Brabantsche brieven.
Waar FAAM en BZK vandaan
komen.
<r11 naar den top van den berg-, vaan tt de enivere
lucht en het ruime uitzicht.
Dit beteekent, dat zij in hem wekt de begeerte om
het leven in volle schoonheid te grijpen. En het le
ven in volle schoonheid lt slechts bij den men«oh,
die geestelijk sterk is.
Langs verschillende paden kan de berg bestegen
worden en iedere bergbeklimmor meent dat x ij n
pad het juiste is. Maar allen gaan omhoog. En hoe
hooger zij komen, hoe meer zij elkaar naderen, tot
dat zij elkaar vinden boven op den top en dan zul
len zo elkaar de hand drukken, omdat zij het be
geerde doel hebben bereikt en zij zullen zeggen:
„wij gingen langs verschillende wegen en ieder on
zer meende, dat zijn weg de eenige was, maar ons
etrevon was gelijk, laton wij ons verheugen, dat
wij hier elkander vinden."
Welnu: dit is het wezen van alle waarachtige re-
lig'*. dat zij voert tot het streven naar omhoog. En
wat ia dit anders dan streven naar waarachtig
menach-zijn?
Want wie religieus is, kent als diepsten drang
ln zich het verlangen oml geestelijk te groeien. En
die drang is voor hem het wezenlijke van alle re
ligie. In dien drang erkent hij de werking van dat
allesdrijvendo Loven, van den Eeuwigen Geest,
welke zich in de stof manifesteert, van God. En de
éénheid met dien Geest, ia het opperste, ia die ge
lukzaligheid.
O, zeker, deze religie zal ook hare kerken bou
wen. Want zij zal niet uitdooveü in den mensch
do behoefte aan adoratie. Integendeel! Zij zal juist
sterk doen opleven deze behoefte .aan vereering.
Maar zij zal do verenging niet dulden, Want, om
dat zij ondogmatisch en algemeen is, zal zij den
mensch ook voeren tot alomvattende liefde. Het
Leven is liefde, omdat het wil den samenhang, de
éénheid.
En de menschen zullen samenkomen in hunne
kerkgebouwen niet om een leer te hooren ver
kondigen, maar om mfet elkaar de zielen open te
stellen voor den inlvoed, welke uitgaat van ver
heven, gewijde muziek, welke voortkomt uit het
woord van opwekking en bemoediging, gesproken
niet door een priester, m a a c door een vroom
menschenkind, dat hunkert naar licht en waar
heid; naar de warmte van groote liefde voor allen,
maar voor de zwakken, de geslagenen en gewon
den het meest; naar gerechtigheid, welke wil dat
er zij zuiverheid in de verhoudingen, waarin de
mensch-broeders en -zusters tot elkander staan.
Daar zal niet gevraagd worden zijt gij roomsch of
protestantsch of joodsch. Daar zal leven het bewust
zijn, dat alle menschen in wezen gelijk zijn en diep
in zich dezelfde behoeften gevoelen. Daar zal worden
verstaan de hunkering aller harten
En dan... dan zullen allen zich sterken door het
gemeenschappelijk samenzijn, omdat men daar is in
de éénheid van het diepste verlangen ondank» alle
verscheidenheid.
Dat is de tempel der toekomst
Eq im dien tempel zal een altaar staan en men
zal daar offeren aan die groot-heerlijke macht, welke
het leven is, het Leven, de eenig-waarachtige God
die stuwt en dringt en drijft naar de schoonheid,
welke in de volmaaktheid ia.
En het offer dat op 't altaar wordt gelegd, zal zijn
do kleinheid on de benepenheid en de üdelheid on
de hoogmoed en do kille zelfzucht
En de monsch zal in dien tempel worden opgehe
ven uit de laagte van het louteixsinnolijk bestaan tot
do hoogte van krachtig geestesleven.
Een ijdelo droom?
Ja, een droom, maar geen IJdele droom.
Een droom, die eens verwezenlijkt zal worden, niet
omdat wij kleine menschen het willen, maar omdat
hij do uitbeelding is van wat is opgekomen in het
hart der groote vrome menschen, der rijk-begenadig
den.
Het is de droom van ©en Boodha geweest en van
een Socratos; van een Jezus die sprak van het Ko
ninkrijk Gods en van een Au-gustinus die schreef ovor
do Civitas Deï; van een Postalozzi, van een Mazzinl.
