VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
n.
VOOR ONZE DAMMERS. VOOR ONZE SCHAKERS.
IK
Hf
HS
Hf
hé
Sf
ÜP
st
BI
m
H
BI
BI
li
IÉ
§n
8Ü
f§|§
fH
in
in
ié
ÏH
11
m
BN
éi
B
11
Hf
ÈH
§1
IV
EVENTJES DENKEN.'
„HULST MET BESSEN!
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 24 December 1927. No. 8175
Vraagstuk no 39,
m
m
m
SI
M
m
m
§1
m
ié
m
ii
tf
§n
m
m
9
m
ft
m
Vraagstuk no. 40,
4
3
m
m
w
m
m
m
m
m
-i
m.
M.
m
Vraagstuk no. 41.
Vraagstuk no. 42.
WARE WOORDEN.
OK
iet ra
n sto«
en ra
'enscl
e hej
eft[3
stoffe
va
slui
nwijï
Singei
op
rgado
ïm tij
crking
Rijk»
licht
bouw
f dei
in
waar
ïanke
f zijn
ig ii
Ie vol
dro
onder leiding van GEO VAN DAM.
van S. E. v. d. Meer, Arnhem,
Zwart: 11.
veld
uitge
regen
it ge
l
kaï
van
vel<
dooi
ramt
ala
heeft
beide
saden
a het
O'
regel
ig
niet
d di
loten
chtei
aan-
men
aan-
ver
nu
in
een
iibus,
r nat
moet
i En-
hoop
van
lang-
arbij
atig»
teem
van W. Panly.
(Een Symmetrisch Probleem.)
Zwart: 2.
den
zou
de
v er
wten
Dit
hikt,
latof
dtl
hel
n of
dro-
sn in
iVOP
schi
nvt
an/
rror
i f
ah
at
ar
oen
om
ioor
akte
n('
dl
s in
dor
'ceJ
ko
)tl
hol
Wit: 10
Do diagramstand in cijifers behoort te luiden:
Zwart 11 schijven op 2 5 7 8 10 13 14 19 520 36 en 37.
Wit 10 achljlven op 17 23 28 29 32 34 38 41 43 en 47.
Wit speelt en winti
I
OPLOSSING VAN PROBLEEM NO. 29,
van D r. M. J. Belinfamte, Amsterdam.
De -diagraimstand in cijfers was: Zwart 6 schij
ven op 7—9 19 30 en 37. Wit 6 schijven op 28 38
39 on 4». WH speelt 44-^40 (zfw. 37X46), 28—8311
\46X35 moet reglementair de meeaten slaan!),
wit 23X1 en wint, onverschillig wat zwart nu ook
speelt. Een z.g. „mat-zet"-prob'leem. Met weinig
materieel is hier veel moois bereikt, zooals we van
detren meester-componist gewend- zijn.
o
EEN LEERZAME STELLING.
'Do bekende meester-dammer, W. C. J. Polman, to
Den Haag. de redacteur der rubriek) „Partij-analy
ses" in „Het Damspel", het steeds zoo interessant
en leerzaam officieel orgaan van den Ned. Dambond,
zag met wit een fraaie winst als zwart door als
laat sten zet 11—17 te spelen, de stand gebracht had
als in onderstaand diagram.
Zwart: 15.
WW
vfm
Wit: 15.
Stand in cijfers:
Zwart 3. 5 tot 9, 12 tot 18, 23 en 26.
Wit 27, 32 tot 34, 36 tot 38 40, 42, 43. 45 tot 49.
speelt 3328! Speelt zwart nu 1420 en
dan volgt dam door 37—31, 27—22 enz. Op
5-10 en 14X23 volgt hetzelfde en op- 13 of 1410
«Peelt wit 27—22, 32X21, 46X37, 37—31 enz.
Een mooi stukje uit het practisch spelt
dtl
d
Wit: 8.
De diagramstand in cijfers behoort te luiden:
Wit Ke3, Td3, Tf3, en vijf pionnen op d5, 15, c4.
g4 en e2. Zwart Kei en Le4. Wit speelt en geeft
mat in drie zetten!
o
OPLOSSING VAN PROBLEEM NKX 30.
van Geo van Dam, Baarn.
De diagramstand was: Wit Ka2, Dd2, Pa7, Pd7,
Le6 en pion b3. Zwart Ka5, Dd8, Pa3, Lb4 en twee
pionnen op a6 en c7. Wit speelt als sleuteltzet Dd2
g5ü Op ieder antwoord- van zwart volgt nu onmid
dellijk mat. Op Dd8Xg5 volgt uit Le5Xc7! mat.
