AI
4 ultftkvoN!? Dat te» rfj xt«&
Omtrent de genoten bedragen Ut firma Wilson,
heeft de directeur verklaard niet met abiolute zeker
heid te kunnen «eggen, of die bedragen 100 zijn.
Ten opzichte van de wtourcommissies voor de ko
len, heeft de directeur verklaard, wel aens iets te
hebben ontvangen, maar er ie geen sprake van re
gelmatig f0.25 per ton kolen. Informeert u dat eens
bij Berghuiis' Kolenhandel....
De heer Willemse: Dan kom je bij den duivel te
biecht.
De heer Gorter valt boos uit tegen den heer Wil
lemse, dat deze heeft te zwijgen, anders zal hij weder-
keerig telkens interrumpeeren.
De heer Gorter zegt vervolgens, dat hem ten zeerste
heeft verwonderd, dat B. en W. in deze homogeen
zijn, want bij het vooronderzoek is de heer Leguit bij
den directeur geweest en heeft gezegd, 't niet zoo erg
te vinden als hij f0.25 per ton kolen als fooi genoot.
Zoo'n gezegde is toch zeker in strijd met de conclu
sies van het rapport.
Komende tot de conclusies van 't rapport, daar
staat: dat de Gemeente schijnt benadeeld te zijn tot
een bedrag van f2266.85. Nu is 't wel heel gemakke
lijk dat te veronderstellen, maar men moet het waar
maken. Heeft de directeur een afschrift van dit rap
port gehad?, vraagt de heer Gorter.
Voorzitter zegt van niet.
De heer Gorter: Is dat gewoonte in een goede
rechtspraak? Spr. keurt het zeer af. Voortgaande, be
toogt de beer Gorter, dat de gemeente niet benadeeld
is aoor de fooien, die de gasdirecteur heeft genoten.
Van der Stel is zeer positief in zijn bewering, tot 10
retourcommissie wordt gegeven, maar, er rijn direc
teuren, die 't aannamen, en er aijn er, die 't niet aan
namen. Maar zijn er dan bij die leveranciers twee.
prijzen, n.1. verschillend al naar 't al of niet aanne
men der provisie? Dat is natuurlijk niet 't geval, maar
daar blijkt dan uit, dat de gemeente ook niet bena
deeld is; de prijs is 't zelfde, of de provisie wordt ge
noten of niet. Spreker kan dan ook in geen geval
meegaan met de conclusie van 't rapport, daar er ab
soluut geen zekerheid is, dat 4e geaiaenta benadeeld
is.
Tet den heer Bakker maakt 4e keer Gorter ten
slotte de opmerking, dat, wanneer er over corruptie
gesproken wordt, deze zich zelfs uitstrekt tot leden
van Bakker's partij, dat is absoluut waarl
Een oogenblik ontstaat er hierover nu een verwar
de, heftige woordenwisseling tusschen de heeren Bak
ker, Gorter, Willemse en Van Erp, tenslotte door
den Voorzitter met gehamer onderdrukt
De heer Bakker noodigt den heer Gorter uit,, de
woorden door hem over Van der Stel geuit, in een
openbare vergadering waar te maken. Hier zegt ge
leelijke dingen van hem, maar herhaal dat eens op
een andere plaats.
In de 2e plaats frappeert 't den heer Bakker, dat
de gasdirecteur naar Gorter is geloopen met zijn ver
weer, inplaats van naar B. en W. Voor B. en W.
heeft hij echter bij stukjes en beetjes een bekentenis
afgelegd. Maar hij gaat liever naar Gorter en ande
ren, naar vrienden en goede maatjes. Die nemen zijn
partij graag op, maar dat is niet het dienen van het
gemeentebelang.
De heer Gorter: die meneer Van der Stel heeft an
dere dingen gedaan dan fooien aannemen, hij heeft
1 y2 jaar gezeten, omdat hij zich gefden had toege-
eigend uit 't bedrijf.
De heer Bakker: U moet bij de zaak blijven. Met
v. d. Stel kunt u in een openbare vergadering uw
beweringen waar maken. Maar waar de Directeur
volgens het rapport erkend heeft retourcommissies
te hebben aangenomen daar Is 't zeer vreemd, dat u,
meneer Gorter, dat goed praat.
De heer Gorter zegt, dat zelfs de Justitie de zaak
niet aandurft. Een bewijs, dat het geen fraude en
niet strafbaar is.
