Alieieei Nitows- Dames Slobkousen Woensdag 21 Decembér 1927. 70stte Jaargang No. 8173. Eerste Blad. nge naar van aan den Langendijk. t notulenyerslag over gascorruptie Feuilleton. HET KASTEEL VAN GRANIET Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. L. BOLTE - SCHAGEN van Eigene y e wenw if alle l plaats l 1 van haam, lostatio vol» itie die( 1.1. w< te doölj t' genom U erop la andi nwoordj nten, L dustrie van Dloc Haa en is deze al1 !h is stat er uitt «ma«, rnen 5i SCHAGER COURANT. blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur. vorden Adver- lön nog zooveel mogelijk in het eorstuitkomond nummer geplaatst. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden 11.05. Losse nummers 0 cont. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel moor 20 cont (bowijsna inhegrepon). Grooto lettors worden nnar plaatsruimto horekond. IT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. van o UÖ zutvj rden; d« jeüc aHe lm schrijft ons uit Langendijk; on hes lm lezers van de Schager Courant is ongetwijfeld aan i wel bijgebleven de globale inhoud van het notulen- lat de 1 ilag der gascommissie, voor zooverre dit betrekking het ovei °P de in die commissie gehouden besprekingen om- at de beweerde gascorruptie, die zich ook zou heb- ingevreten in het bedrijf van de Gemeenschappe- j 1 Lichtbedrijven aan Langendijk en St. Pancras. 0 ie met oordeel en onderscheid lezende krantenlezer ft zich dan ongetwijfeld als allereerste opmerking vraag gesteld, wat toch wel de aanleiding mocht we- ?e<f&>8 t dat d*e gascommissie nu in dit geval de notulen ;h 6*tens0 in de kranten laat opnemen, terwijl anders poere meeste moeite niet een kort verslag van za- JSr ike besluiten kan worden verkregen. Het wil ons voorkomen, dat er veeleer aanleiding zou zijn, be- ikingen over zakelijke onderwerpen te publiceeren voigent t nu uitgebreide notulen in de kranten te lanceeren i besprekingen, die het teerste van den mensch be- één i ffen. zijn ongerepte eerlijkheid, zijn eer. Het publiek lid we >kt zoo graag „iets" achter een beschuldiging en de mtribut ening wil er zoo graag in, dat groote heeren elkaar jaar, d trne dekken. >ntribut tVe vermoeden dat de Gascommissie nu tot publica- jaar, dt van de notulen is overgegaan, om juist aan het iliek het wapen van verdachtmaking uit de hand te an dat het anders zou hebben gehanteerd door te gen: dat onderzoek is in 't geheim geschied, het 182 iliek weet er niets van. H de Gascommissie met deze wijze van doen het pu- 1 sk zal hebben bevredigd, sterker, of het den direc- ons sti ir> aan wiens reputatie de laster (zie verslag) nu euwe 1 ds 200 smakelijk knaagde, met deze wijze van onder- 300 K en publicatie een dienst heeft bewezen, wjj dur- h ahet in allen ernst betwijfelen. En wij doen dit me de kaa? °P Sfrond van het oordeel van verschillende perso- n, wien alle zucht tot zijdelingsche verdachtmaking de stiel ^aater vreemd is. van d 0m dit nader te belichten behoeft men nog niet een te drui psychologische studie van den mensch te bben gemaakt. Nadenkende menschen (en met deze billiik i bben we alechts diaken, daar niemand, zelfs hij, nu k 01? de meest onverdiende wijze wordt beschuldigd, gen lastertongen gevrijwaard blijft) gaan vergelijken, dat h ^ten» combineeren, logische gevolgtrekkingen ma- x aans dit ond rhavige geval, vraagt men zich in de eer- i plaats af, waarom nu de notulen worden gepubli- oiü jï erd, terwijl in andere gevallen, waarbij het ging om ir gewichtige quaesties, het publiek van alles onkun- wordt gelaten. De Gascommissie meene niet, dat a andero besprekingen niets uitlekt. Meer dan ze wel rcwezei En zoo zijn er verschillende zaken een „publiek ister, d ibeim", die dat zelfde publiek beoordeelt, veroordeelt, repel e |6(j_ 0f afkeurt, naar gelang