plager Courant Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek de wereld van den lach. VOOR ONZE SCHAKERS. VOOR ONZE DAMMERS. [oeveel sterrewachten zijn er? partij schaak met den duiveL i gebroken maar.... gedroogde harten. De snelheid van het licht. Clowns met een wereldreputatie. Vraagstuk no. 48, Zaterdag 7 Januari 1928 71ste Jaargang. No. 8182. uitgevers van bet nautisch1 jaarhoek der En- ie admiraliteit hebben een onderzoek ingo oi te weten hoeveel sterrenwachten er ter zijn. Als resultaat van dit onderzoek is men jji tot een totaal van 279 sterrenwachten. Aan itg staan de Vereentgde Staten met 68 insti- dan volgt, Daiitschland. met 28, direct doar- -eland met 27 sterrenwachten. De vierde wordt ingenomen door Italië met een aantal Frnakrijk heeft 13 en Rusland 12, tenslotte 7 van dergelijke instituten. Ten gevolge van lustig klimaat bevinden zich in tropische zeer vele sterrenwachten en waarneming®- en, die ten deele zijn opgericht door groote jkaansche astronomische genootschappen, die Ui eigen land van de ongunstige weersgesteld- te 'lijden hebben. Zoo vindt men in Middeli- üid-Amerika 14, in Zuid-Afrika 13 en in Austra zijn naburige Dominions 11 posten. Japan liina bezitten elk 3 Instituten. Typisch ia, dat aantal werkelijk wetenechappelijk-werkende pömen over de gebeele aarde aanzienlijk ge il. dan bij voorbeeld het aantal miliionnaJr*. juiste aantal staat echter niet geheel vast. fl VERHAAL OVER EEN DER GROOTSTE haakmeesters uit vroeger eeuwen. beroemdste schaakmeesters uit vroeger fan behoort de Rus D, Petrow. Deze heeft ver. |d«ne waardevolle werken opl schaakgebied ireven en tot op den huiddgen dag wordt nog zekere opening van het spel naar den schaak ier genoemd. Hij- was een zoo groot schaak- ouslast, dat hij op zijn huisdeur een schaak had laten schilderen, waarop hij een zijner ite partijen vereeuwigd had. Van hem wordt l| dat hlji op een Nieuwjaarsnacht voor zijn akbord zat, verdiept in een moeilijk probleem, plotseling de deur open ging' en de duivel in i persoon, met harens, bokspoot en en staart intrad en den meestor tot een partij schaak ham uitnoodigde. Wanneer Petrow verloor aou gedurende drie jaar geen schaak meer mogen en. Petrow nam de uitdaging aan, men zette iot spelen en de duivel won. Inderdaad ver ijl geschiedenis, dat Petrow drie jaar lang geen Keelt aangeraakt. Booze tongen beweren, dat livel echter niemand anders was dan een concurrent van zijn meester, Kologirbow, die vermomming gekozen had om Petrow angst te jagen en op deze wijize gemakkelijk zijn te- artij te kunnen slaan. ikkers herren het taaiste hart. httft genomen met.... gedroogd» kikkerharten. HIJ liet ce Indrogen, tot M niet minder van 60 procent van het gewicht hadden verloren. Daarna weekte hij w in fyelologiiche aoutoploesing en zog tot fijn verbazing dat ze na vijf tot tien minuten weer be gonnen te kloppen, eerst ®wak en onregelmatig, daarna krachtiger en ten slotte geheel normaal. Deze hartswerking duurde in vele gevallen uren lang,. Na toevoeging van het door prof. Haberlandt gevonden „hormon der hartbeweging" werd de duur meer dan verdubbeld. De Klinische Wochenschrift voegt hieraan toe, clat proeven, door Duitsche geleerden genomen, de zelfde uitkomsten hadden als die van prof. Moro- sof. Een hunner, de Berlijtnsche hoogleeraar 23ül- zer, heeft ook bij menschen met hartkwalen ver rassende resultaten bereikt bij behandeling met Ba- berlandt's hormon. ZAL