Alitncn Nieiws-
IN
HOOPVOLLE SPANNING?
GOUDEN KETENEN
Donderdag 27 October 1927.
70ste Jaargang No. 8142.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Feuilleton.
De gewijzigde Motor- en
die 1 November a.s. in
treedt
Rijwielwet
werking
Reclames*
w«t
geeft
iegedli
öthoud
m we
'K Oat i
nregeiit
)te lak
et klei
van d<
voorn
e te p&
in dien
©ten Q|
wanti
Lee op d
©staani
?een b|
arges^
en au
ar is
betalt -
lala#
nen ve
i, Na,
Sluiji
om;
I tradis
m sten
i oog ly
hooide,
e huilt
nde f,
ngaaali
it V0«
mee*
itterei
:egt, di
n, ah
op, 4
uurdi
t hui
HAGER
COURANT,
Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woen&dag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, vorden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eorstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 8 maanden fl.65. Losse nummers 0 cont. AD VERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere rogol meer 20 cent (bowijsno,
inbegrepen). Groote lettors worden naar plaatsruimto börekond.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Van Vrijz.-Dem. zijde schrijft men ons:
Einde Augustus kondigde Dr. A. R. Zimmenman,
oud-burgemeester van Rotterdam, in een hoofdartikel
in „Du Telegraaf" aan, dat allen, die het wel meenen
met het land en die do euvelen 'kennen, waaronder het
lijdt, „in hoopvolle spanning" uitzien naar de milli-
ocnenrede en naar de staatsbegrooting voor 1928. Zij
wonij verwachten, omdat zij weien, dat de geldmidf'elen
it die vê? den staat beheerd worden door een ernstig, recht
schapen man c'ie niet jaagt naar volksgunst, maar be-
lield is met den wenseh, het openbaar belang naar
beste weten te dienen," dat in die beide vraagstuk
ken maatregelen zullen worden aangekondigd, die er
een einde aan moeten maken, „dat Nederland in gel-
deJpen zin boven ziin krachten leeft".
Zien inderdaad zoovelen in hoopvolle spanning naar
de millioenenrede uit? En zoo ja, met recht? De be
lastingen te onzent zijn te hoog; daarover zijn wij
het allemaal eens. Aangenaam ware het, als onze
belastingbiljetten lagere cijfers gingen aanwijzen.
Maar niet alleen aangenaam voor de belastingbeta
lers, ook en dat is van veel grooter belang! van
economisch voordeel zal het zijn, wanneer het oogen-
blik is aangebroken, dat wij min'der voor de fiscus
behoeven op zij te leggen, en meer kunnen aanwen
den voor belegging in productieve ondernemingen (is
werkelijke kapitaalvorming).
Maar gaat het aan, gelijk Dr. Zimmerman doet,
de oorzaak van de hooge belastingen zoeken voor al
les bij de „te dure publieke huishouding"?
Alleen van wijziging daarin eischt hij verbetering.
Gelukkig, hij ontkent niet, dat de oorlog, die de mo-
dient I biiisatie meabracht en de distributiemaatregelen nood-
renten I zakelijk maakte, ons schatten geld heeft gekost. Daar
I vandaan immers de ontzettende toename van onze Na
tiek» fora/o schuld, waarvan jaarlijks rente moet betaald
walden en waarvan jaarlijks een gedeelte moet wor
den gedelgd. Daartoe dienen in de eerste plaats de ver-
'dedxgingsbclastingen. Wel heeft tot tweemaal toe de
Vrijzinnig-Democratische fractie uit de Tweede Ka
mer een wetsvoorstel ingediend, om door een heffing-
ineens oen aanzienlijk deel van die mobilisatieschuld
af te sohrijven, de laatste keer zou zulks een budget
verlaging van ongeveer honderd millioen gulden heb
ben teweeg gebracht Maar juist de vrienden van Dr.