Hot is do droom, dien wij hebben in onze stillo uren
van mystieke overpeinzing, waarin wij de realiteit
van het Leven-zelf diep doorleven en een oogenblik
boven eigen kleinheid uitstijgen en onze reinste ver
langens in onzen geest gestalten aannemen,
En die droom zou ijdel zijn?!
Dat aan te nemen zou zijn ongeloof in zijn meest
hulveringwekkenden vorm.
Dat aan te nomen xou zijn da verloochening van die
©enige werkelijkheid, die het Loven d.i. God-zelf ist
zou zijn de ontkenning van den geestl
Welk een heerlijkheid is (hot met bewustheid te ar-
hoi don aan de verwezenlijking van dien droom. Daar
bij krijgt het leven inhoud en beteekenis. En voor
deze arbeid is noodig zich te verheffen boven engheid
on bekrompenheid, boven alle hechten aan onveran
derlijke dogma's on niet te wijrigen gebruiken, gedre
ven door een toomelooe verlangen naar vrijheid van
den geestl
A3TOR.
Naschrift
Hiermede heb ik 4e artikelenreeks over de ware
kerk en over wat daarmede samenhing, beëindigd.
Ik hoop voldoende duidelijk te zijn geweest Mochten
echter onder de lezers er zijn, die ernstige op- of aan
merkingen hebben te maken, die op sommige punten
verduidelijking wenschen, dan kunnen zij mij daar
over schrijven. Voor zooveel in mijn vermogen is, zal
ik dan, indien 't mij voorkomt voor de lezers in het
algemeen van voldoende interesse te zijn, daar nader
op ingaan.
„U moet Lady Olive daarvan overtuigen", zei
Doane. „Ik bon bereid mij neer te leggen bij een ver
breking van het engagement, .maar ik weiger iets te
doen, wat dit in de hand kan werken. Integendeel:
ik sta er op Ladv Olive te spreken, alvorens zij ©en
vast besluit neemt Ik zal niet bij haar pleiten
daarvoor behoeft u niet te vreezen maar ik wensch
volkomen zekerheid te hebben, dat er geen enkel mis
verstand in het spel kan zijn".
„Het is het beste dit dan thans maar te doen", zei
Lord Nunneley. „Rijd met me mee naar huis en wij
zullen dadelijk met mijn dochter praten".
Lady Olive hoorde alles aan, wat haar vader te be
weren had en luisterde ernstig en aandachtig toe.
Daarna wendde zij zich tot Deane.
„En jij?" vroeg ze. „Wat heb je op dit alles te zeg
gen?"
„Mijn beste Olive", zei Deane, „het komt op het
volgende neer. Ik zal de held of het slachtoffer wor,
den, zooals hot lot dat wil, van ©en „cause célèbre".
Ik kan er in elk geval niet heolemaal onbesmet door
blüven en het is zelfs mogelijk, dat er eon ernstige
verdenking op mij blijft rusten. Ik geef toe, dat do
schijn tegen mij is. Er zullen zelfs menschen zijn,
die mompelen, dat ik Rowan van mijn kantoor weg
zond om Sinclair te vermoorden, en dat de acte, welke
hij mee uit Zuid-Afrika bracht in mijn brandkast is
of tot asch verbrandde in mijn haardvuur. Niemand
op do werold is ooit vrij geweest van laster, en ik zal
zeer zeker mijn deel daarvan krijgen. Het kan het
zal zeer waarschijnlijk mijn prestige verminderen.
Sommige van jo kennissen zul je hooren praten over
do „Deane chantage zaak" en er zullen er heel wat
zijn, die er nooit zeker van zijn of ik de aanklager of
do beklaagde was. Je zult je heele verdere leven er
varen, dat mijn naam met een zekere mate van wan
trouwen wordt bekeken, want in een zaak als dozo
worden aanklager, beklaagde on getuige allen over
één kam goschoren door het Ietwat vage gedeelte van
het publiek, dat jouw kennissen vertegenwoordigen.
Ik geef toe, dat jo volkomen gerechtvaardigd bont,
wanneer je mo thans verzoekt heen t© gaan".
Het jonge meisje wees op de deur.
„Vader", zei ze, ,:kunt U ons even een oogenblik al
leen laten? Ik wilde Stirling iets zeggen".
