Alieieei Nitows-
Dames Slobkousen
Woensdag 21 Decembér 1927.
70stte Jaargang No. 8173.
Eerste Blad.
nge
naar
van
aan den Langendijk.
t notulenyerslag over gascorruptie
Feuilleton.
HET KASTEEL
VAN GRANIET
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
L. BOLTE - SCHAGEN
van
Eigene y
e wenw
if alle l
plaats l
1 van
haam,
lostatio
vol»
itie die(
1.1. w<
te doölj
t' genom
U erop
la andi
nwoordj
nten, L
dustrie
van
Dloc
Haa
en
is
deze
al1
!h
is stat
er uitt
«ma«,
rnen 5i
SCHAGER
COURANT.
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur. vorden Adver-
lön nog zooveel mogelijk in het eorstuitkomond nummer geplaatst.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden 11.05. Losse nummers 0 cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel moor 20 cont (bowijsna
inhegrepon). Grooto lettors worden nnar plaatsruimto horekond.
IT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
van o
UÖ zutvj
rden; d«
jeüc aHe
lm schrijft ons uit Langendijk;
on hes
lm lezers van de Schager Courant is ongetwijfeld
aan i wel bijgebleven de globale inhoud van het notulen-
lat de 1 ilag der gascommissie, voor zooverre dit betrekking
het ovei °P de in die commissie gehouden besprekingen om-
at de beweerde gascorruptie, die zich ook zou heb-
ingevreten in het bedrijf van de Gemeenschappe-
j 1 Lichtbedrijven aan Langendijk en St. Pancras.
0 ie met oordeel en onderscheid lezende krantenlezer
ft zich dan ongetwijfeld als allereerste opmerking
vraag gesteld, wat toch wel de aanleiding mocht we-
?e<f&>8 t dat d*e gascommissie nu in dit geval de notulen
;h 6*tens0 in de kranten laat opnemen, terwijl anders
poere meeste moeite niet een kort verslag van za-
JSr ike besluiten kan worden verkregen. Het wil ons
voorkomen, dat er veeleer aanleiding zou zijn, be-
ikingen over zakelijke onderwerpen te publiceeren
voigent t nu uitgebreide notulen in de kranten te lanceeren
i besprekingen, die het teerste van den mensch be-
één i ffen. zijn ongerepte eerlijkheid, zijn eer. Het publiek
lid we >kt zoo graag „iets" achter een beschuldiging en de
mtribut ening wil er zoo graag in, dat groote heeren elkaar
jaar, d trne dekken.
>ntribut tVe vermoeden dat de Gascommissie nu tot publica-
jaar, dt van de notulen is overgegaan, om juist aan het
iliek het wapen van verdachtmaking uit de hand te
an dat het anders zou hebben gehanteerd door te
gen: dat onderzoek is in 't geheim geschied, het
182 iliek weet er niets van.
H de Gascommissie met deze wijze van doen het pu-
1 sk zal hebben bevredigd, sterker, of het den direc-
ons sti ir> aan wiens reputatie de laster (zie verslag) nu
euwe 1 ds 200 smakelijk knaagde, met deze wijze van onder-
300 K en publicatie een dienst heeft bewezen, wjj dur-
h ahet in allen ernst betwijfelen. En wij doen dit me
de kaa? °P Sfrond van het oordeel van verschillende perso-
n, wien alle zucht tot zijdelingsche verdachtmaking
de stiel ^aater vreemd is.
