.Schap Courant
YU*N Ee echte
BRONCHITIS-hoest
MBDUSIR00P
De Gascorruptie
aan den Langendijk
Voorde Borst
Tweede Blad.
Feuilleton.
HET KASTEEL
VAN GRANIET
r
Zaterdag 7 Januari 1928
71ste Jaargang. No. 8182.
Met de gascorruptie, vermeend of in werkelijk
heid' bestaande, is het toch weer een eigenaardige
geschiednis. Zooals veel: aan Langendijk eigenaar
dig is. Telkens weer hoort men er van conflicten;
die eene quaestie is nog niet van de baan, of de an
der doemt weer op. Onwillekeurig vraagt men zich
af, waaraan dit toch moet worden toegeschreven.
Ongetwijfeld zijn er verschillende conflicten, die
ontstaan uit de eigenaardige situaties, waarin de
i Langendijiker gemeenten veikeeren: 4 opi zich zelf
staande, afzonderlijke gemeenten, doch. door haar
■ligging en gemeenschappelijke belangen op elkan
der aangewezen. Zoolang bijl de behartiging, diaar-
van slechts zakelijke argumenten spreken, en geen
persoonlijke geraaktheden haar invloed laten gel
den. loop,en de zaken doorgaans vlug, en vlot van
stapel. Maar wee, zoodra zich doen gelden .persoon-
invloeden of zucht naar overdreven dorps-
nationalisme of het verlangen de prioriteit voor een
bepaalde gemeente op te eischen of honderd andere
overwegingen, voortspruitende uit al die mensche-
Ijjke zwakheden, die ook) elders tot conflicten voe
ren. In deze 4 gemeenten zijn de gevolgen hiervan
doorgaans nog erger dan in andere, omdait de in
vloeden evidenter werken,
Is er al zoo vaak onderling verschil van meening,
in den boezem, der eigen gemeenten komt izulks ook
maar al te zeer voor. In dat opzicht heeft Zuid-
schar wonde een bedenkelijke beruchtheid verkre
gen. Wie 20 25 jaar in de geschiedenis teruggaat,
vindt de oorsprong daarvan in den .strijd voor de
socialistische beginselen en de geheelonthouding. Op
't oogenblik is er niemand meer, die deze levensbe
schouwingen met een scheel oog aankijkt, althans
niet hier Wat de geheelonthouding, betreft, de
mee sten vinden de propaganda daarvoor wel goed
(ze blijven immers vrij' „het" zelf al of niet te ge
bruiken) en wat de s.d.a/p. aangaat, niemand is er,
die er last van ondervindt. Haar invloed ia onbetee-
kenend en als het niet was, dat zijl tegen enkele be
paalde personen een voorwerp van bestrijding
vónd, dan zou men van haar bestaan niets bemer
ken.
Dat het met de gascorruptie nu zoo vreemd ge-
loopen 'is, vindt ook zijn oorsprong in iZuidsohar-
woude. Daar werd detze zaak bet eerst, al was het
dan ook ontijdig., aangesneden, en daar werd voor
het eerst, men mag wel zeggen apodictisch, de on
schuld' van den directeur vastgesteld: er was geen
vuiltje aan de lucht, de directeur had een blanco-
regiister en volgens den voorzitter van den raad
kon men. -niet beter doen dan vol vertrouwen in die
leiding der Gasfabriek uitspreken. Later kwomi 4e
beschuldiging van den heer Van der Stel, een zeer
algemeen e beschuldiging, niet een op-den-man-af,
maar slechts uitsprekende, dat de Gasfabriek te
Noordscharwoude (de Gemeenschappelijke Gasfar
briek voor de 4 Langendijker gemeenten en St.
Pancras) ook bijl de gascorruptie waas betrokken.
