r
I
MOLENBESTUUR IN DE ZIJPE.
r
IS
Tweede Blad.
Staatsloten:,
De vrijgezellenbelasting in Italië.
Een pad door de sneeuw gebaand.
Felle koude in de Vereenigde Staten.
Het lot van Mrs. Grayson.
Mislukte Duitsche Oceaanvluchten.
Het gebrek aan waren op het
Russische platteland.
Gemengd Nieuws.
Zestien keer getrouwd in vijf maanden
Het bedelvak in New-York nog niet
zoo'n slecht bedrijf.
(DE KLEINE POLDERS.)
Een tweede poging om de Straat van
Gibraltar over te zwemmen.
a.
go^
Woensdag 4 Januari 1928.
71ste Jaargang. No. 8180.
ang
ing
Trekkirw van Maandag 2 Januari.
4o Klas le Lijst.
No. 16216 f 200.
No». 2983 3533 9759 9953 f 100.
Prijzen van f 66.
13 86 91 200 242 259 346 443 461
469 518 534 540 563 564 657 679 706
739 747 766 760 900 904 1005 1013 101S
1(53 1067 1104 1129 113B 1160 1189 1201 1238
00 1334 1365 1307 1429 1438 1470 1566 1593
1633 1746 1810 1880 1966 2034 2110 2158 2194
JZ4S 2263 2281 2358 2439 2455 2463 2492 2609
2635 2639 2657 2711 2730 3009 3038 3150 3180
3262 3263 3284 3296 3340 3401 3403 3480 3493
3681 3692 3938 3979 4013 4034 4150 4186 4203
4289 4359 4387 4417 4459 4488 4493 4658 4676
4700 4713 4777 4792 4818 4823 4849 4880 4920
6251 5270 5291 5313 5369 5382 5409 5430 5455
6670 5651 5678 5916 6046 6060 6104 6175 6137
6253 6500 6566 6600 6686 6715 6753 6954 7057
7065 7078 7093 7099 7140 7227 7248 7279 7293
7323 7382 7453 7688 7783 7867 7876 7880 8004
8007 8069 8076 8210 8297 8413 8516 8528 8533
054 8628 8643 8665 8690 8697 8778 8792 8796
88'9 8895 8925 8927 8931 9036 9134 9143 9153
8858 9282 9340 9345 0361 9371 9399 9406 9534
8599 9654 976S 9810 9824 9853 9871 9874 9888
9831 9966 10003 10009 10134 10163 10219 10275 10276
KWB 10314 10323 10352 10394 10440 10465 10510 10526
1(570 10601 10606 10704 10717 10748 10754 10776 10814
10*19 10901 10925 10952 10957 11148 11171 11173 11244
11325 11338 11360 11391 11401 11433 11465 11485 11532
11505 11676 11639 11701 11727 11741 11742 11754 11806
UW 1*8*6 11836 11886 11942 11946 11956 11072 12«R3
12119 12228 12258 12289 12304 12306 12322 12366 12378
12889 12444 12452 12675 12678 12708 12847 12853 12855
12861 12966 13008 13027 13074 13144 13176 13196 13223
18224 13254 13326 13338 13386 134<1 13504 13628 13640
18694 13799 13810 13838 13852 13856 13900 13904 13926
18928 13973 13989 14014 14015 14028 14035 14092 14112
14120 14155 14166 14287 14333 14459 14522 14523 14568
14600 14613 14622 14703 14757 14764 14823 14872 14887
14890 14908 14980 15009 15012 15038 15047 15049 15172
15264 15319 15339 15377 15389 15397 15410 15435 15507
15522 16541 15550 15570 15590 15666 15790 15802 15887
15925 15940 15995 16053 16056 16061 16080 16109 16117
16134 16186 16214 16462 16501 16509 16511 16522 16540
16547 16551 16560 16575 16596 16602 16674 16709 16724
16739 16755 16756 16760 16787 16801 16815 16821 16829
18880 16889 16892 16934 17018 17923 17085 17103 17229
17234 17237 17354 17356 17399 17504 17512 17568 17601
17610 17618 17642 17724 17759 17808 17824 17839 17876
17880 18020 18053 18114 18137 -8268 18404 18414 18440
18456 18468 18490 18651 18791 18842 18852 18860 18872
18896 18946 18951 18961 19082 19100 19171 19216 19221
19289 19336 19467 19468 19614 19652 19686 19698 19712
19715 19741 19742 19758 19766 20021 20053 20054 20084
20085 20090 20113 20183 20289 20292 20386 20449 20452
20511 20582 20613 20623 20632 20643 20648 20651 20653
20690 20748 20754 20772 20765 20808 20897 20907 20925
ter berteht meldde evenwel, dat mlee Gleitze haar po
ging had moeten opgeven, doordat de zee te hol was.