TJlvenhout, Allerheiligen 1927.
Mentor,
*t Is vandaag hier veur
Mekwart Zondag mee d'n
Allerheiligen, en deuzen dag
nouw erg geschikt om
oew weer 'a te schrijven, 't
Is anders "nen aarigen aller
heiligen! Vruuger was 't op
deuzen dag zoo koud da-ge
den hèrd oppokte en do deu
ren dichthield, nouw zit ik
te schrijven in de veurkamer
5 't raam open. En de
veugeltjes maken in de hoo
rnen langs den weg 'n ka
baal of 't Mei is. Mèrgen is
't Allerzielen. En dikkeis
ben 'k op Allerzielen naar 't kerkhof gewiest deur d'n
sneeuw, maar nouw staan de blommen nog overal
nie op de ruiten maar aan de struiken. Ge begrept
'r niks meer van as ge zo"ta bietje van d'n ouwen stem
pel ga geraken. Maar ollee, nie murmereeren en mee
d'n tijd meegaan, me zijn allemaal zoo'n bietje, min of
meer, gasdirrekteuren. Da wil zeggen, me trekken par
tij van de omstandigheden en doen het er maar mee!
't Is me n'anders wa, die gas-zaak. Goed en wel zijn
me ©ver de ambtenaar-schandaligheden in Indië hee-
nen of we zitten mee 'n dergelijk gevalletje in eigen
huis opgescheept. Ze hadden eigenlijk allemaal d'r
eigen fabriekskê as ik 't goed snap. Maar ondertussc£hen
ia hier en daar huisgehouwen van wa genoemt: „van
dik hout zaagde planken." 0(k ia hier van toepassing 't
sprikwoord: „Mee dieven motte dieven vangen." Da's
jammer genogt. Da's 't onverkwikkelijks te aan die af
faire.
De grondoorzaak lee weer in d'n oorlog. Vruuger was
't altij„sjersje la fam"; teugeswoorig is 't „sjersje la
gerre." Het grof geldverdienen in alle rangen en stan
den hee-d-in die dagen de menschen verleid tot het
doen van dingen die dan misschien wel even overeen
kwamen mee d'r inkomsten, maar nie meer d'ren stand!
Want ge kun nouw democraat zijn zooveul as ge wilt,
zelfs zóó dat 'r 'ne rooien weerschijn van oeuw af
straalt, daarom blijft het 'n gek gezicht as ge 's Zon
dags op d'n wandel overreejen wordt deur 'n auto mee
oewen schoorsteenveger er in. En als de schoorsteen
veger en metselèr d'n eigen 'ne ford1 of 'ne citroen ver
oorloven, dan kunde as gasdirrekteur 't al nie minder
doen dan mee 'ne Rols Royce! Zukjfee dingeskes zijn
arg duur en dan mot het uit de lengte of de bridte
en meestal uit allebei. En apen die hoog klimmen wil
len, vertoonen vaaik d'r bloote bzee mijn moeder
vruuger altij en 't komt uit ©k. Allemaal democratie.
Of ik daarteugen ben? Betrekkelijk. Ik was vruuger
dol op paling. Op 'ne keer, Tc was jarig, zou Trui mijn
is vergasten en ik kreeg 'ne paling van d'r, waar 't vet
afdroop, 't Ding was dik as m'ne pols en ik zette d'r
al m'n tanden tegelijk in al zijn 't er nie veul meer.
't Vet droop tusschen m'n vingers en m'n kin blonk zoo
da g'er oewen hoed in kon opzetten, 'n Spiegeltje ge
lijk.
'n Half uur later e© me da ding opgebroken en teu
geswoorig as ik paling zie, dan worren m'n oogen al
dof en m'n hart begint te sjarlstonnen. As ge de de
mocratie nouw even bekijken wilt as dieën, al lang
overleden, paling, dan witte precies hoe Tc erover denk.
Gin paling meer, veurloopig. Paling en vanderStel is
veur mijn te machtig? Gif mijn maar bukking.
