r I MOLENBESTUUR IN DE ZIJPE. r IS Tweede Blad. Staatsloten:, De vrijgezellenbelasting in Italië. Een pad door de sneeuw gebaand. Felle koude in de Vereenigde Staten. Het lot van Mrs. Grayson. Mislukte Duitsche Oceaanvluchten. Het gebrek aan waren op het Russische platteland. Gemengd Nieuws. Zestien keer getrouwd in vijf maanden Het bedelvak in New-York nog niet zoo'n slecht bedrijf. (DE KLEINE POLDERS.) Een tweede poging om de Straat van Gibraltar over te zwemmen. a. go^ Woensdag 4 Januari 1928. 71ste Jaargang. No. 8180. ang ing Trekkirw van Maandag 2 Januari. 4o Klas le Lijst. No. 16216 f 200. No». 2983 3533 9759 9953 f 100. Prijzen van f 66. 13 86 91 200 242 259 346 443 461 469 518 534 540 563 564 657 679 706 739 747 766 760 900 904 1005 1013 101S 1(53 1067 1104 1129 113B 1160 1189 1201 1238 00 1334 1365 1307 1429 1438 1470 1566 1593 1633 1746 1810 1880 1966 2034 2110 2158 2194 JZ4S 2263 2281 2358 2439 2455 2463 2492 2609 2635 2639 2657 2711 2730 3009 3038 3150 3180 3262 3263 3284 3296 3340 3401 3403 3480 3493 3681 3692 3938 3979 4013 4034 4150 4186 4203 4289 4359 4387 4417 4459 4488 4493 4658 4676 4700 4713 4777 4792 4818 4823 4849 4880 4920 6251 5270 5291 5313 5369 5382 5409 5430 5455 6670 5651 5678 5916 6046 6060 6104 6175 6137 6253 6500 6566 6600 6686 6715 6753 6954 7057 7065 7078 7093 7099 7140 7227 7248 7279 7293 7323 7382 7453 7688 7783 7867 7876 7880 8004 8007 8069 8076 8210 8297 8413 8516 8528 8533 054 8628 8643 8665 8690 8697 8778 8792 8796 88'9 8895 8925 8927 8931 9036 9134 9143 9153 8858 9282 9340 9345 0361 9371 9399 9406 9534 8599 9654 976S 9810 9824 9853 9871 9874 9888 9831 9966 10003 10009 10134 10163 10219 10275 10276 KWB 10314 10323 10352 10394 10440 10465 10510 10526 1(570 10601 10606 10704 10717 10748 10754 10776 10814 10*19 10901 10925 10952 10957 11148 11171 11173 11244 11325 11338 11360 11391 11401 11433 11465 11485 11532 11505 11676 11639 11701 11727 11741 11742 11754 11806 UW 1*8*6 11836 11886 11942 11946 11956 11072 12«R3 12119 12228 12258 12289 12304 12306 12322 12366 12378 12889 12444 12452 12675 12678 12708 12847 12853 12855 12861 12966 13008 13027 13074 13144 13176 13196 13223 18224 13254 13326 13338 13386 134<1 13504 13628 13640 18694 13799 13810 13838 13852 13856 13900 13904 13926 18928 13973 13989 14014 14015 14028 14035 14092 14112 14120 14155 14166 14287 14333 14459 14522 14523 14568 14600 14613 14622 14703 14757 14764 14823 14872 14887 14890 14908 14980 15009 15012 15038 15047 15049 15172 15264 15319 15339 15377 15389 15397 15410 15435 15507 15522 16541 15550 15570 15590 15666 15790 15802 15887 15925 15940 15995 16053 16056 16061 16080 16109 16117 16134 16186 16214 16462 16501 16509 16511 16522 16540 16547 16551 16560 16575 16596 16602 16674 16709 16724 16739 16755 16756 16760 16787 16801 16815 16821 16829 18880 16889 16892 16934 17018 17923 17085 17103 17229 17234 17237 17354 17356 17399 17504 17512 17568 17601 17610 17618 17642 17724 17759 17808 17824 17839 17876 17880 18020 18053 18114 18137 -8268 18404 18414 18440 18456 18468 18490 18651 18791 18842 18852 18860 18872 18896 18946 18951 18961 19082 19100 19171 19216 19221 19289 19336 19467 19468 19614 19652 19686 19698 19712 19715 19741 19742 19758 19766 20021 20053 20054 20084 20085 20090 20113 20183 20289 20292 20386 20449 20452 20511 20582 20613 20623 20632 20643 20648 20651 20653 20690 20748 20754 20772 20765 20808 20897 20907 20925 ter berteht meldde evenwel, dat mlee Gleitze haar po ging had moeten opgeven, doordat de zee te hol was. Zes uren nadat inise Gleitze was gestart, is ook miss Hudson van Alcazar vertrokken om een zwem tocht over de straat van Gibraltar te wagen. Ook zij werd vergezeld door consulaire