Toen een tweetal raadsleden van Oudkarspeli de
Gascommissie op deze beschuldiging opmerkzaam
maakten en op een onderzoek aandrongen, werd dit
verzoek voor kennisgeving aangenomen, Intusschen
liet de Directeur het er zelf niet bijl zitten en tracht
te de noodige bewijzen in handen te krijgen, dat hij
steekpenningen noch retourcommissies had getou-
j. cheerd. De uitkomst deeer informatie® was voor
den Directeur het bewijs van zilb blanco-register.
Van verschillende zilden is aanmerking gemaakt
op deze wijze van onderzoek. Volgens hen had niet
de Directeur, doch de Gasoommissie dit onderzoek
moeten instellen. Het komt on® dan ook voor, dat
het in het belang eoner juiste beoordeeling (zelfs in
het belang van den Directeur) beter ware geweest,
dat de Gasoommissie op informatie was uitgegaan,
doch wij1 willen ejr onmiddellijk bijvoegen, dat het
ononistootelijk' vast «taai, dat bedoelde informaties
DOOR ETHEL M. DELL
Bewerirt door Jhr. R. H. G. NAHUYS.
TWEEDE DEEL.
28.
HOOFDSTUK VI.
TEBUGSEEB,
precies hetzelfde resultaat zouden hebben opgele
verd al® die van den Directeur, daar immers éiet
recht en reden mag worden verwacht, dat de firma's,
aan wie die inlichtingen omtrent eventueel door den
directeur opgestreken commissies werden gevraagd,
ook aan de Gaseommissie het zelfde antwoord zou
den hebben gegeven. Deden zijl 'anders, onmiddellijk
zouden zij van verdere levering zijn uitgesloten.
Voot zooverre het ons bijl onze informaties gelukt
is tot de kern in deze zaak door te dringen, durven
wiji wel als vaststaand aannemen, dat de Directeur
geheel varijl uit zal gaan ten aanzien van het be
weerde aannemen van provisies bij leveringen, al
thans dn dien zin, dat, mocht hij die hebben ont
vangen, het niet gemakkelijk zal zijn hiervoor de
noodige bewijzen bij1 te brengen.
Als een donderslag MJi helderen hemel, verschijnt
intusschen de nota van den Burgemeester van Zuid-
scharwoude en Noordscharwoude. Met zeer gemeng
de gevoelens moet deze nota worden ontvangen.
Voor outsiders onder de lezers van de Schager Cou
rant moet onmiddellijk deze vraag' rijzen: Behoorde
die Burgemeester dan niet tot de leden van de Gas
oommissie en had hij dus geen gelegenheid zijn
beschouwingen, beschuldigingen en conclusies als
onderwerp van discussie te brengen in die Com
missie? Dit nu is het zeer eigenaardige in de hou
ding van genoemden Burgemeester, dat hij: wèl Md
der Gascommissie is en dat hlji in gebreke Is ga-
bleven, alles wat hij in de bekende nota oppert, te
brengen in de vergadering van de Gasoommissie.
Hij' wae daar niet aanwezig, en naar wiji uit de
beste bron vernemen, was het persoonlijke geraakt
heid, die hem van die vergadering deed wegblijven.
Waren wiji lid van de Gascommissie, dan zouden wij.
eerst d.eeze zaak opgehelderd wenschen te zien, al
vorens we die nota (op verzoek van den gemeente-
tig worden. Instinctmatig, bijna met een drang tot zelf-
bewaring, keerde zij baar gedachten van hem af. En
zij had het te druk veel te druk om stil te zitten
en te droomen.
Toen de middaghitte bijna onverdraaglijk geworden,
was. werd zij genoodzaakt rust te nemen, hoewel het
haar de uiterste zelfbeheersching kostte, rustig te blij
ven, en stil, doch in gespannen verwachting, te liggen
luisteren naar het eindelooze gezoem van de ontelbare
insecten boven het „veldt".
Het schonk haar een onuitsprekelijke verlichting, toen
zij uit deze gedwongen ledigheid kon oprijzen en haar
werk hervatten, tegen den tijd dat de avond viel. Zij had
besloten dat Guy het goed zou hebben, Indien hij kwam.
