[Scbager Courant
»E
ïri
RAAD VAN PETTEN.
HOOGHEEMRAADSCHAP
NOORDHOLLANDS NOORDERKWARTIER.
RAAD VAN HELDER.
Tweede Blad.
Begrooting 1928.
Dohderdag 24 November 1927.
70ste Jaargang. No. 8158
HUUR
de
d-Hollt
lulown
ot pl.n
l op
twpo
vóór
Openbare vergaderng van den Raad der gemeente
I petten op 21 November 1927.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de no-
Itulen der vorige vergadering worden gelezen en
■goedgekeurd.
1 Ingekomen stukken.
Een verzoek van de Koninklijke Nederlandsche
politiehondvereeniging om toe te treden al* lid of
^gunstiger, wordt voor kennisgeving aangenomen.
Rekening 1926.
De Voorzitter deelt uuede, dat als gevolg der vlug-
ga oproeping, twee leden der commissie van onder-
ïoek de vergadering voor dat onderzoek niet kon
den bijwonen.
De heer Van der Vlies brengt namen» de commis
sie rapport uit en rapporteert tot voorloopige vast
stelling als volgt: Gewone dienst: ontvangsten
f 15775.80, uitspa ven f 26861.92)4, nadeelig saldo
f 1108612)4. Buitengewone dienst batig saldo f 10.000
Overeenkomstig het advies der commissie wordt be
sloten.
Begrooting 1628.
Scb
li
Uitkeering van het Rijk wet 1897.
Krachtens het wetsontwerp tot herziening dier uit-
eigenaJ keenng zal bij totstandkoming daarvan deze gemeen
te pl.m. f 500 meer ontvangen.
Onderhond halzen, enz.
De heer Van der Vlies noemt het uitgetrokken be
ug gering en.verwijst naar onderhoud van het
ina9tiekIokaal. De Voorzitter deelt mede, dat het
onderhoud daarvan niet ln dezen post begrepen is.
Onderhond wegen.
Is ter voldoening aan den wensch der regeering
met f 250 verlaagd en gebracht op f 750, welk bedrag
voor 1928 voldoende wordt geacht.
Bagx*f«x£axiaahttt
De Voorziter deelt mede, dat onderhandelingen
worden gevoerd; met de British War Graves Commis-
sion voor aankoop van 3 graven, waarin tijdens den
oorlog lijken van Emgeleche militairen zijn begraven.
Onderhond van pompen en riolen.
De heer Van der Vlies klaagt over de rioleerlng
van de Achterbuurt en noemt den toestand onhoud
baar. De Voorzitter zegt er eens met de Beurs
over te zullen «preken en hem er op te wij'zen, dat
hij de greppel ruim moet houden.
Begraafplaats.
I
Geleidelijk worden betonnen paaltjes aangeschaft
ter vervanging van de houten) paaltjes.
Hnnr van strand.
I
De huur van het strand ie geöindigdi en reeds is
gevraagd of de gemeente het weer wenscht in te hu
ren. Besloten wordt hiertoe over te gaan.
t
Aanschaffing leermiddelen.
De Voorzitter wijst op de belangrijke besparing,
verkregen door gezamenlijken Inkoop.
Verlichting, verwarming,
schoollokalen.
enz. van
De heer Nottelman vraagt of het uitgetrokken be
drag niet te laag ia.
De Voorzitter verwacht dat het voldoende zal zijn.
Subsidie Burgerlijk Armbestuur.
De heer Nottelman merkt op dat er f 200 ls uitge
trokken op de begrooting van het Burgerlijk Arm
bestuur. Besloten wordt een gelijk bedrag op de
gemeentebegrooting uit te trekken.
Na eenige algemeene bespreking wordt voorts be
sloten de begrooting vast te stellen op f 16656.12% in
ontvangst en uitgaaf.
Rondvraag.
De heer van der Vlies vraagt zand te strooien als
de gladheid voortduurt.
De voorzitter doet toezegging.