van d 0m dit nader te belichten behoeft men nog niet een
te drui psychologische studie van den mensch te
bben gemaakt. Nadenkende menschen (en met deze
billiik i bben we alechts diaken, daar niemand, zelfs hij,
nu k 01? de meest onverdiende wijze wordt beschuldigd,
gen lastertongen gevrijwaard blijft) gaan vergelijken,
dat h ^ten» combineeren, logische gevolgtrekkingen ma-
x aans
dit ond rhavige geval, vraagt men zich in de eer-
i plaats af, waarom nu de notulen worden gepubli-
oiü jï erd, terwijl in andere gevallen, waarbij het ging om
ir gewichtige quaesties, het publiek van alles onkun-
wordt gelaten. De Gascommissie meene niet, dat
a andero besprekingen niets uitlekt. Meer dan ze wel
rcwezei En zoo zijn er verschillende zaken een „publiek
ister, d ibeim", die dat zelfde publiek beoordeelt, veroordeelt,
repel e |6(j_ 0f afkeurt, naar gelang van den kijk, al of niet
invloed door symphatiën of antipathiën, welke „men"
de zaak in quaestie heeft. Is daarvoor dan geen
lavra&l nleiding bij andere besprekingen? .zoo redeneert het
bliek.
erng of Nog zeer kort geleden is de wenschelijkheid bepleit,
van o| i pers tot de vergaderingen toe te laten; afgestuit
.brieken ituurlijk op „wettige" of wettische bezwaren.
bloot
nen di
urszaal
Bestwil
te stel'
DOOR ETHEL M. DELL
Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS.
EERSTE DEEL.
lij lachte in antwoord, en zij voelde zich vreemd-
irtig verlicht. Alle gedwongenheid en verlegenheid
ren van haar afgevallen. Zij ging rechtop zitten en
lp hem het festijn gereed zetten,
ye spijzen waren zeer eenvoudig, doch zij vond ze
™®achoots naar haar zin. Zij bediende zich met wel-
tföv&Üen van de door Mary Ann gemaakte boter.
»Jk kan ook boter maken," vertelde zij hem nu.
'ibrood bakken?" vroeg Burke.
"V knikte lachende. „Ja, en snoepjes klaarmaken en
verstellen ook. Wie verstelt jou kleeren? Mary
r J'P* doe bet zelf," antwoordde Burke. „Ik kook ook
f vW«ineer Mafy ■^Jln vacantie neemt. Doch ik heb
KJ r"huisjongen, Joe, voor het andere werk. En
vi 6j nog een meisJei veel leelijker dan Mary Ann,
i ï- vemante van die wij Rosa noemen, een
^ortmg van de Schoone Rosamunde. Heb je Rosa
vervolg °«aiet gezien?"
róiasta- jRq van Sylvia bracht een glimlach op zijn gelaat.
ee^ ?ee,r aanstekelijke lach. Hoewel zjj bijna
,un °nd me^ lachen ophield was het de oorzaak, dat
©t Be-hfiU jr gesprek door een zekere mate van opgewekt-
b^fcen j ^kenmerkt. Toen de maaltijd was afgeloo-
)p éét reiUÏÏfv-i t S M weer door hem weggebracht, en
Dnt i beslist haar aanbod om af te wasschen.
keil' j«'' ^an Mary Ann morgenochtend doen," zeide
10^ia z^' nu wilde Sylvia weten.
fon>-c^v^aïnrr"aast ^laar zitten en bracht zyn pijp te
v&aroP nietig "het huis.^" hm eigen h<ltten" Zii Sla"
3 /9é or ^;U1 andem in het huis vroeg
A" antwoordde Burke.
ka,n&.CiteJpl?t.5eline: stiIte- De schemering wa. in
rittenduieterni. overgegaan, doch er lag een
«Ma glan. ever d. hwvei., die Uder voorbügaaad
De Gascommissie vergadert toch niet in een glazen
huis, zoo wordt den onbescheidene toegevoegd.
Wij zijn intusschen gansch niet overtuigd, waarom
het publiek niet weten mag, wat in de bijeenkomsten,
die dan een voorloopig karakter zouden dragen, niet
voor openbaarheid vatbaar is. Als dat dan zoo is, zoo
redeneert men terecht, is het ook wettig niet geoor
loofd, van deze besprekingen een verslag aan de pers
te verstrekken.
En zoo zijn er tal van overwegingen, die er toe lei
den, dat argwaan wordt gekoesterd, juist als gevolg
van het uitzonderlijke van dezen maatregel.
