijs werd aan het
Chr. Nat. Schoolbestuur toegekend een bedrag van
f200 en aan de vereeniging „Het. belang der Jeugd",
een bedrag van f 150. Voor de laatste hebben zich
aan de O. L. School 11 leerlingen aangemeld.
De begrootingen.
Hierna komen de begrootingen aan de orde. Ze zijn
nagezien door alle raadsleden, behalve de wethou
ders en bij monde van den heer Ooijevaar wordt
meegedeeld, dat geen der begrootingen aanleiding
tot bijzondere opmerkingen heêft gegeven,
De begrootingen worden vastgesteld als volgt:
Gemeentebegrooting: Ontvangst en uitgaaf f 72618.52
kapitaalsdienst- f 10106.
Begrooting Burgerlijk Armbestuur: ontvangst en
uitgaaf f2915.33
Begrooting Electrisch bedrijf: ontvangst en uitgaaf
f 65475.42. kapitaalsdienst f 8170
Begrooting Gasbedrijf: Ontvangst en uitgaaf
f 106988.63, kapitaaldienst f20995.
Pet voorstel betreffende de levering van gas en
oiectriciteit voor de badinrichting wordit goedge
keurd.
De heer Koedijk vraagt, of hier niet een geheel
nieuwe weg wordt ingeslagen.
Voorzitter zegt, dat de gascommissie zich verwant
gevoelt aan het badhuis en gemeend werd dat an
ders subsidies in anderen vorm gevraagd zouden
kunnen worden.
De heer Van Zuijdam vraagt of St. Pancras er
geen bezwaar tegen had. waarop de voorzitter mee
deelt. dat ook zij van het badhuis kunnen profi-
teeren. Voorzitter doet daarna mededeeling van het
besluit om de lantaarns 's nachts door te laten
branden. Dit kost heel weinig, slechts 1/4 cent per
uur per lantaarn, omdat 'a nachts de maximale be
lasting niet berekend wordt.
Besloten wordt enkele perceelon land weer in net
openbaar voor den tijd van 6 jaar te verhuren.
De schoolgeldverordening word opnieuw onver
anderd vastgesteld.
Voorzitter vraagt en verkrijgt machtiging om zoo
mogelijk enkele geldleeningen te converteeren.
Rondvraag.
De heer Koedijk bespreekt de wenscholijkheid op de
sluiskade een lantaarn bij te plaatsen. Het is daar, al
dus spreker, in dezen verlichten tijd wat erg donker.
Den voorzitter heeft nog een verzoek bereikt, voor de
Wilhelminastraat, en zal beiden laten onderzoeken.
Daarna sluiting.
BROEK OP LANGENDIJK.
Als een bijzonderheid kan wel worden meegedeeld,
dat de raad dezer gemeente het heeft weten klaar te
spelen in den tijd van vijf minuten 4 begrootingen,
waaronder de gemeente-begrooting, te behandelen.
Wie doet het hun na.
Overeenkomstig de mededeeling, laten we hier vol
gen de besprekingen welke in de comitézitting van de
vergadering van hoofdingelanden van den polder
Geestmerambacht (Oosterdijk en Molengeerzen) zijn
gehouden over het
Voorzitter zegt dat dit punt van de agenda eenige
toelichting noodig heeft. Uit de agenda zou men 'kun
nen afleiden, dat het de bedoeling van het bestuur
was, de molens zonder meer af te breken. Dit is ech
ter niet het geval. In de eerste plaats willen wij den
z.g. Kopmolen te Zuidscharwoude over doen aan de
Vereeniging „De Hollandscbe Molen", echter onder
verplichting dat deze Vereeniging de molen instand
houdt. Verder zullen wij aan Ged. Staten machtiging
vragen, de andere molens af te mogen breken. Hier
bij dient echter opgemerkt dat het Bestuur het plan
heeft zoo mogelijk 3 molens te verkoopen aan de be
woners, onder verplichting dat deze molens door hen
in stand worden gehouden. U ziet dat het voorstel van
het bestuur niet zoo erg is als het wel lijkt.
De heer Slot vraagt of het do bedoeling is ook de
gronden te verkoopen.
De Voorzitter deelt mede, dat dit niet de bedoeling
is, maar dat de grond bij de molens behoorende, in
erfpacht gegeven zal worden. Het zou spreker ook
erg spijten als de molens geheel verdwenen.