Zes uren nadat inise Gleitze was gestart, is ook
miss Hudson van Alcazar vertrokken om een zwem
tocht over de straat van Gibraltar te wagen. Ook zij
werd vergezeld door consulaire ambtenaren, die haar
in een sleepboot begeleidden, terwijl zich ook een
schutter aan boord bevond, voor geval dat de zwem-
ster door haaien mocht worden aangevallen. Volgens
latere berichten vordert zij goed.
Later wordt gemeld, dat ook miss Hudson haar po
ging om de Straat van Gibraltar over te zwemmen,
heeft opgegeven.
IN VIER MAANDEN TIJD 15 MILLIOEN.
Naar het Persbureau V.D. uit Rome verneemt, heeft
de belasting op de Italiaansche vrijgezellen, die op
1 Januari vier maanden in werking was, tot nu toe
15 millloen lire voor de schatkist opgebracht.
Een nieuwe lijst van alle vrijgezellen in Italië zal
de volgende week worden gepubliceerd en de regee-
ring denkt van hen een bedrag van 50 millioen lire
per jaar aan belasting te ontvangen.
DE HONGER KNELDE»
De dorpelingen te Withypoole (Somerset), een
klein afgelegen Engelscta. plaatsje in Exmoor, kre
gen, nadat zij dagen lang ingesneeuwd hadden ge
zeten, gebrek aan voedsel. Lady Perrott, die daar
een buitenhuis bewoont, organiseerde daarop met
hare dochters de dorpelingen en zij deden alle mo
gelijke moeite om met scheppen een pad over den
heuvel, waarover de toegangsweg naar het plaatsje
loopt, te banen. Zaterdag toen men r og niet veel
vooruitga,nK had kunnen maken, strooide de dor
pelingen in benzine gedrenkte varen* »n dorre tak
ken van gaspeldoorns en kreupelhout langs de hel
ling van den heuvel en toon dit alles aangestoken
was, brandde het lustig en smolt de sneeuw, zoodat
er een breede geul ontstond. Toen was Withypoole
uit zijn isolement verlost.
Verder heeft het opgehouden te regenen en dien
tengevolge is de toestand in het overstromingsge
bied wat verbeterd.
In Londen heeft men den meesten last gehad in
Harlesden, waar tweehonderd huizen en verschei
dene wegen van het water te lijden kregen.
Te Reading en Pangbourne wast het water nog,
maar aangezien het weer vandaag weer koud en
drovg is geworden, denkt men dat het ergste ge
vaar voorbij is.
MEER DAN 50 PERSONEN DOOR KOUDE
OMGEKOMEN.
i Het centrale Westen van Amerika ie getroffen
door een geweldige koude. Hier en daar ligt de
sneeuw een meter of anderhalf hoog en de tempera
tuur varieert in de meeste plaatsen tusschen 10
en —15 gr. C. I de omstreken van Ghicago zijn 19
menschen van koude omgekomen en uit het heele
gebied tusschen de Rockie Mountains in het Wes
ten, de Oostkust en Oklahoma en Texas komen be
richten van lieden, die doodgevroren zijn. Volgens
de weerkundigen zal de kou zeker nog twee of drie
dagen aanhouden.