De heer van der Vlies vraagt of de kinderen nog
gebruik maken van het gymnastieklokaal.
De voorzitter zegt dat grooteren er avondoefening
houden.
De heer Hollander deelt mede dat er veel materiaal
weg is; de toestellen zijn er nog, de toestand is ver
schrikkelijk geweest.
De voorzitter deelt mede, dat nu de oudere jongens
er weer gebruik van maken, het al veel verbeterd is,
en er zal nog nader over gesproken worden.
Daarna sluiting.
Vergadering van Dijkgraaf, Hoogheemraden en
Hoofdingelanden van bovengenoemd waterschap, op
^oensdag 23 Nov. 1927, des voorm. 12 uur, in
st Gemeenlandshuis te Alkmaar.
Voorzitter de heer C Wijdenes Spaans Jr., Dijk-
aa', Secretaris de heer J. Ph. van Amstel, Penning
meester de heer P. W. Groot en Ingenieur de heer P.
Tj. Poppens.
1 De voorzitter opent de vergadering met een hartelijk
welkom en zegt:
In de voorgaande bijeenkomst, gehouden op 7 Juli
J.l. werd mededeeling gedaan, dat de Hoofdingeland,
de heer Jb. Edel Rz. afwezig was wegens lichte onge
steldheid. Helaa® heb ik later 't bericht moeten ont
vangen, dat de heer Edel aan zijne familie on aan
ms is ontvallen. Ik ben overtuigd, dat ik mede na-
nens u spreek, wanneer ik hier een woord van waar-
deering en dank zeg voor hetgeen de heer Edel in en
buiten vergadering in het belang van ons Hoogheem
raadschap heeft verricht en voor de aangename sa
menwerking welke wij van zijne zijde mochten onder
vinden.
De herinnering aan den overledene zal bij u en
mij zeker eene aangename zijn. (Teekenen van in
stemming.)
Enkele Hoofdingelanden en plaatsvervangende
Hoofdingelanden zijn afwezig.
Voor de eersten zijn plaatsvervangers aangewezen.
De notulen worden onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen zijn: verschillende brieven van verhin
dering.
Van Ged. Staten zijn goedkeuring ontvangen: le.
'ereenkomst met ©rechterland over de uitwaterings-
iul yan den Oosterpolder; 2e. wijziging instructie
«rotaria, Penningmeester en Ingenieur. 3e. wijziging
Tooting 1926 en af- en overschrijvingen daarin,
'oor Ged. Staten is afkondiging gedaan van de
lementswijziging van het Hoogheemraadschap, be
llende het nemen van den Zaanlandschen Commu-
itieweg uit Staat C. De bijdragen daarvoor zal niet
meer van het Hoogheemraadschap worden geheven,
koewei deze posten nog wel in de begrooting voorko
men, daar het ontwerp-besluit van Ged. Staten nog
niet van kracht ia Later zullen dus deze betreffende
posten zoowel in ontvangst als uitgaaf uit de begroo-
fog verdwijnen.
Volgt het opmaken van de aanbeveling voor de be
noeming van Hoogheemraad, vacature de heer J. J.
Verfaille, Helder, aftredend. Deze wordt met 18, alge
meene stemmen, no. 1 geplaatst No. 2 wordt de heer
D. de Boer, Stompetoren, no. 3 de heer R. Kaan, Wie-
Bgerwaard.
Voor de vacature, de heer J. Versteeg Jr., Monni
kendam, wordt no. 1 met 18, algemeene stemmen, de
aeer-J. Versteeg Jr.; no. 2 de heer J. Burger, Haren-
Mispel; no. 3 de heer J. J. Groot, Beemster.
Volgt behandeling:
De algemeene beschouwingen worden geopend door
don heer D. de Boer, die er op wijst, dat in het voor
woord van de begrooting staat opgenomen, dat reeds
den Dijkgraaf in 1926 het veraoek is gericht, of
8®en aandrang op de regeering kon worden uitge
oefend, om tot een andere, betere regeling te komen
omtrent don grondslag van heffing van den aanslag
der gebouwde en ongebouwde eigendommen. Het Dag.