Zimmerman hebben zich daartegen het felst verzet:
zij wilden liever over een lange reeks van jaren die
vardedigingsbelastingen afbetalen. Dan hebben zij in
de laatste plaats het recht, zich over den zwaron be
lastingdruk te beklagen. Mag Dr. Zimmerman zwij
gen over de naweeën van den oorlog? Nederland, Hat
geen schot loste, geen man over zee vervoerde, geen
•öhacle leed(?) en geen dooden of gewonden te betreu
ren had, ondervindt reeds jaren langer dan den ge-
heelen oorlog duurde, de nadeelen van valutacrises
bij de oorlogvoerende landen, gevolg van oorlogsschul-
den, oorlogsschattingen en wat dies meer zij. De wer
keloosheid', die daarvan een gevolg is, vraagt nog
stede aanzienlijke offers van de schatkist Of wil
Dr. Zimmerman die uitgaven maar eenvoudig schrap
pen? Dat is wel radicaal. Maar of daardoor het wei
rijn van het volk wordt gebaat, waag ik te betwijfelen.
-Demalaise in vele bedrijven is nog steeds een feit.
Men mag zulks bejammeren; de oogen ervoor sluiten
a hum
schol*
i welli
den*
n n*
lerhot
e hu*
met 4
0 hum
hij eet
>ver de
o hoof'
in dil
erhoud
ïtebeiit
r. acht
de wo-
)o zijn,
bedo/i'
leatuur
aan-
s een»,
n voor
en.
vat fa-
itel be
llen tl
i daar
3 heer
chting
at hel
thani
iet in-
verdei
Tingel
en u
Y lYV.g
n dan
id va.'
▼et
ut vol-
weri
huur-
wo
g met
t
e kof
wijlt
ij
aeenti
te be
at bij
te
1 zot
rug*
.n bi
Slufc
•egeÜ
eft gf
ng in
ijt dat
ingen
an d«
lating
eft op
;r on-
bewe-
9groiv
ïmen
door E. PHILIPS OPPENHEIM,
Schrijver van: „Rijk en geen Geld,
Millionair tegen wil en dank", e.a.
Geautoriseerde vertaling d. DICKY WAFELBAKKER.
der
raagd
wilde
r&cht
haar
IOUW-
f150.
1 bet
Het jonge meisje keek van Deane naar haar broer.
Haar gezicht was onveranderd gebleven.
.iJNeo," zei ze duidelijk verstaanbaar, „ik heb er met
niemand over gesproken."
>ffet zit namelijk zoo," ging haar broer voort „Geen
sterveling buiten mij wist van het bestaan van dat
stuk af. Deane vertelde het mij en ik heb er met nie
mand anders over gesproken dan met jou. En toch heb-
t*u wy aanleiding te veronderstellen, nee, wij weten
Sper> dat het sinds zijn dood uit Sinclair's kamer ge-
*olen werd. Daarom willen wij met zekerheid weten,
01 j'J het bestaan daarvan aan iemand mededeelde."
„Geen woord daarover is ooit over mijn lippen ge
komen," antwoordde zij. „Ik heb geen vrienden, geen
^'trouwde. Niets ter wereld is meer onwaarschijnlijk
dan dat ik zooiets gedaan zou hebben," voegde zij er
aan toe.
.Rowan wendde zich tot Deane, die met een strak ge-
dicht bij hem stond. „Hoor je het?" riep hij uit.
"f1001" je het nu? Ik was heel zeker van Winifred,
kindje?*" Praat niet* 0een kletskous, is het wel,
»Bc hoop van niet," antwoordde ze.
„Dc heb zeer zeker geen motief om te twijfelen aan
ue discretie van juffrouw Rowan," zei Deane langzaan^
voor een kort oogenblik hief ze haar oogen op en
oeze ontmoetten de zijne. De vage, sarcastische Mank
j., tJ** ftem was opzettelijk opvallend bedoeld', maar
u nad totaal geen invloed op haar. Ze keek hem met
Uu onverE;chilligen blik aan, en met een schourtercj-
fcaJen wendde zij zich af.
j Rowan," zei hij, „het Ijjkt me toe, dat er ver-
met veel meer te doen valt. Als 't papier te 7d r-
komt, dan zal ik weten hoe te handelen, met
agene, die het in zyn bezit heeft. Laten wy nu eens
!.r Jezelf praten."