Draadloos wordt nog uit Néw-York geseind, dat
uit het midden-westen ontstellende berichten wor
den ontvangen over de gevolgen van de koudegolf
en den zwaren sneeuwval, waardoor vele gebieden
geïsoleerd zijn: Meer dan 50 personen moeten ge
dood zijn, waarvan 26 alleen te Chicago. Het meteo
rologisch instituut heelt temperaturen geregistreerd
tusschen de 10 en 15 geraden onder nul en deze
koude zal nog minstens twee dagen aanhouden.
Berichten over groote koude en sterfgevallen
daarvan komen ook uit andere deelen des lands, in
het Westen tot aan de Rocky Mountains, in het
Oosten tot aan de kust en in het Zuiden tot aan
Ok-laöioma en Texas.
IN ZEE GEVALLEN?
Do schipper van een msschersvaartuig van Nieuw
Schotland deelt mede, dat hij gedurende den storm
op den avond van 23 December, het gedempte ge
raas van een vliegmotor hoorde en daarna het ge
luid van een zwaar lichaam, dat in zee viel!
Men gelooft, dat dit Mrs. Gra.ysons vliegtuig is
geweest, die zooals bekend, met Kerstmis een po
ging zou wagen om den Oceaan over te vliegen,
doch naar thans mag worden aangenomen, met
haar -beide makkers jammerlijk om hot leven ge
komen is.
De zog&ls der posfefeib&exi van dezen tocht een groote
waarde.
De DuiUcber* die voor de curiositeit brieven of brief
kaarten hadden toevertrouwd aan de Junkers-vllegtui-
gen Europa en Bremen, die in den afgeloopen zomer
vruchteloos hebben getracht naar de Ver. Staten te vlie
gen, zijn thans door het postbestuur verrast met een
aardige herinnering.
De brieven die met 25 mark en de kaaiden die met
12 mark gefrankeerd waren, zijn pas dezer dagen in
Duitschland teruggekeerd. Zij waren, na de eerste mis
lukking meegegeven aan de D 1220 en de D 1280. die de
poging om den Oceaan over te steken hebben herhaald
doch op de Azoren zijn blijven steken. Een ervan is in
de haven van Horta gezonken, de andere is op een mail
boot naar Hamburg teruggebracht.
De afzenders hebben nu hun stukken teruggekregen
met de officleele stempels zoowel van den eersten als
van den tweeden tocht en met den overdruk: „Terug,
aangezien de tocht niet is volbracht." Zij kunnen desge-
wenscht de porti terugkrijgen, maar moeten dan de cou
verten inleveren. Van deze faciliteit zullen wel weinigen
gebruik maken omdat de zegels, als filatelistische curiosa
een veel grootere waarde hebben dan 25 of 12 mark.
DE BOEREN ZULLEN TOCH OVERWINNEN»
MIen weet, dat het een streep door de rekening
van de Sow jetregering gehaald heeft, dat de boeren
na den laataten oogst maar traag gebleken zijn in
den verkoop van liun producten, in het bijzonder
graan, terwijl de regeering dat noodig heeft voor
haar buitenlandsche handelspolitiek. Daarom heeft
thans het volkscommissariaat van handel een cir
culaire rondgestuurd, waarin de plaatselijke be
stuursorganen natuurlijk last krijlgeni erop te let
ten, dat in het eerste kwartaal van 1928 de iDdu-
strie-producten door coöperaties en andere handels
lichamen in de eerste plaals naar het platteland
gedistribueerd moeten wordon: 70 pet. van 1 eer
waren en manufacturen. 90 pet. van de metaalwa
ren en al het glas moet tegen graan geruild wor
den. De circulaire verklaart nadrukkelijk, dat men
er niet voor moet terugschrikken tijdelijk de ver
zorging der steden en der districten die geen graan
leveren, stop te zetten.