Zou da ok in de late Mei zitten, die late-verliefd-
heidsuitingen?" Keizer Wilhelm z'n zuske 'n meske
van 63 jaren, Vikkie hiet ze, is verloofd mee 'ne blaag
van 23 jaren. Trui is t*r nie over te spreken. Grotmoe
ders bij Grotvaders, zee ze en, apen bij apinnen. Daar
zit wel wa-d-in in da vertoog. .En de Belgische minis
ter president, 'n mensch van diep in de zestig, as ie
gin zeuventig is, ——is verlejen week getrouwd. Ik
daoht da 'nen minister 't daar te druk veur had. Want
de veurbereidingen veur 'ne trouw, da zulde toch ok
wel weten amico, zijn gin kleinigheid. Eischen d'n hee-
len man op! Of di© mefflees van zestig en zeuventig
motten nie zoo veuleischend zijn as Trui in d'ren tijd,
toen ze nog amper twintig was.
Laat veur jaar! Gift weinig zomer en vruug win
ter en weinig fruit. Da's mijn ervaring as boer. Deus
komende week, d'n elfden, wordt in de vredevoerende
landen weer twee minuten stilt gehouwen om de ge
vallenen in den oorlog te herdenken. Nie te veul zoude
zoo zeggen da van de 525600 minuten per jaar ruim
'n half muljoen, er twee bestemd worren veur de mul-
jeenen dooien. Ze willen dat hier ok invoeren nouw. De
vrouwen let wel! de vrouwen amico ebben zich
tot de regeering gewend om dat hier ok in te stellen.
De vrouwen en twee minuten stilte! As 't deurgaat zal
't mijn benieuwen of m ij n vrouw, of Trui, daar kans
veur ziet, om twee minuten d'ren snavel te houwen!
Ik zal 't oew berichten! Maar 't wordt 'n fejasko, let
er maar op! Ze schijnen hier anders graag mee te doen
aan 'de oorlogs-mode. Webben gemobiliseerd om koud
van' te worren. Vier jaar aan 'n stuk en. zóó degelijk da
me toen nog nie klaar waren. Maar da was zoo erg nie,
want de oorlog hield toen sjuust op. Webben aan de
grenzen geschoten op smokkeleers, het gepaf wa» bij
mijn op d'n weg nie van de lucht 's nachts.
Webben het eten op zolders en in schuren op
geborgen1 en toen gedistribuweerd as echte oor-
logs voerders! Alles bedierf en wij hadden zoodoen
de ok gelukkig 'n tekort. Net écht! Toen zijn me.
nog orger as in de oorlogslanden, stevig, en frisch
belastingen gaan betalen om er tuleluursch van te
worren en nouw gaan mo tweo minuten stillekens
doen! Weer nét echt! Wie helpt ons nouw aan 'n
tweedehandschen infanterist imee platvoeten! As 't
ie (maar dood ia en onbekend. As mie die nouw nog
hadden waren ine uit d'n brand. Mee liefde en
plezier zouwen ine de belasting er voor opofferen
en afschaffen, hoewel ik de geregelde visite van
in'nen eigen deurwaarder erg zou missen, 't Is 'n
«ezeiligeni keuvtflèè! En één van m'n trouwste ken
nissen. Nie van m'n lijf af te slaan, 'ne Klit. Maar
ollee, ieder gek ee z'n gebrek! Ik zal ok wel m'n ge
breken etrnmen, maar zeg da nooit teugen Trui.
In Rusland ebben z'n nieuwen manier van po
litiek debat ingevoerd! As daar *ne tegenstander
van Stalin hoewol die tegenstanders toch ok weer
balsjewiek zijn. maar het beter weten, as daar
zo'n prent aan 't woord "wil komen, dan blèren z'm
weg.
„Ge—" „Weg met die vent."
ach te—„H o u d je kop."
„ver,5chupt 'm d'r af."
,.ga—Aan di'n Lantèren."
„dering—„Hangt 'in op."
Steld oew veur amioo, da wij zjoernalisters, zo'n
vergadering motten verslaan veur de krant, 'n Lief
krantje zou da worren. Zoo beschaafd, zoo echt
democratisch hé! Zoo lekker twintigste-eeuwsch.
Ge zou in elk geval kunnen zien dat Herman Kos-
terzoon de boekdrukkunst nie veur niks ee uitge
vonden en da wij de-in-holle-boomstammen-afzak
kende-Batavieren 'n oind veruit zijn! As ge maar
niet vraagt in welke richting!
Amico. ik schaad, d'r af! 't Is mooi gewiest; ik
gaai m'n Zondagsch. middagdutje doen. Ollee, veul
groeten van Trui en gin haar minder van oewen
tost voe
Dré.