Zij wist dat groote mogelijkheid bestond, dat hij dien
dag niet zou komen, doch iets wat zij eenmaal begon
nen was, kon zij niet onafgemaakt laten. Het was van
het uiterste belang dat hij zich van af het eerste oogen
blik van zijn komst bewust zou zijn dat hij welkom was.
Eindelijk was alles zelfs tot haar tevredenheid ln ge
reedheid gebracht. Zij stond alleen In de ruwe hut, die
zij met al het .vrouwelijk vernuft dat in haar was, in
een aardige logeerkamer had herschapen, en loosde een
zucht van welgevallen, bij het gevoel dat haar moeite
niet tevergeefs was geweest. Het kon niet anders, of
hier moest hij zich thuis gevoelen! Zeker, al was zijn
zwakheid oorzaak, dat hun beider levens weer in het
rechte spoor gebracht moest worden, met liefde en ge
duld kon een plek gevonden worden, waar beide zouden
genezen. Het was onmogelijk, haar gevoelens jegens hem
te ontleden, doch zij was vol hoop. Wederom verzonk
zij in gepeins, ho© het Burke kon gegaan zijn.
Toen de zon onderging ging zij naar buiten en zadel
de het paard, dat hij haar als huwelijksgeschenk gege
ven had. Diamant was een sterk dier, zwart, met uit
zonderling van een witte vlek op zijn hoofd, waaraan het
zijn naam ontleend had. Zij en Diamant waren dikke
vrienden, en in zijn gezelschap begon haar zenuwachti
ge rusteloosheid af te nemen. Zij reed naar het kopje,
doch reed er niet omheen, ten einde een gezicht te krij
gen op de eenzame hut aan den rand van de steenaoh-
tlge droge bedding. Zij wilde niet aan geleden smart
terugdenken, doch alleen de schoone verwachtingen aan
moedigen/» die haar in het hart geslopen waren.
Zij was lichamelijk vermoeid, en Diamant scheen dit
te voelen, want hij veroorzaakte haar geen moeite. Een
tijd lang bewogen zij zich in het licht van den zonson
dergang; zij, het gelaat naar den hemel en de mooie ge
streepte wolken gewend, die zich westwaarts uitstrekten.
Toen het licht daarna verdween, reed zij over het open
„veldt" naar den ruwen weg waarlangs de anderen moes
ten komen.
Deze wond zich de vallende duisternis ln, waar geen
lichten glinsterden, en van uit de woestijn drong als het
ware een gevoel van verlatenheid tot haar door, dat
raad van ZuidsChiairwoTide naar de Gascommissie
gerenvoyeerd, xooal® onze lezers weten) in behan
deling zouden wenschen te nemen. En als het dan
bleek, dat hij zijn mandaat al® ga «commissielid
niet naar behooren had vervuld, dan zouden wij,
voorstellen, die nota voor 'kennisgeving aan te ne
men, omdat, toloreerde men dergelijke gedragin
gen, de anarchie ten troon zou worden verheven.
De Burgemeester van Zuidscharwoude zou, hem be-
oordeelende naai" zijn optreden, deze daad ten zeer
ste moeten toejuichen en wiji zien niet in, waarom
hij izeli met een dergelijke behandeling geen genoe
gen zou willen en kunnen nemen.
Komende tot die nota, kan niet ontkend; worden,
dat veel feiten en beschouwingen worden gegeven,
die den lezer tot ernstig nadenken stemmen. Doch
hiernaast voelt hij de noodzakelijkheid, wil men
een zuiver oordeel en een onbevangen uitspraak,
dat dit alles naar voren behoorde te worden ge
bracht in een bijeenkomst, waar insider® zitten, die
de heele geschiedenis van de Gasfabriek hebben
meegemaakt; die weten, wat er besproken en be
sloten is. Al die geopperde quaesities te willen op
lossen in de vergadering van den gemeenteraad,
zooals de burgemeester met zijn nota wenschte, was
te kort doen aan den eisch, die imen aan een ge
zonde rechtspraak mag stellen, omdat idan het
eind-oordeel zou moeten worden uitgesproken door
hen, die geen zitting in de Gascommissie hebben
en dus niet met alle finesses op de hoogte kunnen
zijn. Het tot het eind toe vasthouden aan dien
wensch, wettigde het vermoeden, dat de Burge
meester het liever n iet meer in de Gascommissie
izng behandeld, doch de vasthoudendheid der raads
leden Du Burok en Dijkhuizen, aan dien eisch, om-,
ter wille van een gezonde rechtspraak, de beschul
digden zelf (dat waren hier nu geworden Direc-
haar ziel vervulde. Voor de eerste maal blikte zij met
bange gevoelens vooruit.