We gaan daarop nu niet verder in, allicht dat de voor
zitter van den raad van Zuid-Scharwoude de pers an
ders zou verwijten, dat ze veel kwaad sticht, door over
sommige onderwerpen haar meening te zeggen, zooals
dit indertijd bij de verdeeling van de winst uit de
Lichtbedrijven aan de pers werd ten laste gelegd. Dat
dit echter alleen moest dienen om het gebrek aan ar
gumenten te bemantelen, moge blijken uit het
feit, dat diezelfde voorzitter de pers expresselijk tot
een bijeenkomst uitnoodigt, als hij ze gebruiken wil om
eigen meening kenbaar te doen maken.
Onze meening nu, dat de gevolgde wijze van han
delen allerminst geschikt is, om aan allen laster, waar
aan de directeur zou bloot staan, den kop in te druk
ken, berust op de volgende overwegingen. Uit de ge
houden besprekingen kan de lezer niet opmaken welke
bescheiden hebben uitgemaakt, dat Ae beschuldiger
valsch beschuldigt. En dit te meer, waar deze niet heeft
gepreciseerd, waarin de corruptie bestaat.
Wil men de beschuldigingen ontzenuwen, dan dient
men den beschuldiger te sommeeren, nauwkeurig aan
te geven waarin de corruptie bestond. Nu is alleen
door Van der Stel geschreven, dat de fabriek te Noord-
Scharwoude ook bij de corruptie betrokken was. En men
heeft hem niet in de gelegenheid gesteld zijn beschul
diging waar te maken. Begrijpt de Gascommissie niet,
dat ze met dit te verzuimen, den laster vrij spel laat
(en 't was haar immers met haar publicatie te doen
om allen laster den kop in te drukken en het publiek
grond geeft tot de bewering: zoolang de beschuldiger
zijn beschuldiging niet kan waar maken, is een be
slissing omtrent de onschuld wel wat voorbarig.
Wij nemen intusschen aan ,dat den directeur geen
blaam treft, en, als we dan ook lid van de Gascom
missie waren geweest, zouden we met kracht en klem
hebben aangedrongen op het toelaten van den beschul
diger om hem de al of niet vermeende feiten te laten
betichten. Dan alleen is men van een zuivere recht
spraak zeker en ontgraaft men allen redelijken grond
aan praatjes en verdachtmakingen.
Nu is dit niet gebeurd, en de wijze, waarop men in
den raad van Oudkarspel de leden belet, hun tegenge
stelde meening van de manier van onderzoek te uiten,
doet geen goed aan het toch al geschokt vertrouwen in
een nauwkeurige controleering van een beschuldiging
zooals hier geuit.
Wil men de publieke opinie tevreden stellen, dan
haar vertegenwoordigers geen slot op den mond ge
legd. De raad van Zuid-Scharwoude maakt dan wel
school in zijn onderdrukken van de vrijheid van mee-
ningsuiting, nu ook de gemeenteraad van Oudkarspel
met 4 tegen 3 stemmen, een raadslid belet, het woord
over een aanhangige quaestie te voren. Den directeur,
dien we onschuldig gelooven, wordt daarmee een zeer
slechten dienst bewezen. Al moge het dan waar zijn,,
dat er ook geoordeeld wordt, dat het voorstel, om over
de zaak niet te spreken, werd aangenomen, omdat het
van de soc. dem. kwam, ook dit gaat niet op, aangezien
nog kort geleden een soc. dem. raadslid in Zuidschar-
woude meehielp te beletten, dat burgerlijke raadsle
den, nota-bene nog wel hun eigen voorstel, verdedig
den.
Hoe men dus de zaak ook draait of keert, een on
derzoek tegen te houden, dat het volle licht op deze
zaak werpt, is spelen in de kaart van hen, die niet op-
oogenblik scheen toe te nemen. Weldra werd het geheele
„veldt" door het maanlicht overstroomd.