Jwwaïlachte een weinig zenuwachtig. „Over me-
is ware struisvogelpolitiek. Intusschen ide dure pu
blieke huishouding staat in verband met den oorlogs
toestand. Toen de overheid door de omstandigheden
gedwongen ingreep op gebieden, waar zij voor
heen nooit inigreepdus ook wel misgreep
waren vele nieuwe ambtenaren noodig; inderdaad,
die zijn niet allemaal aan den dijk gezet, toen hunne
diensten niet meer verlangd weiden. Reeds vóór
eenige jaren bepleitte iMr. Marcihant in de Tweede Ka
mer, het aantal ambtenaren te verminderen, door
openvallende plaatsen niet meer te vervullen, toen
reette dat het „stelsel der stelselloosheid", nu bepleit
Dr. Zimmerman hetzelfde systeem.
Echter Dr. Zimmerman gaat verder. Mr. Marchant
beoogde uitsluitend, het aantal ambtenaren, dat door
de buitengewone omstandigheden, buitengewoon was
toegenomen, tot normale afmetingen terug te brengen.
Dr. Zimmerman daarentegen gebruikt de te dure huis
houding, om een aanval te doen op de hoedanigheid
der ambtenaren, wier aantal te groot en wier arbeids
duur te gering is. Bij die ambtenaren moet de op
lossing gezocht worden, om tot belastingverlaging te
geraken, -bij die ambtenaren, wier bezoldiging „te
hoog" en wier arbeidsverrichting „te gering" isl
Dat is kras gezegd. Het is gemakkelijk gezegd, af
te geven, op de „te geringe arbeidsverrichting" der
ambtenaren. Maar het is in zoo algemeenen zin, juist
ook? Ja, van die Haagsche departementsambtenaren
hooren we vaak rare dingen! 't Rapport van de Re
kenkamer is ook geen stuk, om ons vertrouwen in
die heeren te versterken. Maar het geeft Dr. Zim
merman nog niet het recht te generaliseeren en nota
bene alle rijks- en gemeente-ambtenarenexcusez
du peul„te geringe arbeidsverrichting te ver
wijten". En de bezoldiging? Is die volstrekt te hoog?
Laat Dr. Zimmerman eens aan de hand van de be-
zoldigdngsschaad! nagaan, hoeveel ambtenaren vian
hun salaris met hun gezin in weelde baden? Ik voor
spel, dat hij slechts een heel klein aantal uitzonde
ringen zal bijeenbrengen. Dé ambtelijke aibeidi Is
in de samenleving onmisbaar, dan verdient zij ook
waardeering en redelijke honoreering.
Die ambtenaren ook! Die zijn maar goed, onnoodige
subsidies uit te denken. Daarom dienen „verschei
dene subsidies kortweg geschrapt te worden" en „aan
eiken nieuwen aandrang, om verhooging van crediet"
dient met beslistheid te worden weerstand geboden
Dus zonder nader onderzoek of die credietaanvragen
de strekking hebben, de volkskracht, de welvaart te
verhoogen? Maar waar komt die aandrang om ver
hooging van crediet vandaan? Zoo maar uit het brein
van zoo'n vermaledijde ambtenaar? Het zij zoo. Het
parlement leent er toch in elk geval zijn goedkeuring
aan. Alle maatregelen, die op den duur de welvaart
zullen bevorderen, kosten geld. Maar het mag voor
taan niet meer, omdat Dr. Zimmerman en de zijnen
vergeten zijn den verstandigen raad van Coen: de
cost geat voor de Beat uit. Zeker, er werden vaak uit
gaven gedaan, die o.L beter achterwege konden blij
ven. Andere uitgaven, waarmee wij het eens zijn, zijn
weer onnut in de oogen van anderen. Tenslotte is er
de regeering Staten-Generaal en ministers om
te beslissen, wat zal worden gedaan en wat zal wor
den nagelaten en niet Dr. Zimmermandie be-
hale oud-burgemeester van Rotterdam, ook nog oud
commissaris van den Volkenbond istenminste,
zoolang Wieenen nog niet de hoofdstad! van Neder
land is.