Niemand verscheen langs het eenzame pad. Geen ge
luid van paardehoeven werd door haar vernomen. Zij
trachtte een deuntje te fluiten om er den moed bij zich
in te houden, doch weldra hield zij er mee óp.
Het onmetelijk stilzwijgen van het „veldt" hield haar
bevangen. Zij had het verlaten gevoel, het eenige le
vende wezen in die geheele uitgestrekte wildernis te
zijn, met uitzondering van een kleinen, rusteloozen geest
uit de groote ruimten, die heen en weer zweefden en
haar nu en dan beroerde met een ijzeren adem, die haar
hart deed stilstaan en haar deed rillen.
Eindelijk wendde zij het hoofd van haar paard. „Kom,
Diamant, wij zullen naar huis gaan."
Onbewust was het woord haar van de lippen gevloeid,
doch hetzelfde ogenblik waarop zij het uitte, werd zij
het zich bewust en een heeten blos steeg haar naar!
de wangen. Was het waarlijk een tehuis voor haar
dat verblijf ïn de wildernis, waarheen Burke Hanger
haar gebracht had? Had zij het reeds leeren beschouwen
zooals zij het dierbare tehuis van haar kindsheid, waar
uit zij zoo ruw verdreven was, beschouwd had?
De gedachte aan haar oude tehuis beklemde haar een
oogenblik zeer. Zou haar vader nog wel eens aan haar
denken, bedacht zij? Was hij zelf gelukkig?-Zij had hem
na haar huwelijk met Burke geschrven, en hem alle
bizonderheden daarvan medegedeeld. Het was een moei
lijke brief geweest om te schrijven. Zij had niet te lang
bij het vertrek van Guy stilgestaan, omdat zij zich daar
toe niet bij machte gevoeld had. Doch zij had getracht
hem den toestand duidelijk te maken, en hoopte dat zij
geslaagd was.
Doch een antwoord had zij niet ontvangen. Sedert haar
vertrek uit Engeland waren wel brieven van een of
twee vriendinnen gekomen, doch geen uit haar vroeger
tehuis. Het was alsof zij een andere wereld binnenge
treden was. Zij was daaraan reeds zoo gewoon geraakt,
dat het haar was als had zij het jaren lang niet anders
gekend. En zij koesterde geenszins het verlangen terug
te gaan. De gedachte aan de zomervermakelijkheden die
zij miste, vervulde haar met geen spijt. Zij was juist be
gonnen zich daarvan rekenschap te geven, en toch kon
zij voor zich nog niet de vraag beantwoorden waarom.
Bij het aanbreken van den avond begon zij door een
kil gevoel bekropen te worden. Zij lichte den teugel om
hoog en Diamant ging in lichten draf over. Zij waren
den terugweg naar Blue Hill Farm ingeslagen, en He
ten de stilte en de eenzaamheid achter zich, naarmate
zij naderden. Mary Ann stond aan de geopende keuken
deur op het meisje, te schelden. Haar schelklinkende
verwenschingen verdreven alle gedachten aan het ver
leden uit het brein van Sylvla. ZIJ lachte, terwijl zij zich
uit dut zadel Uet glijden en haar paard aan Jee over-
I*.
teur en leden der Gascommissie) allereerst in de
gelegenheid te stellen, zich te verdedigen, zegevierde
ten slotte over het verlangen, hen in eerste distantie
voorbij; te gaan.