Testuur verwijst in zijn antwoord op deze vraag naar
letgeen de betrokken minister in het Voorloopig Ver
lag meedeelt en waar deze een wijziging afwijst. Spr.
'egt, dat allen het er wel over eens zullen zijn, dat
e tegenwoordige regeling niet goed is en dat de
'aarde van de gebouwde en ongebouwde eigendom-
rUen niet parallpl loopt met de waarde van het ge
bruik. De grondbelasting die thans meer heeft van
een grondrecht, vormt geen goede basis van schat
ting. Ook aan de Rijksinkomlstenbelasting en Per-
«oneele belasting 'heeft men. geen goede grondslag.
Een regeling bundersgewijze zou eveneens tot on-
«ulijkheden leiden. Er zijn, volgens spr., twee mo
gelijkheden, nl. één om het te laten zooals het is,
cm tot een nieuwe schatting te komen. Spr.
f&aigt 0f een vanwege het Hoogheemraadschap zelf
ln te stellen herschatting op onoverkomelijke be
swaren zou stuiten, wat de onkosten betreft. Het
lijkt spr. dat dit de eenige aangewezen weg is, al»
dat mlet het oog op de kosten mogelijk zou zijn.
Hij, vraagt in dezen van het Dag. bestuur een be
cijfering.
Voorzitter zegt, dat over deze kwestie bij de begroo
ting van 1927 is gesproken en dat toen reeds is ge
zegd, dat het onderzoek heeft uitgewezen, drt een
eigen schatting van het Hoogheemraadschap een
enorm hoog bedrag zou kosten en dat dit daarom on
mogelijk was uit te voeren. Daarop is door de verga
dering toen niet gereageerd en heeft het Dag. Bi stuur
gedacht dat dit punt daarmee was afgehandeld. Toen
restte nog de vraag of het Dag. Bestuur geen in
vloed op de regeerinig zou kunnen uitoefenen. Sn op
die vraag is dus in het Voorwoord der Begrooting
door het Dag. Bestuur geantwoord.
De heer Zeeman zegt, dat het Hooaueemraadschap
zoo langzamerhand niet alleen voor de dijken zorgt,
maar een wegschap wordt en spr. brengt hulde aan
Dijkgraaf en Hoogheemraden voor de wijze waarop de
wegen worden onderhouden, daarover hoort men
steeds met lof spreken.
Verder informeert spr., hoe het staat met de huur
termijnen voor verhuren van dijken, vischwater, enz.
Spr. ziet in een langen termijn van verhuren zoo
wel voor de gronden als het vischwater voordeel voor
het Hoogheemraadschap. Vooral het vischwater is dan
productiever te maken.
Voorzitter zegt, dat bij normale omstandigheden de
verhuurtermijn lang is, 3 jaar. Bij bijzondere omstan-
standigheden, nader aangeduid met een voorbeeld,
voor den Assendelftachen dijk is deze termijn kor
ter.
De heer J. Burger dringt aan op het spoedig in
eigendom overnemen door het Hoogheemraadschap
der verschillende dijken. Dit ia reeds door het Dag.
Bestuur aangekondigd. Toch vraagt spr. spoed in de
ze, omdat er allerlei kwesties uit geboren kunnen
worden als beheer en eigendom der verschillende
dijken niet in één hand zijn, wat door spr. met 'n
paar voorbeelden wordt geil lustre end.
Spr. wijst ook op de wenschelijkheid omJ enkele
kleine kunstwerkjes in den Westfrieschen dijk, nog
in eigendom van sommige waterschappen, door 't
Hoogheemraadschap te doen overnemen, ook al zal
dit wijziging van het beheersreglement noodig ma
ken.
Voorzitter belooft behandeling in het Dag.
bestuur en wijst op de voorgeschreven be
palingen van het reglement, maar meent dat
als beide betrokken waterschappen een regeling
willen omtrent deze kunstwerkjes, er wel een weg
zal zijn te vinden.