Met een zeer benauwd stemmetje zeide Sylvia einde
lijk. „Mijnheer Rangerl"
Het was de eerste maal dat zij hem bij zijn naam
genoemd had. Hij keerde zich onmiddellijk tot haar.
„Noem m\j Burke!" verzocht hij.
Het klonk bijna als een bevel. Zij keek hem even
scherp aan als hjj haar aangezien had, „Burke in
dien je het zoo wiltl" zeide zij. „Ik zou eens met je
willen praten, en je bedanken voor je grootmoedigheid
jegens mij, en... om plannen te maken voor de toe
komst."
„Eén oogenblik!" merkte hij op. „Heb je alle gedach
ten om te trouwen met Guy, voor goed laten varen?"
Zij aarzelde. „Ik veronderstel het," sprak zij lang-
„Heb je nog niet tot een vaat besluit kunnen komen?"
vroeg hij.
Wederom aarzelde zij. „Indien indien hij terug
mocht komen..."
„Hij zal terugkomen," viel Burke haar in de rede.
Zij schrok. „Zal hij?"
„Ja, hij zal." Zijn stem drukte vaste overtuiging uit,
en om de een of andere reden klonk zij haar wreed in
de ooren. „Op een goeden dag zal hij zich weer ver-
toonen. Dat doet hij altijd. Ik ben vrijwel de eenige
man in Zuid-Afrika, die hem niet binnen zes maanden
de deur zou uitjagen. Dat is hem bekend. En daarom
zal hij terugkomen."
„Je bent zeer goed voor hem/' zeide zij met zeer
zachte sterrn.
„Neen, dat ben ik niet; niet bizonder. In ieder geval
weet hij hoe ik over hem denk." Burke sprak langzaam.
„Ik heb voor hem gedaan wat ik kon, doch hij is een
van mijn mislukkingen. Je zult je het denkbeeld moe
ten inprenten, dat hij een vent is, die niets waard is.
Is dat reeds tot je doorgedrongen?"
„Het begint tot mij door te dringen," zeide Sylvia
bijna onverstaanbaar.
„Dan kan je onmogelijk wenschen met hem te trou
wen," vervolgde Burke.
Zij sloeg de oogen neer voor de scherpte van zijn
blik. Zij wenschte dat het licht in het Oosten niet zoo
snel wies.
„De vraag is, wat staat mij te doen?" zeide zij.
Burke bewaarde een oogenblik het stilzwijgen. Met
een licht gebaar, dat van eenige verlegenheid had kun
nen getuigen, hernam h\j: „Ik veronderstel, dat je hier
niet wilt blijven?"
Zij zag weer snel op. „Hier - op deze farm, bedoel
je?"
»/Ja." Hij sprak kortaf, doek er lag eenige warmte
houden van corruptie te spreken.
De soc.-dem. hebben aangekondigd in het nieuwe
jaar op de quaestie terug te komen, wat wij ten zeer
ste toejuichen. Het is dan voor den directeur, die van
corruptie wordt beschuldigd, en deze beschuldiging in
handen der Justitie stelt, te hopen, dat niet nogmaals
aan die leden het zwijgen wordt opgelegd, want wij
vreezen, dat in geen enkelen gemeenteraad een meer
derheid wordt gevonden, om de zaak zuiver te stellen,
zooals men dat in Oudkarspel wenschte.