ambtenaren, die haar in een sleepboot begeleidden, terwijl zich ook een schutter aan boord bevond, voor geval dat de zwem- ster door haaien mocht worden aangevallen. Volgens latere berichten vordert zij goed. Later wordt gemeld, dat ook miss Hudson haar po ging om de Straat van Gibraltar over te zwemmen, heeft opgegeven. IN VIER MAANDEN TIJD 15 MILLIOEN. Naar het Persbureau V.D. uit Rome verneemt, heeft de belasting op de Italiaansche vrijgezellen, die op 1 Januari vier maanden in werking was, tot nu toe 15 millloen lire voor de schatkist opgebracht. Een nieuwe lijst van alle vrijgezellen in Italië zal de volgende week worden gepubliceerd en de regee- ring denkt van hen een bedrag van 50 millioen lire per jaar aan belasting te ontvangen. DE HONGER KNELDE» De dorpelingen te Withypoole (Somerset), een klein afgelegen Engelscta. plaatsje in Exmoor, kre gen, nadat zij dagen lang ingesneeuwd hadden ge zeten, gebrek aan voedsel. Lady Perrott, die daar een buitenhuis bewoont, organiseerde daarop met hare dochters de dorpelingen en zij deden alle mo gelijke moeite om met scheppen een pad over den heuvel, waarover de toegangsweg naar het plaatsje loopt, te banen. Zaterdag toen men r og niet veel vooruitga,nK had kunnen maken, strooide de dor pelingen in benzine gedrenkte varen* »n dorre tak ken van gaspeldoorns en kreupelhout langs de hel ling van den heuvel en toon dit alles aangestoken was, brandde het lustig en smolt de sneeuw, zoodat er een breede geul ontstond. Toen was Withypoole uit zijn isolement verlost. Verder heeft het opgehouden te regenen en dien tengevolge is de toestand in het overstromingsge bied wat verbeterd. In Londen heeft men den meesten last gehad in Harlesden, waar tweehonderd huizen en verschei dene wegen van het water te lijden kregen. Te Reading en Pangbourne wast het water nog, maar aangezien het weer vandaag weer koud en drovg is geworden, denkt men dat het ergste ge vaar voorbij is. MEER DAN 50 PERSONEN DOOR KOUDE OMGEKOMEN. i Het centrale Westen van Amerika ie getroffen door een geweldige koude. Hier en daar ligt de sneeuw een meter of anderhalf hoog en de tempera tuur varieert in de meeste plaatsen tusschen 10 en —15 gr. C. I de omstreken van Ghicago zijn 19 menschen van koude omgekomen en uit het heele gebied tusschen de Rockie Mountains in het Wes ten, de Oostkust en Oklahoma en Texas komen be richten van lieden, die doodgevroren zijn. Volgens de weerkundigen zal de kou zeker nog twee of drie dagen aanhouden. Draadloos wordt nog uit Néw-York geseind, dat uit het midden-westen ontstellende berichten wor den ontvangen over de gevolgen van de koudegolf en den zwaren sneeuwval, waardoor vele gebieden geïsoleerd zijn: Meer dan 50 personen moeten ge dood zijn, waarvan 26 alleen te Chicago. Het meteo rologisch instituut heelt temperaturen geregistreerd tusschen de 10 en 15 geraden onder nul en deze koude zal nog minstens twee dagen aanhouden. Berichten over groote koude en sterfgevallen daarvan komen ook uit andere deelen des lands, in het Westen tot aan de Rocky Mountains, in het Oosten tot aan de kust en in het Zuiden tot aan Ok-laöioma en Texas. IN ZEE GEVALLEN? Do schipper van een msschersvaartuig van Nieuw Schotland deelt mede, dat hij gedurende den storm op den avond van 23 December, het gedempte ge raas van een vliegmotor hoorde en daarna het ge luid van een zwaar lichaam, dat in zee viel! Men gelooft, dat dit Mrs. Gra.ysons vliegtuig is geweest, die zooals bekend, met Kerstmis een po ging zou wagen om den Oceaan over te vliegen, doch naar thans mag worden aangenomen, met haar -beide makkers jammerlijk om hot leven ge komen is. De zog&ls der posfefeib&exi van dezen tocht een groote waarde. De