BRIEVEN OVER ENGELAND.
In het.Jand van Ster en Halve Maan.
55? P> waar r00ds de Jfti Wnir on Btak
Inkoopen roor Kerstmis.
1 Ttrtnk tn t nm4 Mm «r «ro )m Mn
fctlk tn dr. *«nd «n op Ufol leg M»1 UbnVtpJp.
btwun.r «II Mktr UtftftM, mui de kechot fj«-
l, tint h(| ven plan wm, nog voor don nacht vodor
*Atin»
,q mo«it op li «ra wachten, om te nmtman, waar
ilch algen!Uk bevond en hoo man hier vandaan
bfwoondü warald bereiken sou.
lt wa» «en andere Kerstavond, dan Aristides zich
-fltraka, toen hij Parijs verliet, nog had voorge--
di Wftt had hij zich op hot weerzien van de zijnon
eugdl By eiken inkoop, dien hU voor het feost had
an, wüb een herinnering aan vorige Kerstfeesten
de gedachte geschoten» Hij had zich met zijn
gespoed, om nog iuiat op tijd thuifl te kunnen
En 't was hem gelukt. Maar nu had deze ramp
noodlanding op t laatste oogenblik allo vooruit
enomen.
ikig, dat hU althans in loven geblovcn waal Het
ger kunnen zijn; dit mocht hij toch wel vóór
;denken. *t Was eigenlijk wel een heel bijzonder
dat hl) er nog heelhuids waa afgekomen- Die
-kige piloot had tot op 't laatst zijn uitorste best
n en 't was jammer, dat hij als slachtoffer van
licht tenslotto toch nog do handige manoeuvre,
oor hij het leven zijnor passagiers had gered,
aet den dood had moeten bekoopen.
r zat Aristides dan op Kerstavond in oen toch-
rookerigo boerenstulp van God en menschen ver-
met dien weerzinwekkenden reisgenoot tegen-
r zich. Gek, dat hij nu juist op dien reisgenoot hot
Egt lette en zich niet beenzotten kon over den af-
r, welke deze hem van den aanvang af had ingeboe-
id. Het was nu toch zijn lotgenoot, deze man, en
ien hadden ze tegenover het mysterie gestaan van
dood. Moest dit Aristides den reisgenoot niet in
licht doen bekijken, dan toen hij met dezen op
vliegveld de kajuit binnenstapte en zich beklaagde,
hij met gezelschap niet beter getroffen had?
jistides luisterde maar half naar de ontboezemin-
welke de reisgonoot, dankbaar over zijn redding,
allengs in toenemende mate ging opüisschen. Hij
d den sentimentcel en ook in zijn emotie vies
rrof, zooals hij hem vies en grof had gevonden, toen
met hem instapte in de kajuit
ét was een dikke man met een rood gezicht en een
m kop. Wat kon het Aristides schelen, wat voor
on do man had gedaan en hoe zijn familio zich zou
ragen, nu ze ongerust werd over zijn lang uitbllj-
De man rook naar een goedkoop, vettig parfum
ook rook hij naar knoflook. De nagels van zijn worst-
de vingers waren zwart
ristides liet hem maar praten. Waarom zou hij ant-
ttrden? De man en hij zouden elkander toch niet
iljpen. Hun levens hadden niet het minste gemeen,
leefden elk in oen afzonderlijke wereld. Toch scheen
tlleenspraak den man goed te doen. Het leek hem
lt te hinderen, dat Aristides niet luisterde en alleen
ar knikte, ja en neen, net zooals 't uitkwam. En
is kwam het wel heelemaal niet uit
üristides stelde hoegenaamd geen belang in den
Het eenige wat hem bezighield, waa de gedachte
thuis, waar men hem nu zou missen. Vreemd,
ar h\j had vrede met dit gemis. Er was een won-
rbare berusting over hem gekomen, sinds hij uit
i bewusteloosheid ontwaakte. HU had zich zoo scherp
censchap gegeven, dat hij hier( eenzaam zon moeten
rven, dat hij met do belangen van t leven wolmaakt
edaan had.
Iet eenige, wat hem thans hinderde was de man.
rven is iets verhevens en hij stelde zich voor, dat
dood schoon moest zijn. Eenzaam te sterven, leek
n niet erg. Maar nu word do eenzaamheid en de
hevenheid van den dood hier ontwijd door de ba-
iteit van zijn lotgenoot.