HET EENMAAL TOT STILSTAND KOMEN? E'en Ehgelsch sterrekundige, dr. Gheury Bray, heeft een tzeer merkwaardige ontdekking gedaan bij' vergelijking der metingen van de licht-snelheid. Tot dusver goltd het als een soort axioma, dat deze con stant was Bray merkte echter op dat de snelheid door Cornu te Parijs in 1875 gevonden, nj, 300.009 K.M per seconde, aanmerkelijk afwijkt van die welke Michelson te Mount Wilson (Ver. Staten) in 26 kreeg, t.w. 290 800'K.M. Het verschil van 200 K M la aanzienlijk1 en men heeft het aanvankelijk trachten te verklaren, uit waarnemingsfouten bij de metingen van Cornu, p Sol terwijl 'oard i bkuM de lat is al lang bekend', dat een uit het lichaam een kikker gesneden hart in fysiologische zout- ting urenlang blijft kloppen. Ben hoogleeraar (oskou, de bioloog prof. Marósof, deelt thans in ll Clinische Wochenschrift mede, dat hij' proeven UKkO heb, dl besla» en dl CROCK OVER ZICHZELF. 3t iS g ondi deie 'ter «i n deal e wereld van den lachl Wat zou alles er heel ars uitzien, wanneer het ons, aajrd'sche bewoners, Ven was, om daar steeds in te leven. Nonsens, 'leven is veel te ernstig om aan één stuk door ihen. Gelijk heeft men, maar evenmin kan het weling verdienen om steeds ernstig te zijn. -leven is kort eii ieder mensch leeft maar één Roobd ll, en lach dus, wanneer de gelegenheid zich fdoet, want lachen is leven. Wanneer de gele- beid zich voordoetl O, er zijn menschen, wier mej li Ha®lks drukken, van zich afschudt. Denk maaj - j 'aan onzen eigen onvergell.fkelijlken populairsten jwlandschen komiek, Buziau. )le eerste kracht van het revue-gezelschap jpall, deze koning van den lach" weet door jonuïtputfcelijken, vindingrijken geest zooals |d, fabriceert en bedenkt hij' alles zelf zelfs t verst oksten pessimist tot schateren te bren- i,Wat kan een mensch toch gek doen", is zijon uivste creatie in de revue 1928. Alleen biji de rcOH Wpwhte, het hem te hooren zeggen, krullen zich tds lippen reeds tot lachen. >als Buziau hier te lande bij' heel het pubiek lekend is, zoo zijn het te Parijs de drie ge- ders Fratellini, wier geestige spot over het ipnAf Jfoht van Moulin Rouge of Casino de Paris, het ■Wek op kostelijke wijze vermaakt, ton niet minder bekende clown, meer op muzi- gebied, is de grijize Gróck, de onvergelijke- ®iet het versleten reuzenvaliea en zijn viool zakformaat. Een dol-grappig oud nummer, 'it echter nog altijd de geestige humor het [dek togenstraalt. «se komiek, aon Zwitser van geboorte, ,is jpptreden te Berlijn weer in Parijs teruggekeerd ®jU8 Buziau. zooal» boven reeds gezegd, alles [abricoert. is ook Grock wars van elke Kees- Weid, die door een ander ia „uitgezweeten". - ver zijn werk geeft Grock nevens een door t uto»Vön h'e,m' gemaakte karikatuur (hier- ui ®i«ebc'elid) volgende beschrijving: 1» aldus gesteld met ideeën, zegt Grock. "welkt op ten hoogste 300 K.Mi. zijto geichat In Die Umtchau wijst nu dr. Ballor op de om standigheid, dat nieuw» «metingen dezelfde licht snelheid geven, wanneer ze terzelfder tijd wordoh gehouden, terwijl hun uitkomst steeds kleiner blijkt dan die van vroegere en steeds grooter dan die van latere metingen. Mlen moet dus wel tot de slotsom kofnen dat de lichtsnelheid afneemt en wel met ongeveer 400 K. M\. per eeuw-. Als dat proces permanent was, zal het licht in 75.000 jaar tot stilstand moeten komen. Dr. Saller vermeldt dat alleen om er aan toe te voegen dat hij' die droeve conclusie, welke