DuiUcber* die voor de curiositeit brieven of brief kaarten hadden toevertrouwd aan de Junkers-vllegtui- gen Europa en Bremen, die in den afgeloopen zomer vruchteloos hebben getracht naar de Ver. Staten te vlie gen, zijn thans door het postbestuur verrast met een aardige herinnering. De brieven die met 25 mark en de kaaiden die met 12 mark gefrankeerd waren, zijn pas dezer dagen in Duitschland teruggekeerd. Zij waren, na de eerste mis lukking meegegeven aan de D 1220 en de D 1280. die de poging om den Oceaan over te steken hebben herhaald doch op de Azoren zijn blijven steken. Een ervan is in de haven van Horta gezonken, de andere is op een mail boot naar Hamburg teruggebracht. De afzenders hebben nu hun stukken teruggekregen met de officleele stempels zoowel van den eersten als van den tweeden tocht en met den overdruk: „Terug, aangezien de tocht niet is volbracht." Zij kunnen desge- wenscht de porti terugkrijgen, maar moeten dan de cou verten inleveren. Van deze faciliteit zullen wel weinigen gebruik maken omdat de zegels, als filatelistische curiosa een veel grootere waarde hebben dan 25 of 12 mark. DE BOEREN ZULLEN TOCH OVERWINNEN» MIen weet, dat het een streep door de rekening van de Sow jetregering gehaald heeft, dat de boeren na den laataten oogst maar traag gebleken zijn in den verkoop van liun producten, in het bijzonder graan, terwijl de regeering dat noodig heeft voor haar buitenlandsche handelspolitiek. Daarom heeft thans het volkscommissariaat van handel een cir culaire rondgestuurd, waarin de plaatselijke be stuursorganen natuurlijk last krijlgeni erop te let ten, dat in het eerste kwartaal van 1928 de iDdu- strie-producten door coöperaties en andere handels lichamen in de eerste plaals naar het platteland gedistribueerd moeten wordon: 70 pet. van 1 eer waren en manufacturen. 90 pet. van de metaalwa ren en al het glas moet tegen graan geruild wor den. De circulaire verklaart nadrukkelijk, dat men er niet voor moet terugschrikken tijdelijk de ver zorging der steden en der districten die geen graan leveren, stop te zetten. „MEN MOET EEN VROUW LIEFHEBBEN EN HAAR DAN VERLATEN." Te Bridgeport is een jeugdige schelm aangehouden toen hij zich juist voor de zeventiende keer in vijf maanden tijds in den echt wilde laten verbinden. De jonge man, een recidivist, die al herhaaldelijk wegens oplichting en verduistering gestraft was, plaatste ge regeld huwelijksannonces. Opt die voor zijn 17e huwe lijk had hij 82 antwoorden ontvangen en hij had er zes meisjes uitgepikt, die allen bereid waren hem te huwen. „Men moet", zei hij tot den rechter, „een vrouw liefhebhen en haar dan verlaten. Ik houd niet van echtscheiding. Als ik een vrouw moe ben, laat ik haar liever in den steek. Ik plaats een huwelijks advertentie en den volgenden dag heb ik een dozijn vrouwen, die de plaats van de vorige in willen ne men. -Het jonge mensch verwisselde zoo snel van huwe lijksbootje, dat hij zich zelfs den naam van enkele zij- rer zestien vrouwen niet meer kon herinneren. Hij had echter een uitgebreide collectie minnebrieven en een lijst van alle gegadigden bij zich, zoodat de recht bank de zaak wel voor hem uit zal zoeken. Door Mr. J. BEL ON JE te Alkmaar. EEN BEDELAAR MET f 1200 PER WEEK INKOMEN. -Bijl een onlangs ingestelde enquête over de bede larij in New York is het volgende gebleken. Het „beroep" van bedelaar is zoo winstgevend, dat een jongeman, wien men een loon van 60 gul den per week aanbood, er de voorkeur aan gaf, te bedelen Een individu, dat er goed slag van had, het medelijden- op- te wekken, wist het zoo ver te brengen, dat hij! in één enkele week 1200 gulden verdiende. Sommige bedelaars bezitten bankconto's laten izich