Verschillende vertegenwoordigers van de pers heb
ben op uitnoodiging der directie een omwandeling ge
maakt door de grootste ven momentale fabriek der
N.V. v-h. Louis Dobbelmann, voor eenige maanden ge
heel voltooid en gebouwd tusschen Hoogstraat en Groe
nendaal, te Rotterdam; een oppervlakte beslaande van
ruim 3000 M2. Daarin zijn ondergebracht de tabaks
sigaretten- en theefabrieik. Onder leiding van de archi
tecten B. Hooykaas Zoon werd met het afbreken der
oude huizen aan het Groenendaal in 1925 begonnen;
een werk, gepaard gaande met vele moeilijkheden, daar
het bedrijf moest doorgaan, doch dat thans geheel vol
tooid een indrukwekkend bouwwerk vormt in dit oude
stadsgedeelte.
De directie, bestaande uit de heeren R. S. P. Schuil
en L. A. A. van der Heyden, (heeft door het initiatief
nemen om het bedrijf geheel te moderniseeren de kroon
gezet op den levensarbeid van den stichter, wijlen den
heer Louis Dobbelmann, die als zoon van een Nijmeegsch
tabaksfabrikant in 1866, na een 6-jarig verblijf in Ame
rika, in ons land terugkeerde, om te Rotterdam van de
firma H. van Woerden Zoon een kleine tabaksker-
vorij met winkel aan de Hoogstraat gelegen over te
riemen, welke hij in datzelfde jaar onder eigen naam
heropende. Hij huurde oolk ©en naastbij gelegen pand,
waarin hij eon stoomketel met machine liet plaatsen,
waarmede zjjn machinale kerverij was gesticht. Deze is
de bakermat van de in onzen tijd, zoowel in binnen- als
buitenland, om haar tabaksproducten beroemde Dobbel-
mann-fabriek. Want onder 's heeren Dobbelmann'» ener
giek zakenbeheer werd het bedrijf gestaag grooter in
omvang. In de eerste periode van ontwikkeling was
het bedrijf over 3 verschillende plaatseen in de stad
verdeeld, doch in 1884 maakte de aankoop van de voor
malige suikerfabriek van de firma van Oordt aan de
Hoogstraat het mogelijk, dat aile takken van bedrijf
onder één dak gebracht werden.
De omzet naar het buitenland was toen reeds van
belang, doch omvangrijker zou het worden toen de heer
Dobbelmann zich .in 1870 de medewerking van den heer
A. Zwenk verzekerde, die later in 1901, tegelijk met een
schoonzoon van den hoer Dobbelmann, den heer R. H.
van Schaik, als directeur optrad van de inmiddels op
gerichte naamlooze vennootschap v.h. Louis Dobbelmann.
HOOFDSTUK X.
Een verbroken engagement.
Zelfs nadat de deur zich achter Lord Nunneley ge
sloten had en Deane alleen was met zyn verloofde,
viel het geen van beiden gemakkelijk te spreken. Lady
Olive zat op een lage divan, waartegen ze met haar
rug leunde. Deane 'stond op het haardkleedje met zijn
handen achter zich, terwijl hij eenigszins verbaasd zijn
voorhoofd fronste.
,Dc veronderstel, dat je graag door mij uitgelegd
wilde hebben, Olive, hoe het mogelijk ia, dat een der
gelijke claim naar voren gebracht kan worden?"
„Integendeel," antwoordde ze, „dat verlang ik vol
strekt niet."
Hij keek haar verbaasd aan. De klank van haar stem
had hem al gewezen op de een of andere verandering
in haar, maar niettemin was hij verwonderd. Er lag een
lichte blos op haar wangen en haar oogen hadden oen
veel zachtere uitdrukking dan gewoonlijk.
„Stirling," zei ze, „kom hier naast me zitten."
Hij voldeed onmiddellijk aan haar verzoek. Lady Olive
keek hem recht in de oogen.
„Ik begrijp alles niet precies, Stirling," zei ze. „Ik
wil je een vraag stellen. Heb je met mijn vader ge
luncht?"
„Ja," antwoordde hij. „In «ijn club."
„Ik weet dat hij zich dez© zaak erg aantrekt," zei ze.