„MEN MOET EEN VROUW LIEFHEBBEN EN
HAAR DAN VERLATEN."
Te Bridgeport is een jeugdige schelm aangehouden
toen hij zich juist voor de zeventiende keer in vijf
maanden tijds in den echt wilde laten verbinden. De
jonge man, een recidivist, die al herhaaldelijk wegens
oplichting en verduistering gestraft was, plaatste ge
regeld huwelijksannonces. Opt die voor zijn 17e huwe
lijk had hij 82 antwoorden ontvangen en hij had er
zes meisjes uitgepikt, die allen bereid waren hem te
huwen. „Men moet", zei hij tot den rechter, „een
vrouw liefhebhen en haar dan verlaten. Ik houd niet
van echtscheiding. Als ik een vrouw moe ben, laat
ik haar liever in den steek. Ik plaats een huwelijks
advertentie en den volgenden dag heb ik een dozijn
vrouwen, die de plaats van de vorige in willen ne
men.
-Het jonge mensch verwisselde zoo snel van huwe
lijksbootje, dat hij zich zelfs den naam van enkele zij-
rer zestien vrouwen niet meer kon herinneren. Hij
had echter een uitgebreide collectie minnebrieven en
een lijst van alle gegadigden bij zich, zoodat de recht
bank de zaak wel voor hem uit zal zoeken.
Door Mr. J. BEL ON JE te Alkmaar.
EEN BEDELAAR MET f 1200 PER WEEK
INKOMEN.
-Bijl een onlangs ingestelde enquête over de bede
larij in New York is het volgende gebleken.
Het „beroep" van bedelaar is zoo winstgevend,
dat een jongeman, wien men een loon van 60 gul
den per week aanbood, er de voorkeur aan gaf,
te bedelen Een individu, dat er goed slag van had,
het medelijden- op- te wekken, wist het zoo ver te
brengen, dat hij! in één enkele week 1200 gulden
verdiende. Sommige bedelaars bezitten bankconto's
laten izich per taxi vervoeren en verblij-ven des win
ters als echte kapitalisten te Florida.
Er zijn bedelaarsschalen, waar men leert, hoe een
tmputatie te simuleeren en hoe voor .blindeman"
te spelen.
Een eenbeenige eigenaar van een boerderij' in
New Yersey. die bij- een spoorwegongeluk verminkt
werd, treedt te New York als bedelaar op, bewe
rend, een oud-soldaat ie zijn, die in den oorlog
werd gewond.
oe
WEDEROM MISLUKT.
Uit Londen is het bericht binnengekomen, dat de
poging van de Londénsche typiste, Miss Gleitze. de
otraat van Gibraltar over te zwemmen, is mislukt. Dit
was haar tweede poging. Zij ging gistermorgen te drie
uur te water, en werd vergezeld dor Engelsche con
sulaire vertegenwoordigers, die zouden optreden als
onpartijdige getuigen. Tegen den middag bevond zij
Ï5i hal,f. we* tusschen Tanger en Gibraltar. Later
gemeld, dat zij zich slechts nog op een
verwijderd bevond van Tarifa. Verwacht
»Wd, dat zij daar ook aan land zou «tappan, Etn la-
Vervolg.
Definitieve Inrichting der kleine polder..
Toen de Zijpe in 1597 opnieuw werd bedijkt, beslo
ten Hoofdingelanden weldra dat de inrichtingen der
afzonderlijke bemalingen op don ouden voet zouden
worden hersteld. Reeds op i9 Januari van dat jaar
droegen zij aan Dijkgraaf en Heemraden op om te
onderzoeken, welke soort van molens ter plaatse de
meest doelmatige zou zijn en welke: >prijB ermee ge
moeid zou wezen opdat aanbesteding voorbereid zou
kunnen worden. Men moest klaar zijn, wanneer de
sluizen gereed kwamen, daar het plan bestond om op
de Zijpe een kolkbemaling te stichten.