Na de ambtenaren moeten de gemeentebesturen
het ontgelden. De gemeentebegrootingen omvatten
steeds grootere bedragen met als gevolg belasting-
verhooging. „Dit is een onaannemelijk en onhoud
bare toestand en een bewijs van slecht beheer". Het
verwondert mij genoeg, van een oud-burgemeester,
dat hij vergeten is, welk een aanzienlijk aandeel in
de gemeente-lasten wordt gevormd door de uitga
ven op de begrooting gebracht, teneinde aan ver
plichtingen te voldoen die door de rijksregeering
aan de gemeente zijn opgelegd. Alleen ai de kos-
zelf," herhaalde hij. „Dit is een vruchteloos onderwerp
nietwaar?"
„Doctoren vergissen zich wel een®," zei Deane. „La
ten wy hopen, dat dit in jouw geval gebeurd' is. Maar
dit neemt niet weg, dat er geen enkel motief bestaat,
waarom jij het niet comfortabel, en de beste medische
hulp zou hebben. Ga, waarheen je wilt en stuur me
je adres. Ik zal niet vergeten, dat dit ongeluk je over
kwam, terwijl je in myn dienst was."
„Je bent erg goed, Deane," zei Rowan.
Het jonge meisje keek op. „Mijnheer Deane's goed
heid is volkomen overbodig," zei ze. „Wij hebben geen
geldgebrek."
„Je zuster begrijpt den toestand! niet geheel en al,'
zei Deane, zich tot hem wendend. „Wy hebben samen
in Afrika te veel doorgemaakt om ons nu op het oogen
blik aan conventioneele dingen vast te houden- Je zult
het haar misschien later kunnen verMaren."
Hij nam zijn hoed op, en wendde zich naar de deur.
„Tic verwacht iets van je te zullen hooren," zei hy,
„zoodra je besloten hebt, wanneer je zult vertrekken,
hetzy van jou, Rowan, of van. je zuster."
„Je bent heel vriendelijk, Deane," zei Rowan. „Het
spijt me, dat ik alles zoo verknoeide."
„Het was jou schuld niet," antwoordde Deane. „Dag,
juffrouw Rowan."
Ze keek hem even aan, doch maakte geen beweging
om zijn uitgestrekte hand te drukken. Hy glimlachte
en trok deze onmiddellijk terug.
„Dag, mijnheer Deane!" zei ze zachtjes.
De deur sloot zich achter hem. Rowan sloeg zyn
zuster aandachtig gade. „Winifred, wat scheelt je?"
vroeg hy. „Je gedroeg je bijna onbeleefd tegen mijn
heer Deane."
„Oh, misschien was dat wel zoo," antwoordde ze. „In
elk geval zullen wy toch geen aalmoezen van hem aan
nemen, is het wel?"
„Je moet het niet op die manier opvatten," protes
teerde Rowan.
„En toch is het volkomen zooals ik zeg," hield het
meisje vol.
„Hij kan hel bekostigen," verMaarde Rowan. „Hij is
heel ryk. Duizend pond is voor hem van evenveel waar
de als een shilling /oor ons."
„Dat veranderd niets aan de feiten," wierp zij te
gen. „Ik mag mijnheer Deane niet, Basil. Door hem
ber. je .in d*ze moeilijkheden geraakt. Je hebt reeds ge
noeg van ge.d geaccepteerd."
„En als ik er niet meer ben, hoe zal het dan met
jou gaan?"
ten van lager en middelbaar onderwijs vervullen de
meeste geemeentebesturen met zorg. Hoe dan Dr.
Zimmerman kan schrijven: „Onze steden nog wel
grootendeels bevrijd van de kosten van het lager
onderwijs, gaan voort haar verteringen te vergroo-
ten", is mij een raadsel. Misschien geldt zulks voor
Weenen, maar voor de gemeenten in Nederland is
dat niet geschreven. Daar komt nog bij, dat de ver
goeding de rijksuitkeeringen aan de gemeenten
berekend wordt op een geheel verouderden grond
slag en derhalve ten eenen male onvoldoende is.