het einde van alle leven zou beteekenen, niet aanvaardt. Zoo noemt hij' het mogelijk, dat de lichtsnelheid op en af gaat, m.a.w. binnen bepaalde tijdperken schom melt. Hij' betwijfelt echter of die natuuronderzoekers dat zulllen willen aannemen en verwacht dat izij eer geneigd zullen zijln aan een verandering van de tijdseenheid, waarin de lichtsnelheid wordt gemeten, dan aan een verandering: van die snelheid zelf te denken. In verbancb hiermee schrijft hij: „De lichtsnelheid is de weg door het licht in één seconde afgelegd. De weg kan thans zeer nauw keurig worden gemeten naar die standaardmaafli Maar de tijdeenheid, de seconde, is afhankelijk van- den loop der aarde om de zon, wier gelijkmatigheid' men placht aan te nemen. Maar juist daaraan is .den laataten tijd ernstig twijfel gerezen. In hoever de ontdekking, van Bray daaruit te verklaren valt, blijve in het midden. Een verandering van een minuut in den duur van een etmaal zou Voldoende zijtn otm de waargenomen vermindering van de lichtsnelheid in de laatste 50 jaar te verklaren.*" Wat is het meervoud van man? Mannen. - En van kind? Tweeling. onder leiding van GEO VAN DAM. uur, welke lange tijd toegeschreven moet worden aan de bijzondere moeilijkheden, die hier 'het voor stellingsvermogen heeft te overwinnen. Natuurlijk is het oplossen op deze wijze veel moeilijker dan door probeeren op het bord, maar het practisch nut is ook oneindig voel grooter. Hetzelfde geldt voor schaakproblemen. van J. LAMMER3, Winterswijk. Zwart: 17. Wit: 17. De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 17 schijven, op 2 3 6 8—12 14—16 18-21 23 en 26. Wit 17 schijven op 25 27 28 31-40 42 43 45 en 48. Wit speelt hier 34—40, dreigende met een kruis- slag. Zwart meent 20—24 het gevaar te bezweren. Wat moet wit nu spelen om in alle varianten óf een schijf, óf anders de partij te winnen? OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 39. van S. EL v. d. MEER Jr., Arnhem. De diagramstand in cijfers was: Zwart 11 schij- \en op 2 5 7 8 10 13 14 19 20 36 en 37. Wit 10 sohlj- von op 17 23 28 29 32 34 38 41 43 en 47. Wit 47—42 (zwart 37X30), 32-27, 29—24 (zwart 47X32, slaat do stukken 38, 28, 17 en 27), 24X4 en 4X1. Een echt probleem, dat de bewondering van vele oploss(t)ers verwierf. Zij, die de „Coup dü Turc" kennon,zullen hier gemakkelijk de Turksche stel ling in terugvinden, daar de bekende alagwendlng der zwarte dam eveneens plaats heeft. Toch heb- «ben wij hier niet met een zuiveren Turkschen slag to doen, daar het losse witte stuk 28 geen slag uit voert, doch integendeel zelf geslagen wordt in een hoogst mierkwaardigen naslag. De eigenaardige moeilijkheid van dit probleem schuilt in het bren gen'van de dam op 32. De eerste zet ligt voor de hand; op een anderen zet dan 4742 van wit komt er een' dam. op 46 en kan wit heel moeilijk iets uitvoeren met de stukkon 36 en 40. De laatste zet Van aWart is geweest 3137, welke niet de beste was, -daar zwart in plaats hiervan de partij had kunnen uitmaken door 20—24, 7—12, 10X19, 2X42, 36X47, terwijl de stelling voor een' probleem niet bijzonder leelijk is. Men vraagt ons of werkelijk zulke ingewikkelde standen'vanaf het blad, dus zonder bord of schij- ■ven, woiae, Opgelost. Dit :s het geval. Wij kennen verschillende dammers, die nooit anders dan van het blad oplossen. Zoo zagen wij een onzer mees ters dit probleem aldus oplossen in ongeveer een Wanneer mijn partner op het