Alitncn Nieiws- IN HOOPVOLLE SPANNING? GOUDEN KETENEN Donderdag 27 October 1927. 70ste Jaargang No. 8142. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Feuilleton. De gewijzigde Motor- en die 1 November a.s. in treedt Rijwielwet werking Reclames* w«t geeft iegedli öthoud m we 'K Oat i nregeiit )te lak et klei van d< voorn e te p& in dien ©ten Q| wanti Lee op d ©staani ?een b| arges^ en au ar is betalt - lala# nen ve i, Na, Sluiji om; I tradis m sten i oog ly hooide, e huilt nde f, ngaaali it V0« mee* itterei :egt, di n, ah op, 4 uurdi t hui HAGER COURANT, Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woen&dag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, vorden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eorstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 8 maanden fl.65. Losse nummers 0 cont. AD VERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere rogol meer 20 cent (bowijsno, inbegrepen). Groote lettors worden naar plaatsruimto börekond. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Van Vrijz.-Dem. zijde schrijft men ons: Einde Augustus kondigde Dr. A. R. Zimmenman, oud-burgemeester van Rotterdam, in een hoofdartikel in „Du Telegraaf" aan, dat allen, die het wel meenen met het land en die do euvelen 'kennen, waaronder het lijdt, „in hoopvolle spanning" uitzien naar de milli- ocnenrede en naar de staatsbegrooting voor 1928. Zij wonij verwachten, omdat zij weien, dat de geldmidf'elen it die vê? den staat beheerd worden door een ernstig, recht schapen man c'ie niet jaagt naar volksgunst, maar be- lield is met den wenseh, het openbaar belang naar beste weten te dienen," dat in die beide vraagstuk ken maatregelen zullen worden aangekondigd, die er een einde aan moeten maken, „dat Nederland in gel- deJpen zin boven ziin krachten leeft". Zien inderdaad zoovelen in hoopvolle spanning naar de millioenenrede uit? En zoo ja, met recht? De be lastingen te onzent zijn te hoog; daarover zijn wij het allemaal eens. Aangenaam ware het, als onze belastingbiljetten lagere cijfers gingen aanwijzen. Maar niet alleen aangenaam voor de belastingbeta lers, ook en dat is van veel grooter belang! van economisch voordeel zal het zijn, wanneer het oogen- blik is aangebroken, dat wij min'der voor de fiscus behoeven op zij te leggen, en meer kunnen aanwen den voor belegging in productieve ondernemingen (is werkelijke kapitaalvorming). Maar gaat het aan, gelijk Dr. Zimmerman doet, de oorzaak van de hooge belastingen zoeken voor al les bij de „te dure publieke huishouding"? Alleen van wijziging daarin eischt hij verbetering. Gelukkig, hij ontkent niet, dat de oorlog, die de mo- dient I biiisatie meabracht en de distributiemaatregelen nood- renten I zakelijk maakte, ons schatten geld heeft gekost. Daar I vandaan immers de ontzettende toename van onze Na tiek» fora/o schuld, waarvan jaarlijks rente moet betaald walden en waarvan jaarlijks een gedeelte moet wor den gedelgd. Daartoe dienen in de eerste plaats de ver- 'dedxgingsbclastingen. Wel heeft tot tweemaal toe de Vrijzinnig-Democratische fractie uit de Tweede Ka mer een wetsvoorstel ingediend, om door een heffing- ineens oen aanzienlijk deel van die mobilisatieschuld af te sohrijven, de laatste keer zou zulks een budget verlaging van ongeveer honderd millioen gulden heb ben teweeg gebracht Maar juist de vrienden van Dr. Zimmerman hebben zich daartegen het felst verzet: zij wilden liever over een lange reeks van jaren die vardedigingsbelastingen afbetalen. Dan hebben zij in de laatste plaats het recht, zich over den zwaron be lastingdruk te beklagen. Mag Dr. Zimmerman zwij gen over de naweeën van den oorlog? Nederland, Hat geen schot loste, geen man over zee vervoerde, geen •öhacle leed(?) en geen dooden of gewonden te betreu ren had, ondervindt reeds jaren langer dan den ge- heelen oorlog duurde, de nadeelen van valutacrises bij de oorlogvoerende