Voorzitter herinnert er aan, dat Gautzsch zelf be
kend heeft voor den Rechter-Commissaris, dat het
Juist is, dat de retourcommissie is betaald en dat de
geboekte bedragen ook betaald zijn.
De heer Gorter: Ja maar, heeft die meneer dat zelf
betaald aan den directeur, of door een tusschenper-
soon?
Voorzitter: Ja, maar, kijk eens....
Do heer Leguit wijst er op, dat de gasdirecteur aan
Gorter alles heeft willen vertellen, en aan ons niets.
Na verloop van twee- of driemaal hooren, is 't er bij
stukjes en beetjes uitgekomen. De directeur heeft ge
zegd dat hij wel eens een f 0.25 van de kolen had
gehad, en ik heb toen gezegd, als dat eens enkel was
voorgekomen, dat niet zoo erg te vinden, maar dat
sluit niet in, dat ik het geregeld genieten van f 0.25
van elke ton kolen zou goedpraten. De directeur
heeft er telkens wat meer bij bekend. Hij schijnt ech
ter Gorter wel alles te hebben verteld.
De heer Gorter: De man is bij mij gekomen en toen
heb ik hem gezegd: -wil Je hebben, dat ik de zaak
objectief kan beschouwen, dan moet je me de waar
heid zeggen. Ik hoorde toen van wat hij bij *t onder
zoek heeft erkend en heb hem gezegd: dat is zeer
onverstandig, dat moet je liever vandaag dan mor
gen terugnemen.
De heer Leguit: En dat heeft hij nooit gedaan.
De heer Bakker: Hij had verkeerde adviseurs.
De heer Gorter: Ik ga niet het aannemen van
provisie verdedigen, *dat ligt verre vaii me. Maar ik
kan me voorstellen, dat de man in draf zat en din
gen vertelde, die hij nooit had moeten zeggen.
Dt heer Willemse zegt, dat we nu veel behoord
hebben van de slechtheid van Van der Stel. Hij her
innert echter aan Multatuli, die in 1865 zijn Max
H&vela&r de wereld in slingerde».
Niet beieoid tegenover zijn mede-raadslid.
(De heer Gorter: Nu kan ik wel even »aan. Staat
op en begeeft zich demonstratief naar zekere plaats.)
De heer V'illemse: Dat is niet beleefd.
Voorzitter (lachend): Ik kan den heer Gorter niet
beletten naar de W.C te gaan.
De heer Willemse: ....toen ging er een rilling door
het land en het heeft veel meegeholpen tot hetere
toestanden voor de inlanders. Zoo is t in zeker op
zicht ook met Van der Stel. Sympathiek is mij zijn
optreden niet in elk opzicht, maar in dit geval heeft
hij het mes gezet in een kankergezwel, dat, naar ik
hoop, nu uitgesneden zal worden. Het stelsel van
retourcommissies is niet in orde, dat gaat ten schade
van de gemeenschap.
Waarom heeft onze gasdirecteur, als de aanklacht
van Van der Stel dan Taster was, geen aanklacht in
gediend bij de Justitie? De directeur had zich dan
geheel kunnen rehabiliteeren. Maar dat heeft hij niet
gewild, op advies van menschen, die „gewiekster" wa
ren dan hij.
Spr. betoogt, dat Van der Stel niet zoo'n slecht
man moet zijn, als hij wordt geschilderd; reeds drie
jaar geleden heeft hij in de Vereen, van Gasdirecteu-
ren gezegd: maak er een eind aan, dan behoeven er
geen slachtoffers te vallen.
'Nu wordt er gezegd: de directeur heeft dit rapport
niet thuis gekregen, maar hij wist zeer wel, wat er
Saande was. In dit rapport nu staan dingen, die niet
oor den beugel kunnen, zooals Mr. Buiskool zelf
heeft erkend. Wie onzer toch is zoo dwaas te geloo-
ven, dat de leveranciers er niets op leggen?, beta
len zij die retourcommissies soms uit eigen zak? Nie
mand, die 't gelooft! In het verweerschrift, dat ons
raadsleden straks is ter hand gesteld, staat, dat be
wezen moot worden, dat do directeur de provisies
hoeft aangenomen, maar er worden in 't rapport toch
namen genomen, en cijfers genoemd. Hoe durft men
nu nog aankomen met de bewering, dat de gemeente
geen schade is berokkend?
Een verweerschrift. Niet tan B. en W
bezorgd.
Voorzitter: Ik hoor Wer van een verweerschrift, ik
weet niets ven een verweerschrift.