toonoel: „Ik heb een idee!" roept, dan vraag ik direct vol belangstelling: „Doet het pfjin?" Alleen, omdat ik' nu eommaal ,een aangeboren wantrouwen togon in elkaar gezette „ideeën" heb. Biji een artist moeten de invallen zoo, zonder meer, opkomen zooals een ander sterveling toe vallig een bankbiljet op straat vindt. Alleen na tuurlijk wat vaker. Ik kan onmogelijk met een dikke sigaar tusschen mijn lippen in een clubfauteuil gaan plaats nomen, om oen „geestige mop" uit te denken. Zooiets moet bij het werk op de planken vanzelf komen. Eenvoudig v <a n os e '1 f. (De mop, uitgedacht in de fauteuil zal altijd „droog" zijn.) Dikwijls' bieden mij menschen „gepatenteerde" geestigheden aan. Zeer zeker niet/ uit edelmoedig heid zoo altruïstisch is tenslotte niemand. Het kan best zijn, dat er wat goeds onder is. Maar ik wijis ze altijd dadelijk van de hand. Wat moet ik er mee beginnen? Ik. kan mijl onmogelijk met ander mans voeren tooien eenvoudig omdat ze niet willen aangroeien, (Ik bedoel: de geestigheid, die een ander heeft uitgedacht, gaat in ij niet in het vleesch en bloed over). Hoe ik op de gedachte van iets geestigs te doen gekomen ben? Eens, het is een twintig jaar gele don, was ik 'in de Spaanscho hoofdstad Madrid. Mijn concertvleugel kreeg zekeren avond een. plaatsje op een extra verhooging, opgesteld1 in de manege. D'at ging een heel poosje goed zoo'. Maar op eenmaal waren de pooten van mijn piano-stoel tusschen de planken van mijn verheven stellage be klemd geraakt. Het was een mal gezicht de ach terste stoelpooten stonden een stuk lager dan di voorstel Wat moest' ik doen. Ik trok en trok ik kreeg die verduivelde stoel niet los. Natuurlijk lachten de menschen. Zij, dachten niet anders, of ,het hoorde er bi). Hiet geval werd tenslotte te bont. Ik dacht: komt Mohammed niet tot don berg, dan moét d'e bejg maai* tot Mohammed komen. Dus stroopte ik mijm hemdsmouwen omhoog «n trachtte, zoo goed en izoo kwaad als het ging, den z war en vleugel naar de veel lichtere stoel te. sa huiven En.'... het publiek brulde van het lachen! Daar zat ik nu mijin scheeve stoel stond' veel lager als mijn vleugel op de verhooging. Nu voor uit, dacht ik. en Het mijn vingers tegen de veel te hoog gelegen toetsen „opklauteren". En ook dat verwekte luid gelach en bijval. Het klavier had zoo zijn nukkon. Eienmaai bezig met spelen, speelde ik onbekommerd door, toen plotseling Pats! viel dó klap van d'e piano op mijn vingers. Daar zou toch zeker de vroolijkste mensch door uit z'n humeur raken, nietwaar? Kin op het, donkbeeld komen, om na elke noot, die hijl aange* slagen heeft,, z'n hand snel terug, te trekken. E:ri je inwendig te verheugen, wanneer de klap je vingers niet raakt. Hot publiek verheugt zich ook. Aan deize piano-klap was nog veel vast te knoo- pen. Vooral, wanneer hij. losgenomen wordt, Hot irobeurde, zekeren, koer, dat ik hem niet goed. moer kon vastkrljgon, 'Ik plaatst,o hom daarom schuins togen do plano op. Toevallig zotte ik mijn hoovo hoed er op, die deze helling blijkbaar niet verdra gen kon en, gelijk zoo menig mensch, op het hel lend vlak naar beneden gleed. Wat de hooge kon kon ik ook, dus.gleed ik hem na en "doe dat thans nog. Bij dfeze geïmproviseerde hod.elbaa.it bleef het echter niet: bijna was er met deze on- schuldige plano-klap let» heel erg» gebeurd', In Vraagstuk no. 49. ▼an HENRI RINOK. Zwart: 2. d e Wit: 3. De diagramstand in cijfers behoort te lulden: Wit