landen, gevolg van oorlogsschul- den, oorlogsschattingen en wat dies meer zij. De wer keloosheid', die daarvan een gevolg is, vraagt nog stede aanzienlijke offers van de schatkist Of wil Dr. Zimmerman die uitgaven maar eenvoudig schrap pen? Dat is wel radicaal. Maar of daardoor het wei rijn van het volk wordt gebaat, waag ik te betwijfelen. -Demalaise in vele bedrijven is nog steeds een feit. Men mag zulks bejammeren; de oogen ervoor sluiten a hum schol* i welli den* n n* lerhot e hu* met 4 0 hum hij eet >ver de o hoof' in dil erhoud ïtebeiit r. acht de wo- )o zijn, bedo/i' leatuur aan- s een», n voor en. vat fa- itel be llen tl i daar 3 heer chting at hel thani iet in- verdei Tingel en u Y lYV.g n dan id va.' ▼et ut vol- weri huur- wo g met t e kof wijlt ij aeenti te be at bij te 1 zot rug* .n bi Slufc •egeÜ eft gf ng in ijt dat ingen an d« lating eft op ;r on- bewe- 9groiv ïmen door E. PHILIPS OPPENHEIM, Schrijver van: „Rijk en geen Geld, Millionair tegen wil en dank", e.a. Geautoriseerde vertaling d. DICKY WAFELBAKKER. der raagd wilde r&cht haar IOUW- f150. 1 bet Het jonge meisje keek van Deane naar haar broer. Haar gezicht was onveranderd gebleven. .iJNeo," zei ze duidelijk verstaanbaar, „ik heb er met niemand over gesproken." >ffet zit namelijk zoo," ging haar broer voort „Geen sterveling buiten mij wist van het bestaan van dat stuk af. Deane vertelde het mij en ik heb er met nie mand anders over gesproken dan met jou. En toch heb- t*u wy aanleiding te veronderstellen, nee, wij weten Sper> dat het sinds zijn dood uit Sinclair's kamer ge- *olen werd. Daarom willen wij met zekerheid weten, 01 j'J het bestaan daarvan aan iemand mededeelde." „Geen woord daarover is ooit over mijn lippen ge komen," antwoordde zij. „Ik heb geen vrienden, geen ^'trouwde. Niets ter wereld is meer onwaarschijnlijk dan dat ik zooiets gedaan zou hebben," voegde zij er aan toe. .Rowan wendde zich tot Deane, die met een strak ge- dicht bij hem stond. „Hoor je het?" riep hij uit. "f1001" je het nu? Ik was heel zeker van Winifred, kindje?*" Praat niet* 0een kletskous, is het wel, »Bc hoop van niet," antwoordde ze. „Dc heb zeer zeker geen motief om te twijfelen aan ue discretie van juffrouw Rowan," zei Deane langzaan^ voor een kort oogenblik hief ze haar oogen op en oeze ontmoetten de zijne. De vage, sarcastische Mank j., tJ** ftem was opzettelijk opvallend bedoeld', maar u nad totaal geen invloed op haar. Ze keek hem met Uu onverE;chilligen blik aan, en met een schourtercj- fcaJen wendde zij zich af. j Rowan," zei hij, „het Ijjkt me toe, dat er ver- met veel meer te doen valt. Als 't papier te 7d r- komt, dan zal ik weten hoe te handelen, met agene, die het in zyn bezit heeft. Laten wy nu eens !.r Jezelf praten." Jwwaïlachte een weinig zenuwachtig. „Over me- is ware struisvogelpolitiek. Intusschen ide dure pu blieke huishouding staat in verband met den oorlogs toestand. Toen de overheid door de omstandigheden gedwongen ingreep op gebieden, waar zij voor heen nooit inigreepdus ook wel misgreep waren vele nieuwe ambtenaren noodig; inderdaad, die zijn niet allemaal aan den dijk gezet, toen hunne diensten niet meer verlangd weiden. Reeds vóór eenige jaren bepleitte iMr. Marcihant in de Tweede Ka mer, het aantal ambtenaren te verminderen, door openvallende plaatsen niet meer te vervullen, toen reette dat het „stelsel der stelselloosheid", nu bepleit Dr. Zimmerman hetzelfde systeem. Echter Dr. Zimmerman gaat verder. Mr. Marchant beoogde uitsluitend, het aantal ambtenaren, dat door de buitengewone omstandigheden, buitengewoon was toegenomen, tot normale afmetingen terug te brengen. Dr. Zimmerman daarentegen gebruikt de te dure huis houding, om een aanval te doen op de hoedanigheid der ambtenaren, wier aantal te groot en wier arbeids duur te gering is. Bij die ambtenaren moet de op lossing gezocht worden, om tot belastingverlaging te geraken, -bij die ambtenaren, wier bezoldiging „te hoog" en wier arbeidsverrichting „te gering" isl Dat is kras gezegd. Het is gemakkelijk gezegd, af te geven, op de „te geringe arbeidsverrichting" der ambtenaren. Maar het is in zoo algemeenen zin, juist ook? Ja, van die Haagsche departementsambtenaren hooren we vaak rare dingen! 