VwwMTTentft mdeïedm ïlehten Vbowfttwr ia, dat
kort voor daaa vergadering da ledan een verweer
schrift van Mr. Buiskool hebben thuis gekregen. Het
blijkt, dat de Burgemeester en de Wethouders dit
echter niet ontvingen.
Voorzitter: Dat la «eer aigenaardig met dat ver
waerschrift, B. en W. zijn er niet mee op de hoogte,
men vond het zeker niet noodig er ons een te zenden.
Ik zal er dan nu in de discussies ook verder geen
nota van nemen.
De heer Willemse, voortgaande, verklaart, dat het
rapport en de conclusies ervan, zijn eympathie heb
ben. Zonneklaar is gebleken, dat de gasdirecteur din
gen heeft gedaan, die niet oorbaar zijn, dat hij heeft
gedaan wat wij noemen een anti-sociale daad, dat hij
^chade heeft gedaan aan de gemeentebelangen.
Naar aanleiding van het „Verweerschrift" merkt
spr. nog op, dat, zooals wij raadsleden hier zitten, we
eigenlijk naar den directeur moeten gaan, hem onze
nederige excuses voor ons brutaal optreden moeten
brengen en op staanden voet zijn tractement moeten
verhoogen.
(Interrupties van de heeren Gorter en Van Erp;
Voorzitter hamert krachtig.)
De heer Gorter antwoordt den heer Willemse, naar
aanleiding van diens woorden over een aanklacht te
gen Van der Stel bij de Justitie, dat die blijkt niet
op de hoogte te zijn met ons strafrecht. Voor de
Justitie rehabilitatie te krijgen, is zeer moeilijk, want
niet Van der Stel heeft te bewijzen, maar de directeur
moet daar bewijzen, en hoe kan hij dat doon uit an
dermans boekon?
De hter Willemse ontkent dit. Niet de aanklager
moet dt schuld bewijzen, maar de aangeklaagde moet
bewijzen dat zijn beweringen tegen den belasterde
juist zijn.
De heer Gorter: Het is precies andersom.
De heer Willemse houdt zijn meening staande,
daarbij gesteund door Voorzitter, die beweert, dat de
heer Gorter beslist abuis ia
De heer De Vries wil den naam Van der Stel la
ten rusten, dat heeft met onze zaak niets ts maken.
De zaak voor ons is: 4# handelingen van onzen gas
directeur, en of des# de gemeente benadeeld heeft, en
dat staat voor spreker vast. Bij het stelsel van retour-
commissies, fooien, provisie, of hoe men 't noemt,
wordt de gemeente altijd benadeeld. Niet alleen fi
nancieel, maar de directeur geeft bij het aannemen
van provisie, zijn zelfstandigheid prijs. Hij is niet
meer vrij tegenover de leveranciers, bij het beoordee-
len van kwaliteit, prijs, etc. Hij weet toch drommels
goed, dat de leveranciers niet uit vriendschap de
provisie verleenen, dat heeft een geheel andere be
doeling. Spr. meent, dat de directeur hoogst lakens
waardig heeft gehandeld.
De heer Van Nuland wijst er op, dat de heer Bak
ker B. en W. dank zegt voor de wijze, waarop zij
deze zaak hebben behandeld en heeft spr.'s naam
genoemd. Spr. heeft, toen de heer Bakker op een
onderzoek aandrong, gevraagd of dat wéér een ver
dachtmaking was, want in comité heeft de heer Bak
ker een achtbaar ingezetene verdacht gemaakt en
na onderzoek bleek, dat de bewering van a tot z ge
logen was en de heer Bakker heeft toen in comité
niet anders kunnen doen dan den Voorzitter zijn
excuus te maken. Spr. is het met den heer De Vries
eens, dat de directeur lakenswaardige ^handelingen
heeft gepleegd' en dat hij waar dat gebeurd was, niet
vrij had gestaan. Spr. zegt evenwel niet dat de ge
meente daardoor is benadeeld en oordeelt het ook
niet juist, dat Van der Stel geraadpleegd is. En het
zijn juist de redeneeringen van Van der Stel, waar
om het rapport van B. en W. is gebaseerd. Maar spr.
weet van iemand die boven Van der Stel heeft ge
staan, dat deze niet is veroordeeld wegens corruptie-
ve handelingen, doch 1 y% jaar gevangenisstraf heeft
gekregen, omdat hij de gemeente Schoten had bena
deeld door een bedrag op den prijs te leggen. Spr. oor
deelt dan ook het rapport subjectief en negatief. Het
zijn niet anders dan vage aanduidingen van Van der
Stel, niets is bewezen. Een vorig college van B. en
W. was er mee op de hoogte, dat do gasdirecteur
fooien ontving, daarop is in verband met salarieering
wel gewezen, en waarom heeft dat college dan niet
eerder ingegrepen? Spr. zou willen volstaan met den
directeur een schriftelijke berisping toe te dienen.