Vat moest Aristides hiertegen doen? HU begroep,
de man bU hom zou blijven. HU konhem niet
[jt. En hU was te moe om zich ergens tegeni (té
zetten. Hij «jnoest het sentimenteele geratel maar
m over zich heen laten gaan. HU kneop zUn oogen
toe, knikte werktuigelijk ja en neen, en deed of
luisterde.
fiwr inmiddels genoot hU zijn visioen. Wat de man
ganover hem zei, hoe de man koek, hoe hU er uit-
g, hoo hij rook, het had niets te maken mot hetgeon
igerept vóór hem stond i de laatste, lieve gedachte
n zijn thuis en de zijnen. Dit beeld omringde hU met
n ongenaakbaarheid; koel en trots verweerde hU zich
en de vertrouwelijkheid van zUn dischgenoot.
'erwijl deze voortleuterde ,over het ongerief, dat dit
onthoud hem voor zijn zaken berokkende en hem
istandig vertelde, wat er in zy'n bedrijf alzoo om-
ig, trok Aristides zich in zijn voorname houding te-
g op de gedachte aan sterven. Het was, of zijn geest
h van lieverlede verhief boven de dagelijksche din-
n„ waarover zyn reisgenoot stamelde. Als verheer-
ct zag hU den kring, die hem opwachtte daarginds
den Kerstboom: zyn vtouw in het slanke, zyden
waad zich rekkend bU het ontsteken der kaarsen,,
n jongen, die met bewonderende oogen het vreemd
flonker bestaarde. Het was, of hU er lichamelijk bU
enwoordig was. Zouden zU zijn gestalte ook zoo dui-
Wjk in hun midden zien? Wat was ze toch mooi, zyn
ouw en hoe lief was het kind. Hoe vredig en innig
emde de huiskamer, docr het feestelUk Kerstlicht be-
raaldl
Dit was de werkelUkheid en de rest was slechts
hljn. HU bleef bU hen en samen genoten ze 't Kerst
est, heiliger en heerlijker dan andere jaren. Geen af-
and, die hen kon scheiden. Geen dood, die er iets aan
randeren kon. Leuter maar voort, man, met je zwar-
nagels en je schunnige praatjes, die naar knoflook
aken n naar goedkoops parfum. Wie hier bU je zit,
een schim; 't leege hulsel eener ziel, die elders ver-
lt. Wat kan mij je gewauwel deren 7
werktuigelyk beantwoordde Aristides de belangstel
de vragen van zyn nog altijd ontroerden reisgenoot,
aar 't was hem, alsof een ander het woord voor hem
lerde en hij er als onverschillig buitenstander ge-
ige van was. Zooals men in een café eenzaam en in
idachten kan zitten luisteren naar hetgeen aan een
endend tafeltje wordt gesproken. Zoo liet hU zijn
ïamelijk ik meewauwelen, onderwUl hij in den geest
ui8 met vrouw en kinderen het Kerstfeest vierde.
Toen hU eenmaal op dit vermogen om zich te ver-
ibbelen was gaan letten, kreeg hU een Inguberen
hik In het spel.
ij bemerkte, dat do man tegenover hem levendiger
Md door het goedig onthaal, dat zUn ontboezemingen
Mdwi. Er kwam gloed in zijn oogen, toen hU met
wkbaren blik een belangstellende vraag naar zUn
ntoitykn omstandigheden opving.
Mnittrlyk was de man niet getrouwd, hU leefdo het
wie en vooze leven van een vrij gezel, die met vrien-
<«fl het Kerstfeest in een df andere nachtkroeg viert.
Jfttftr Aristides, met een zonderlingen glimlach op
hooghartig volant, vroeg den goron kwant uit
J ^zonderheden omtrent de nachtkroeg. En het
oaaBde hem, dat de vunze verhalen over vrouwen
ui n*ets besmeurden van het sereno beeld, dat
binnenste mot heilige en heerlUko gevoelens be-
a xiBcbatorlachte mot den man moo, toen deze,
Aristides schUnbarfs toegankelijkheid oerst gehee
'tyn gemnk, mot een vertrouwelijk knipoogje oen ge-
-*de aardigheid had verteld.