't Rapport van de Re kenkamer is ook geen stuk, om ons vertrouwen in die heeren te versterken. Maar het geeft Dr. Zim merman nog niet het recht te generaliseeren en nota bene alle rijks- en gemeente-ambtenarenexcusez du peul„te geringe arbeidsverrichting te ver wijten". En de bezoldiging? Is die volstrekt te hoog? Laat Dr. Zimmerman eens aan de hand van de be- zoldigdngsschaad! nagaan, hoeveel ambtenaren vian hun salaris met hun gezin in weelde baden? Ik voor spel, dat hij slechts een heel klein aantal uitzonde ringen zal bijeenbrengen. Dé ambtelijke aibeidi Is in de samenleving onmisbaar, dan verdient zij ook waardeering en redelijke honoreering. Die ambtenaren ook! Die zijn maar goed, onnoodige subsidies uit te denken. Daarom dienen „verschei dene subsidies kortweg geschrapt te worden" en „aan eiken nieuwen aandrang, om verhooging van crediet" dient met beslistheid te worden weerstand geboden Dus zonder nader onderzoek of die credietaanvragen de strekking hebben, de volkskracht, de welvaart te verhoogen? Maar waar komt die aandrang om ver hooging van crediet vandaan? Zoo maar uit het brein van zoo'n vermaledijde ambtenaar? Het zij zoo. Het parlement leent er toch in elk geval zijn goedkeuring aan. Alle maatregelen, die op den duur de welvaart zullen bevorderen, kosten geld. Maar het mag voor taan niet meer, omdat Dr. Zimmerman en de zijnen vergeten zijn den verstandigen raad van Coen: de cost geat voor de Beat uit. Zeker, er werden vaak uit gaven gedaan, die o.L beter achterwege konden blij ven. Andere uitgaven, waarmee wij het eens zijn, zijn weer onnut in de oogen van anderen. Tenslotte is er de regeering Staten-Generaal en ministers om te beslissen, wat zal worden gedaan en wat zal wor den nagelaten en niet Dr. Zimmermandie be- hale oud-burgemeester van Rotterdam, ook nog oud commissaris van den Volkenbond istenminste, zoolang Wieenen nog niet de hoofdstad! van Neder land is. Na de ambtenaren moeten de gemeentebesturen het ontgelden. De gemeentebegrootingen omvatten steeds grootere bedragen met als gevolg belasting- verhooging. „Dit is een onaannemelijk en onhoud bare toestand en een bewijs van slecht beheer". Het verwondert mij genoeg, van een oud-burgemeester, dat hij vergeten is, welk een aanzienlijk aandeel in de gemeente-lasten wordt gevormd door de uitga ven op de begrooting gebracht, teneinde aan ver plichtingen te voldoen die door de rijksregeering aan de gemeente zijn opgelegd. Alleen ai de kos- zelf," herhaalde hij. „Dit is een vruchteloos onderwerp nietwaar?" „Doctoren vergissen zich wel een®," zei Deane. „La ten wy hopen, dat dit in jouw geval gebeurd' is. Maar dit neemt niet weg, dat er geen enkel motief bestaat, waarom jij het niet comfortabel, en de beste medische hulp zou hebben. Ga, waarheen je wilt en stuur me je adres. Ik zal niet vergeten, dat dit ongeluk je over kwam, terwijl je in myn dienst was." „Je bent erg goed, Deane," zei Rowan. Het jonge meisje keek op. „Mijnheer Deane's goed heid is volkomen overbodig," zei ze. „Wij hebben geen geldgebrek." „Je zuster begrijpt den toestand! niet geheel en al,' zei Deane, zich tot hem wendend. „Wy hebben samen in Afrika te veel doorgemaakt om ons nu op het oogen blik aan conventioneele dingen vast te houden- Je zult het haar misschien later kunnen verMaren." Hij nam zijn hoed op, en wendde zich naar de deur. „Tic verwacht iets van je te zullen hooren," zei hy, „zoodra je besloten hebt, wanneer je zult vertrekken, hetzy van jou, Rowan, of van. je zuster." „Je bent heel vriendelijk, Deane," zei Rowan. „Het spijt me, dat ik alles