De heer R. Kaan wijst er op, hoe enkele wegen
van het Hoogheemraadschap voorkomen op het
Prov. Wegenplan en om te worden opgenomen op de
Prov. wegenlijst. Voor die wegen zullen uit het we
genfonds bijdragen worden verstrekt. En om nu
verschil van meening omtrent onderhoudskosten en
Prov. bijdrage onmogelijk te maken, in de toekombt
vraagt spr. voor die wegen een aparte noteering
van onderhoudskosten, enz.
Voorzitter zegt, dat de administratie zoo is inge
richt, dat dit zal kunnen geschieden, maar zegt toe,
als er nog verbetering la te brengen in deze metho
de, dit wel zal geschieden.
De heer Dl de Boer vertelt hoe het dezer dogen ge
beurd is, dat een deel van het eigendom van het
Hoogheemraadschap in de ringsloot van de Heer-
hugewa&rd en Schermer aan het drijven is gegaan.
Het was een lapje grond groot genoeg om, zooals wij
hier, zegt spr., met zijn allen zijn, op te verblijven.
Bij spr. kwam iemand om te vragen waar hij zich
te vervoegen had om dit stukje grond te bergen,
dat lastig was voor de scheepvaart. Spr. rolde, dat
hij zich wellicht had te wenden tot den polder Oter-
leek, óf Heerhugowaard, 6f het. Hoogheemraad
schap, enz. De opzichter van het oude waterschap
de Schermer heeft met een motorschuit het stuk
grond weggebracht. Spr. wijst er op, dat hierin toch
wel een regeling noodig is.
Voorzitter zegt, dat het niet vaststaat dat het hier
een stuk eigendom van het Hoogheemraadschap was
en dat het Hoogheemraadschap niet zoo rijk i» als
de heer De Boer schildert. Spr. belooft echter on
derzoek.
De heer J. Burger deelt mee, dat het hier betrof
«en rietsohoot van Geeatinerambaoirt «n epr. düvot
order heeft gegeven de kwestie te regelen.
De heer P. Groot brengt gaarne hulde aan het
Dag. bestuur, maar meent, dat het beste bestuur
ook wel eens fouten maakt. En epr, wijst in ver
band hiermede op den indruk die hij heeft, dat
wanneer er in het Dag. bestuur verschil van mee
ning is over het een of ander punt, het de gewoonte
is dat de minderheid van het Dag. bestuur toch met
de meerderheid daarvan meestemt, als in de alge
meene vergadering datzelfde voorstel aanhangig
wordt gemaakt on er over moet worden gestemd.
Spr. acht dat verkeerd en wil gaarne dat de min
derheid ook in de algemeene vergadering haar stem
uitbrengt naar eigen vrije opvatting.
Voorzitter belooft de heeren duchtig onderhanden
to zullen nemen.
De heer Zeeman komt terug op den verbuurter
mijn van 3 jaar, die spr. toch te kort oordeelt. Spr.
dringt nogmaals aan op een langer termijn en noemt
bijv. 10 jaar voor vischwater.
Voorzitter zegt, dat er een maximlum is van 3
jaar voor welland, 6 4 7 jaar voor bouwland en dit
ook voor vischwater. Maar epr. meent, dat van een
algemeenen vasten regel geen sprake kan zijn, om
dat er allerlei omstandigheden zijn, die anders
eischen soms. Spr. belooft echter overweging.
Volgt de behandeling der posten van de begroo
ting. Hierbij brengt de heer J. Burger ter sprake
de weg Callantsoog-Ket Hoekje. —Daarvoor is uit
getrokken f1210 voor 4515 M. weglongte. Er is in
de vergadering van den Raad van Callantsoog daar
over destijds geklaagd, dat het onderhoud zoo duur
was. Spr. is het niet eens met die opvatting. 4515
M. weg voor f1210, waaronder nog f400 aan teren
van 1600 M2. is niet veel. En spr. zegt dat deze weg
is in uitstekenden staat. En nu heeft spr. gelezen,
dat Callantsoog aan het Hoogheemraadschap zou
vragen om eenige vermindering van bijdrage. Spr.
vraagt nu, hoe het Dag. bestuur daarover dacht,
9pr. verwacht dat dit niet zal gebeuren.