De Voorzitter wijst er op, dat do heer Van Nuland
heelemaal mis is als hij zegt, dat het rapport in
hoofdzaak is gebaseerd op wat de heer Van der Stel
heeft gezegd. Spr. wijst op de bekentenissen van
Gautzsch en Wileon, dat is de naakte waarheid. En
dat het B. en W. bekend zou zijn dat de gasdirecteur
fooien kreeg, is absoluut onjuist. Indertijd is den gas
directeur sarcastisch gezegd, dat hij er wel wat van
zou hebben en toen werd de gasdirecteur erg boos,
hij werd rood en wit van kwaadheid en waar ik, zegt
spr., hem dat vroeg, begreep de gasdirecteur niet,
hoe ik zoo iets kon zeggen. Spr. wil niet alles in
't publiek zeggen, maar als spr. bekend was geweest
dat fooien werden aangenomen, dat zou hij het er
niet bij hebben laten zitten.
De heer Bakker zegt, dat er toch een justitioneel
rapport is, staten van de politie?
De voorzitter zegt van geen rapport, wel staten, en
die berusten hier.
De heer Gorter vraagt opnieuw, waar Berghuis' Ko
lenhandel blijft. Om het bedrag gaat het bij spr. niet.
Ook spr. kan de handelingen niet goed vinden, maar
het gaat er om of de heer Blaeser de gemeente bena
deeld heeft. Dat de directeur niet vrij zou staan, zoo
als de heer De Vries zegt, heeft ook spr. gevoeld en
daarom heeft hij buiten den gasdirecteur om, aan de
gasfitters gevraagd of er wel eens materiaal gekeurd
werd. Zoowel Van der Ben als Burger antwoordden
bevestigend, evenals op de vraag of er wel eens ma
teriaal teruggezonden werd. De directeur liet zich dus
niet bepraten door leveranciers, maar het was een
gewoon fooienstelsel Benadeeling van de gemeente
is dus uitgesloten.
De heer Willemse zegt, dat iedereen toch zal be
grijpen dat een leverancier de bedragen niet uit zijn
privé portemonnaio zal betalen.
De heer Bakker wijst er op, dat uit het rapport
blijkt, dat de gasdirecteur alleen dat heeft losgela
ten, wat hij kwijt wilde zijn, of los moest laten. Spr. is
van oordeel dat er overstelpende bewijzen zijn en
heeft de overtuiging dat er nog meer bekend zou ge
raakt zijn als de Justitie meer onderzocht had.
De Voorzitter: Ja, dat is een flater geweest van dé
Justitie, dat ze op één dag niet alle boeken in be
slag heeft genomen.
Hoa ex-wethouder Van Erp er over denkt
De heer Van Erp zegt, dat 3 jaar terug er een rap
port over de liohtbedrijven moest wezen, waarbij het
er om ging dat de gasdirecteur en de heer Schoorl
als accountant geen vertrouwde ambtenaren zouden
zijn. Het heeft toen spr. bevreemd, dat de Voorzitter
dergelijke motieven slikte en niet gevraagd had, waar
zijn de bewijzen. Het rapport is destijds goed geweest,
de naam van beide heeren was boven allen twijfel ver
heven. Spr. heeft toen een motie ingediend, waarvan
de strekking was, of wij nu met oneerlijke ambtena
ren moesten werken of dat er afkeuring over zou
worden uitgesproken over het besluit van het college
van GB. en w., dat zonder goedkeuring van den Raad
dat onderzoek had doen instellen. De motie is toen
verworpen met 0 togen 5 stemmen, de heeren wil
den er niet aan. Spr. heeft spijt dat nij toen de motie
heeft ingediend, want het blijkt nü dat de gasdirec
teur verkeerde handelingen heeft gepleegd. Trou
wens we konden eigenlijk wel aannemen, dat de man
die dat onderzoek instelde, daarvoor zijn motieven
had. Want hij wat 't die den gasdirecteur geld in zak
zak wilde stoppen. Het was de ex-wethouder Trap
man, het ex-Statenlid, die dit wilde doen. Spr. wijst
er op, dat do heer Trapman toen Blaeser niet ver
trouwde en welke motieven er toe geleid hebben om
den beer Schoort niet te vertrouwen, spr. weet het
niet, maar als de heer Trapman dat voorsttl deed,
«al hij tr zijn motieven voer hebben gehad en liep
hij met het leren van den heer Schoort tn zijn eak.