•oon pret hadden de twee, dat ze bUno niot hadden
prlct, hoe do dour openging en do oigenaar van do
was binnongestrompold. Het was een horder,
orm ,V v'!rwoerdf) gezicht omhangen word door
kln£t #t,8ch®. SaarrL KlaarhlUkelUk was hU «en bootjo
k©nïV et Dlofc dn minsto verrassing blU-
-i»n 2? u0 «afwezigheid van de beide vreemden bin-
'"n woning en buiten in t donker had hU schUn-
ln bot vorongelukte gevaarte ook niets ontdekt.
Wndirt,n!"' 8Prn,lc hU «n zijn stom klonk
«Hn nol! klokgebeier ovor de heide. HU hing
2k daar niet aan. Kerttmii t» roer de andere meneehen.
Voor de broeder» ea auetert. Daarom, welkom, mUn
broeder» I"
Hot was Ariitide», of bij het binnentredon van den
Jaltheer het potroleumllaht warmer en inniger straal-
o, on of hot 't gelaat van »Un reisgenoot in een af-
tondorlUken gloea zette. Nu eerst bemerkte Aristides,
hoo zorgelijk gegroefd dit gelaat waa, en welk een
droefheid er uit (loze oogen blonk.
„Ik heb wel niet veel kindoren,1noodde de herder
terwUl hU uit een knal onder do bedstede vandaan eten
en drinken te voorschUn haal do, „maar wat ik heb. deol
ik met een goed hart." En hU zette «U» gasten brood
en boter en Bchapenkaaa voor en schonk uit een aartien
kruik landwijn in. Het trof Aristides, dat hU hierbU
zijn reisgonoot eerder bediende dim hem, en vreemd,
genoog, ergerde hom dit niet.
„En nu moot je eens vertellen hoe je hier komt,"
vroeg de gastheer.
Aristides liet aan zUn reisgenoot over, het relaas van
de ramp te doen.
De herder luisterde aandachtig en onderbrak het ven-
haal om don haverklap mot den uitroep. „Lieve deugd 1
Lieve deugd I"
„Maar hoo komen we hier weer vandaan?" riep Aris
tides ontzet uit.
„Maak je daarover niet ongerust," voegde de herder
hem toe, „morgenvroeg komt de autobus naar do stad
hier voorbU- Maar hoe brengen wij met elkander den
Kerstnacht door, zooals het behoort, vraag ik op mijn
beurt"
„Door in liefde aan anderen te denken," antwoordde
Aristides. HU zei het werktuigelijk, zooals men het
antwoord uit een vragenboekje opdreunt,, en wist zelf
niet, waarom hU het zei.
„Door wel te doen, die wU haten en te zegenen, die
wij vervloeken," beaamde de herder.
De derde man zei niets, maar haalde zijn zakdoek
uit den zak en begon wanhopig te snikken.
„Kom, kom, morgen zijn we weer thuis 1" bemoe
digde hem Aristides. Kameraadschar>pelUk klopte hU
zyn reisgenoot op den schouder en nU merkte heele
maal niet, dat diens zakdoek rook naar goedkoope par
fum.
Om hem wat op te beuren, vertelde nu Aristides op
zUn beurt van zUn gezinsleven. En het was, of, nu hU
met verrukte oogen het beeld beschreef, dat in zUn
hart leefde, alles veel heiliger en heerlijker werd, dan
toen hU het zwUgzaam in ongenaakbaarheid voor den
makker verborg. Mooier dan straks vond hU zUn vrouw,
liever hot kind en vrediger en inniger de huiskamer
met den Kerstboom.
Maar plotseling brak Aristides af, midden in zUn
geestdriftige beschrijving. Want nu eerst werd hU zich
bewust, wat zijn reisgenoot miste, wanneer die met
vrienden Kerstmis ging vieren in een café. „Vergeef
me," zei hij en hy drukte den vreemde de hand. „Het
moet u pUn doen, dit alles te hooron."
„Integendeel',' wierp de reisgenoot tegen, geniet
van uw vreugde, 't Zou toch te bar zUn, als jo je niet
mee kondt verblyden om het geluk dat een ander be
zit, omdat je dit zelf moet missen?!"
„Dat is waar!", riep de herder uit. „Lieve Heer, wat
zou ik anders vanavond, als ik niet in de kerk rondom
don Kerstboom al die verheugde gezichten gezien had
van ouders en kinderen, die geen tUd hadden zich te
bemoeien met een ouden, eenzamen man! ZU hebben
ook nu weer myn Kerstavond goed gemaakt net als
lelui met je geluk en jo heimweo. Eere zU God in den
ïooge en in de menschen een welbehagen."