Naast het onorganisatorische optreden, hierboven
geschetst, doen zich, ook al lijken de genoemde fei
ten, beweringen en beschouwingen der onderhavige
nota vrij overtuigend en voor weinig tegenspraak
vatbaar, eenige feiten voor, die tot voorzichtigheid
stemmen. De schrijver van de nota put zich uit in
herhalingen, dat hij, niet beschuldigt. Maar wat dan
te zeggen van deze uitspraak., dat de Directeur,
gezien zijn gedragingen ongeschikt is gebleken een
leidende functie in de Lichtbedrijven uit te oefenen.
Of van de volgende: „Daarmee (de plicht op te tre
den voor het gemeentebelang en dat der Lichtbe
drijven) bedoel ik o.a. dat waar vaststaat (vetgezet
van ons) dat de door den directeur ten eigen bate
uitgetrokken 5 van uitbreidingen, ten onrechte is
genoten, waar hij meedeelt, dat reeds door de aan
nemers daarmee rekening moest worden gehouden,
zijn de gemeenten met deze bedragen door hem be
last geworden. Ik moet derhalve aandringen, dat deze
gelden weder door den directeur der Lichtbedrijven
in de gemeentekassen worden teruggestort". Als dit
geen beschuldiging is, wat is het dan wel?
De steller van de nota zegt verder aan het adres
der leden van de Gascommissie: „Ook over deze ge
wichtige zaak (terugstorting B wordt door die Cotoa
missie heen geloopen en blijkbaar goedgekeurd. Wan
neer de Commissie met dit milde oordeel bedoelt den
Directeur te ontlasten en een en ander voor haar
rekening neemt, dan volgt daaruit, dat de leden zich
thans aansprakelijk stellen voor bovengenoemde gel
den." En hij herinnert die leden aan den inhoud van
art. 23 der gemeenschappelijke regeling, waarin die
solidaire aansprakelijkheid is vastgelegd.
Wie dit leest en dan van den schrijver hoort, dat
hij niet beschuldigt, staat een oogenblikje beduusd.
En onwillekeurig komt, ook en vooral op grond- van
bovenstaande beschouwingen, de vraag al sterker
naar voren: liggen aan dit alles weer persoonlijke in
vloeden ten grondslag, die in het jongste verleden
reeds zooveel kwaal hebben gesticht, ja het euiverste
recht verwrongen tot het meest grove onrecht? Na
alles, wat hier de laaste jaren is voorgevallen (de
Wethoudersbenoemingen, waarbij een der raadsle
den durfde beweren op een bepaalden candidaat te
hebben gestemd, terwijl het tegendeel waar blijkt;
het verdacht maken van bestuursleden van de vereen,
voor Ziekenhuisverpleging, als izouden zij een val-
schen brief publiceeren enz.), het wijst op de gebie
dende noodzakelijkheid zeer 'gereserveerd te zijn in
zijn oordeel over naar voren gebrachten „feiten".
Moet het niet tot zeer en zeer ernstig nadenken en
tot de allergrootste voorzichtigheid stemmen, als men
van volgende vergaderingen wegblijft, omdat men op
een vorige z.i. onrechtvaardig ia behandeld, terwijll
men zelf de macht hebbende, door het stomme getal
te laten spreken, zijn eigen wil doordrijft met ver
krachting van iemands nog wel hijl openbare wetsbe
paling, vastgestelde rechten. Wij' noemen dit, om de
lezers van de Schager Gt. er op voor te bereiden,dat
men straks, als ook de beschuldigde partij aan het
woord is geweest, een ander oordeel kan hebben over
de gascorruptie, die, juist als gevolg van de eigen
aardige wijze van beloop en berechting, op het oogen
blik in aller grootste belangstelling staat. Geen won
der. Als de steller van de nota zijn zin 'krijgt (en als
de feiten juist zijn moet dit) beteekent dit een on
verwachte meevaller van allicht 120.000 voor de ge
meentekassen. ongerekend nog de navordering voor
de gemeentelijke belasting in Noordscharwoude, als
we goed zijn ingelicht.