De kolkbemaling is er gekomen, doch zij werd na
gebruik van enkele jaren weer afgeschaft. Voldoen
de kon de polder eensdeels zich voorzien van versch
water en anderdeels afspuien, respectievelijk door
middel van het Jacob Claassesluisje bij Krabben
dam en door zijn groote zeesluis in het dorp Oude-
sluis. Niettegenstaande deze wijzigingen in den wa
terstaatkundigen toestand, -bleef het plan om afzon
derlijke bemalingen in te richten, ongewijzigd.
Aan Dijkgraaf en Heemraden werd in de vergade
ring van Hoofdingelanden van 30 Januari 1597 de
beoordeeling van -de vraag overgelaten, of de molens
op dezelfde plaatsen als vanouds gesteld moesten
worden. Nadat dit punt aldus was voorbereid, heeft
het dijksbestuur besloten om in die polders, waar
eertijds molens gestaan hadden, weer te gaan bou
wen, doch op kosten van de personen onder die mo
lens geland. Opnieuw treft ons hier weer de toepas
sing van het oude adagium, dat ik boven reeds
aanhaalde.
„Die wa ter deert,
„Die water keert."
Bij het laatste besluit werd tevens de gelegenheid
geopend om t.z.t. onwillige betalers van de polders
voor Dijkgraaf en Heemraden te kunnen betrekken.
Dit college werd ook gemachtigd de ingelanden- uit
naam van Hoofdingelanden te dagvaarden om op
26 Juli te Alkmaar te verschijnen. Zij werden daar
verzocht te komen teneinde -hun advies (beslissende
stem) uit te brengen over het gewichtige punt van
de plaatsing der molens. M.a.w. was daarmee dus do
inrichting der kleine polders beoogd. Wie niet ver
scheen zoo werd bepaald zou van zijn stem
verstoken zijn, een maatregel waardoor in dijksza-
ken gewoonlijk -de gelegenheid tot het doen van pro
testen werd afgesneden. Do comparanten waren dan
inmiddels zonder de wegblijvers tot het nemen van
I wettige besluiten bevoegd.
Tegen -den vastgestelde» dag nu, riep de gezworen
bode de ingelanden samen. Allereerst verschenen de
mee«ae grondeigenaars van de polders A. en B. Er
waren onder hen die voor zichzelf optraden, maar
ook lasthebbers. Met meerderheid van stemmen werd
door de gezamenlijke aanwezigen besloten over de
beide gecombineerde polders drie molenmeester» te
verkiezen. Vervolgens werd een drietal heeren voor
die functie aangewezen, welke benoeming zij zich
staande de vergadering lieten welgevallen. Tot ver
val van de kosten der benoodlgde molenwerven, ka
den, tochtslooten, molenzeilen, enz. werd een rege
ling getroffen door 10 stuivers per morgen af te zon
deren, die dan door den penningmeester van -den
grooten polder uit naam van de vergaderde inge-
.ciu-nueu i,ou worden geheven, tegelijk met den
au.»at?'m 5en omslag van de Zijpe. In het vervolg
voiNchttu diezelfde penningmeester ook weer op
/eriv^ek van de ingelanden alle betalingen, welke
geschieden moesten „ter ordonnantie van de molen-
meesters ofte onder hare quijtantio".