Aristides wendde zich om, en keek het venster uit,
omdat hij geen betraand gezicht wou laten zien. Door
't nachtelUk duister vonkte, boven het wrak van hot
vliegtuig, oen oter.
sprak hU en zUn stom klonk
van Kiojrge'
de knop, v
>Up op,
Italiu* ffokomon bent, onl mUn Kerstavond
°f kerstmis wil Je gezelligheid.
WmU «ii a? ««kaar. Daarom ga ik op
°%luchfaü \'nnnr kerk' om eenzaamheid te
ik E*«n",imhj,td 18 niet goed op Kerstmis. Be
8«ioehten, maar op Kerstmis denk
Pto y,
iastg van eeretfenoemden.
De dikfttnuurdt kastellen hielden het itte langer
uit. Dooh eleohte let».
Aan forten geloofden we nog bij hot uitbreken
van den oorlog van 1914, Dat geloof ie, op lijn minst
genomen, erg geschokt.
Maar laten we al die oorlogswerktuigen laten va
ren. Er zal Immers voor ons nageslacht eenmia&l
geen oorlog meer zijn! Zullen er ook geen dieven
moor zijn?
We wenschon het allen van ganeoher harto. Het
zou mij oen inbraakpremio on oon verzekeringspre
mie voor mijn fiets besparen. Maar het zou ook een
einde maken aan een werkelijk nogal belangwekken-
den strijd, don strijd tussohon de vervaardigers van
brandkasten on de virfcuoson, die probeoren den bin-
nenkant er van te bekijken, zonder gebruik to ma-
kon van ouderwotscho hulpmiddolon, als sleutels.
In Engeland is, naar het schijnt het inbraakseizoon
weer eens in vollen gang. De juist afgeloopen wekon
hebben oen paar staaltjes doen zien van buitenge
woon knappen arbeid van de brokers.
In Bond Street, een zoor bekende winkelstraat in
Londen, heeft oen heel kundig workmjan zonder
verlof van don eigenaar de brandkast van een Juwe
lier geopond, waarvoor bij zich een belooning van
48 duizend gulden hoeft toogokond. Do Juwelior liot,
uit een veilighoidsoogpunt, don geheolen nacht hot
licht brandon in zijn winkel. Dit kwa-m den open-
breker-virtuoos goed t.e pas. Immers, hij werkte met
do blaaspijp, en duisternis zou zijn arbeid terstond
verraden hebben.
Zwaardere arbeid werd verricht in de zaak vaa
Messrs. Barkers in Kensington High Street. Daar
werd de athletische zijde van het beroep naar voren
gebracht en bleef het meer wetenschappelijk ge
deelte op den achtergrond. De overwinning was ook
hier aan de zijde van den breker.
De strijd, die we hier beschrijven, nam een aan-
van in 1796. Een Engelsch ingenieur kwam ln dit
jaar tot het inzicht, dat de schatkieten van zijn tijd
niet logisch waren vervaardigd. Zo waren voorzion
van stalen banden, banden die zich bevonden aan
den buitenkant van de kisten. Do brekers van die
dagen beschouwden die banden, en met succes, als
geschikte steunpunton voor hun hefboomion, waar
mee ze gemakkelijk hot lnwondig^ boroikton.
Het oorst8, waar deze ingenieur zich dus op toe
legde, was het vervaardigen van een .kast, zoo glad
als een volmaakte ijsbaan. Op het oog zag do door
zware bandon omgeven kist er sterker uit,-maar de
Inbreker wist beter. Spoedig was het met do ban-
denki8ten gedaan.
Wat de inbrekers de laatste vijftig Jaar gewrocht
HIJ HAD NIETS VERGETEN.
Een hevig tronspireerend man, kennelijk beladen
met inkoopen voor kerstcadeautjes, allerlei pakken
van velerlei vorm, kwam de wachtkamer van het
station binnen zwoegen en bleef eindelijk hU'gend on
blazend bij een dame staan, die rustig op een bank
zat, en riep uit:
„Ja, ik weet al wat Je wil zeggen. Marie, de oudo
vraag van altijd, maar je kan er van op aan, ik heb
om den drommel niets vergeten 1"
„Maar Herman TTT
„Neel Ik heb de bananen niet vergeten, en de
bromtol van Keesje en de pop voor Mariotjo (hioibij
wierp hij allerlei pakken de vrouw in den schoot) en
do biscuits en de apennootjes en de zure bommen en
de halsdoek voor tante Gees en da.."