zoo verknoeide." „Het was jou schuld niet," antwoordde Deane. „Dag, juffrouw Rowan." Ze keek hem even aan, doch maakte geen beweging om zijn uitgestrekte hand te drukken. Hy glimlachte en trok deze onmiddellijk terug. „Dag, mijnheer Deane!" zei ze zachtjes. De deur sloot zich achter hem. Rowan sloeg zyn zuster aandachtig gade. „Winifred, wat scheelt je?" vroeg hy. „Je gedroeg je bijna onbeleefd tegen mijn heer Deane." „Oh, misschien was dat wel zoo," antwoordde ze. „In elk geval zullen wy toch geen aalmoezen van hem aan nemen, is het wel?" „Je moet het niet op die manier opvatten," protes teerde Rowan. „En toch is het volkomen zooals ik zeg," hield het meisje vol. „Hij kan hel bekostigen," verMaarde Rowan. „Hij is heel ryk. Duizend pond is voor hem van evenveel waar de als een shilling /oor ons." „Dat veranderd niets aan de feiten," wierp zij te gen. „Ik mag mijnheer Deane niet, Basil. Door hem ber. je .in d*ze moeilijkheden geraakt. Je hebt reeds ge noeg van ge.d geaccepteerd." „En als ik er niet meer ben, hoe zal het dan met jou gaan?" ten van lager en middelbaar onderwijs vervullen de meeste geemeentebesturen met zorg. Hoe dan Dr. Zimmerman kan schrijven: „Onze steden nog wel grootendeels bevrijd van de kosten van het lager onderwijs, gaan voort haar verteringen te vergroo- ten", is mij een raadsel. Misschien geldt zulks voor Weenen, maar voor de gemeenten in Nederland is dat niet geschreven. Daar komt nog bij, dat de ver goeding de rijksuitkeeringen aan de gemeenten berekend wordt op een geheel verouderden grond slag en derhalve ten eenen male onvoldoende is. Toch verwijst Dr. Zimmerman „slecht beheer" niet aan de regeering, maar aan de gemeentebesturen.. Misschien is dat alles maar een aanloopje, om de noodzakelijkheid van verscherpt toezicht op de ge meentebesturen te bewijzen. Dit toezicht mag niet eens worden uitgeoefend door Gedeputeerde Staten in verschillende gevallen door de gemeentewet, en ook wel door andere wetten daartoe aangewezen want, „hun samenstelling" is vaak genoeg gelijk aan die van de Raden". Van die Raden wordt een eindje verder gezegd, dat zij, zonder zich om de be langen der politiek machtelooze contribuabelen te bekreunen, geld uitgeven tot een bedrag, dat alle zedelijke perken te buiten gaat". Als dan die mach telooze contribuabelen, waar de Raad zich niet om bekreunt, ook bij1 'Gedeputeerde Staten nul op 't re- K.ost krijgen, dan moet, volgens Dr. Zimmerman, de Minister van Binnenlandsche Zaken ingrijpen. On danks bijna tachtig jarige ervaring met het stelsel van Thorbecke's gemeentewet, volgens welke „de rechtstreeks door de ingezetenen gekozen Raad het hoofdcollege de regeering" is, wordt door Dr. Zimmer man, met voorbijzien van de gemeentelijke autono mie, de Minister van Binnenlandsche Zaken, in hoog ste ordening voor den goeden gang van zaken in de gemeenten verantwoordelijk gesteld. Zoodat ik maar zeggen wil, dat Thorbecke en Zimmerman het nog niet eens zijn geworden. De politiek van den sterken arm is echter zoozeer in strijd met de geestesgesteldheid van het Neder- laadsche volk, dat niet voor niets tachtig jaren is gestreden voor het behoudl van de verkregen volksrechten, dat de Minister van Binnenlandsche zaken verstandig zal doen, aan Dr. Zimmerman den welgemeenden raad te geven, zijne adviezen voor taan maar aan Mussolini of Primo de Riviera aan te bieden. Zou wellicht ook daarnaar de natie uitzien in hoopvolle spanning? De bepalingen van de gewijzigde Motor- en Rj^. wiel wet en het daarbij behoorende Reglement zul len, zooals bekend, met ingang van 1 November a-a. m werking treden. De belangrijkste van de gewijzigd® en nieuwe be palingen laten wil hier volgen: •Het is verboden, dat een motorrijtuig wordt be- sturd door iemand, wien de bevoegdheid1 motorrij'- tuigen te besturen bij rechterlijke uitspraak is ontzegd, ook indien hi| het rijtuig bestuurt onder onmiddellijk