Toch verwijst Dr. Zimmerman „slecht beheer" niet
aan de regeering, maar aan de gemeentebesturen..
Misschien is dat alles maar een aanloopje, om de
noodzakelijkheid van verscherpt toezicht op de ge
meentebesturen te bewijzen. Dit toezicht mag niet
eens worden uitgeoefend door Gedeputeerde Staten
in verschillende gevallen door de gemeentewet,
en ook wel door andere wetten daartoe aangewezen
want, „hun samenstelling" is vaak genoeg gelijk
aan die van de Raden". Van die Raden wordt een
eindje verder gezegd, dat zij, zonder zich om de be
langen der politiek machtelooze contribuabelen te
bekreunen, geld uitgeven tot een bedrag, dat alle
zedelijke perken te buiten gaat". Als dan die mach
telooze contribuabelen, waar de Raad zich niet om
bekreunt, ook bij1 'Gedeputeerde Staten nul op 't re-
K.ost krijgen, dan moet, volgens Dr. Zimmerman, de
Minister van Binnenlandsche Zaken ingrijpen. On
danks bijna tachtig jarige ervaring met het stelsel
van Thorbecke's gemeentewet, volgens welke „de
rechtstreeks door de ingezetenen gekozen Raad het
hoofdcollege de regeering" is, wordt door Dr. Zimmer
man, met voorbijzien van de gemeentelijke autono
mie, de Minister van Binnenlandsche Zaken, in hoog
ste ordening voor den goeden gang van zaken in de
gemeenten verantwoordelijk gesteld. Zoodat ik maar
zeggen wil, dat Thorbecke en Zimmerman het nog
niet eens zijn geworden.
De politiek van den sterken arm is echter zoozeer
in strijd met de geestesgesteldheid van het Neder-
laadsche volk, dat niet voor niets tachtig jaren
is gestreden voor het behoudl van de verkregen
volksrechten, dat de Minister van Binnenlandsche
zaken verstandig zal doen, aan Dr. Zimmerman den
welgemeenden raad te geven, zijne adviezen voor
taan maar aan Mussolini of Primo de Riviera aan te
bieden.
Zou wellicht ook daarnaar de natie uitzien in
hoopvolle spanning?
De bepalingen van de gewijzigde Motor- en Rj^.
wiel wet en het daarbij behoorende Reglement zul
len, zooals bekend, met ingang van 1 November a-a.
m werking treden.
De belangrijkste van de gewijzigd® en nieuwe be
palingen laten wil hier volgen:
•Het is verboden, dat een motorrijtuig wordt be-
sturd door iemand, wien de bevoegdheid1 motorrij'-
tuigen te besturen bij rechterlijke uitspraak is
ontzegd, ook indien hi| het rijtuig bestuurt onder
onmiddellijk toezicht van een ander.
Eveneens is het besturen onder toezicht verbo
den, indien iemand rijdt, die niet den leeftijd heeft
bereikt, die voor het verkrijgen van een rijbewijs
wordt vereischt, zijinde 18 jaar.
Het geven van les in het motorrijden aan per
sonen, die nog niet in het bezit van een rijbewijs
„Ik heb toch altijd mijn eigen brood verdiend," zei
ze bedaard. „Ik zal m© heusch wel redden, Basil."
Hy begon te hoesten, en al heel gauw was het on
mogelijk verder te spreken. Hy was geheel uitgeput.
Zy bleef naast hem zitten, totdat hy in slaap gevallen
was. Er kon thans niet meer getwijfeld worden aan
het wanhopige van zyn toestand. Hy was bijna tot een
geraamte uitgeteerd. Zelfs in zyn slaap Monk zyn adem
ïaling moeilijk; en het leek, alsof hy koorts had. Op
haar teenen sloop ze weg en stond eenige oogenblik-
ken voor het raam uit te ky'ken. Beneden bewoog de
polsslag van de groote wereld zich met dezelfde irri-
teerende regelmatigheid1 voort. De stroom van zidh
voortspoedende wierkers hield aan, het geluid vaö het
verkeer ging even ongestoord door als de golven der
zee. Ze stond voor het raam en haar Meine handjes
waren tot vuisten gebald. Het kwam haar voor, alsof
de luidde ademhaling van haar broer achter haar de
seconden aftelde, welke hem nog van den dood scheid
den.