„Maar Herman, wil Jo niet
„NeeneeI Ik wil nietl Ik wil je alleen zoggen,
dat ik alles heb, het boek voor je moeder, lik heb nieto
vergeten!"
„Zoo", sprak zyn vrouw eindelijk. „Maar in wel
ken winkel heb je dan je hoed vergeten?"
17 December 1927.
Pessimisten beweren, d'at er altijd strijd zal blij
ven op do wereld. Zeer waarschijnlijk hebben zij ge
lijk.
De vraag is, wat wij onder strijd verstaan. Oorlog
tusschen volken? Eenmaal zal die ongetwijfeld tot
het verleden behooren, wanneer de volken allen
hebben ingezien, dat overwinnen m een oorlog bijna
even nadeolig is voor een land als de nederlaag lije
den. De laatste oorlog heeft het nog een» heel duide
lijk bewezen.
Maar in die gelukkige tijden, waarin ons nage
slacht over oorlogen spreekt als iets „middel-
ceuwsoh", zal or toch nog strijd zijn. De strijd, om
iets te noemen, tusschen groepen van geleerden, die
hypotheson opgesteld hebben. Eon vreedzamo strijd
dus, al wordt die op hot papier wel eons heftig ge-
voord. Is or ethor, of is er goen other, en Als zo or
is, gaat do ether, die zich ln eon lichaam bevindt bij
boweging van dat lichaam mee, of wordt zo telkens
door andere vorvangon?
Aan zulke strijden kan wel eons oen eind kamon.
N ieman d den kit er thans nog aan te twisten over
do vraag, o£ do aarde 'draalt om do zon, of do zon
om do oardo. Die tijdon liggon achter onzen rug.
Zoo kén ook hot ethervraugatuk oonrmial opgelost
wordon, en daarmee een strijd boöindigd zijn.
Maar er ziJn strljdon, die, menschel IJ kopwijze ge
sproken, nooit zullen eindigen. Ja, éénmaal, als wo
allemaal ongolon zijn geworden. Niot alleen u en
Ik, maar ook onzo buren. Nu, daar zijn wo nog ver
af, niot waar? Donk maar ovon aan uw buren!
Wolko strijden dat zUn? Kortweg gozegd, dlo tus-
sohen de makers van dingen, on de brokers or van.
Strijden, waarbij do brokers tot nu too meestal anti
het langHte eind getrokken schijnen, to hobbon.
Ik herinner het me uit mijn jougd. Ik was be
langrijk sterker dan mijn speolgf>ed.
Do speolgoodmakors zijn vooruit gegaan. Mijn
Jongste spruit heeft -op don fldon DecomW een tram
wagen gokrogon, die workolUk bewondoronswaardlc
mag hnoten: hecht en weldoortimmerd. Het is 1'
Dncombor, nu ik dit schrijf. Elf dagoh zijn de spoel
goedmakers aan de winnende hand gebleven, Maar
dat mlljn zoon hot zal winnen, eenmaal, !s boven
alle twijfel vorhovon.
Daar is de strijd tusschen do bouwers van pantser-
schopon on do makers van kanonnen. HIJ begon in
rlo middeleeuwen tusschen de vervaardigers van
harnassen, en dlo van pijlen on bogen. Do uitvinding
van hit buskruit bsteeksnde oen voilsdlgi neder-
hsbtwik dwmgt bgn* «4. MMr to UM, (Sm m
d« vindingen dir witooiohtp nitt hebbin vinmuul.
Eleotrlichi bortii, dynamiet, nltro-glycorlne, om moor
o uk oio tl noetnen, lijn bikondi in long nlit vtr
•made vriendin van dl heino van het gilde.
De makera van de kaaien antwoordden op ilkm
aanval naar hun beste weten. HJard staal kan ver
brijzeld worden, zacht stool doorboord. Zij bouwden
kasten met afwisselende lnffen van hard en zacht
«taal, on maakten zoodoende voor «ommigo inbre-
kor», de onvolledig toegeruste, don oTbedd to zwaar.
Maar al spoedig bleek hot openen van zulko kas
ten voor eon good workman klndorspel te zijn- Zij
brandden eenvoudig door de staallegen heen. Soms
doden zo het, heel oneerbiedig, op koeten van den
eigenaar van de kast, door voor hun werkzaamheden
gebruik te maken van zijn electrischen stroom.