Voorzitter zegt dat dit niet zal gebeuren,, daar op
allerlei wijzen Callantsoog zoo geschikt mogelijk be
handeld wordt. Toen wij 1 of 2 jaar geleden een goed-
koope lading basalt kochten, heeft Callantsoog daar
van geprofiteerd en het onderhoud is niet duur. Al
leen wordt in rekening gebracht de gereedschappen,
de materialen en arbeidsloon, maar nooit iets voor
technisch toezicht. Spr. begrijpt echter dat het hier
meer zit in het bedrag, omdat hetvoor Callantsoog
moeilijk is f1210 op te brengen. Maar dat had men
behooren te bedenken voor men den weg maakte. Spr.
wijst er onder voorbehoud op, hoe voor den weg er
was, met een waterschap gesproken is over een bij
drage in het onderhoud. Dat dit toen is toegezegd,
maar toen de weg er was, is er geen overeenkomst
gemaakt «n nu weigert het waterschap te betalen,
at is niet goed, omdat de eigenaren van de lande
rijen in dat waterschap van den gemaakten weg pro-
fiteeren en het nu de gemeenschap maar laten beta
len, Wellicht is voor Callantsoog met dat waterschap
nog wel een regeling te maken.
De heer R. Kaan brengt ter sprake de verbetering
van den Slikkerdijk, n.1. een bocht daarvan. De
wensch van het polderbestuur van Wieringerwaard is
echter, dat dat geschiedt op andere wijze als het thans
in kaart is gebracht Spr. vraagt nu of die andere
wijze nog wordt overwogen.
Voorzitter zegt, dat er geen schriftelijk verzoek is
van Wieringerwaard. De gewijzigde manier zal meer
kosten. De begrooting was f250 en wordt dan f500.
Het meerdere bedrag zal door Wieringerwaard be
taald moeten worden, omdat de voordeelen van de
verandering ook voor Wieringerwaard zijn. Voelt
Wieringerwaard voor dit meerdere bedrag niets, dan
zou ieder op eigen terrein de verbetering aanbrengen
zoodat geen voldoende aansluiting wortd verkregen,
dan zou de verbetering geen zin hebben en zal 't
Hoogheemraadschap deze ook niet uitvoeren. Spr.
vraagt machtiging van de Alg. Vergadering deze zaak
met Wieringerwaard te regelen in dien zin zooals
door hem is meegedeeld.
Deze machtiging wordt gegeven, nadat ook de heer
Nes zich aangesloten had bij de meening, dat de ver
betering daar goed moet zijn of anders de toestand
laten zooals ze is.
De heer D. de Boer vraagt inlichtingen over het
afnemen van bermen van dijken in het district Hoorn
en in verband daarmee naar de dijkshoogte.
Voorzitter zegt, dat de hoogte der dijken, bepaalt
bij den diiktafel, wordt vastgehouden en dat het hier
ondergeschikte werkjes betreft voor het afwateren en
droogleggen der wegen.
De heer R. Kaan vraagt inlichtingen omtrent huur
van huizen f 1.—, terwijl andere huizen, hoewel la
ger in de verzekering, dus lager getaxeerd in waar
de, hooger huur aanwijzen.
Voorzitter zegt dat dit zijn oorzaak vindt in het feit,
dat de huizen van de Hondsbossche verhuurd zijn
gebleven voor de oude huurprijzen, zoolang er dezelf
de bewoners in die huizen bleven, kwamen er nieu
we huurders, dan is er een andere schatting gemaakt.
En ook het feit dat een deel van sommige huizen in
gebruik is bij het Hoogheemraadschap, heeft invloed
op den huurprijs.