In Broek op Langendijk immers, is de quaestie al
voor kenisgeving aangenomen;, in Zuid-Scharwoude
doet zelfs een soc.-dem. er aan mee, zijn mede-raads
leden te beletten, eigen voorstellen te verdedigen; in
St. Pancras is nog een klein kansje. Maar aangezien
het duidelijk is, dat, aan de hand van het reglement
op de lichtbedrijven, de Gascommissie niet tot revisie
van zijn beslissing zal overgaan als niet minstens 3 ge
meenteraden, daartoe het verzoek doen, zullen zij, die
met het bekend geworden onderzoek niet tevreden zijn,
naar middelen moeten omzien, teneinde alsnog voldoe
ning te krijgen. Het lijkt ons toe, dat dit niet moei
lijk zal en kan zijn. De democratische raadsleden in
Oudkarspel, wien het vrije woord in de raadszaal is
ontnomen, nemen het initiatief tot een vergadering,
waarop die raadsleden worden uitgenoodigd, welke ook
niet tevreden zijn met het onderzoek. Het is niet on
mogelijk, of op zoo'n bijeenkomst zullen nog andere
onderwerpen aan de orde komen, die een vreemd licht
zullen werpen op toestanden, die in sommige gemeen
ten nog heerschen. Zeker is het echter, dat geen meer
derheden in de gemeenteraden de minderheden kunnen
beletten, al zal het dan buiten raadsvergaderingen zijn,
in dezen hun plicht te doen.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 19 December.
OMZETTING VOORW. STRAF.
De eerste izaak, eventueele ten uitvoerlegging
eener voorw. straf contra A. B. te Wogmum, ver
oordeeld wegens 'diefstal tot 3 maanden gev.
Deze zaak wordt als naar gewoonte met gesloten
deuren behandeld.
De voorw. straf zal op veroordeelde worden ge-
executeerd.
VERDUISTERING VAN GROENTEN, BESTEMD
VOOR DEN INMAAK.
De vocxrmalige magazijnmeester eener conserven-
fabriek te Medemblik, J, W. L., heeft zich schuldig
gemaakt aan verduistering van tuin- en snijboonen
die hij aan de huismoeders heeft verkocht, terwijl
hij' de opbrengst ten eigen bate heeft aangewend.
Verdachte stond te dier zake reeds vroeger terecht,
doch was toen niet verschenen, reden waarom de
zaak tot heden werd uitgesteld. Verdachte, die er
kent, heeft zich ook vroeger reeds aan een dergelijke
boonenfraude sohuldig gemaakt^ doch is toen in
dienst van den conservenfabrikant gebleven, de
ONTVANGEN:
effen en geruit f3.15.
in zijn houding, toen hjj zich tot haar overboog.
Een gevoel van dankbaarheid doortintelde haar. Zij
stak hem zeer hartelijk de hand toe. „Hoe jammer, dat
ik geen jongen benl" zeide zij met oprechte spijt in
haar stem.
Hij greep haar hand en hield deze vast. „Zou dat
eenig verschil maken?" vroeg hij.
Zij zag hem met een vragende blik aan. Het was
moeilijk, zijn gelaatstrekken in de duisternis te lezen.
„Alle verschil, vrees ik," antwoordde zij. „Je bent zeer
edelmoedig een waarachtig goed kameraad. Indien
ik een jongen was, zou ik niets liever verlangen. Doch
een vrouw zijnde, kan ik hier niet langer blijven wonen,
is het wel? Zelfs niet in Zuid-Afrikal"
„Waarom niet?" zeide hij.
Zijn hand had zich vast om de hare geklemd; zij
drukte op haar beurt de zijne. „Je hebt gehoord, hoe die
boer, je vriend, mij heeft genoemd," zeide zij. „Hjj zou
zijn opvatting niet wijzigen."
„Ik heb hem gezegd, dat hjj je zoo moest noemen,"
merkte Burke op.
„Heb je hem dat gezegd?" Sylvia onderging een
schok. Zijn woorden verbaasden haar ten zeerste.
„Ja." Er lag een stomme onderworpenheid in zjjn
toon. ,Jk moest je op de een of andere manier be
schermen. Hjj had ons te Ritzen samen gezien. Ik
zeide hem dat je mjjn vrouw waart."
In sprakelooze verbazing staarde Sylvia hem aan.
Hjj ging meedoogenloos voort. „Het was de eenige
weg die open stond. Zjj staan niet op een bizonder hoog
moreel standpunt hier, en zooals je zegt, zij zouden
hun opvatting niet wijzigen in fatsoenlijken zin.
Komt het denkbeeld je zoo verwerpelijk voor? Ben je
er beslist tegen gekant?"