van den kijk, al of niet invloed door symphatiën of antipathiën, welke „men" de zaak in quaestie heeft. Is daarvoor dan geen lavra&l nleiding bij andere besprekingen? .zoo redeneert het bliek. erng of Nog zeer kort geleden is de wenschelijkheid bepleit, van o| i pers tot de vergaderingen toe te laten; afgestuit .brieken ituurlijk op „wettige" of wettische bezwaren. bloot nen di urszaal Bestwil te stel' DOOR ETHEL M. DELL Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS. EERSTE DEEL. lij lachte in antwoord, en zij voelde zich vreemd- irtig verlicht. Alle gedwongenheid en verlegenheid ren van haar afgevallen. Zij ging rechtop zitten en lp hem het festijn gereed zetten, ye spijzen waren zeer eenvoudig, doch zij vond ze ™®achoots naar haar zin. Zij bediende zich met wel- tföv&Üen van de door Mary Ann gemaakte boter. »Jk kan ook boter maken," vertelde zij hem nu. 'ibrood bakken?" vroeg Burke. "V knikte lachende. „Ja, en snoepjes klaarmaken en verstellen ook. Wie verstelt jou kleeren? Mary r J'P* doe bet zelf," antwoordde Burke. „Ik kook ook f vW«ineer Mafy ■^Jln vacantie neemt. Doch ik heb KJ r"huisjongen, Joe, voor het andere werk. En vi 6j nog een meisJei veel leelijker dan Mary Ann, i ï- vemante van die wij Rosa noemen, een ^ortmg van de Schoone Rosamunde. Heb je Rosa vervolg °«aiet gezien?" róiasta- jRq van Sylvia bracht een glimlach op zijn gelaat. ee^ ?ee,r aanstekelijke lach. Hoewel zjj bijna ,un °nd me^ lachen ophield was het de oorzaak, dat ©t Be-hfiU jr gesprek door een zekere mate van opgewekt- b^fcen j ^kenmerkt. Toen de maaltijd was afgeloo- )p éét reiUÏÏfv-i t S M weer door hem weggebracht, en Dnt i beslist haar aanbod om af te wasschen. keil' j«'' ^an Mary Ann morgenochtend doen," zeide 10^ia z^' nu wilde Sylvia weten. fon>-c^v^aïnrr"aast ^laar zitten en bracht zyn pijp te v&aroP nietig "het huis.^" hm eigen h<ltten" Zii Sla" 3 /9é or ^;U1 andem in het huis vroeg A" antwoordde Burke. ka,n&.CiteJpl?t.5eline: stiIte- De schemering wa. in rittenduieterni. overgegaan, doch er lag een «Ma glan. ever d. hwvei., die Uder voorbügaaad De Gascommissie vergadert toch niet in een glazen huis, zoo wordt den onbescheidene toegevoegd. Wij zijn intusschen gansch niet overtuigd, waarom het publiek niet weten mag, wat in de bijeenkomsten, die dan een voorloopig karakter zouden dragen, niet voor openbaarheid vatbaar is. Als dat dan zoo is, zoo redeneert men terecht, is het ook wettig niet geoor loofd, van deze besprekingen een verslag aan de pers te verstrekken. En zoo zijn er tal van overwegingen, die er toe lei den, dat argwaan wordt gekoesterd, juist als gevolg van het uitzonderlijke van dezen maatregel. We gaan daarop nu niet verder in, allicht dat de voor zitter van den raad van Zuid-Scharwoude de pers an ders zou verwijten, dat ze veel kwaad sticht, door over sommige onderwerpen haar meening te zeggen, zooals dit indertijd bij de verdeeling van de winst uit de Lichtbedrijven aan de pers werd ten laste gelegd. Dat dit echter alleen moest dienen om het gebrek aan ar gumenten te bemantelen, moge blijken uit het feit, dat diezelfde voorzitter de pers expresselijk tot een bijeenkomst uitnoodigt, als hij ze gebruiken wil om eigen meening kenbaar te doen maken. Onze meening nu, dat de gevolgde wijze van han delen allerminst geschikt is, om aan allen laster, waar aan de directeur zou bloot staan, den kop in te druk ken, berust op de volgende overwegingen. Uit de ge houden besprekingen kan de lezer niet opmaken welke bescheiden hebben uitgemaakt, dat Ae beschuldiger valsch beschuldigt. En dit te meer, waar deze niet heeft gepreciseerd, waarin de corruptie bestaat. Wil men de beschuldigingen ontzenuwen, dan dient men den beschuldiger te sommeeren, nauwkeurig aan te geven waarin de corruptie