Óp pi c7c6, wit Le5c7 mat. Op pd. c7c5 volgt
wit 'Dg5Xd8l Op Lb4c5, wit Leöc3 matl Op Pa3
b5, wit Pa7c6 mat!
o
EEN FRAAI EINDSPEL
van Henri Rinck.
a b c d e f g h
Wit Kc6, D-i3 en Le4. Zwart Kg8, Dh2 en pion f2.
Wit: Leid5t, Df3—17t, Ld5—e4, Df7—f5f.
Zwart: KgS-g7 (h7), K—h6, Kh6—g5l, Kg5—h4.
Le4—f3, Df&—h5t, Dh5-g4,f Dgi—h4.
NaGu !mevernouV^rZichtieh«r-:-
Dh2gl, Kh4g3, Kg3— h2, mat!!
HET GEHEIMZINNIGE VIERKANT.
Men legt met twaalf lucifers een vierkant, dat
weer onderverdeeld is in vier kleinere, even groote
vierkantjes.
De vraag is nu, slechts drie (3) vierkanten over
te houden, die elk van dezelfde grootte zijn als
ieder der vier in het groote vierkant voorkomende
vierkanten, uitsluitend door de verplaatsing van
niet meer en niet minder dan drie lucifers van
de 12 in het hierboven ter constructie opgegeven
figuur. De lucifers mogen, éénmaal verplaatst, niet
nogmaals verlegd worden en daarenboven mogen
geen der 12 lucifers gebroken, over elkander heen
gelegd of op andere wijze „bewerkt" worden.
EEN LASTIGE VRAAG,
Wat is anderhalfderde van anderhalfderde van 10?
OPLOSSINGEN DER PTTZZLES
Vit ons voorlaatsts nummer.
NO. 3L ACHT VIERKANTEN IN ééN VIERKANT.
Men -toekent een vierkant, bijv. van 2 bij' 2 c.M.
Hierin trekt men nu de beide diagonalen en ver
volgens van uit het midden van iedere zijde
een lijn naar het midden van de aangrenzen
de zijde (dus niet naar de tegenovergestelde
zijide!) Aldus trekt men in het geheel vier lijnen,
waarna in het vierkant weer een vierkant is ont
staan. Thans blijkt tevens, dat van de acht gege
ven vierkantjes er vier over de diagonaal in
twee gelijke helften zijn verdeelde En er vier heel
zij-n gebleven. Hoe deze nu tot één groot vierkant
zijn te samen gevoegd, ziet men na de uitvoering
van bovengenoemd© teekening,
I
NO. 32. WIE WAS DE BEZOEKER?
•Het was zijn zoon! D'e vader van dien man (van
dien zoon dus) was hij' (de zieke) dus taelf en hij)
was op zijn beurt weer de zoon van zijin vader!!
Kwast: Tuf f rouw, ik wilde,
dat ik uw hondie was._
ZijIk zou 't vertikken voor
u belasting: te betalen.
ZijIk kan voetballen,
piano spelen en auto rijden.
Hij: Heerlijk! Ik kan naai
en, koken en sokken stoppen 1
44
Een vroolijk Kerstverhaal, door SIROLF.
(Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden.)
f
Het was dol-knusse pan op. huize „Zonnehoek". 'Zoo
als altijd met Kerstmis, Want meneer en mevrouw
Travers noodigden dan de meeste vrienden en
vriendinnen van hunruim twintigjarigen zoon Bram
en ruim negentienjarige dochter Loek uit, om een-
paar dagen te komen logeeren op hun mooi© villa.