Er lag iets meesterachtigs in den toon waarmee hjj
zijn vraag opdrong. Sylvia had een gevoel alsof zij on
der water gehouden werd en gedwongen tot het inslik
ken van den een of anderen vreemdsoortig bedwelmen
den drank. Zjj maakte een lichte, half afwerende be
weging, en in een oogenblik had zijn hand de hare vrij
gelaten.
„Je hebt er iets tegen?" hield hij aan.
Zjj Imeep de handen samen. „Zeg of denk dat
alsjeblieft nietl Het is zulk een hoogst onverwacht
denkbeeld, en het is wel wat wild ook, vind je niet?"
Haar adem ging snel. „Indien indien ik toestemde
en den schijn liet voortduren zouden de menschen
weldra achter de waarheid komen. Zouden zjj niet?"
„Ik ben in het geheel niet voor den schijn," zeide hij.
„Maar wat bedoel je dan?" vroeg Sylvia, zich dwin
gende met vaste stem te spreken.
„Ik vraag je mij te trouwen," zeide hij op even vasten
toon.
schade heeft hiji toen1 in wekeHjksche termijnen af
betaald:. Door het genootschap wordt geadviseerd een
voorw. straf.
OPLICHTING VAN f L50.
De 1 os-arbeider Pieter K„ geb. te Harenkarspel,
gedomicilieerd te Haarlem, thans in hechtenis, heeft
mej. Timmer, een logementhoudster opgelicht voor
de somma van f 1.50, onder het bedriegelijk voor
wendsel, dat hü in dienst was gekomen van een
graanhandelaar en haar dan dit geld zou terug be
talen. In werkelijkheid was hij echter een werkloos
zwerver. Toen hij: de daalder te pakken had, ia hij
er stilletjes tusschen uitgetrokken.
Ei ach vier maanden gev.
Verdediger mr. Thomas van Hoorn noemt het
geen oplichting, omdat verdachte het plan had tot
terugbetaling. Ook wijst pleiter op het geringe be
drag en verzoekt een meer clemente straf, in ieder
geval aftrek van voorarrest.
Verdachte wordt veroordeeld tot 1' maand, met 1
maand aftrek voorarrest.
VERNIELING VAN GLASRUITEN.
De 21-jarige scheepmaker Jb. L. en zijn vriend, de
15-jarige boerenarbeider Job. S., beiden uit Gralt,
staan terecht wegens een gepleegde vernieling op
18 Aug. te Driehuizen, alwaar ziji verschillende
ruiten van een leegstaand café annex winkel heb
ben ingeworpen,
Ten behoeve van Job. die nog valt onder de
kinderwetten, opponeert tmr. A- Prins Jr.
Daar bet feit gepleegd is in vereeniginig met een
meerderjarig verdachte, wordt deze zaak in het
openbaar behandeld. De aangerichte schade is niet
vergoed. Mr. Prins vraagt aan getuige Visser, of het
perceel een verlaten indruk maakte.
Getuige bevestigt dit.
De Officier vordert tegen le veld. f 90 boete of
30 dagen en tegen den knaap, i 15 boete of 15 dagen
tuchtschool.
De verdediger brengt ter sprake, dat verdachte S.
gunstig bekend staat en dringt aan op een geringe
geldboete, zoo mogelijk bij termijnen te voldoen.
De Politierechter veroordeelt no. 1 tot f 30 boete
of 30 dagen en de tweede tot f 15 boete of 15 dagen
tuchtschool,
j
ALWE ER VERNEElLINlG.
De niet-verschenen verdachte Anton M. heeft opl
2 October te Alkmaar een deurruit stuk getrapt, be
boerende tot het door den getuige Koelemeij1 be
woonde café. De getuige wenacht schadeloosstelling
tot een bedrag van f 15.80. De verdachte verkeerde
onder den invloed van sterken drank en was door
Koelemeij uit het café gezet.
Verdaohte, een los arbeider, maakt veel misbruik
en is een paar malen veroordeeld. Eisch f 40 boete
of 40 dagen. Vonnis i 20 boete of 20 dagen met toe
wijzing.