per taxi vervoeren en verblij-ven des win ters als echte kapitalisten te Florida. Er zijn bedelaarsschalen, waar men leert, hoe een tmputatie te simuleeren en hoe voor .blindeman" te spelen. Een eenbeenige eigenaar van een boerderij' in New Yersey. die bij- een spoorwegongeluk verminkt werd, treedt te New York als bedelaar op, bewe rend, een oud-soldaat ie zijn, die in den oorlog werd gewond. oe WEDEROM MISLUKT. Uit Londen is het bericht binnengekomen, dat de poging van de Londénsche typiste, Miss Gleitze. de otraat van Gibraltar over te zwemmen, is mislukt. Dit was haar tweede poging. Zij ging gistermorgen te drie uur te water, en werd vergezeld dor Engelsche con sulaire vertegenwoordigers, die zouden optreden als onpartijdige getuigen. Tegen den middag bevond zij Ï5i hal,f. we* tusschen Tanger en Gibraltar. Later gemeld, dat zij zich slechts nog op een verwijderd bevond van Tarifa. Verwacht »Wd, dat zij daar ook aan land zou «tappan, Etn la- Vervolg. Definitieve Inrichting der kleine polder.. Toen de Zijpe in 1597 opnieuw werd bedijkt, beslo ten Hoofdingelanden weldra dat de inrichtingen der afzonderlijke bemalingen op don ouden voet zouden worden hersteld. Reeds op i9 Januari van dat jaar droegen zij aan Dijkgraaf en Heemraden op om te onderzoeken, welke soort van molens ter plaatse de meest doelmatige zou zijn en welke: >prijB ermee ge moeid zou wezen opdat aanbesteding voorbereid zou kunnen worden. Men moest klaar zijn, wanneer de sluizen gereed kwamen, daar het plan bestond om op de Zijpe een kolkbemaling te stichten. De kolkbemaling is er gekomen, doch zij werd na gebruik van enkele jaren weer afgeschaft. Voldoen de kon de polder eensdeels zich voorzien van versch water en anderdeels afspuien, respectievelijk door middel van het Jacob Claassesluisje bij Krabben dam en door zijn groote zeesluis in het dorp Oude- sluis. Niettegenstaande deze wijzigingen in den wa terstaatkundigen toestand, -bleef het plan om afzon derlijke bemalingen in te richten, ongewijzigd. Aan Dijkgraaf en Heemraden werd in de vergade ring van Hoofdingelanden van 30 Januari 1597 de beoordeeling van -de vraag overgelaten, of de molens op dezelfde plaatsen als vanouds gesteld moesten worden. Nadat dit punt aldus was voorbereid, heeft het dijksbestuur besloten om in die polders, waar eertijds molens gestaan hadden, weer te gaan bou wen, doch op kosten van de personen onder die mo lens geland. Opnieuw treft ons hier weer de toepas sing van het oude adagium, dat ik boven reeds aanhaalde. „Die wa ter deert, „Die water keert." Bij het laatste besluit werd tevens de gelegenheid geopend om t.z.t. onwillige betalers van de polders voor Dijkgraaf en Heemraden te kunnen betrekken. Dit college werd ook gemachtigd de ingelanden- uit naam van Hoofdingelanden te dagvaarden om op 26 Juli te Alkmaar te verschijnen. Zij werden daar verzocht te komen teneinde -hun advies (beslissende stem) uit te brengen over het gewichtige punt van de plaatsing der molens. M.a.w. was daarmee dus do inrichting der kleine polders beoogd. Wie niet ver scheen zoo werd bepaald zou van zijn stem verstoken zijn, een maatregel waardoor in dijksza- ken gewoonlijk -de gelegenheid tot het doen van pro testen werd afgesneden. Do comparanten waren dan inmiddels zonder de wegblijvers tot het nemen van I wettige besluiten bevoegd. Tegen -den vastgestelde» dag nu, riep de gezworen bode de ingelanden samen. Allereerst verschenen de mee«ae grondeigenaars van de polders A. en B. Er waren onder hen die voor zichzelf optraden, maar ook lasthebbers. Met meerderheid van stemmen werd door de gezamenlijke aanwezigen besloten over de beide gecombineerde polders drie molenmeester» te verkiezen. Vervolgens