De Voorzitter begrijpt de rsdeneering des heeren
Van Erp niet en vraagt wat de heer Trapman den gas
directeur in zijn zak wilde stoppen?
De heer Van Erp zegt, dat dit is gebeurd, toen de
gasdirecteur oen rekening betaalde. Spr. wil aanne
men, dat toen de heer Bakker op onderzoek aan
drong, hij niet is gestuurd en dat het Dag. Bestuur
met de beste bedoeling het onderzoek heeft geleid.
Spr. betwijfelt echter, of de heer Leguit daarbij wel
de juiste manier heeft gevolgd, want hij een dergelijk
onderzoek zou spr. niet de minste verplichting op
zich willen nemen en geen belofte willen doen den
directeur te willen sparen. Spr. zou niet anders dan
de waarheid willen. Bovendien, het getuigt niet van
menschlievendheid als men zich tot de Justitie
wendt
Wat Van der Stel betreft, spr. heeft de bewijzen
hier liggen, dat deze liegt. Ettelijke firma's hebben
spr. geschreven, dat Van der Stel liegt. Spr. noemt
den Goffin-ovenbouw van f14700, waarop wel f2000
opzetgeldd zou zijn en wat in 'n schrijven wordt ont
kend. Spr. noemt verder de machinefabriek Holland
en Karl Hasters, waarmee geknoeid zou zijn. Waar
zijn de bewijzen?
De Voorzitter vraagt of de heer Van Erp dan die
brieven van leveranciers als bewijzen beschouwt.
De heer Van Erp: Vertrouwt U wel Van der Stel?
De Voorzitter: Die kent het klappen van dc zweep.
De heer Van Erp wijst er dan op, dat niet bewe
zen is dat de directeur de bedragen van Gautwch en
Wileon inderdaad heeft ontvangen.
De heer Schoorl: Dat is advocaterie.
De heer Van Erp voegt den heer Sehoorl iets toe,
waarbij hij het heeft over het «ich wenden tot A.
Jonk van Kolhorn. Spr. hoort, dat de gasdirecteur
geen afschrift heeft ontvangen van het rapport van
B. en W.
De Voorzitter wijst er op, dat de directeur toch be
kend is met wat in het rapport staat. Het is trou
wens geen rechtzaak.
De heer Van Erp zegt, dat de Voorzitter de stuk
ken rechtstreek* van den Officier van Justitie terug
gekregen heeft, ae behoorden daar niet thuis.
Voorzitter zegt, dat de heer Van Ere abuis is, spr.
heeft de mededeeling ontvangen dat de stukken aan
den Officier van Justitie zijn verzonden.
De heer Van Erp merkt op, dat hij (spr.) moet
rechten.
De Voorzitter, wanhopend: Wat hier een halve ge-
leerden!
De heer Van Erp vraagt zich dan nog af, of B..
en W. de zekerheid hebben dat bij; 't werk dat thans
onderhanden is, geen opzetgelden zijn?
De heer Bakker zegt, dat Van Erp blijkbaar het
rapport niet goed heeft gelezen en waar we hier toch
voor ons plezier zietten, er is publiek genoeg, zou spr.
willen dat het rapport nog werd voorgelezen. Het
justitioneel onderzoek wordt steeds op den achter
grond geschoven.
De heer Gorter wil juist het justitioneel onderzoek
afwachten. Spr. wil ook Berghuis' Kolenhandel hoo
ren en wil dat de justitie dan ook de menschen hoort
die de fooien betaald zouden hebben.
De Voorzitter zegt, dat de heer Gorter ons op een
dwaalspoor wil brengen.
De heer Gorter zegt, dat het hier is: la mortsans
phrase en noemt opnieuw Berghuis' Kolenhandel.
Hoe kan die genoemd worden?
De heer De Vries: Dank zij de bekentenis van den
directeur zelf.
De heer Willemse wijst er op, dat het niet gaat om
het bedrag en dus Berghuis' Kolenhandel gerust
buiten beschouwing kan blijven. Toen de heer Van
Erp zich beriep op de verklaringen van de leveran
ciers, heeft spr. even moeten lachen, want wat denkt
de heer Van Erp, dat die in hun eigen strop zouden
loopen?