bestond. Nu is alleen door Van der Stel geschreven, dat de fabriek te Noord- Scharwoude ook bij de corruptie betrokken was. En men heeft hem niet in de gelegenheid gesteld zijn beschul diging waar te maken. Begrijpt de Gascommissie niet, dat ze met dit te verzuimen, den laster vrij spel laat (en 't was haar immers met haar publicatie te doen om allen laster den kop in te drukken en het publiek grond geeft tot de bewering: zoolang de beschuldiger zijn beschuldiging niet kan waar maken, is een be slissing omtrent de onschuld wel wat voorbarig. Wij nemen intusschen aan ,dat den directeur geen blaam treft, en, als we dan ook lid van de Gascom missie waren geweest, zouden we met kracht en klem hebben aangedrongen op het toelaten van den beschul diger om hem de al of niet vermeende feiten te laten betichten. Dan alleen is men van een zuivere recht spraak zeker en ontgraaft men allen redelijken grond aan praatjes en verdachtmakingen. Nu is dit niet gebeurd, en de wijze, waarop men in den raad van Oudkarspel de leden belet, hun tegenge stelde meening van de manier van onderzoek te uiten, doet geen goed aan het toch al geschokt vertrouwen in een nauwkeurige controleering van een beschuldiging zooals hier geuit. Wil men de publieke opinie tevreden stellen, dan haar vertegenwoordigers geen slot op den mond ge legd. De raad van Zuid-Scharwoude maakt dan wel school in zijn onderdrukken van de vrijheid van mee- ningsuiting, nu ook de gemeenteraad van Oudkarspel met 4 tegen 3 stemmen, een raadslid belet, het woord over een aanhangige quaestie te voren. Den directeur, dien we onschuldig gelooven, wordt daarmee een zeer slechten dienst bewezen. Al moge het dan waar zijn,, dat er ook geoordeeld wordt, dat het voorstel, om over de zaak niet te spreken, werd aangenomen, omdat het van de soc. dem. kwam, ook dit gaat niet op, aangezien nog kort geleden een soc. dem. raadslid in Zuidschar- woude meehielp te beletten, dat burgerlijke raadsle den, nota-bene nog wel hun eigen voorstel, verdedig den. Hoe men dus de zaak ook draait of keert, een on derzoek tegen te houden, dat het volle licht op deze zaak werpt, is spelen in de kaart van hen, die niet op- oogenblik scheen toe te nemen. Weldra werd het geheele „veldt" door het maanlicht overstroomd. Met een zeer benauwd stemmetje zeide Sylvia einde lijk. „Mijnheer Rangerl" Het was de eerste maal dat zij hem bij zijn naam genoemd had. Hij keerde zich onmiddellijk tot haar. „Noem m\j Burke!" verzocht hij. Het klonk bijna als een bevel. Zij keek hem even scherp aan als hjj haar aangezien had, „Burke in dien je het zoo wiltl" zeide zij. „Ik zou eens met je willen praten, en je bedanken voor je grootmoedigheid jegens mij, en... om plannen te maken voor de toe komst." „Eén oogenblik!" merkte hij op. „Heb je alle gedach ten om te trouwen met Guy, voor goed laten varen?" Zij aarzelde. „Ik veronderstel het," sprak zij lang- „Heb je nog niet tot een vaat besluit kunnen komen?" vroeg hij. Wederom aarzelde zij. „Indien indien hij terug mocht komen..." „Hij zal terugkomen," viel Burke haar in de rede. Zij schrok. „Zal hij?" „Ja, hij zal." Zijn stem drukte vaste overtuiging uit, en om de een of andere reden klonk zij haar wreed in de ooren. „Op een goeden dag zal hij zich weer ver- toonen. Dat doet hij altijd. Ik ben vrijwel de eenige man in Zuid-Afrika, die hem niet binnen zes maanden de deur zou uitjagen. Dat is hem bekend. En daarom zal hij terugkomen." „Je bent zeer goed voor hem/' zeide zij met zeer zachte sterrn. „Neen, dat ben ik niet; niet bizonder. In ieder geval weet hij hoe ik over hem denk." Burke sprak langzaam. „Ik heb voor hem gedaan wat ik kon, doch hij is een van mijn mislukkingen. Je zult je het denkbeeld moe ten inprenten, dat hij een vent is, die niets waard is. Is dat