Zooals in de A B was de gang van zaken ook on
geveer in de andere kleine polders. Van polder C.
verschenen ook ingelanden en lasthebbers w.o. een
gemachtigde van het gemeene land van de Zijpe. Al
leen werd daar slechts één molenmeester verkozen,
omdat men geen geschikt persoon voor de tweede
plaaJts wist te vinden. De aanwijzing van dien. twee
den molenmeester werd -daarom aan Dijkgraaf en
Heemraden overgelaten, die den 7en September d.a.v.
een functionnaris hebben benoemd. De omslag liet
zich in den polder C. aanvankelijk nog niet bepa
len. Vlotter ging het in polder D. De ingelanden die
daar present waren, wezen eerst, twee molenmees-
tors aan en daarna besloten molenmeesters met in
gelanden tot een omslag van 20 stuivers per morgen.
In de E. stelde men ook al molenmeesters aan; ook
daar werd de omslag geregeld. De wijze van heffing
werd op de wijze van de A B geregeld. De belang
hebbenden van den polder G. benoemden weer drie
molenmeesters. Zij lieten aan hen de macht om op
den 30en Juli beslissing te nemen, welke parken (ka
vels) van de G. onder den molen zouden komen te
liggen, en welke niet. De ingelanden van de F. be
noemden molenmeesters en fixeerden hun aanslag
op 20 stuivers en zoo handelden de ingelanden van
de I. eveneens. De vergaderde landeigenaren van den
polder Q. echter hielden het stellen van den molen in
beraad. Van meerdere kleine polders is in de notu
len voorloopig nog geen sprake.
Den volgenden dag vergaderde het dijksbestuur
van de Zijpe. Op die bijeenkomst werd vastgesteld
dat voortaan bij alle stemmingen te -houden door de
ingelanden van de kleine polders, do -hoeveel
heid van ieders morgental en doorslag zou
geven, uitgezonderd ingeval van verkiezing
van molenmeesters, wanneer meerderheid
van stemmen bindend zou zijn. Molenmeesters zou
den voorts tot discretie van Dijkgraaf en Heemraden
worden gesalarieerd.
Zooals gezegd, waren er nog vele landerijen over
gebleven die buiten iedore bemaling lagen. Langza
merhand is daarin echter wijziging gekomen. Wij
lezen b.v. hoe ton verzoeke van drie belanghebben
den een verzoek word gericht aan Hoofdingelanden
om de ingelanden wio het, aanging als geland on
der do letters G, H, I en K te dagvaarden, teneinde
door 'hen telkens twee personen te doen aanwijzen
die een behoorlijke waterlossing ter plaatse zouden
beramen. Het dijksbestuur besloot op 14 Aug. 1599
een en ander toe te staan en tengevolge hiervan wer
den de ingelanden tegen 14 dagen na dato samen
geroepen.
Rechten en verplichting*»-
Uit het voorgaande blijkt wel dat in hoofdzaak do
regeling van de ordonnantie van 1566 werd gevolgd
bij het herstel van het molenbestuur. Ook thans
weer werd aan de ingelanden nagenoeg volle vrijheid
gegeven om de zaken naar eigen inzicht te organi-
seeren. Zij hadden het recht ontvangen eigen mo
lenmeester» aan ie stellen, die weer op de manier
van de Hoofdingelanden in den grooten polder met
het bestuur over de bemaling belast waren. Hun
beheer strekte zich uit tot het bepaien van den om
slag, tot het beoordeelen van de noodige uitgaven
en het bevelen van betaling, evenals vroeger. Wan
betalers mochten zij betrekken voor het polderge
recht (daar het een quaestie van z.g. heemrecht
was voor Dijkgraaf en Heemraden, zie boven), Hun
ne bevoegdheid werd zelfs nog inzooverre uitgebreid
dat zij ter verzekering van de landen onder den
molen krachtens besluit van Hoofdmgelanuen van
de Zijpe d.d. 28 Aug. 1899 alle kaden mochten aan
leggen als zij voor waterschutting het best ge
schikt zouden oordeelen. Zij ontvingen het recht
dio kaden te slaan „uijt de landen daer naest an
gelegen ter naester lage en ten minsten schade mits
den selven eijgenaers daer van betalende tot discre
tie ofte taxatie van Dijckgraeff en Heemraden,
waer van de eijgenaers te voren sullen werden ver-
aduerteert". Hier delegeerden H. Ingelanden het
recht van aardhaling dat zij zelf krachtens
art. 14 van de kavelcondities van 1598 uitoefenden.