De heer Gorter vraagt, of de Voorzitter zioh ver
antwoord zou achten tegenover het huisgezin van
den gasdirecteur, als deze het door B. en W. voor
gestelde bedrag in de kas van het bedrijf stortte on
het bleek later dat hij de gelden van Berghuis' Ko
lenhandel niet had ontvangen.
De Voorzitter vraagt, of het er bij den heer Gorter
in wil, dat de directeur niet weet of hij die gelden
ontvangen heeft.
De heer Gorter wijst er op, dat het den Voorzitter
bekend is, dat de gasdirecteur niets meer wist als
nij zijn opschrijfboekje niet bij zich had.
De Voorzitter meent, dat hij wel zal weten of hij
giften gehad zal hebben.
De heer Schoorl: Hij zal zijn opschrijfboekje kwijt
zijn.
De heer Leguit wijst er op, dat de directeur tegen
over B. en W. niets blijkt te weten, en tegenover
den heer Gorter wel. Tegenover B. en W. zegt hij
eerst niets te hebben ontvangen, later, dat hij wel
wat heeft ontvangen, weer later meer en tenslotte
weet hij het niet meer.
De heer Van Erp wijst op de mogelijkheid dat een
verkeerde het bedrag voor den gasdirecteur be-
stemr, heeft ontvangen. Is het college van B. en W.
overtuigd dat hij de gelden van Berghuis' Kolen
handel heeft gehad?
De Voorzitter: Ja, dat heeft hij zelf bekend.
Wethouder Schoorl aan 't woord.
De heer Schoorl zegt, dat er terecht op gewezen is,
dat Van der Stel er teveel bijgehaald ls en de heer
Gorter neemt zelfs de hoovaardige pose aan, dat hij
niet in debat met den heer Van der Stel zou willen
treden. Dat moet de heer Gorter zelf weten, maar
spr. zal verklaren waarom B. en W. dat wel hebben
gedaan.
Spr. wijst er dan op, dat B. en W. den directeur
in de gelegenheid hebben gesteld de zuivere waar
heid te zeggen, maar die goedbedoelde poging door
den directeur mislukt is geworden. Zeer noodge
dwongen heeft hij een paar maal wat losgelaten,
omdat hij zag, dat het anders op een andere manier
bekend Werd. Welken weg moesten B. en W. nu an
ders op, om gepreciseerd te krijgen wat in de bladen
vermeld stond, dan den heer Van der Stel te hooren
als de directeur weigert inlichtingen te verstrekken?
Zoo goed als men den beschuldigde hoort, dient men
dan den beschuldiger te hooren. B. en W. hebben
niet zonder meer de beschuldigingen aanvaard, want
dan zouden ze wel met andere cijfers zijn gekoisqn.
Men wraakt het, dat de beschuldigde geen afschrift
va het rapport heeft ontvangen, maar iemand die in
geen enkel opzicht voldoet aan het verzoek om de
waarheid te zeggen, verbeurt elke toegevendheid, ja
kan er nauwelijks aanspraak op maken, gehoord te
worden. Spr. wijst dan verder op het verweerschrift,
dat blijkbaar aan de raadsleden is toege
zonden, en dat van de hand komt van Mr. Buiskool,
die hier is de spreekbuis van de raadsgroep van
Plaatselijk Belang en den gasdirecteur. Reeds vanaf
den aanvang van het onderzoek dat B. en W. zou
den instellen, tot den dag van vandaag, hebben de
beide heeren raadsleden van Plaatselijk Belang en
Mr. Buiskool en de gasdirecteur zich uitgeput in
conferenties en was er een soort agitatie tegen B.
en W. Dat het verweerschrift alleen ls gezondon
aan de raadsleden en is onthouden aan de wethou
der», is nog erger dan dat B. en W. den gasdirecteur
geen afschrift van hun rapport hebben gezondon. B.
•n W. htbbtn den gat directeur niet meer waardig
geacht om hem medsdetlingen te doen.
Blijkbaar is de raadsman van den gasdirecteur
de spreektrompet van Plaatselijk Belang en spr. zal
het verweerschrift niet lezen. Maar spr. wil er op
wijzen dat het oordeel van den heer Buiskool is een
betaald oordeel, terwijl wij niet worden betaald,
maar ons oordeel naar ons gevoelen moeten uit
spreken en hot belang van de gemeente in 't oog
moeten houden. En dat de heeren van Plaatselijk
Belang op deze wijze optreden, spr. kan het begrij.
pen, want het moreel begrip is bij hen niet sterk
ontwikkeld.