reeds tot je doorgedrongen?" „Het begint tot mij door te dringen," zeide Sylvia bijna onverstaanbaar. „Dan kan je onmogelijk wenschen met hem te trou wen," vervolgde Burke. Zij sloeg de oogen neer voor de scherpte van zijn blik. Zij wenschte dat het licht in het Oosten niet zoo snel wies. „De vraag is, wat staat mij te doen?" zeide zij. Burke bewaarde een oogenblik het stilzwijgen. Met een licht gebaar, dat van eenige verlegenheid had kun nen getuigen, hernam h\j: „Ik veronderstel, dat je hier niet wilt blijven?" Zij zag weer snel op. „Hier - op deze farm, bedoel je?" »/Ja." Hij sprak kortaf, doek er lag eenige warmte houden van corruptie te spreken. De soc.-dem. hebben aangekondigd in het nieuwe jaar op de quaestie terug te komen, wat wij ten zeer ste toejuichen. Het is dan voor den directeur, die van corruptie wordt beschuldigd, en deze beschuldiging in handen der Justitie stelt, te hopen, dat niet nogmaals aan die leden het zwijgen wordt opgelegd, want wij vreezen, dat in geen enkelen gemeenteraad een meer derheid wordt gevonden, om de zaak zuiver te stellen, zooals men dat in Oudkarspel wenschte. In Broek op Langendijk immers, is de quaestie al voor kenisgeving aangenomen;, in Zuid-Scharwoude doet zelfs een soc.-dem. er aan mee, zijn mede-raads leden te beletten, eigen voorstellen te verdedigen; in St. Pancras is nog een klein kansje. Maar aangezien het duidelijk is, dat, aan de hand van het reglement op de lichtbedrijven, de Gascommissie niet tot revisie van zijn beslissing zal overgaan als niet minstens 3 ge meenteraden, daartoe het verzoek doen, zullen zij, die met het bekend geworden onderzoek niet tevreden zijn, naar middelen moeten omzien, teneinde alsnog voldoe ning te krijgen. Het lijkt ons toe, dat dit niet moei lijk zal en kan zijn. De democratische raadsleden in Oudkarspel, wien het vrije woord in de raadszaal is ontnomen, nemen het initiatief tot een vergadering, waarop die raadsleden worden uitgenoodigd, welke ook niet tevreden zijn met het onderzoek. Het is niet on mogelijk, of op zoo'n bijeenkomst zullen nog andere onderwerpen aan de orde komen, die een vreemd licht zullen werpen op toestanden, die in sommige gemeen ten nog heerschen. Zeker is het echter, dat geen meer derheden in de gemeenteraden de minderheden kunnen beletten, al zal het dan buiten raadsvergaderingen zijn, in dezen hun plicht te doen. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 19 December. OMZETTING VOORW. STRAF. De eerste izaak, eventueele ten uitvoerlegging eener voorw. straf contra A. B. te Wogmum, ver oordeeld wegens 'diefstal tot 3 maanden gev. Deze zaak wordt als naar gewoonte met gesloten deuren behandeld. De voorw. straf zal op veroordeelde worden ge- executeerd. VERDUISTERING VAN GROENTEN, BESTEMD VOOR DEN INMAAK. De vocxrmalige magazijnmeester eener conserven- fabriek te Medemblik, J, W. L., heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van tuin- en snijboonen die hij aan de huismoeders heeft verkocht, terwijl hij' de opbrengst ten eigen bate heeft aangewend. Verdachte stond te dier zake reeds vroeger terecht, doch was toen niet verschenen, reden waarom de zaak tot heden werd uitgesteld. Verdachte, die er kent, heeft zich ook vroeger reeds aan een dergelijke boonenfraude sohuldig gemaakt^ doch is toen in dienst van den conservenfabrikant gebleven, de ONTVANGEN: effen en geruit f3.15. in zijn houding, toen hjj zich tot haar overboog. Een gevoel van dankbaarheid doortintelde haar. Zij stak hem zeer hartelijk de hand toe. „Hoe jammer, dat ik geen jongen benl" zeide zij met oprechte spijt in haar stem. Hij greep haar hand en hield deze vast. „Zou dat eenig verschil maken?" vroeg hij. Zij zag hem met een vragende blik aan. Het was moeilijk, zijn gelaatstrekken in de duisternis te