Om de 5 voor uitbreidingen draait de voornaam
ste beschuldiging. Voor den opsteller van de nota be
staat er, blijkens bovenstaande geciteerde beschuldi
ging, geen twijfel aan, of de Directeur heeft dit ten
onrechte op zak gestoken. De beschuldiging is niet
licht. Evenwel beweren anderen, dat dit niet ten
onrechte is geschied, daar ln de bestekken en voor
waarden een artikel is opgenomen, waarbij bepaald
wordt, dat op eerste aanmaning in handen van de
Directie (en in een volgend art. is vastgesteld, dat
hiermee bedoeld wordt den directeur der Lichtbedrij
ven te Noordscharwoude) 5 van de aanneming»-
som moet worden gestort voor toezicht,, administratie,
enz. Als een zoo quaestieus en dubieus punt aan de
orde komt, een punt, waarvan de mogelijkheid of on
mogelijkheid van handhaving van den Directeur als
leidende persoonlijkheid, staat of valt, dan vooral
blijkt de noodzakelijkheid van een zuiver rechtsge
ding. Dan springt het ondeugdelijke van een onder
zoek door raadscolleges in het oog, en dringt zich te
meer de eisch naar voren van een hoor en weder
hoor der diverse gascommissie-leden. Dan kan tot zijn
recht komen, wat in den loop der jaren is behandeld,
vastgesteld en overeengekomen. Dan moet men nu
niet voor zijn karretje willen spannen hen, die tot
nu toe buiten alle medezeggingschap zijn gehouden.
Dan wijst men met verontwaardiging af de vleitaal,
die iemand, raadslid-af, eminent noemt en tijdens
zijn raadslidmaatschap nergens voor deugde. De
5 -quaestie worde uitgevochten door bevoegden en
bij de beoordeeling worde rekening gehouden met
Daarop ging zij zwijgend naar binnen, het meisje last
gevende de lampen aan te steken. Er was aan de gar
derobe van Burke nog het eén en ander te herstellen.
Ze nam een paar sokken te hand en begaf zich naar den
hulskamer. Haar vorige rusteloosheid keerde over haar
terug, doch zij zette deze flink van zich af, en langer
dan een uur hield zij zich met haar taak bezig. Toen het
paar sokken hersteld was, nam zij een boek over het
fokken van vee, en trachtte zich ln de bladzijden daar
van te verdiepen.
Zij kwam evenwel spoedig tot de ontdekking dat dit
hopeloos was, zoodat zij eindelijk, de wanhoop nabij,
een mantel omsloeg en naar buiten ging. De avond was
stil, de hemel een tooverland van sterren. Met opgehe
ven gelaat liep zij heen en weer en beschouwde de praoht
van het firmament een langen, langen tijd. En nog werd
er geen geluid van hoeven langs het eenzame pad ver
nomen.
Langzamerhand begon zij te bemerken dat zij zeer
vermoeid werd. Zij begon zich voor te houden dat zij
veel te hoopvol geweest was. Dien avond zouden zij niet
meer thuis komen.
Haar knieën werden beverig, en zij ging binnenshuis.
Een koud avondmaal was voor haar gereed gezet. Zij
ging zitten en nuttigde eenig voedsel, nauwelijks we
tende wat zij at. Zich daarna herstellende, verweet zij
zichzelve haar dwaasheid. Natuurlijk hadden zij dezen
avond niet meer kunnen komen. Zij had haar verwach
tingen te hoog gespannen, zij had zichzelve noodeloos
opgewonden. Zij riep haar gezond verstand te hulp om
haar teleurstelling te bestrijden, en nam zich streng
voor, naar bed te gaan, alvorens zij zich geheel doodop
zou gevoelen. Zij had gehandeld als een volslagen idi
oot. Het was hoog tijd dat zij weer zichzelve werd.