toezicht van een ander. Eveneens is het besturen onder toezicht verbo den, indien iemand rijdt, die niet den leeftijd heeft bereikt, die voor het verkrijgen van een rijbewijs wordt vereischt, zijinde 18 jaar. Het geven van les in het motorrijden aan per sonen, die nog niet in het bezit van een rijbewijs „Ik heb toch altijd mijn eigen brood verdiend," zei ze bedaard. „Ik zal m© heusch wel redden, Basil." Hy begon te hoesten, en al heel gauw was het on mogelijk verder te spreken. Hy was geheel uitgeput. Zy bleef naast hem zitten, totdat hy in slaap gevallen was. Er kon thans niet meer getwijfeld worden aan het wanhopige van zyn toestand. Hy was bijna tot een geraamte uitgeteerd. Zelfs in zyn slaap Monk zyn adem ïaling moeilijk; en het leek, alsof hy koorts had. Op haar teenen sloop ze weg en stond eenige oogenblik- ken voor het raam uit te ky'ken. Beneden bewoog de polsslag van de groote wereld zich met dezelfde irri- teerende regelmatigheid1 voort. De stroom van zidh voortspoedende wierkers hield aan, het geluid vaö het verkeer ging even ongestoord door als de golven der zee. Ze stond voor het raam en haar Meine handjes waren tot vuisten gebald. Het kwam haar voor, alsof de luidde ademhaling van haar broer achter haar de seconden aftelde, welke hem nog van den dood scheid den. Toen Deane zich in westelijke richting spoedde, hiel den zyn gedachten zich voortdurend bezig met het tra gische tooneel, hetwelk hy kort tevoren verlaten had. Hy wist zeer goed, dat het met Rowan niet een kwestie van maanden, doch van dagen was. Waofhtte het meis je daar alleen op Over haar geheele optreden tegen over hem had' een mysterieus waas gelegen, dat hem beklemde. Het was alsof hy moest trachten een vijand te vin den, die zich met hem in een donkere kamer bevond en luisterde naar diens voetstappen, niet wetende van; welke zyde de slag hem treffen zou. Niettegenstaande den warmen zonneschyn, rilde hy even, toen hij uit den wagen stapte en zyn kantoor binnenging. HOOFDSTUK V. Wederzydsdhe inlichtingen. Het meisje zat op een -harde paardenharen canapé met haar ellebogen op haar knieën geleund, terwyl ze haar hoofd tusschen haar handen 'hield. Ze keek met wanhopige 'blikken naar het sobere vertrek en de slecht schoongemaakte vensters. Dit zou dus het einde zyn van haar droomen. Zy was genoodzaakt terug te gaan naar het leve-^. dat zy zoo ondragelyk had ge^ vonden, of ze moest zich hals over kop in den maal stroom van Londen werpen. Er was nog een tweede persoon in de kamer, en zijn, mag alleen geschieden met motorrijtuigen!, niet zwaarder dan 1800 K.G., waarvan de wielen voorzien zijn van luchtbanden en uitsluitend bul ten de bebouwde kom. De verkeersteekens bij plotseling vaart verminde ren en bij bet veranderen van richting kunnen in den vervolge niet alleen door het bewegen van een der armen of een voorwerp bulten het voertuig ge geven worden, doch ook door op of aan het rijtuig aangebrachte apparaten, stopseinlichten en andere mechanische, optische of electro-magnetische sig nalen. Het geven dezer verkeersteekens is thans voor bestuurders van motorrijtuigen steeds ver plichtend, en dus niet alleen, zooals het vroeger heette, „indien door het niet geven dier teekens, de vrijheid of de veiligheid op den weg zou worden belemmerd of in gevaar gebracht". Voor bestuurders van rijtwielen en andere voer tuigen geldt deze bepaling niet De regel „rechts gaat voor" geldt niet meer uit sluitend voor kruisingen, doch bij' elke vereeniging van wegen, bijv. bij een driesprong. Alle rij- en voertuigen geen motorrijtuig zijnde, moeten tusechen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang minstens één lan taarn voeren, die voorwaarts een helder wit licht geeft, geplaatst vooraan de linkerzijde van het rijtuig, of aan de linkerzijde van het verst uitste kende deel van de lading. Tusschen een half uur na zonsondergang én een half uur vóór