RIJWIELDIEFSTAL.
De thans in de strafgevangenis gedetineerde va
rensgezel Dirk B., heeft te Helder een rijwiel ge
stolen en dit te Rotterdam verpatst voor f 3.75.
De eigenaar, S. J. de Nes, vliegenier te Helder,
had het rijlwiel geplaatst tegen het Bondsgebouw
van Minder Marine-Personeel aldaar, alwaar het
door verdachte werd' weggenomen. Hijl ondergaat
nu een straf van 1 jaar en 3 maanden, ook voor rij
wieldiefstal. Eisch 6 maanden gev. Vonnis 2 maan
den gev.
VERDUISTERING VAN EEN HANDKAR.
P. v. K., niet verschenen, heeft te Helder een door
hem te Amersfoort gehuurde handkar verkocht en
„Werkelijk, meen je dat? Spreek je in waarachtigen
Brnst?" Haar stem had een trillenden klank. Zij was
plotseling begonnen te beven. „Wees alsjeblieft dui
delijk tegenover mij. Je weet, dat ik je nog niet zoo
goed ken. Ik moet aan de hier heerschende toestanden
zien te gewennen."
„Ik ben in volmaakten ernst," hernam Burke. „Je
kent mij beter dan de man, voor wien je hierheen ge
komen bent om hem te huwen. Een eenmaal getrouwd,
zul je beter aan de toestanden hier gewennen, dan op
welke manier ook. Dat dient toch wel iets bij je te
wegen."
„Dat spreekt vanzelf! Dat is duidelijk!" zeide zjj
eenigszins gebelgd. „Maar zie je ik heb niemand
om mij te helpen niemand, die mij raad kan geven.
Ik sta op een weg dien ik niet ken. En ik ben zoo bang
een verkeerd pad in te slaan."
„Bang!" zeide hij. „Jij!"
Zjj poogde te lachen. „Je ziet mij aan voor een zeer
dapper persoontje, niet waar? Of je zou met zulk een
voorstel niet voor den dag gekomen zijn."
„Ik denk dat er pit genoeg in je zit," hernam hü;
„doch dat was niet hetgeen tot mijn voorstel de aan
leiding was." Hij zweeg een oogenblik. „Misschien is
het beter, het punt niet verder aan te roeren," ging
hij toen voort. „Ik schijn reeds te ver te zjjn gegaan.
Doch, ik verzoek je, wees overtuigd, dat ik het goed
meende. Dat is alles!"
„Ja, daarvan ben ik overtuigd!" zeide zij.
En door een vreemdsoortigen aandrang gedreven,
deed zü toen een buitengewoon ding. Zij boog zich voor
over en legde haar samengevouwen handen op zijn
knie.
„Ik zal je zoo openhartig mogelijk eens iets zeggen,"
sprak zy met eenigszins bevende stem. „Je zult het
liet kwalijk nemen?"
Een seconde zat zij bewegingloos. Toen stak hij be
daard zijn pijp in zijn zak en greep haar bij de slanke
polsen „Spreek op!" zeide hij.
Haar gelaat was opgeheven, en haar oogen zagen in
diepen ernst en vragend in de zijne. Toen zeide zjj:
„Je weet, wij zijn geen vreemden voor elkander. Dat
zjjn wij van den beginne af niet geweest. Wij zjjn begon
nen als kameraden, niet waar?"
„Indien ik de rem niet had aangezet zouden wjj op
het oogenblik getrouwd zijn geweest." zeide Burke.
„Ja," zeide Sylvia. „Dat weet ik. En juist dat
maakt mij zoo intiem met je. Doch voor jou is het wat
anders. Ik ben een volslagen vreemde voor je. Je hebt
me nooit ontmoet of iemand zooals ik. Is het wel?"
„En ik heb ook nog nooit iemand gevraagd met rnjj
te trouwen," klonk het antwoord van Burke.
Wendt vervolgd.