Uit de feiten blijkt echter tevens, dat het bestuur
van den grooten polder steeds bij machte is ge
weest de bemalingen te wijzigen of nieuwe bema
lingen in het leven te roepen. Ook een toezicht van
hoogerhand bleek geenszins uitgesloten, Steeds heb
ben H. Ingelanden daarmee de vrije hand gehad,
doch hunne maatregelen droegen dan een tijdelijk
karakter, Essentieel© wijzigingen in territoir en las-
tenverdeeling brachten zij niet tot stand; zooiets
bleef aan de ingelanden zelf.
Enkele beslissingen over dit onderwerp 'wil R*
hier ter illustratie laten volgen.
Op voorstel van Dijkgraaf en Heemraden brach
ten H. Ingelanden in de algemeene vergadering van
2 April 1777 ter sprake cm een strook land be
noordoosten den Poelsloot, dat tot dusver vrij vaia
molenlasten geweest was, onder de Directie van
de P. of de P. V. te brengen; conform werd toen
besloten. Na enkele jaren verviel deze regeling ech
ter weer.
Belangrijk waren de wijzigingen welke de polder
bemalingen ondervonden bij het graven van het
Noordhollandsoh kanaal. Dit nieuwe vaarwater
doorsneed meerdere bemalingen in de Zijpe Talrijke
mogentalen gingen verloren en het grootst was het
verlies in de polders F. en Ooster N.. Om de polders
welke het ergst in de knel waren geraakt, op bil
lijke wijze tegemoet te komen, werden olie anderen,
voorzoover met het kanaal in aanraking gekomen,
tot één bemaling vereenigd (1823). De omslag voor
dezen pieuwen grooten polder, bestaande uit de
F, L, WN, NS, OT, ON, O, PV, R, ZM en NM werd
jaarlijks door Dijkgraaf en Heemraden vastgesteld.
Gocn werken mochten door -de, molenmeesters der
gecombineerde polders beraamd worden dan na
toestemming van dit college; zonder die toestem
ming geschiedden evenmin betalingen. Met de oude
inrichting der componenten, werd geen rekening
gehouden: alle landen moesten bijdragen, doch be-
paalde nollen waren voor Yk vrijgesteld en andere
nollen die geen genot, hadden, werden geheel vrijge
steld. Hier werden dus zelfs landen schuldplichtig
gemaakt die totdu6ver noqjt molengelden betaald
hadden.
Eerst in 1839 kwam aan dezen onhoudbaren toe
stand een einde. De subsidie, totdusver door de be-
voordeelde polders aan de F betaald, werd ge-
j staakt en al het voorgeschoten© werd teruggegeven
uit de polderkas. Meteen ontvingen de polders F en
ON volledige schadeloosstelling voor gedorven molen
gelden sedert 1832 (waartoe een bedrag ten name
van de Zijpe op het Grootboek werd geplaatst, vgl.
Bes. van H. Ingeland, d.d. 10 Juni 1839.) De overige
rolders waren niet in bundertalen verminderd.
Daarom hadden zij ook geen recht op scJiadevergoe
ding aldus luidde het standpunt, toen door het
polderbestuur gehuldigd. Een en ander heeft ver
band gehouden met het feit, dat het Amortisatie
Syndicaat (een lichaam belast met het beheer van
het Kanaal) do schadevergoeding voor de vergra
vingen had uitgekeerd. Na afwikkeling der moei
lijkheden, zien wij dus ook hier weer de inrichting
hersteld.