Kg5, De7, Lp4; Zwart Kcl c,i Dfl. Wit spoelt, en for ceert in dit fraaie eindspel de winst! OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 40. ran W. PAULY. De diagramstand in cijfers was: Zwart Kei, en Le4. Wit Ke3, Td3, Tf3, en 5 pionnen op d5, f5, c4, g4 en e2. Wit speelt c4c5! Op zwart Le4Xd3 of f3 volgt Ke3Xd3 of f3, dan zwart Kei—dl of fl en wit TfS fl of Td3—dl mat! Wee.non had ik namelijk een heel onaangenamer partner .Tot op den dag van heden erger ik mij nog over dezen mensch! Het was eenvoudig afschuwe lijk Dien avond' haddien wij een vreeselijke scene gehad en stonden met zeer gemengde gevoelens naast elkander op de planken. Totdat mijn partner de gelegenheid kreeg om mij een hak te zetten. Bij een, in hot gesprek voorkomende, komische woord1- speling riep hij het publiek namelijk, een gemeen heid over mij, toe! Ik wist nauwelijks wat ik deed ik kookte van woede. Pakte hot eerste het beste voorwerp, dat mt) ln de handen viel. Het was de onschul dige piano-klap! De man zag, dat het ernst werd. HU vluchtte over het tooneel. Ik hem na. Met de klap van de piano dreigend boven mijn hoofd. De menschen lach ten dat zij er van snikten. Wie hield zooiets voor ernstT Dat bracht mij tot bezinning en tot een nieuwe grap. Op meer onsohuldige wijze heb ik de grap met de plano-kruk gevonden. Bij mijn optreden brak op zeke ren avond de kruk onder mij doormidden. Bom, daar zat is vastgeklemd. En zooals altijd trachtte lk „to make the best of it". Wederom barstte het publiek in lachen uit. Niets anders wetende te beginnen, ben lk een tijdlang met mijn miniatuur viool opgetreden, Op een dag had iemand haar echter op een handige wijze in een reus achtige koffer gesmeten. Daar lag zij nu en zag er .hul peloos en verlaten" uit in haar nietigheid. En zoo sleep te lk haar het tooneel op. Het succes was verzekerd! Tot slot nog de volgende grap, die mij na het optreden geheel onvrijwillig overkwam. Het colosseum te Londen heeft een rousachtig draaibaar tooneel, hetgeen dus naar willokeur gedraaid kon worden, zoodat elk oogcnblik iets anders vóórkomt. Ik was met mijn nummer klaar en met hoog-opgoslagen kraag het tochtte afschuwe lijk en ik had mij nogal warm gemaakt wilde ik mij van het tooneel verwijderen, toenhet schorm plot seling opging. Daar stond ik nu met mijn kraag ln do hoogto en een pruik in mijn hand. Ik maakte natuur lijk, dat lk wegkwam. Maar hoe lk ook liep, do draai- baro vloer liep ook. Wij liepen beiden, wat we konden. Het resultaat was echter, dat ik geen duim van mijn plaats kwam. Het publiek brulde van plezier. Voor hen behoorde dit alles tot het proferamma. Wat bleef mij over? Ik herhaalde hetzelfde den volgenden avond, nu willens en wetens, opdat ik maar niets zou „over slaan". Natuurlijk kon zooieta alleen maar op een draai baar tooneel - on die zijn bij hot variété, zooals be kend, veel zoldzamer dan goode Invallen, Wat ik voorhoen geweest ben? Een rasechte achelm, op school, die do lessen verzuimde, zoo dikwijls er een •ondrelzend circus zijn tenten had opgoslagon. Een vijf- lonjarlgo pianist, dio zich Iedere noot zelf bijgebracht 'ad, on ln cftfé's optrad. In Zevenburgen huisleeraux bij on neef van graaf Bethlem Sandor, den Hongaarsahen minister-president. Koorddanser en pianoetemmer, Jong leur en de vierde man bij een rondreizend kwartet. Clown en uitgever van muziek. Ze het voldoende?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 19