„Vertel me eens: kwam het voorstel tot verbreking van
ons engagement van hem?" i
„Zeker."
'„En Jij?" zei ze. „Zeg me precies, wat er in je om
ging en wat het voor jou beteekende? Scherm als
jeblieft niet met mooie woorden," ging ze voort. „Het
was een gevoel van opluchting voor je, is het niet?"
„Beslist niet," antwoordde hij verbaasdi.
„Donk nog eens na," vroeg ze. „Je antwoordt zoo
gauw. Is dat, omdat je er zoo heel zeker van bent, of
komt het, omdat je het meer als iets vanzelfsprekends
beschouwt? Jij behoort tot een van die mannen, Stir
ling, wier 'karakter het niet toelaat, dat ze terugblikken.
Wij zijn verloofd, je hebt me uit je eigen vrijen wil ge
kozen tn daarna was, voor zoover het jezelf betrof, de
kahneeren en worden gesterkt door
7j2/njj/uAod^02Üim
Buisje 75ct 8»j Apoth en Drogisten
zaak afgeloopen. De mogelijkheid, dat je je vergist had,
zou nooit bü je opkomen, eenvoudig omdat je de kwes
tie nu eenmaal als onvermijdelijk beschouwde. Zeg me
nu eens eerlijk en onomwonden: als je op het oogen
blik niet met me verloofd was, zou je me dan opnieuw
vragen
Deane keek haar verbaasd aan. Hij had nimmer ver
wacht, dat het in haar zat, tot zulk diep nadenken in
staat te zijn. Het leek hem inderdaad toe, alsof er
reeds iets tot haar was doorgedrongen, waarvan hij
zich zelf nog niet bewust was.
„Hoelang heb je dit idee omtrent mij gehad, Olive?"
vroeg hij op ernstigen toon.
„Eigenlijk voortdurend," antwoordde ze. „In de be
ginne leek natuurlijk alles goed, maar in Schotland en
daarna heb ik me steeds afgevraagd, of je me niet be
schouwde als iets wat feitelijk buiten je leven stond...
wellicht een noodzakelijk en begeerenswaardig onder
deel van je huishouding en je toenemenden voorspoed.
Denk niet, dat ik me (beklaag," ging ze voort, „maar in
onzen omgang van den laatsten tijd ontbrak het per
soonlijk element. Dat zul je toch niet kunnen ontken
nen is het wel? Ik zie ook precies in hoeverre het voor
stel van! mijn vader je (getroffen heeft. Je hebt niet
het gevoel, alsof de zon heeft opgehouden met schij
nen, of de wereld stilstaat, omdat er kans is, dat je me
ruit gaan verliezen niet waar?"
Het was niet dikwijls voorgekomen, dat Deane zich
zoo onzeker omtrent zichzelf voelde. Tot op zekere
hoogte wist hij, dat ze volkomen gelijk had. En toch...
toch...juist haar begrijpen van deze dingen, de nieuwe
ernst, waarmede ze hem aankeek, de gedachte dat hij
op het punt stond haar kwijt te raken, scheen zijn be
langstelling aan te wakkeren veroorzaakte, dat het
tot hem doordrong, dat het inderdaad niet gemakkelijk
voor hem zou zijn haar op te geven.
„Olive," zei hij, „ik wilde dat ik je kon uitloggen,
wat er precies in me omgaat. Wanneer ik wellicht een
weinig koud en terughoudend] ben geweest, dan was
dit niet, omdat ik niet om je gaf. Aan den anderen
kant is er echter iets waars in hetgeen je zegt... Ik
bedoel, dat ik inderdaad alles min of meer als een van
zelfsprekend feit heb opgenomen, dat, wetende waar er
geen andere vrouw in mijn leven was, en ervan over
tuigd zijnde, dat ik je graag moLit, ik eenvoudig af
Buige
ili
Dat was helaas hetzelfde jaar, waarin de heer Looi
Dobbelmann door den, dood aan zijn werkzaam lev«
werd onttrokken. Willen we even nagaan vat siad» m-
dien gesdhiedde, 'oehooren wij te vermelden, «lat de het r&\
A. Zwenk in 1921 zijn directeursfunctie neerlegde, c J cj
een halve eeuw op voorbeeldige wijze zijn beste '<vacb en
ten aan de firma te hebben gewild. De hwr van Echti
bleef tot 1924 op zijn port. Hij liet zieh opvolgen do:
de tegenwoordige diroctie, de Jonge genèrr.-,:- boven» st€
noemd, cue tot de algehcole moderniaeering van k>
fabrieksgebouw besloot en tot invoering va.>- do meet
ingenieuze bedrijfsmachines.