zonsopgang moeten automobielen links achter een rood licht voeren. Voor rijwielen, motortweewielers en andere voer tuigen is een roodi achterlicht of verticaal geplaat ste roode reflector, die bij beschijning daarop val lende lichtstralen duidelijk zichtbaar rood terugh kaatst verplicht (eventueel aan te brengen aan het verst uitstekende deel van de lading). Tusschen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang, moet bil alle motorrij wielen heit achtörnujmmer met letter helder ver licht zijn. Het voeren van verblindende verlichting aan mo torrijtuigen ia verboden, binnen bebouwde kom men; wanneer het motorrijtuig stilstaat; van het oogenblik af, dat men op 100 Meter tegemoetkomen de motorrijtuigen, rijwielen, rij- of voertuigen of rij- of trekdieren of vee is genaderd, totdat men deze weer voorbij is. Het gebruiken van een open uitlaat is overal verboden. Alle motorrijtuigen en andere rit- oï voertuigen moeten voorzien zijn van een spiegel, die het mo gelijk maakt, van de bestuurdersplaats het links- achterliggenidi weggedeelte te overzien, tenzij de bestuurder het verkeer op dit weggedeelte gemak kelijk zonder spiegel kan waarnemen, en voor wat betreft andere voertuigen, een spiegel bezwaarlijk zal 'kunnen worden aangebracht. Letter en nummer op een motorrijtuig behóoren in witte onuitwischbare teekens van voorgeschreven afmetingen op donkerblauwen grond te zijn aange bracht De rijwielpaden zijn alleen voor de wielrijders be stemd. Het is verboden met zware motorrijtuigen en aan hangwagens te rijden, tenzil men voorzien ia van een inschrijvingBbowijs. Huidaandoeningen, als uitslag, eczeem, roos, dauw worm, enz. verdwijnen spoedig door de verzachten de, antiseptische werking van Fosteris Zalf. ZIJ helpt ook uitstekend bij brandwonden, doorloopen of doorzitten, schrijnen, enz. Foster's Zalf is alom verkrijgbaar Bi f 1.75 per doos, f l.—< per tube eigenaardig genoeg scheen deze aan ongeveer dezelfdë stemming ten prooi ta zyn. Het was een Medne, gezette jonge man met een bruine snor, opzichtig gekleed. Hy droeg een helrood© das, waarin een imitatie diamanten speld bevestigd was en zijne vuile boord en manchet ten maakten zijn voorkomen, dat toch al verre van aantrekkelijk was, nog minder aanlokkelijk. Hy stond wijdbeens uit te kijken in de stille straat. Zijn handen waren diep in de zakken van zyn broek gestoken, en hij maalkte den indruk,, alsof hij het leven niet bepaald aangenaam vond. Het duurde niet lang of hij begon te fluiten. Het was geen opwekkend wijsje, maar een eentonig sentimen teel deuntje. Het meisje op dé canapé scheen hierdoor geirriteerd te worden. Zij zelf verkeerde in het laat ste stadium van neerslachtigheid en het gefluit werkte op haar zenuwen. „Oh, schei toch alsjeblieft uit," riep zei ten laatste uit. Hy wendde zich verbaasd om, alsof hy voor het eerst bemerkte, dat hy' niet alleen in de kamer was. „Neemt u me niet kwaly'k," zei hij. Het meisje herinnerde zich eensklaps, dat hy een vreemde voor haar was, doch wat kwam dit er per «slot van rekening op ^an. „Ik vroeg U op te willen houden met fliuten," zei i. Hij antwoordde: „Zéker," en bleef haar aanstaren. Ze beantwoordde zijn blik met een, waarin felle afkeu ring lag en ze deed ook geenerlei poging dit te ver bergen. Het ia een soort gewoonte van mij," legde hy uit. „Be fluit altijd, wanneer ik in een beroerde stemming veriaeer." „En geeft het dan wat?" vroeg ze. „Als dat zoo is, dan zal ik ook leeren fluiten." „Beteekent dat," merkte hij op, „dat wy beiden in een beroerde stemming zyn?" Ze haalde de schouders op on vond het niét noodig, hem te antwoorden. „Ik zou ik weet niet wat wéllen geven, als ik nooit uit Kaapstad was weggegaan," riep hy onwillekeurig uit. Toen keek ze hem voor dé eerste maal met iets van belangstelling in haar oogen aan en vroeg. „Komt U uit Zuid-Afrika?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 1