lezen. „Alle verschil, vrees ik," antwoordde zij. „Je bent zeer edelmoedig een waarachtig goed kameraad. Indien ik een jongen was, zou ik niets liever verlangen. Doch een vrouw zijnde, kan ik hier niet langer blijven wonen, is het wel? Zelfs niet in Zuid-Afrikal" „Waarom niet?" zeide hij. Zijn hand had zich vast om de hare geklemd; zij drukte op haar beurt de zijne. „Je hebt gehoord, hoe die boer, je vriend, mij heeft genoemd," zeide zij. „Hjj zou zijn opvatting niet wijzigen." „Ik heb hem gezegd, dat hjj je zoo moest noemen," merkte Burke op. „Heb je hem dat gezegd?" Sylvia onderging een schok. Zijn woorden verbaasden haar ten zeerste. „Ja." Er lag een stomme onderworpenheid in zjjn toon. ,Jk moest je op de een of andere manier be schermen. Hjj had ons te Ritzen samen gezien. Ik zeide hem dat je mjjn vrouw waart." In sprakelooze verbazing staarde Sylvia hem aan. Hjj ging meedoogenloos voort. „Het was de eenige weg die open stond. Zjj staan niet op een bizonder hoog moreel standpunt hier, en zooals je zegt, zij zouden hun opvatting niet wijzigen in fatsoenlijken zin. Komt het denkbeeld je zoo verwerpelijk voor? Ben je er beslist tegen gekant?" Er lag iets meesterachtigs in den toon waarmee hjj zijn vraag opdrong. Sylvia had een gevoel alsof zij on der water gehouden werd en gedwongen tot het inslik ken van den een of anderen vreemdsoortig bedwelmen den drank. Zjj maakte een lichte, half afwerende be weging, en in een oogenblik had zijn hand de hare vrij gelaten. „Je hebt er iets tegen?" hield hij aan. Zjj Imeep de handen samen. „Zeg of denk dat alsjeblieft nietl Het is zulk een hoogst onverwacht denkbeeld, en het is wel wat wild ook, vind je niet?" Haar adem ging snel. „Indien indien ik toestemde en den schijn liet voortduren zouden de menschen weldra achter de waarheid komen. Zouden zjj niet?" „Ik ben in het geheel niet voor den schijn," zeide hij. „Maar wat bedoel je dan?" vroeg Sylvia, zich dwin gende met vaste stem te spreken. „Ik vraag je mij te trouwen," zeide hij op even vasten toon. schade heeft hiji toen1 in wekeHjksche termijnen af betaald:. Door het genootschap wordt geadviseerd een voorw. straf. OPLICHTING VAN f L50. De 1 os-arbeider Pieter K„ geb. te Harenkarspel, gedomicilieerd te Haarlem, thans in hechtenis, heeft mej. Timmer, een logementhoudster opgelicht voor de somma van f 1.50, onder het bedriegelijk voor wendsel, dat hü in dienst was gekomen van een graanhandelaar en haar dan dit geld zou terug be talen. In werkelijkheid was hij echter een werkloos zwerver. Toen hij: de daalder te pakken had, ia hij er stilletjes tusschen uitgetrokken. Ei ach vier maanden gev. Verdediger mr. Thomas van Hoorn noemt het geen oplichting, omdat verdachte het plan had tot terugbetaling. Ook wijst pleiter op het geringe be drag en verzoekt een meer clemente straf, in ieder geval aftrek van voorarrest. Verdachte wordt veroordeeld tot 1' maand, met 1 maand aftrek voorarrest. VERNIELING VAN GLASRUITEN. De 21-jarige scheepmaker Jb. L. en zijn vriend, de 15-jarige boerenarbeider Job. S., beiden uit Gralt, staan terecht wegens een gepleegde vernieling op 18 Aug. te Driehuizen, alwaar ziji verschillende ruiten van een leegstaand café annex winkel heb ben ingeworpen, Ten behoeve van Job. die nog valt onder de kinderwetten, opponeert tmr. A- Prins Jr. Daar bet feit gepleegd is in vereeniginig met een meerderjarig verdachte, wordt deze zaak in het openbaar behandeld. De aangerichte schade is niet vergoed. Mr. Prins vraagt aan getuige Visser, of het perceel een verlaten indruk maakte. Getuige bevestigt dit. De Officier vordert tegen le veld. f 90 boete of 30 dagen en tegen den knaap, i 15 boete of 15 dagen tuchtschool. De verdediger brengt ter sprake, dat verdachte S. gunstig bekend staat en dringt aan