Zoo is er thans een tabaksbedrijf in het leven [l?ns
roepen, dat door zijn kracht, zijn wijd-bekenden naai Ver
en zijn ©normen omzet inderdaad' een. sieraadJ is vai h, I
de llotteïxlamsche groot-industrie. »ar|
Men heeft zich er van kunnen overtuigen. De gc<it« j'n
werden allereerst rondgeleid door de groote drukkotjj jq
waar drie snelpersen voor kleurendruk het benoog ur'
de verpakkingsmateriaal kunnen afleveren. De F.iat&
verpakking werd daar o.a. ook gedrukt.
Een blik in de daaraangrenzende cartonnage-fabiy
deed zien op welke een sjpelle wijze machinaal alle fo
noodigde doozen voor de verpakking worden gefar
ceerd. Daarna werd de groote kerverij-hal betreder,
waar een groot aantal kerfbanken de verschillende t* a P'
bakken snijden, die uit de enorme trechters aan de sol
dering worden opgevangen, 't Is de weg van gekerfc
blad tot keurig verpakte tabak. Want, na de kerfbaj.
ken verlaten te hebben, wordt de tabak langs onder-
grondsche transportbanen naar de eersten geleid, waai
zij het verdere drogingsproces ondergaat. In zeeven te
rechtgekomen wordt zij vervolgens van stof en zant <*er
gezuiverd.
Om eenigszins een denkbeeld te krijgen van het enor
me productievermogen der fabriek diene, dat een ik
5 eersten, de grootste van Europa, 3000 pond tabtl
per uur verwerkt. Na de stofzuivering wordt de tab ai
door middel van geperste ldcht naar de bovenverdis- rd
pingen geblazen, waar de opslagplaatsen zijn, die ov::
de geheele lengte der gebouwen loopen.
Hoewel met de moderniseering het geheele bedij I
geëlectrifioeerd is, er werken meer dan 100 motorn
wordt er stoom gebruikt voor de drooghpkken en vm- De
zelf voor de centrale verwarming. D,e electriciteit ii ü9en
de overwegende kracht en deze brengt de tallooz© et
nomische werkende bedrijfismachines in werking,
mogelijk maken, dat goede tabakken in uitstekende w
pakking tegen minimum prijs in de consumptie gebrac
kunne: worden.
Als in een revue zullen we thans alles noemen,
de grootste belangstelling der persmenschen mocht tri
ken. De reusachtige vochtketels, waarin de pruim!
bak B.Z.K., de roem van het huis Dobbelmann, woi
gesausd; de spinnerij-machines, waar men de z.g.
tabak, de delicatesse voor den hartstochtelijken pi
mer, die niet wil weten, dat hy pruimt, buitengew^*^
vindingrijk in elkaar ziet draaien; de machinale
kerfj met haar ingewikkelde machine-techniek, die
gelijk maakt, in één dag per paketeermaohine 251
pakjes tabak keurig verpakt af te leveren; de bai
rolieefmach inesde automatische theewegerij; de
garettenmachines w.o. er een is met een producties
mogen van 250000 sigaretten per dag; de machines
de groote bankwerkerij en smederij, enz.
Zoo werd de bovengenoemde opslagplaats van gëko
ven tabak bereikt, een ruime lichte zaal met bree
buisopeningen in den vloer, om de tabakken te traa
porteeren naar de reeds genoemde machinale pakkei
waar ze, alvorens in de machines te komen, met i
hand door meisjes wordt gewogen, omdat er nog ga k\\
uitvinding is, die het mogelijk maakt tabak autom j,el
tisch te wegen.
Op het enorme dak, een panorama gevende van
-groote stad, zag het gezelschap de groote „cyolonet
of luchttorens, waarmede de tabak uit de kerverij
de voorraadzolders geblazen wordt. Volgden de
perjj en sorteerderij ten dienste der melange; de
timmermanswerkplaats, waar vatenduigen worden
werkt tot exportkisten,; de z.g. vacuum-afdeeling, wi
blikken, gevuld met tabaksproducten voor de tropen'
stemd, luchtledig gemaakt worden.