De Voorzitter hamert en verzoekt den heer
Schoorl dergelijke dingen niet te zeggen.
Do heer Schoorl zegt, geen dingen te zeggen die
hij niet bo wij zen kan.
heer V
iervou<
fsn dei
hee C
aardig
recteuT
rvergel
,er va*
ld er h
r aan#
hun
i te w
de ro
IJ UI «71. ÜUVYIj/A:U AlUi.
De Voorzitter: Maar dat heeft niets te maken met w,„,
den heer Blaeser.
Insinuaties en verstandelijke vermogens.
De heer Schoorl vervolgt don, dat wat de dwaze
insinuaties van den heer Van Erp betreft, als deze
de beschikking had over normale verstandelijke ver
mogens, spr. hem zou uitnoodigen na afloop der
openbare vergadering in tegenwoordigheid van bur
gemeester en raadsleden die insinuaties te herhalen,
want dan zou het in handen van de justitie komen.
De heer Van Erp: Dat wil ik.
Do hoer Schoorl herhaalt, dat hij dat zou doon als
de heer Vau Erp over normale verstandelijke vermo-
ffens beschikte. Een ding heeft spr. buitengewoon ge-
rappeerd, Hij heeft altijd gedacht bijzonder rustig
te leven, maar nu blijkt dat zijn leven van één man
afhangt.
Spr. komt dan weer terug op de quaestie van den
gasdirecteur en zegt dat de directeur zich jaren lang
schuldig gemaakt heeft aan feiten, die niet door
den beugel kunnen. In het verloop van 14 jaren zal
het bedrag veel hooger zijn dan B. en W. in hun
rapport noemen. B. en W. hebben in oogensehouw
genomen dat hat gepleegde feit een bestaande usun-
ca ls en zij willen daarom verzachtende omstandig
heden in aanmerking nemen.
Spr. wijet op het motief van het te lage salaris,
wat door Mr. Bulskool, blijkbaar weer zijnde de
spreektrompet van de raadsleden van Plaatselijk
Belang, wordt genoemd. Tezamen is het salaris,
met inbegrip van vrij wonen enz., f3500 per jaar,
en er zullen een massa ambtenaren zijn met groot©
gezinnen, die mert minder toe moeten. Om den direc
teur vrij uit te laten gaan, zou al te dwaas zijn. en
onverantwoordelijk van een zeker deel van de raads-
leden, wat spr. gezien hun wanne verdediging, ver- wijst
moedt dat hun bedoeling toch is. Want daarmee [ffende
zou eiken tegenwoordigen toekomstigen ambtenaar
een vrijbrief gegeven worden tot corruptieve han
delingen. 9- en W. zijn tamelijk zachtmoedig, maar
stellen den raad voor, een waardig oordeel uit te
spreken.
De heer Van Erp merkt op, dat de heeren Mr. Buis
kool en Willemse moeten weten wat zij in de cou
rant willen zetten, maar spr. begrijpt niet waarom
Mr. Buiskool de spreektrompet moet wezen van <ie
raadsleden van Plaatselijk Belang. Spr. haalt er toch
ook de Vrijz.-Dem. niet bij. Spr. wijst er op dat aan
stonds het nieuwe jaar ingaat, maar als de heer
Schoorl zoo wil doorgaan, zal hij er geen pleizier
van krijgen.
Spr. houdt zich vast aan de leiding van den bur
gemeester, maar de heer Schoorl zal er berouw over
krijgen, als hij met spr. ruzie krijgt.
heer
|le ui
be>
- Hi
Dus wèl het
heer Blaeser.
verweerschrift van den
iDe heer Gorter wijst er op, dat het geen toege
vendheid zou zijn geweest als de directeur een rap
port had gekregen, maar dat hij' er recht op had.
Nu hem dat recht Is onthouden, lag het niet o^*.ijn
weg om het verweerschrift aan B. en W. te 'zenden.
De Voorzitter: Duis het i» wel zijn verweerschrift
Straks werd dat ontkend.
De hoer Gorter: Dat. voelt U net zoo goed als Ik.
Waar de heer Schoorl spreekt over spreektrompet,
de heer Schoorl moet maar eens zijn hand in eigen
boezem steken en voor zich zelf uitmaken voor wie
hiji hier zit.
Een nieuw voorstel
De heer Bakiker vindt de houding van de heeren
Gorter en Van Erp zoo onsympathiek, dat hij een
nieuw voorstel doet, n.1. om den gasdirecteur per I
Januari 1928 oneervol te ontslaan.