werd een drietal heeren voor die functie aangewezen, welke benoeming zij zich staande de vergadering lieten welgevallen. Tot ver val van de kosten der benoodlgde molenwerven, ka den, tochtslooten, molenzeilen, enz. werd een rege ling getroffen door 10 stuivers per morgen af te zon deren, die dan door den penningmeester van -den grooten polder uit naam van de vergaderde inge- .ciu-nueu i,ou worden geheven, tegelijk met den au.»at?'m 5en omslag van de Zijpe. In het vervolg voiNchttu diezelfde penningmeester ook weer op /eriv^ek van de ingelanden alle betalingen, welke geschieden moesten „ter ordonnantie van de molen- meesters ofte onder hare quijtantio". Zooals in de A B was de gang van zaken ook on geveer in de andere kleine polders. Van polder C. verschenen ook ingelanden en lasthebbers w.o. een gemachtigde van het gemeene land van de Zijpe. Al leen werd daar slechts één molenmeester verkozen, omdat men geen geschikt persoon voor de tweede plaaJts wist te vinden. De aanwijzing van dien. twee den molenmeester werd -daarom aan Dijkgraaf en Heemraden overgelaten, die den 7en September d.a.v. een functionnaris hebben benoemd. De omslag liet zich in den polder C. aanvankelijk nog niet bepa len. Vlotter ging het in polder D. De ingelanden die daar present waren, wezen eerst, twee molenmees- tors aan en daarna besloten molenmeesters met in gelanden tot een omslag van 20 stuivers per morgen. In de E. stelde men ook al molenmeesters aan; ook daar werd de omslag geregeld. De wijze van heffing werd op de wijze van de A B geregeld. De belang hebbenden van den polder G. benoemden weer drie molenmeesters. Zij lieten aan hen de macht om op den 30en Juli beslissing te nemen, welke parken (ka vels) van de G. onder den molen zouden komen te liggen, en welke niet. De ingelanden van de F. be noemden molenmeesters en fixeerden hun aanslag op 20 stuivers en zoo handelden de ingelanden van de I. eveneens. De vergaderde landeigenaren van den polder Q. echter hielden het stellen van den molen in beraad. Van meerdere kleine polders is in de notu len voorloopig nog geen sprake. Den volgenden dag vergaderde het dijksbestuur van de Zijpe. Op die bijeenkomst werd vastgesteld dat voortaan bij alle stemmingen te -houden door de ingelanden van de kleine polders, do -hoeveel heid van ieders morgental en doorslag zou geven, uitgezonderd ingeval van verkiezing van molenmeesters, wanneer meerderheid van stemmen bindend zou zijn. Molenmeesters zou den voorts tot discretie van Dijkgraaf en Heemraden worden gesalarieerd. Zooals gezegd, waren er nog vele landerijen over gebleven die buiten iedore bemaling lagen. Langza merhand is daarin echter wijziging gekomen. Wij lezen b.v. hoe ton verzoeke van drie belanghebben den een verzoek word gericht aan Hoofdingelanden om de ingelanden wio het, aanging als geland on der do letters G, H, I en K te dagvaarden, teneinde door 'hen telkens twee personen te doen aanwijzen die een behoorlijke waterlossing ter plaatse zouden beramen. Het dijksbestuur besloot op 14 Aug. 1599 een en ander toe te staan en tengevolge hiervan wer den de ingelanden tegen 14 dagen na dato samen geroepen. Rechten en verplichting*»- Uit het voorgaande blijkt wel dat in hoofdzaak do regeling van de ordonnantie van 1566 werd gevolgd bij het herstel van het molenbestuur. Ook thans weer werd aan de ingelanden nagenoeg volle vrijheid gegeven om de zaken naar eigen inzicht te organi- seeren. Zij hadden het recht ontvangen eigen mo lenmeester» aan ie stellen, die weer op de manier van de Hoofdingelanden in den grooten polder met het bestuur over de bemaling belast waren. Hun beheer strekte zich uit tot het bepaien van den om slag, tot het