op een geringe geldboete, zoo mogelijk bij termijnen te voldoen. De Politierechter veroordeelt no. 1 tot f 30 boete of 30 dagen en de tweede tot f 15 boete of 15 dagen tuchtschool, j ALWE ER VERNEElLINlG. De niet-verschenen verdachte Anton M. heeft opl 2 October te Alkmaar een deurruit stuk getrapt, be boerende tot het door den getuige Koelemeij1 be woonde café. De getuige wenacht schadeloosstelling tot een bedrag van f 15.80. De verdachte verkeerde onder den invloed van sterken drank en was door Koelemeij uit het café gezet. Verdaohte, een los arbeider, maakt veel misbruik en is een paar malen veroordeeld. Eisch f 40 boete of 40 dagen. Vonnis i 20 boete of 20 dagen met toe wijzing. RIJWIELDIEFSTAL. De thans in de strafgevangenis gedetineerde va rensgezel Dirk B., heeft te Helder een rijwiel ge stolen en dit te Rotterdam verpatst voor f 3.75. De eigenaar, S. J. de Nes, vliegenier te Helder, had het rijlwiel geplaatst tegen het Bondsgebouw van Minder Marine-Personeel aldaar, alwaar het door verdachte werd' weggenomen. Hijl ondergaat nu een straf van 1 jaar en 3 maanden, ook voor rij wieldiefstal. Eisch 6 maanden gev. Vonnis 2 maan den gev. VERDUISTERING VAN EEN HANDKAR. P. v. K., niet verschenen, heeft te Helder een door hem te Amersfoort gehuurde handkar verkocht en „Werkelijk, meen je dat? Spreek je in waarachtigen Brnst?" Haar stem had een trillenden klank. Zij was plotseling begonnen te beven. „Wees alsjeblieft dui delijk tegenover mij. Je weet, dat ik je nog niet zoo goed ken. Ik moet aan de hier heerschende toestanden zien te gewennen." „Ik ben in volmaakten ernst," hernam Burke. „Je kent mij beter dan de man, voor wien je hierheen ge komen bent om hem te huwen. Een eenmaal getrouwd, zul je beter aan de toestanden hier gewennen, dan op welke manier ook. Dat dient toch wel iets bij je te wegen." „Dat spreekt vanzelf! Dat is duidelijk!" zeide zjj eenigszins gebelgd. „Maar zie je ik heb niemand om mij te helpen niemand, die mij raad kan geven. Ik sta op een weg dien ik niet ken. En ik ben zoo bang een verkeerd pad in te slaan." „Bang!" zeide hij. „Jij!" Zjj poogde te lachen. „Je ziet mij aan voor een zeer dapper persoontje, niet waar? Of je zou met zulk een voorstel niet voor den dag gekomen zijn." „Ik denk dat er pit genoeg in je zit," hernam hü; „doch dat was niet hetgeen tot mijn voorstel de aan leiding was." Hij zweeg een oogenblik. „Misschien is het beter, het punt niet verder aan te roeren," ging hij toen voort. „Ik schijn reeds te ver te zjjn gegaan. Doch, ik verzoek je, wees overtuigd, dat ik het goed meende. Dat is alles!" „Ja, daarvan ben ik overtuigd!" zeide zij. En door een vreemdsoortigen aandrang gedreven, deed zü toen een buitengewoon ding. Zij boog zich voor over en legde haar samengevouwen handen op zijn knie. „Ik zal je zoo openhartig mogelijk eens iets zeggen," sprak zy met eenigszins bevende stem. „Je zult het liet kwalijk nemen?" Een seconde zat zij bewegingloos. Toen stak hij be daard zijn pijp in zijn zak en greep haar bij de slanke polsen „Spreek op!" zeide hij. Haar gelaat was opgeheven, en haar oogen zagen in diepen ernst en vragend in de zijne. Toen zeide zjj: „Je weet, wij zijn geen vreemden voor elkander. Dat zjjn wij van den beginne af niet geweest. Wij zjjn begon nen als kameraden, niet waar?" „Indien ik de rem niet had aangezet zouden wjj op het oogenblik getrouwd zijn geweest." zeide Burke. „Ja," zeide Sylvia. „Dat weet ik. En juist dat maakt mij zoo intiem met je. Doch voor jou is het wat anders. Ik ben een volslagen vreemde voor je. Je hebt me nooit ontmoet of iemand zooals ik. Is het wel?" „En ik heb ook nog nooit iemand gevraagd met rnjj te trouwen," klonk het antwoord van Burke. Wendt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1927 | | pagina 1