De begrooting is hiermee afgehandeld en wordt
deze met algemeene stemmen ongewijzigd vastge
steld, nadat het Dag. bestuur nog gemachtigd is
tot 't aangaan van een kasgeldleening van f750.000;
en de uitkeering aan oude werklieden,,,, die na 1
Jan. .1928 den 65-jarigen leeftijd bereiken, waarover
echter de definitieve beslissing in de vergadering
van 1928 valt. Het Dag. bestuur verkrijgt eveneens
machtiging om, evenals vorige jaren de werken en
leveranties boven f500 onderhands aan te beste
den en alle werken begroot boven f 10.000 in eigen
beheer uit te voeren, behalve de werken aan de
Oostzanerzeedijk.
De begrooting sluit in ontvangst en uitgaaf op
f 1.278.010.
Aan den voorzitter wordt machtiging gegeven om
een commissie van 3 leden aan te wijzen voor het
onderzoeken der rekening over 1927.
Goedgekeurd wordt het voorstel tot aankoop van
een stukje grond voor de wegverbetering te Xat-
woude en het voorstel tot aankoop van een! strook
grond van het Hoogheemraadschap Waterland (z.g.
overboek).
Voorzitter zegt daarna het volgende:
Mijne Heeren l
De punten van onze agenda van heden zijn thans
behandeld. In gewone omstandigheden zou dus
hierop sluiting volgen. Maar de omstandigheden zijn
geen gewone. Alles wijst er op, dat deze vergade
ring onze laatste zal zijn in 1927. Wij' zijn daardoor
dus gekomen aan het einde van een zesjarig tijdperk
van samenwerking on dat tijdperk is het eerst,e en
daardoor allicht het moeilijkste voor ons Hoog
heemraadschap. We zuillen op hetgeen dn die Jaren
ons is wedervaren niet diep Ingaan en ons maar tot
algemeene trekken «bepalen.
Het nieuwe, het ongewone, heeft bijna altijd iets
tegen zich gevonden en daaraan zijn ook wij niet
ontkomen. Maar al waart U ook samengekomen uit
een zeer uitgestrekt gebied, al dadelijk bleek, dat er
onder U was een wil tot nuttige en aangename sa
menwerking.
Het dagelijksch bestuur, dat zich steeds heeft be
ijverd U naar beste weten en zoo volledig mogelijk
in te lichten, heeft daartegenover van U doorloo
pend ontvangen bewijzen van vertrouwen en mede
werking. Het is U daarvoor zeer erkentelijk en het
is overtuigd, dat die goede samenwerking is ten
bate gekomen aan de zaak, welke ons aüler belang
stelling heeft.
Be zeeweringen zijn regelmatig verbeterd en de
ons toevertrouwde wegen, welke aanvankelijk in het
algemeen niet beantwoordden aan de zware eischen,
welke de nieuwe middelen van vervoer daaraan stel
den en Wijven stellen, werden flink aangepakt. Wel
zijn wij daarbij nog verre van hetgeen wij' ons heb
ben vooarteetald, doch v»a jaw te* JbW weiflen
goede vorderingen gemaakt en bi.1 dezen voortgang
zullen binnen niet al te langen tijd ook de wegen
behoorlijk zijn aangepast aan de nieuwe toestanden,
Hiertoe het Uwe te hebben bijgedragen .moge U
een billijk gevoel van voldoening geven, waar U op
het tijdvak van Uw lidmaatschap bij; dit bestuur
terugziet.
Persoonlijk dank ik U recht hartelijk voor alle
medewerking, welke ik bij de vervulling van mijn
bestuurstaak van U heb ontvangen. De aangename
ja vriendelijke wijze waarop U wel met mij heeft
willen omgaan, heeft aan mijn werk veel bekoring
gegeven en ik verzeker U, dat deze verloopen jaren,
juist dank zij Uw aller steun, voor mij een buiten
gewoon mooien tijd vormen.
De tijd gaat voort en brengt zijne wijzigingen
mede.