beoordeelen van de noodige uitgaven en het bevelen van betaling, evenals vroeger. Wan betalers mochten zij betrekken voor het polderge recht (daar het een quaestie van z.g. heemrecht was voor Dijkgraaf en Heemraden, zie boven), Hun ne bevoegdheid werd zelfs nog inzooverre uitgebreid dat zij ter verzekering van de landen onder den molen krachtens besluit van Hoofdmgelanuen van de Zijpe d.d. 28 Aug. 1899 alle kaden mochten aan leggen als zij voor waterschutting het best ge schikt zouden oordeelen. Zij ontvingen het recht dio kaden te slaan „uijt de landen daer naest an gelegen ter naester lage en ten minsten schade mits den selven eijgenaers daer van betalende tot discre tie ofte taxatie van Dijckgraeff en Heemraden, waer van de eijgenaers te voren sullen werden ver- aduerteert". Hier delegeerden H. Ingelanden het recht van aardhaling dat zij zelf krachtens art. 14 van de kavelcondities van 1598 uitoefenden. Uit de feiten blijkt echter tevens, dat het bestuur van den grooten polder steeds bij machte is ge weest de bemalingen te wijzigen of nieuwe bema lingen in het leven te roepen. Ook een toezicht van hoogerhand bleek geenszins uitgesloten, Steeds heb ben H. Ingelanden daarmee de vrije hand gehad, doch hunne maatregelen droegen dan een tijdelijk karakter, Essentieel© wijzigingen in territoir en las- tenverdeeling brachten zij niet tot stand; zooiets bleef aan de ingelanden zelf. Enkele beslissingen over dit onderwerp 'wil R* hier ter illustratie laten volgen. Op voorstel van Dijkgraaf en Heemraden brach ten H. Ingelanden in de algemeene vergadering van 2 April 1777 ter sprake cm een strook land be noordoosten den Poelsloot, dat tot dusver vrij vaia molenlasten geweest was, onder de Directie van de P. of de P. V. te brengen; conform werd toen besloten. Na enkele jaren verviel deze regeling ech ter weer. Belangrijk waren de wijzigingen welke de polder bemalingen ondervonden bij het graven van het Noordhollandsoh kanaal. Dit nieuwe vaarwater doorsneed meerdere bemalingen in de Zijpe Talrijke mogentalen gingen verloren en het grootst was het verlies in de polders F. en Ooster N.. Om de polders welke het ergst in de knel waren geraakt, op bil lijke wijze tegemoet te komen, werden olie anderen, voorzoover met het kanaal in aanraking gekomen, tot één bemaling vereenigd (1823). De omslag voor dezen pieuwen grooten polder, bestaande uit de F, L, WN, NS, OT, ON, O, PV, R, ZM en NM werd jaarlijks door Dijkgraaf en Heemraden vastgesteld. Gocn werken mochten door -de, molenmeesters der gecombineerde polders beraamd worden dan na toestemming van dit college; zonder die toestem ming geschiedden evenmin betalingen. Met de oude inrichting der componenten, werd geen rekening gehouden: alle landen moesten bijdragen, doch be- paalde nollen waren voor Yk vrijgesteld en andere nollen die geen genot, hadden, werden geheel vrijge steld. Hier werden dus zelfs landen schuldplichtig gemaakt die totdu6ver noqjt molengelden betaald hadden. Eerst in 1839 kwam aan dezen onhoudbaren toe stand een einde. De subsidie, totdusver door de be- voordeelde polders aan de F betaald, werd ge- j staakt en al het voorgeschoten© werd teruggegeven uit de polderkas. Meteen ontvingen de polders F en ON volledige schadeloosstelling voor gedorven molen gelden sedert 1832 (waartoe een bedrag ten name van de Zijpe op het Grootboek werd geplaatst, vgl. Bes. van H. Ingeland, d.d. 10 Juni 1839.) De overige rolders waren niet in bundertalen verminderd. Daarom hadden zij ook geen recht op scJiadevergoe ding aldus luidde het standpunt, toen door het polderbestuur gehuldigd. Een en ander heeft ver band gehouden met het feit, dat het Amortisatie Syndicaat (een lichaam belast