Toen Deane zich in westelijke richting spoedde, hiel
den zyn gedachten zich voortdurend bezig met het tra
gische tooneel, hetwelk hy kort tevoren verlaten had.
Hy wist zeer goed, dat het met Rowan niet een kwestie
van maanden, doch van dagen was. Waofhtte het meis
je daar alleen op Over haar geheele optreden tegen
over hem had' een mysterieus waas gelegen, dat hem
beklemde.
Het was alsof hy moest trachten een vijand te vin
den, die zich met hem in een donkere kamer bevond en
luisterde naar diens voetstappen, niet wetende van;
welke zyde de slag hem treffen zou. Niettegenstaande
den warmen zonneschyn, rilde hy even, toen hij uit den
wagen stapte en zyn kantoor binnenging.
HOOFDSTUK V.
Wederzydsdhe inlichtingen.
Het meisje zat op een -harde paardenharen canapé
met haar ellebogen op haar knieën geleund, terwyl ze
haar hoofd tusschen haar handen 'hield. Ze keek met
wanhopige 'blikken naar het sobere vertrek en de
slecht schoongemaakte vensters. Dit zou dus het einde
zyn van haar droomen. Zy was genoodzaakt terug te
gaan naar het leve-^. dat zy zoo ondragelyk had ge^
vonden, of ze moest zich hals over kop in den maal
stroom van Londen werpen.
Er was nog een tweede persoon in de kamer, en
zijn, mag alleen geschieden met motorrijtuigen!,
niet zwaarder dan 1800 K.G., waarvan de wielen
voorzien zijn van luchtbanden en uitsluitend bul
ten de bebouwde kom.
De verkeersteekens bij plotseling vaart verminde
ren en bij bet veranderen van richting kunnen in
den vervolge niet alleen door het bewegen van een
der armen of een voorwerp bulten het voertuig ge
geven worden, doch ook door op of aan het rijtuig
aangebrachte apparaten, stopseinlichten en andere
mechanische, optische of electro-magnetische sig
nalen. Het geven dezer verkeersteekens is thans
voor bestuurders van motorrijtuigen steeds ver
plichtend, en dus niet alleen, zooals het vroeger
heette, „indien door het niet geven dier teekens,
de vrijheid of de veiligheid op den weg zou worden
belemmerd of in gevaar gebracht".
Voor bestuurders van rijtwielen en andere voer
tuigen geldt deze bepaling niet
De regel „rechts gaat voor" geldt niet meer uit
sluitend voor kruisingen, doch bij' elke vereeniging
van wegen, bijv. bij een driesprong.
Alle rij- en voertuigen geen motorrijtuig zijnde,
moeten tusechen een half uur na zonsondergang en
een half uur voor zonsopgang minstens één lan
taarn voeren, die voorwaarts een helder wit licht
geeft, geplaatst vooraan de linkerzijde van het
rijtuig, of aan de linkerzijde van het verst uitste
kende deel van de lading.
Tusschen een half uur na zonsondergang én een
half uur vóór zonsopgang moeten automobielen
links achter een rood licht voeren.
Voor rijwielen, motortweewielers en andere voer
tuigen is een roodi achterlicht of verticaal geplaat
ste roode reflector, die bij beschijning daarop val
lende lichtstralen duidelijk zichtbaar rood terugh
kaatst verplicht (eventueel aan te brengen aan het
verst uitstekende deel van de lading).
Tusschen een half uur na zonsondergang en een
half uur voor zonsopgang, moet bil alle motorrij
wielen heit achtörnujmmer met letter helder ver
licht zijn.