Boor den dood moesten wij de heeren Brak en
Edel verliezen; de heer Vas Visser trad eerder uit
ons bestuur en thans zullen stellig door redenen
van leeftijd, gezondheid enzoovoort9, zes Uwer. de
heeren K. Breebaart Jz., S. Groot Szn. Sr., J. Mole
naar, A. Nies Gzn., J. B. Wilken en J. Schipper Jr.
niet in ons midden wederkeeren. Gaarne had ik met
U voortgoworkt, maar het mag eenmaal niet zoo zijn.
Ik houd mij overtuigd, dat deze aftredende heeren
met belangstelling het verdere werk van het Hoog
heemraadschap zullen volgen.
Zij, die hier strak» opnieuw^ zullen optreden, zul
len evenals ik, U met waardeering blijven godenkon
en wenschen U alle goeds toe op Uw verder levens
pad. Mtoge daarop voor elk Uwer nog veel licht
vallen!
De heeren Groot, Molenaar en Nes brengen hun
donk voor de vriendelijke woorden van den voor
zitter en de aangename samenwerking, terwijl zij
op hun beurt alle hulde brengen aan Dijkgraaf
Hoogheemraden en het ambtenarencorps voor de
uitstekende wijze waarop de zaken worden behar
tigd. De heer Nes roemt apart den ingenieur Poppens
over wiens werk hij veel lof heeft.
Hierna sluiting.
Vergadering van 22 November 1927.
Klokslag 8 uur opende burgemeester Houwing deze
vergadering en deelde mede, dat de heer van der Veer
kennis had gegeven niet aanwezig te kunnen zijn, waar
na enkele ingekomen stukken voor kennisgeving wer
den aangenomen.
Vervolgens kwam aan de orde een voorstel van B.
en W., beoogende ieder gemeenteambtenaar of werk
man, die zjjn wedde cedeerde aan een crediteur, ont
slag te geven uit gemeentedienst, naar aanleiding van
welk voorstel was ingekomen een adres van de afd.
Helder van den Ned. Bond van Personeel in Over
heidsdienst, met verzoek aan den Baad om dit voor
stel van B. en W. niet te aanvaarden.
Scheen het aanvankelijk, dat over deze zaak niet
al te veel zou worden gepraat, en men spoedig tot
stemming zou kunnen overgaan, het eene woord haal
de het andere uit en al spoedig kwamen dan ook de
tongen los.
De heer van Loo vond het heel goed, dat B. en W.
deze zaak eens hadden aangesneden, maar achtte het
direct ontslag een paardenmiddel, en kon zich daar
mee niet vereenigen. De v.d. vakvereenigingsman werd
echter door zijn katholieke collega, de heer Smits, be
streden. Deze was het geheel met B. en W. eens en
vond het goed gezien, dat het college deze menschen
beschermde tegen zichzelf.
De heer van Dam achtte dit voorstel geboren uit den
wensch de lieden te beschermen tegen een zekere ver
leiding, en vond dit voorstel een goed middel om de
verleiding om geld te leenen bij z.g. woekerbanken on
mogelijk te maken. Deze soort „banken" leenen geld
onder zekerheid, en spr. meende, dat wanneer die ze
kerheid ontbrak, die banken zeker niet bereid zouden
zijn geld beschikbaar te stellen, Spr.'s meening was
dan ook, dat dit voorstel, dat wel streng leek, toch
zeer goed zou voldoen.
De heer Schoeffelenberger verklaarde het eens te
zijn met den heer van Loo, doch het lid van de comm.
voor Georg. Overleg, de heer van Os kon zich volko
men met het voorstel vereenigen, en gaf als zijn opinie
te kennen, dat, zoolang men geen bepalingen had, het
kwaad zou blijven voortwoekeren. Spr. voegde daar
aan toe, dat de gemeente den Haag mildere bepalingen
had geprobeerd, dodh daar deze niet hielpen, thans ook
dadelijk tot ontslag van de betrokkenen overgaat.