Maar daar dit moeilijkheden kan meebrengen, be
spaart de moderne inbreker thans gewoonlijk die
oxtra onkosten aan zUn klant, door voor eigen reke
ning te branden.
Voor dit doel gebruikt hij een zuurstof-acetyleen-
blaaspijp. De zuurstof voert hij met zich mee in cy-
iindors.
Hij begint met het etaal te verwarmen. Zijn blaas
pijp hoeft een capaciteit van 6000 graden Fahronheit
Uit onze schooljeugd herinneren we ons dat iots ver
branden wil zeggen iets oxydeeren. Welnu, dit past
do inbreker toe. Torwijl de vlam het etaal blijft ver
hitten, richt hij' er een straal zuurstof op en oxy-
deert, of mot andere woorden, brandt naar hartelust.
Natuurlijk is het geen prettig werkje. Als je niet
in tien seconden blind wilt worden, moet jo er een
donkeren bril bij dragen. Ook heeft het smeltend staal
een onaangename manier van spatten. Maar je
moet er iets voor over hebben. Bovendien kun je
in een asbestpak werken.
De m|okers zaten natuurlijk weer gauw de breker»
dwars. Ze brachten een koporlaag aan tusschen do
staalplaten. Koper geleidt zóó snol, dat de hitte zich
in een oogenblik over de gohoele plaat verspreidde,
on het concontreeron op óón punt, wat voor het oxy
deeren noodzakelijk la, heel moeilijk of onmogelijk
maakt
Maar don is er altijd nog de epringetot Gellgniet
Is erg in trek. Het is zoo zocht al» stopverf, en wordt
bi het sleutelgat geduwd. Bom on hot slot springt
stuk. Wacht evon, zeggen de makers. De sohok, die
het slot vernielt, doet eon aantal sterke grendels te
voorschijn springen. De kast is steviger dicht dan
ooit. Zoo stevig, dat ook de eigenaar er niet meer in
kan, zonder met de blaaspijp aan het werk te gaan.
En zoo gaat de strijd voort. Z&l een van de twee
groepen hem ooit winnen?
Terug van Pergamos naar Smyrua.
(Van oneen Reisoorraspondent)
Do Vali waa laat. Wij vonden, in de stad terug
gekeerd, oen boodschap van hem, dat hij nog op do
Konak aan het vergaderen was en dat hij hoopte
dat wij wildon wachten om dan tozoonen te lunchen.
We gingen op het bordes van hot of f iel era-casino,
zitten. Kir was genoog te zien, om ome niet to vor-'
velen. Do Inkwartiering tur gelegenheid der manoeu
vres veroorzaakte al eon bijzondere drukte op straat
en men wordt nooit (moe oon naar het typisch Turk-
sche stadsbeeld to zien on het verkeer gado to slaan.
Hier kwamen tweo oeson voot oon zware kar met
luldpiependo, massief houten wielen aangestapt, be
daard, waardig on krachtig.
Daar kwam een ozeltje, beladen mot tapijten, aan-
godraafd, een jongen er op oen holletje achter. Op
eens oen ruiter op een klein, vlug paardje. Hij reed
bijna de tien schoenpoetsers, die op een rijtje tegen
over ons zaten, onderste boven. Weer een nieuw
beeld. Eén heel klein ezeltje met geleider. Aan de
staart van het ezeltje een touw, dat loopt naar de
neus van een kameel, dan weer van diens staart
een touw naar den neus van kameel no. Z on zoo
vervolgens tot 6 toe. Nummer zes heeft oen bol op
het schoft; eentonig klinkt die bol. terwijl do ka
melen mot opgetrokken neuzen en pedante (?ozfch-
ton met hun geweldige platvoeten rustig voortschrij
den, Rare beesten. Do ondorbeenen lijken te dun
voor het grooto lichaam en dan dlo rare platvoeten,
die doen denken aan een hooi groot rubberstempel.
Ah, daar komt Azis Bey non. We houden krijgs
raad. We hooron, dat do Vali oaog wei' eon uur te
doon heeft. Wij willen uiterlijk over een uur weg.
Dun kunnen we onderweg nog let® zien en voor
het donker thuis zijn. Azis Bey stelt voor maar
samen te gaan eten. Aldus wordt besloten.