De heer Slót zegt dat het hem verheugt dat Voor
zitter zegt dat het hem leed zou doen als de molens
allen verdwenen. Ook hem zou het leed doen en wel:
le. uit piëteitsoverwegingen. De molens zijn toch
steeds de werktuigen.geweest die onzen polder heb
ben droog gehouden en waaraan wij het behoud van
ons land te danken (hebben. Daarom zou hij niet
gaarne tot slooping willen overgaan.
2e. Uit een oogpunt van landelijk schoon. Wanneer
'n molen verbrandde,zagen wij steeds de leege plaats
Door liet sloopen van de molens zou het landelijk
schoon veel hebben te lij ti en.
3e. Van matorioelo zijdo bekeken zou hiji het ook
amimor vindon, dat do molens wegraakten. De proef
h genomen niet het stop zotten van de molens en
is wol gebleken dat do machine alles alleen van hot
overtollige water kon ontdoen. HIJ meent toch dat j
er altijd nog wel eens momenten kunnen kopion dat
wij blij zouden zijn als wij de molens hadden behou
den.
4o. Is het meer dan eens naar voren gebracht, dat
do dag kan komen, dat wij weer door allerlei volk«-
vcrwlkkelingen komen tot oon distributie van kolen,
als wij alleen maar kijken naar de workstaJking in do
kolenmijnen hoe het er toen al toe kwam om kolen
machtig te worden. Kwam ihot zoover nog eens weer,
dan zouden wij toch heel blij zijn als wij de molens
nog hadden.
Om al deze redenen is hij er niet voor de molens
af te brekon. Om deze echter to vorkoopen met een
servituut voor intact houdon, lijkt hem ook niet ge-
wenscht. Dit is naar zijn meening te bezwaarlijk
voor de menschen die den molen .zouden koopen.
Het lijkt hem de beste oplossing de molens niet af
to breken maar te verhuren, aan de bewoners en
voor den bedongen huurprijs de molens u onderhou-
Otn. Hl) gelooft dat dit nltt veel aan den Polder
jtnUfcoetin. HIJ stelt dus voor do molens niet to slop-
pen. maar te behouden en d&n te verhursn.Komt dit
voorstel «ohter wat koud uit de lucht, dan zou hl)
willen voorstellen deze laak nog oon» aan te houden,
lot du volgende vergadering.
De Voorzitter vraaat, of het voorstel van den heer
Slot wordt gesteund. De heeren Uotjers en Wagonaar
steunen het voorstel,
De heer Wagenaar Is het geheel met den heer Slot
oens.
De Voorzitter zegt, dat hij zich nu direct niet bang
maakt, dat wij weer den tijd zullen beleven dat er
bijna geen kolen zijn en mJocht dit hot geval zijn, dan
zijn er toch altijd wel kolen te verkrijgen tegen wat
hoogere prijzen.
De heer Ootjers zegt met belangstelling te heb
ben geluisterd naar hetgeen de hoer Slot naar vo
ren heeft gebracht. Hij is het volkomen met hem
eens. Hij meent dat het goed is de voorzichtigheid te
betrachten. De offers die daarvoor moeten worden
gebracht zijn niet zwaar. Hij steunt het voorstel om
deze zaak nog eens aan te houden om een en an
der nog eens ernstig te overdenken.
Do hoer Schoorl zegt dat het de bedoeling is aan
Ged. Staten machtiging te verzoeken om de molens
te mogen sloopen. Het voornemen' was om dan met
de slooping van 2 molens te beginnen en zoo moge
lijk de andere drie te verkoopen, om zoodoende fei
telijk 4 molens in stand te houden. Hij meent dat
als de molens nog eens 10 of 11 jaar staat, dat er
d8n heel wat onderhoud aan zal komen. Hier geldt
ook het gezegde „rust roest".
De heer Slot meent, dat als over een jaar of 10
de molens zooveel aan onderhoud zullen kosten, dat
het niet te dragen is, dan kunnen wij altijd nog be
sluiten tot slooping over te gaan.
De Voorzitter zegt. dat de polder wel niet met de
molens valt, maar hij is er toch niet voor de molens
nog langer te behouden.
De heer Slot zegt, dat het Bestuur de molens wil
verkoopen om ze te behouden en hij wil ze niet ver
koopen maar verhuren, dan blijven ze even goed
bewaard. Het onderhoud is in de laatste jaren niet
zoo hoog.
De Voorzitter zegt, dat hot onderhoud wel gering
is, mam* dit is al het .gevolg van het idee dat de
molens niet zouden blijven bestaan. Zullen deze ge
heel intact blijven, dan zal het onderhoud veel hoo-
ger zijn.
De heer Borst meent, dat het onderhoud heel
zwaar zal zijn. Hij voelt er .niet veel voor om ze
te behouden.