Dan was er een huis vol jonge, levenslustige vroo-
lijke menschen. Dan was er een groote kerstboom,
met talrijke vroolijk brandende kaarsjes. Dian
hing er in huis zoo'n fijne dennelucht en- alles was
vroolijk versierd -met dennegroen en mistletoe en
hulst met roode besjes. Et werd dan gezongen en
muziek gemaakt en het huis weergalmd© van vroo-
lijke, jonge opgewonden stemmen. En het begon
natuurlijk al een dag voor Kerstmis. Telkens als er
een nieuwe jonge gast aankwam, werd er een luid
gejuich aangeheven en volgde een uitbundige be
groeting. De heer en mevrouw Tirevers lieten hen
maar begaan. Ze genoten zelf even hard -mee, van
de 'blijde, frissche jeugdstemming. En zoo was het
dit jaar ook weer, op den- dag vóór Kerstmis. Bram
en Loek hadden al een stuk of acht jongelui, „jon
gens en meisjes", in de groote salon binnengehaald
en het gezelschap lachte en schertste luidruchtig
ron'd- den knetterenden haard. Maar toen er opnieuw
gescheld werd en ze uit de verte al hoorden dat
daar Henkie Pot was, sprongen ze allemaal op en
hieven een waar Indiaansch geschreeuw aan, dat
een welkomstgroet moest -heeten. Want ze wisten
allemaal, als Henkie Pot er bij) was, dan gebeurde
er vast iets mals. Henkie Pot had de gewoonte,
zich op de meest ongewone manieren in moeilijk
heden- en kromme situaties t© brengen, meestal
door zijn krasse beweringen en overdreven theorie-
en. Zooals -men dat wel meer vindt bij jongelui
van twintig. Henkie Pot werd dan ook altijd braaf
geplaagd, hetgeen bij: echter goed- verdroeg. Toen
hij nu in de deuropening verscheen, met een blo
zende kleur als altijd hetgeen hem een buiten
gewoon jongensachtig uiterlijk gaf werden er
tien handen naar hem uitgestoken en -met een
vaartje werd hij naar binnengetrokken.
„Leuk zeg, dat jelui hier allemaal zijn," begon
Henkie, toen- d-e eerste begroetingswoede wat gestild
was. „En wat iziet het er hier weer vreeselijk aardig
uit! Bar leuk, zeg, die hulst met roode bessen, en
die mistletoe 1 Hulst met bessen, lui, daar ben ik
gek op! Stapel, gewoonwegl Weet jelui waarom?
Zal ik je vertellen. Kijk eens, mistletoe, met die
witte besjes, dat is een excuus om een meisje te
zoenen, als ze er onder staat, nietwaar? Nu, en
hulst met besjes is eigenlijk precies hetzelfde, dus
je begrijpt.... als ik iemand onder een bosje hulst
met bessen zie staan, is dat voor mij hetzelfde, als-
dat ze onder de .mistletoe stond, snappen jelui....
Nou, en daarom, hulst met bessen vin ik een
reize-mooie plant, er bestaat geen mooier! Wat
zeg jelui?"
Een storm van protesten ging op, van de zijde
van de meisjes. Mevrouw Trevers trok Henkie Pot
bestraffend aan zijn oor en de jongelui maakten
van de gelegenheid gebruik, om snel de hoofden
bijeen te steken. Henkie Pot raakte in gesprek met
mevrouw en meneer Trevers. Er werd naar de
ouders geïnformeerd en haar wederaijdsch-e kennis
sen. Ondertusschen wertd er 'n f-luisterend, opgewon
den gesprekje gevo©rd onder de overige jongelui.
Voordat Henkie Pot zich weer bij) hen voegde,
hadden ze zich echter al weer verspreid, met on
schuldige getzichten. Doch inwendig verkneukelden
ze zich, om wat ze hadden- afgesproken. Eén rvan
hen verdween ongemerkt uit de kamer, om een
oogenblik later weer terug, te keeren. Henkie Pot
werd weer in den kring opgenomen.
„O," riep de blonde Greet Boerman, ik moet even
naar .mijn kamer; ik heb wat vergeten!" En weg
was ze.
Bruid (verontwaardigd)Maar kerel, hoe kun ie ie armi
slachtoffer zóó slaan?
Slager: Ta iuffie, ze loopen niet allemaal zoo sewillie: al'
dat van jou!
Hoe hooger en edeler onze ge
dachten zijn, des te edeler denk-
stroomingen zullen zich tot de
onze aangetrokken voelen. Inder
daad geweldig is de invloed, die er
van ons denken uitgaat.
o
Levensgeluk is alleen te ver
krijgen door een beheersching van
het vermogen om het kaf van het
koren te onderscheiden en zich te
doordringen van het besef, dat
niets, wat den vreemdeling over
komt, zijn innerlijk wezen kan
deren, mdts hij de dingen des le
vens maar in blijmoedigheid weet
te aanvaarden.
o
Men moet zich over tegenslagen
weten heen te zetten als zij een
maal gebeurd zijn en al zijn ener
gie aanwenden om de teweegge
brachte schade zooveel mogelijk
te herstellen;