Wo zijn klaar met eten en bezig om de auto te be
stellen en oon boodschap voor den Vali achter te
laten, toon we in de verte een cortóge van wol der
tig personen den aankomen.
Vooraan in het midden do Vali-Pacha, dan bur
gerlijke en militaire autoriteiten. Bij ons werd halt
gemaakt en begroeting en voorstelling volgde. Met
kenbaar genoegen zag de Vali, dat de bloemen, wel
ke hij 's morgens aan Mevrouw gebracht had, door
haar in de hand1 gehouden werden. Die Vali be
treurde, dat wij reeds gegeten hadden on wilden ver
trokken, maar hij begreep en billijkte ons beeluit
volkomen. Inmiddels waren er zeker wol honderd
nieuwsgjorige Pergamezen in de buurt blijven staan,
die alles, alsof zij een comedie-voorstelling bijwoon
den, volgden. Eindelijk vertrokken wij, nadat do Vali
mij' nog eons hartelijkT op don schouder geklopt en
ons voor onzo komst bedankt had.
De menigte week uiteen en niet lang daarop lag
Pergomos achter ons. Toen wij een kilometer bulten
de stad waren, stopten wij, omdat wij de Mal Tepe
of schatkamerheuvel wildon zien. Deze bestaat uit
gelijkvloers oen gang van 70 meter bij 3.15 meter,
met een dwarsgang van 17 meter lengte en drie
groote stoenon kluizom Hier ovor hoon was indertijd
non heuvel goconstruoerd. welke door een monu-
mont bekroond werd. Hot la oen overblUfsol uit het
Ramcinache tijdperk. Do gang wordt nu voor hot
person van tabak gebruikt. Sic transit gloria mundil
Ons viel daarna op, dat ln ds nabij gelegon vol-
dnn vrouwen bozig waron de talrijke steonon uit het
vold op te rapon. Hot bleok mij, dat de grond zeer
vruchtbaar was on hot feit, dat men de steenon ver
wijderde bewijst, dat hier gebrek nam grond ls on
men bot opruimen van do stoenon or voor over had,
om een goeden akker to krijgen.
Trouwens, non dor jnooiiTJjke vraagstukken Itn Tur
kije is do grond-quaestln. Ann de togon Grieken en
ander© uitgewisselde Turken uit Maoedonifl on el-
dors, werd beloofd, dat elj ln. Turkije evenveel ter
rein zouden erlangon als zij elders in don steek
moesten laten. Hot is echter bijina onmogelijk om ln
de behoefte t.e voorzion, vooral omdat do valleien,
waarin werkelijk hooi rijke bodem ln overvloed to
vindon is. to dikwijls door do niet botougoldo rivie
ren overstroomd worden om eenige zekerheid Aan
d« fi landman to blodon. Hierin vorandering te bren-
»t»n is een drlngondo oiach, want In sommige go-
doolton van het land wordt door de emigranten ge-
brok gelsdon, terwijl, indien zij grond tor beschik
king hadden, zij Juist don bodem tot bijzonder groote
productiviteit zouden kunnen brengen, omdat zij de
behandeling van en zorgen voor grond on producten
uitermate good verstaan.
Goilurende onzo tocht nnar Rmyrna kwamen wij
door verschillende terreinen, wolkn hoözij ln don
winter van overat rooming of ln dori zomer door go
fanOC smo irrigatie te lijden hebben.
Wannoor hier do noodige werken zouden worden
uitgevoerd, zou de bevolking tot grooten voorspoed
kunnen geraken. Indordaad is ln de verschillende
valleien nog voor millioenen menschen een welva
rend bestaan te vindon. Trouwen», de geschiedenis
bewijst, dat in de eeuwen toen Pergamoe, Elphesus,
Priene en Milet bloolende ploa/tson waron, de val
leien van Batir Tschai, Kaystrus of Kleine Meander
on Miondoroz of Meander, waarin respectievelijk Per-
Kamos, Ephesus, Priene en Milet Jagen, dicht be
woond waren door oen vlijtige en welvarende platte
landsbevolking. In de dagen van voortduirendon
Htrljid on verval werden de rivieren de baas, hot
ontbrak don bewoners aan de energie en lust öctn
don rivieren een tot hiertoe en niet verder toe te
roepen. Do rivieren, eenmaal domlneerend, werden
de vijandon van hun omgeving. Thans zal het jonge
Turkije moeten zorgen, dat do rivieren woer be-
tougold en daardoor van vijztridien. tot vrienden dier
omgeving gemaakt worden.