De heer Swart zegt dat er wel eenige waarheid is
in de redeneering van den heer Slot, maar hij
meent dat juist in plaatsen waar de molens nog
zijn, veel laat van water werd ondervonden en als
dat zoo is. dan meent hij, 'is het beter, de molens
zoo gauw mogelijk weg te doen.
De heer Slot zegt dat het niet zijn bedoeling is
de molens weer te gebruiken cn geen andere bema
ling maar het is zijn bedoeling de molens intact
te houden. Na nog enkele besprekingen wordt het
voorstel van den heer Slot, om de zaak aan te hou
den, verworpen met negen tegen vijf stemmen.
De Voorziter zegt. dat het Bestuur er heel erg
voor is, dat de kopmolen blijft bestaan. Het zou zelfs
geen ramp zijn als de Polder dat zelf deed. Door
het verkoopen van de andere molens zouden er dan
vier intact kunnen blijven.
tDe heer Ootjers vraagt of het de bedoeling is, ze
geheel intact te houden?
De heer Schoorl zegt dat het de bodoeling ls, dat
de molens voor het oog intact blijven. Als de eige
naars daa.l*too niet moer in staat zijn, zouden de
.molens woer aan den Polder komen en zouden ze
gesloopt moeten worden.
De heer Ootjers vindt dat feitelijk maar een hal
ve maatregel. Het zou 'best kunnen gebeuren, dat
over een paar jaar een der eigenaren dit al niet
meer kon doen en dan zou de molen ai worden af
gebroken.
De heer Lammerschaag vraagt of het niet de be
doeling is, dat bij! den verkoop wordt inbegrepen
een roéde?
De voorziter zegt dat bijt eiken (molen nog een
losse roede aanwezig is.
De heer Schoorl zegt dat het hem het beste lijkt
machtiging te vragen de molens te sloopen. later
kunnen wit er dan wol over praten wat wij verder
zullen doen.
De heer Wagenaar vraagt nog. als de Wed. Mul
der den molen wil koopen. of dat ook kan gebeu
ren? De voorzitter zegt. dat als zij dat wil. dat
dit misschien ook wel kan gebeuren.
De heer Slot meent als er sprake is van den ver
koop van vier molens, waarom dan de anderen
niet verkocht?
De voorzitter: Daar zal wel niets tegen zijn.
De heer Ootjers meent als toestemming tot sloopiwg
wordt gegeven, kunnen wij altijd nog zien wat wy doen.
De heer Borst meent dat het gaat om het financi
eel verschil tusschen verhuur of verkoop. Is het ver
schil niet te groot, dan lijkt hem verhuren beter, want
dan blijven wij baas. Verkoopen zal niet meevallen, daar
hij 'bang is, dat wij ze allen weer krijgen.
De heer Schoorl stelt voor aan Ged. Staten machti
ging voor het sloopen te vragen, daarna kunnen wij
eens praten wat wij zullen doen.
De heer Swart zegt dat het misschien wel gemakke
lijker is, toestemming te krijgen als vier blijven staan
en maar twee worden gesloopt.
Do heer Sevenhuijsen is het met Swart eens, mis
schien zou dat wel gemakkelijker gaan.
De heer Ootjers vindt het beter om voor alle mo
lens toestemming te vragen om te sloopen, als wij
vragen om vier te laten staan om intadt te houden,
dan moet dit ook gebeuren.
De heer Swart zegt hoe het ook af komt met de
molens van den Polder verhuren of verkoopen, maar
hij meent dat de Ringpolder dan geheel vrij is met
den molen te doen wat hij wil. i
De voorzitter zegt dat de Ringpolder dan kan doen
wat hij wil.
De heer Slot meent nu te begrijpen dat het de be
doeling is alleen maar machtiging te hebben voor sloo
pen, terwijl dan later besloten kan worden wat wij
verder doen zullen. Hij kan zich echter nog niet ver
eenigen met het idee dat de persoon van deze bespre
kingen niets afweet. Hij zou het op prijs stellen, in
dien deze besprekingen wel in de couranten kwamen,
dan weten de Ingelanden ook wat er gebeuren zal. Hij
stelt voor dat de secretaris deze besprekingen aan de
pers verstrekt.
De voorzitter meent als het openbaar wordt dat dan
zoo gauw geen toestemming op het sloopen zal komen.
Aan de pers zal een resumé worden verstrekt.
Voorzitter stelt voor aan Ged. Staten machtiging te
vragen tot het sloopen van de molens.
Met 12 tegen 2 stemmen wordt besloten déze mach
tiging te vragen.