Iets, wat bijzonder in ddt grootst© tabaksbedrijf
bezoeker opvalt, is de door de geheele fabriek loop
transportketting, ter lengte van 285 M., waarmede
verpakte producten naar de verschillende afdeelii.
worden gezonden. Ten slotte de groote expeditieled
de modern ingerichte kantoorlocaliteiteij, waar den 1
zoekers het z-g. Holerith-kaartsysteem werd gedei
streerd, waarmede in één uur f24000 kaarten gesort
kunnen worden met den naam van den afnemer,
woonplaats, zijn aankoop en besteed bedrag, koi
alle bijzonderheden van belang voor de administi
met haar staf van employés en haar reizigers,
laatsten reizen per auto het gansdhe land door.
Een prachtbedrijf van breed'en omvang; een der
ste fabrieken van Rotterdam. Het autopark telt alli
reeds meer dan 20 wagens. Het personeel is ruim
man sterk. De firma bezit opslagplaatsen aan de rii
de Maas, o.a. aan de Vierhavenstraat, aan de Brielsc
laan en aan de Linker Rottekade, waar voor duizew
en duizenden vaten ruimte is, ongerekend de pak
zen aan Hoogstraat en Groenendaal. Filialen zijn
vestigd te Amsterdam, 's-Gravenhage en Utrecht.
Door de voortreffelijkheid der producten en het
gieke beheer steeg de omzet der N.V. v.h. Louis D<
mann met 50 sinds de oorlogsjaren, terwijl dc
capaciteit der nieuwe installatie op een toename
100 gerekend is. Door het enorme succes, dat,
firma thans reeds heeft met haar nieuw merk bi
tabak Faam, is de omzet intusschen wederom met
tallen procenten gestegen. De omzet van haar alom
kend merk pruimtabak B.Z.K. is anderhalf maal
groot als voor den oorlog.
Een bediy'f, dat een eerste plaats inneemt in de
derlandsdhe tabaksindustrie.
luizfi
lebrc
ika:
le
Ik,
Ni
ittliei
iktl
lag
wachtte totdat de rest kwam, daar ik er in mijn 1
zeker van was, dat die eens komen zou."
,Jk geloof, dat ik het geheel en al begrijp,"
langzaam. „Vertel mé nu eens precies, hoe je ded
over het verzoek van mijn vader."
„Ik meen dat dit redelijk is," antwoordde DeM J
„Het is zelfs logischer dan je vader zelf wel weet. I «ter
geloof, dat het mij wellicht in de laatste jaren wat' W e
veel is meegeloopen. Ik ben langzamerhand zóó ver Mebr
ikomen, dat ik de mogelijkheden van moeilijkheden II Wees
dersohat." I
„Je verwacht du» inderdaad iets ernstigs?" oe« -
Hij knikte. „Ik vrees, dat ik een weinig te 'brut* god,
ben geweest," zei hij. „Ik had dien Hefferom net
lang van mjjn kantoor af moeten laten schoppen, 1IAA
dat hij tot rede was gekomen en hem dan moeten j
rel een schurk was en ik behandelde hem als dusi
nig, terwijl ik hem de kaarten in handen heb laten fl"
„Dan veronderstel ik, dat mijn vader gelijk had," JTO B
ze, „het zij zoo. Onze verloving is verbroken en ik
er voor zorgen, dat de noodige stappen gedaan wr
dén om dit feit bekend te maken. Ik wil echter M
-ben, dat je weet, dat indien je inderdaad van mij ft l,
gehoudenals ik eenig bewijs daarvan gezien naj nuw
geen woord' van mijn vader, nodh niets wat jou o
kunnen overkomen in zaken of op andere wijze, schao
of verlies van geld... ons zou hebben kunnen scheids
Hij kwam een stap naar haar toe. „Olive", riep' J -
uit
er iuw r"
hebben allM -
passeerde hij Lorn Nunneley. „Wij
gevolge Uw wenschen geregeld," zei hij.
„Het spijt me, Deane. Ik hoop, dat je begrypt»
er totaal niets persoonlijks in is."
„Ik begrijp het," zei Deane kortaf.
„Nee," zei ze eenigszins scherp en schelde.
H\j wendde zich af en liep de kamer uit In de i
'erstei
Wordt vervolgd
r