De heer De Vries wijet erop, dat de conclusies in
het raport zoodanig zijn, dat de eiisch clement kan
j worden genoemd. Ook spr. wil de genoemde ver
nachtende omstandigheden doen gelden.
De heer Willemse kan zich niet met het voor
stel van zijn partijgenoot vereenigen en raadt hem
aan het voorstel terug te nemen.
Ook de Voorzitter geeft dit den heer Bakker in
overweging..
De heer Bakiker zegt, dien raad dan te zullen op
volgen.
De heer Van Erp wendt zich nu tot den heer
Bakker en zegt dat deze in zijn particuliere woning
i gezegd heeft, dat Blaesertje wel te zullen krijgen.
De heer Bakker waarschuwt den heer Van Erp
zeer heftig voorzichtig te zijn, want anders «ijm
voorstel te zullen handhaven.
De Voorzitter hamert en zegt, dat het niet te
pas komt, ter sprake wordt gebracht, wat men ia
particuliere woning zegt.
De 'heer Van Erp zegt, bewijzen te hebben en de
waarheid te willen.
De heer Overtoom noemt de handelingen van
den directeur ook verkeerd, al erkent hij, dat er
verzachtende omstandigheden zijn. Van de hoe
grootheid van het bedrag is geen juist denkbeeld té
j"vormen en waar het mogelijk is, dat bedragen voor
den directeur bestemd, door hem niet zijn ontvan
gen. wil spr. zich houden aan de bedragen vam
Gautzsch en Wilson, tot een bedrag ongeveer van
f 1200. Spr. wijst erop, dat hem bekend is, dat som
mige provisies niet op de prijzen der te leveren
materialen worden gelegd. Evenwel, over het alge
meen moet de toestand veranderd worden.
Bij monde van den heer Willemse brengen de M
S D A.P.-raadsleden B. en W. een woord van erken- Wrj£
raad
voora
van
n gé
rking
aag ri
het
wel
et pu
voeri
igte j
heer
van
rzittc
jn, oj
b nie
«Cnoud
brugde
weersz:
•door 1
weth
oerbee
Goed
bï£
Danl
Tuinb
Vere
Vera
►ondv
en V
te ne
dus w
Circi
ens d
bouw
ten de
Weid
van
een
na e
onder
b
en, d£
gevae
best
neen
tenad
Ung
in d
>k hie
it hed
in de:
Adri
m aa'
rbeek
omsti
tsvai
stente
en 1
tgenomi
telijkheid voor de wijze waarop zij deze penibele
zaak hebben behandeld en zulk feitenmateriaal
hebben overgelegd. Met de* voorgestelde straf
hebben B. en W. h.i. den meest gelukkigen weg
weten te kiezen en zij zullen met overtuiging hun
stem aan het voorstel van B. en W. te geven.
De bestrafllng
stemmen.
aangenomen met 7—/
Wa,
'aar de heer Trapman vanaf 1 September 1914
lid van den Raad is geweest, cn dus zijn firma in die
jaren niet aan de gemeente heeft mogen leveren, kan
er alzoo geen sprake van zijn geweest, dat in dien
tijd door den gasdirecteur voor do gemeente een nota
is betaald en is dus daarmee vanzelf uitgefloten, het
geven van een fooi aan hem.
Zie verder 9e gebod (Ex. 20).
Het voorstel van B. en W. wordt vervolgens i»
stemming gebracht en aangenomen met 7 tegen 4
stemmen. Tegen «temden de heeren Van Erp, Over»
toom, Van Nuland en Gorter.
Wraak is zost.
I
De heer Gorter zeg, dat nu de beslissing Is ge
vallen, hij voorstelt, in verband met geruchten,
een onderzoek in te stellen maar de corruptie die
door anderen aan onze gasfabriek zoude plaats
vinden.
De Voorzitter: Bij de werklieden du».
De heer Gorter: Juist.
De heer Bakker zegt, dat bij de heeren van Plaat
selijk Belang de wraak zoet blijkt te zijn. Spr. had
het loyaler gevonden, als men eerder had aange
drongen op dit onderzoek, dan bou deze vieze zaa*
in één slag afgehandeld: «Urn.
oor.'oopj
Met dei
HO de
De hee
lil niet
t 700
foorzit
het
bruik
word
18 VOi
men d
ils 't
eten k
^mee.
De het
Boer
foorii'
)e hei
w(jzei
ae i
heer
Rlicht
etho
'leder
ni<
hec
]en i\
ÉWr,i'
tol,