Het voeren van verblindende verlichting aan mo
torrijtuigen ia verboden, binnen bebouwde kom
men; wanneer het motorrijtuig stilstaat; van het
oogenblik af, dat men op 100 Meter tegemoetkomen
de motorrijtuigen, rijwielen, rij- of voertuigen of
rij- of trekdieren of vee is genaderd, totdat men
deze weer voorbij is. Het gebruiken van een open
uitlaat is overal verboden.
Alle motorrijtuigen en andere rit- oï voertuigen
moeten voorzien zijn van een spiegel, die het mo
gelijk maakt, van de bestuurdersplaats het links-
achterliggenidi weggedeelte te overzien, tenzij de
bestuurder het verkeer op dit weggedeelte gemak
kelijk zonder spiegel kan waarnemen, en voor wat
betreft andere voertuigen, een spiegel bezwaarlijk
zal 'kunnen worden aangebracht.
Letter en nummer op een motorrijtuig behóoren
in witte onuitwischbare teekens van voorgeschreven
afmetingen op donkerblauwen grond te zijn aange
bracht
De rijwielpaden zijn alleen voor de wielrijders be
stemd.
Het is verboden met zware motorrijtuigen en aan
hangwagens te rijden, tenzil men voorzien ia van
een inschrijvingBbowijs.
Huidaandoeningen, als uitslag, eczeem, roos, dauw
worm, enz. verdwijnen spoedig door de verzachten
de, antiseptische werking van Fosteris Zalf. ZIJ
helpt ook uitstekend bij brandwonden, doorloopen
of doorzitten, schrijnen, enz.
Foster's Zalf is alom verkrijgbaar Bi f 1.75 per
doos, f l.—< per tube
eigenaardig genoeg scheen deze aan ongeveer dezelfdë
stemming ten prooi ta zyn. Het was een Medne, gezette
jonge man met een bruine snor, opzichtig gekleed. Hy
droeg een helrood© das, waarin een imitatie diamanten
speld bevestigd was en zijne vuile boord en manchet
ten maakten zijn voorkomen, dat toch al verre van
aantrekkelijk was, nog minder aanlokkelijk. Hy stond
wijdbeens uit te kijken in de stille straat. Zijn handen
waren diep in de zakken van zyn broek gestoken, en
hij maalkte den indruk,, alsof hij het leven niet bepaald
aangenaam vond.
Het duurde niet lang of hij begon te fluiten. Het was
geen opwekkend wijsje, maar een eentonig sentimen
teel deuntje. Het meisje op dé canapé scheen hierdoor
geirriteerd te worden. Zij zelf verkeerde in het laat
ste stadium van neerslachtigheid en het gefluit werkte
op haar zenuwen.
„Oh, schei toch alsjeblieft uit," riep zei ten laatste
uit.
Hy wendde zich verbaasd om, alsof hy voor het
eerst bemerkte, dat hy' niet alleen in de kamer was.
„Neemt u me niet kwaly'k," zei hij.
Het meisje herinnerde zich eensklaps, dat hy een
vreemde voor haar was, doch wat kwam dit er per
«slot van rekening op ^an.
„Ik vroeg U op te willen houden met fliuten," zei
i.
Hij antwoordde: „Zéker," en bleef haar aanstaren.
Ze beantwoordde zijn blik met een, waarin felle afkeu
ring lag en ze deed ook geenerlei poging dit te ver
bergen.
Het ia een soort gewoonte van mij," legde hy uit.
„Be fluit altijd, wanneer ik in een beroerde stemming
veriaeer."
„En geeft het dan wat?" vroeg ze. „Als dat zoo is,
dan zal ik ook leeren fluiten."
„Beteekent dat," merkte hij op, „dat wy beiden in
een beroerde stemming zyn?"
Ze haalde de schouders op on vond het niét noodig,
hem te antwoorden.
„Ik zou ik weet niet wat wéllen geven, als ik nooit
uit Kaapstad was weggegaan," riep hy onwillekeurig
uit.
Toen keek ze hem voor dé eerste maal met iets van
belangstelling in haar oogen aan en vroeg. „Komt U
uit Zuid-Afrika?"
Wordt vervolgd.