Ook ten aanzien van het afhoor»» 'der molenreke
ningen handhaafden H. Ingelanden het voormalige
standpunt. Toen een jaar na het houden der op-
richtingsbijeenkomstcn was verstreken, toesloten
zij slechts weer inzooverre in te grijpen, door alleen
een dag te bepalen, waarop do rekeningen gedaan
moesten worden (op Midvastendag na Laetare 1600).
Naar volgorde van hun rangletter kwamen de pol
ders aan de beurt. Maar de Ingelanaen toonden
weinig belangstelling; traag kwamen zij opdagen.
Ja, zelfs uit den polder verschenen alleen de mo
lenmeesters! Om deze reden hebben die toon aan
Dijkgraaf en Heemraden machtiging verzocht voor
de verkiezing van hunne opvolgers die zij genood
zaakt we,ren te doen. Aanstonds werd de machti
ging verleend. En zoo is van lieverlede het gebruik
ontstaan dat in sommige polders de jaarrekening
door tie ingelanden en in andere door Dijkgraaf en
Heemraden werd opgenomen. Hoewel in den Fran
sehen tijd zich ook enkele andere polders nog aan
het gezag van dat college hadden onttrokken, wer
den zij daaraan later toch weer onderworpen. Al
leen de polders M, Q en NM, bleven tot ver in de
'19e eeuw in het voortdurend genot van het recht
om de rekening zelfstandig te doen, zonder toezicht
van Dijkgraaf en Heemraden.
Conclusie,
Veel verschillen de Zijpsche bemalingen wat
aard en Inrichting betreft van de afpolderingen in
de overige Noordhollandsche polders. Aan hare
molenmeesters en ingelanden (die zelfs „bedijkers"
genoemd worden) is vanouds een groote zelfstandig
heid toegekend, zóó groot, dat wij deze polders met
recht als ondergeschikte, maar toch min of meer
zelfstandige administratieve lichamen mogen be
schouwen. De mogelijkheid is zelfs niet uitgesloten
dat de Zijpsche Heemraden in het einde der 17e
eeuw zich een tijdlang „Hoogheemraden" hebben
genoemd, juist in verband met dio positie van de
afpolderingen.
Sedert is door geen enkele wijziging in het regle
ment van de Zijpe de formeele opheffing gebracht
van de kleine polders. Integendeel, de Staten van
Noordholland (notulen vergad. 22 Nov. 1854) erken
den dat hen „het karakter van zelfstandige inrig-
„tingen niet geheel kan worden ontzegd en dien
tengevolge de molenmeesters, hoezeer beamten van
„het waterschaps bestuur toch een beheer voeren
.voor hunne medeingelanden in engeren zin."
Bepaalde het polderbestuur tot dusverre in^ een
reglement voor do molenmeesters („instructie" go-
heeten d.d. 19 Mei 1841; 27 Aug. 1852 en 11 Aug.
1862) hoe het zich deze wenschte; nadien is va»
deze regeling het zwaartepunt overgebracht naar
het, bijz. reglement van don grooten polder (Vgi.
do verschillende reglementen). Bijzonder gelukkig
is deze nieuwe regeling nu juist niet te noemen.
Waarom de inrichting der kleine polders aan de
zeggingschap van het polderbestuur onttrokken?
Waarom moeten H. Ingelanden thans het aantal
molenmeesters bepalen, waarom moeten de molen
gelden op een kleine uitzondering na bunders
bundersgewlja worden opgebracht, en waarom moot
de molenaar nu door Dijkgraaf en Heemraden wor
den aangewezen?
Ais men het voorgaande nagaat is het m.i, dui
delijk dat deze veranderingen ©enigszins willekeu
rig en zonder kennis van de inrichting der instel
ling zijn aangebracht. Het ware daarom gewenscht
geweest wanneer men zich aan de hand der historie
rekenschap had gegoven van den oorsprong van de
kleine Zijpsche polders; wellicht waren de jongste
reglementswijzigingen dan ook anders uitgevallen.
Alkmaar, 28 December 1927,