met het beheer van het Kanaal) do schadevergoeding voor de vergra vingen had uitgekeerd. Na afwikkeling der moei lijkheden, zien wij dus ook hier weer de inrichting hersteld. Ook ten aanzien van het afhoor»» 'der molenreke ningen handhaafden H. Ingelanden het voormalige standpunt. Toen een jaar na het houden der op- richtingsbijeenkomstcn was verstreken, toesloten zij slechts weer inzooverre in te grijpen, door alleen een dag te bepalen, waarop do rekeningen gedaan moesten worden (op Midvastendag na Laetare 1600). Naar volgorde van hun rangletter kwamen de pol ders aan de beurt. Maar de Ingelanaen toonden weinig belangstelling; traag kwamen zij opdagen. Ja, zelfs uit den polder verschenen alleen de mo lenmeesters! Om deze reden hebben die toon aan Dijkgraaf en Heemraden machtiging verzocht voor de verkiezing van hunne opvolgers die zij genood zaakt we,ren te doen. Aanstonds werd de machti ging verleend. En zoo is van lieverlede het gebruik ontstaan dat in sommige polders de jaarrekening door tie ingelanden en in andere door Dijkgraaf en Heemraden werd opgenomen. Hoewel in den Fran sehen tijd zich ook enkele andere polders nog aan het gezag van dat college hadden onttrokken, wer den zij daaraan later toch weer onderworpen. Al leen de polders M, Q en NM, bleven tot ver in de '19e eeuw in het voortdurend genot van het recht om de rekening zelfstandig te doen, zonder toezicht van Dijkgraaf en Heemraden. Conclusie, Veel verschillen de Zijpsche bemalingen wat aard en Inrichting betreft van de afpolderingen in de overige Noordhollandsche polders. Aan hare molenmeesters en ingelanden (die zelfs „bedijkers" genoemd worden) is vanouds een groote zelfstandig heid toegekend, zóó groot, dat wij deze polders met recht als ondergeschikte, maar toch min of meer zelfstandige administratieve lichamen mogen be schouwen. De mogelijkheid is zelfs niet uitgesloten dat de Zijpsche Heemraden in het einde der 17e eeuw zich een tijdlang „Hoogheemraden" hebben genoemd, juist in verband met dio positie van de afpolderingen. Sedert is door geen enkele wijziging in het regle ment van de Zijpe de formeele opheffing gebracht van de kleine polders. Integendeel, de Staten van Noordholland (notulen vergad. 22 Nov. 1854) erken den dat hen „het karakter van zelfstandige inrig- „tingen niet geheel kan worden ontzegd en dien tengevolge de molenmeesters, hoezeer beamten van „het waterschaps bestuur toch een beheer voeren .voor hunne medeingelanden in engeren zin." Bepaalde het polderbestuur tot dusverre in^ een reglement voor do molenmeesters („instructie" go- heeten d.d. 19 Mei 1841; 27 Aug. 1852 en 11 Aug. 1862) hoe het zich deze wenschte; nadien is va» deze regeling het zwaartepunt overgebracht naar het, bijz. reglement van don grooten polder (Vgi. do verschillende reglementen). Bijzonder gelukkig is deze nieuwe regeling nu juist niet te noemen. Waarom de inrichting der kleine polders aan de zeggingschap van het polderbestuur onttrokken? Waarom moeten H. Ingelanden thans het aantal molenmeesters bepalen, waarom moeten de molen gelden op een kleine uitzondering na bunders bundersgewlja worden opgebracht, en waarom moot de molenaar nu door Dijkgraaf en Heemraden wor den aangewezen? Ais men het voorgaande nagaat is het m.i, dui delijk dat deze veranderingen ©enigszins willekeu rig en zonder kennis van de inrichting der instel ling zijn aangebracht. Het ware daarom gewenscht geweest wanneer men zich aan de hand der historie rekenschap had gegoven van den oorsprong van de kleine Zijpsche polders; wellicht waren de jongste reglementswijzigingen dan ook anders uitgevallen. Alkmaar, 28 December 1927,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5