Toon wij nu overdag don weg zagen, welken wij
den vorigen avond gevolgd hadden, waren wij her
haaldelijk verbaasd, dat alles zoo goed afgeloopen
was en kwamen wij opnieuw tot de conclusie, dat
zonder gids rie tocht onmogelIjkgeweest zou zijp.
Ook thans roden wiji nog dikwijls vorkoord en was
de auto som» in eon positie, die mij1 modelijden dood
hébben niot de maatschappij', waarbij ik togon onge
lukken verzekerd! hen. Ik ben op die tocht naar en
van Por «ramos een elocht risico geweest.
Toen wiji aan de plaats kwamen, waar wil den
vorigen avond een kopje koffie hadden gedronken,
en waar men ons voorgesteld] had, te overnachten,
bleek hier een station voor watorvllogtulgen te zJJh.
Eien soldaat hield ons aan, maar al spoedig wist
Azis Bey den man to overtuigen, dat wij een vrij-
Koleido van den Vali Pacha hadden.
We hadden inmiddels gelegonheld^rehad de sol
daten van do wacht gade te slaan. ZIJ' hadden Juist
gegeten en waren nu bezig alles netjes rff te was-
sohon en op te bergen. De Turksche soldaat ls een
kalm, eenvoudig, tevreden tmensch. Wat zouden an
dere soldaten opspelen, als zijl het met de voeding,
de kleeding en ligging van een Tuxksch soldaat voor
lief moesten nemen. Daarom is het Turkache leger
dan ook zulk een geduchte vijand,
Oip eens kwamen ons zestien automobielen tege
moet In de meesten zaten hoog» militairen, dl» oasr
de manoeuvres gingen. De Turkscbe officieren zien
or goed uit on hebben over het al gom oon knappe,
open gezichten. Ofschoon op DHiitschen leest ge
schoeid, doet hun uniform meer aan die der Ên-
gelschen of eigenlijk aan die der Belgen donken.
Tuirksche zoowol als Belgische uniformen GtiJh een
nabootsing van het Engoische, maar daan ook een
nabootsing, waait izoo keurig ala de Engoische offi
cieren er uitzien, doen het noch Turken, noch Bel-
gon, Wij waren voor donker thuis en hadden den
weg riu lm ruim drie uur afgelegd. De weg was ons
herhaald el ijk zeer meegevallen, omdat we nu ge
waagd hadden de nieuwe weggedeelten, die feitelijk
nog niot voor hot verkeer geopond waron, toch t»
borijdon. Wat wordt er hard aan die wogVerbete-
ring gewerkt Ik tolde in het geheel zestien stoom
walsen. Het is dan ook oen der program-punten
van do politiek, van omzon vriend don Vali, om zoo
frpwdig mogelijk good© wogen in zijn Villayet nan tft
loggen. t
Er zijn onlangs vorscheiden© nieuwe wegen aan
besteedt Onze voortvaronde consul-generaal te Smyr-
na heeft alle mogelijke moeite gedaan om Hollan
ders daarvoor te intmwsoeron, maar zonder eonig
succes, Nu hoeft een Duitsohe firma de waak in han
den. W'oar in toch do oudo ondernemingsgeest der
Hollanders gebleven?
Gelukkig geeft onze consul-generaal geen krimp
en blijft pogingen in het werk stellen om aan onder-
nomonde Nederlander» gelegenheid te hdoden, mee t«
werken bij den ophouw van hot nieuw geboren
Turkije.
Inderdaad nieuw geboren. Wie zou tien jaar ge
leden geloofd hébben, dat de randweg van ftmyrnn
naar Porgamoa, oon weg elgonlljk nog to slecht
voor een ruiter te paard en hot meest geschikt voor
ezel» en kamelen', hoden over eon jaar geheel ge
reed zal wezen als modern» automobielverkéertwegl
Plan rijdt men In twee uur tijd 'por automobiel
van Smyma naar Pergamoe. Dank zij den geest,
die mijn vriend den Vali Pacha bosielt. Dat is d«
zond» geest. die aJlen onder de regeerders van
hot nieuwe Turkije heziolt. Het is ook do geost, die
ruim twintig eeuwen geloden do dynastie en het
volk van Pergamoe bezielde, 'het schoone over de
wereld licht verspreidende Pergamoe der Attalidenl