De heer de Nijs, die zich in de commissie van het
G. O. tegen wijziging van den bestaanden toestand
had verklaard, kwam op dit standpunt terug en ver
klaarde, namens zijn fractie voor het voorstel te zul
len stemmen. Spr. vond ook, dat thans alle reden is
weggenomen om bij woekerbanken geld te gaan lee
nen. Spr. oordeelde de redactie eenigszins vaag, en
vroeg zich af wanneer ontslag zou volgen: als iemand?
loon middels zijn werkgever wordt ingehouden? of als*
hij gaat leenen? De heer van Dam interrumpeerde
hierop zeer juist, dat ontslag zou volgen, zoodra iemand
zijn jaarwedde zou verpanden. De heer de Nijs achtte
dit ook juist, daar er, als men ging leenen .en zijn
voorwaarden stipt nakwam, geen reden tot ontslag kon
zijn. Tegen deze laatste uitlating van den heer de Nijs
kwam de heer Biersteker echter op. Dit lid meende,
dat er een uitdrukkelijk verbod noodig was om tegen
woekervoorwaarden geld te leenen; spr. stipte daarbij
aan, dat ieder natuurlijk vrij was om geld te leenen,
indien daarbij maar geen cessie-beding wordt gemaakt.
Aan het einde van zijn betoog vroeg spr. of aan B. eu
W. gevallen bekend zijn van gemeenten, waar men der
gelijke bepalingen reeds heeft.
Hierop was het woord aan den wethouder voor so
ciale aangelegenheden, de heer Verstegen, die aanving
met de stelling, dat deze maatregel genomen is in het
belang van hen, die in handen van woekeraars moch
ten vallen. De omvang van hét kwaad hier ter plaatse
is zoodanig, dat, volgens spr., strenge bepalingen zeer
gewenscht zijn, en al Hjkt het wreed, dadelijk te ont
slaan, daartegenover staat, dat, als het noodig mocht
zijn, ieder ambtenaar of wericman bij B. en W. kun
nen aankloppen, welk college dan zal uitmaken of er
termen zijn tot het verstrekken van een voorschot op
de wedde. In antwoord op de vraag van den heer de
Ny's, merkte de wethouder op, dat iedereen, op nor
male wijze geld kan leenen, mits hij zijn loon maar niet
overdraagt, hetgeen solide instellingen ook niet vor
deren. Wat de vraag van den heer Biersteker betreft,
deelde spr. mede, dat men in Amsterdam oorspronke
lijk een jaar voorwaardelijk ontslag gaf; toen dit niet
hielp ging men ook daar dadelijk tot ontslag over. In
Den Haag luidde de verordening oorspronkelijk, dat B.
en W. konden ontslaan, doch na ongeveer 8 maanden
lieten B. en W. het woordje „konden" vervallen, en ont
sloegen direct.. De wethouder adviseerde dan ook tot.
aanneming van het voorstel.
De heer van Loo repliceerde en zeide niet bekeerd
te zijn en bleef zich op z(jn reeds uiteengezette gron
den tegen het voorstel verzetten, waarna de heer de
Zwart zeidc, dat hij een amendement op dit voorstel
wilde doen, waarover hij echter eerst in comité-verga
dering wilde spreken.
De heer Eijlders bestreed den heer van Loo, waar
na de heer Smits bij zijn repliek nog eens deed uit
komen, dat hij voor direct ontslag was. Deze spr. scheen
daarbij op het terrein van het amendement des heeren
de Zwart te komen, want laatstgenoemde riep, mid
den in het betoog des heeren Smits, om de geheime
vergadering.
De voorzitter sloot hierop de discussies en stelde'
voor aan het einde der openbare zitting deze zaak
verder in comité te behandelen.
De heer Biersteker vroeg of een bedrag van f 1600
voor het verplaatsen van de loods van het Singel naar
de Jonkerstraat, welke loods zelf misschien net f 1600
waard was, niet wat erg duur is geweest, waarop wet-