Het moest zeker reeds laat geworden zijn. Mary Ann
en haar satellieten waren reeds naar hun eigen kwar
tleren op geringen afstand van de bungalow getrokken.
Zij was in de geheimzinnige stilte geheel alleen. Klaar
blijkelijk was haar bed de eenige plaats die haar over
bleef, wilde zij niet uit louter zenuwachtigheid blijven
rillen. Dapper liet zij haar verstand spreken en begaf
zich naar haar kamer. Zij was zóó vermoeid, dat zij wist
te kunnen slapen, mits zij haar verbeeldingskracht ln
bedwang hield.
Daartoe nam zij het onwrikbaar besluit, met het ge
volg, dat de slaap haar eindelijk overmande, en zij in
haar vermoeidheid in een diepen sluimer zonk, die, in
dien zij niet door eenigen ultwendigen Invloed gestoord
werd, den geheelen nacht zou hebben geduurd. Zij had
de lamp in de hulskamer, die naast de hare gelegen was,
brandende gelaten en de deur daartusschen op een kier
gelaten, zoodat zij niet in volstrekte duisternis lag. Dit
had zij den vorigen nacht eveneens gedaan en geen bi
zonderen angst ondervonden. Het schijnsel reikte ter
nauwernood tot de plek waar zij lag, doch het was een
Toen de morgen over Blue Hill Farm aanbrak, was
de zandstorm uitgeraasd. Met oogverblindende pracht
rees de zon om de aarde opnieuw te verschroeien, doch
Sylvla was vroeger dan de zon. Met behulp van de
Schoone Rosamunde en Joe, den huisjongen, maakte zij
een hut dicht in de nabijheid gereed, teneinde een gast
te kunnen ontvangen. Indien zij het verhinderen kon, zou
hij niet naar die ellendige hut op het zand terugkee-
ren. Hij zou met onderscheiding behandeld worden. Hem
zou te verstaan gegeven worden, dat zijn welvaren een
kwestie van belang was voor haar en voor Burke.
Zij brandde van verlangen, te weten hoe het Burke
bij zijn onderneming gegaan was. Zij verlangde, en
vreesde tevens, het gelaat te zien, dat eenmaal de ge
heele wereld voor haar geweest was. Dat hij opgehou
den had haar wereld te vullen was een feit dat ze zich
zelve niet verheelde, evenmin als zij eenige bitterheid
gevoelde jegens den man, die haar zqo jammerlijk be
drogen had. Haar geheele hart was er thans op gericht,
hem van de slechte paden, waarop hij zoo lang gezwor
ven had, af te brengen. Indien dat geschied was, indien
Guy bewaard was voor den schandelijken ondergang
die hem bedreigde, dan zou de tijd aangebroken zijn voor
andere denkbeelden, andere belangen. Sedert Burke zoo
zichtbaar tegen zijn wil aan haar dringende smeekbede
had toegegeven, hadden haar gevoelens jegens hem een
wijziging ondergaan. Een warm gevoel van erkentelijk
heid doorstraalde haar. Het was machtig mooi van hem
geweest, op die manier aan haar verlangen gevolg te
geven.
Doch wegens de een of andere reden kon zij Juist op
dat oogenblik haar gedachten niet tot Burke bepalen.
Steeds hield een zeker Iets haar terug, iets wat haar
temperde en haar vervulde met een vreemdsoortige op
windende gewaarwording, die ztf gevoelde dat door haar
moest worden onderdrukt, anders zou zij haar te mach
BIJ ontsteking der
bruncht) (luchtpijp
takken) bedenk hoe
dicht ili bij de
longen is ral een
middel, dnt tegelijk
snel en krachtig
ingrijpt, ran groot
belang lijn. Akker's
Abdijsiroop doet
beide en beeft dnnr-
dor duizenden voor
ernstige gevolgen be
snord. Onschadelijk!
De hoest Ie het natuurlijke wapen van het lichaam tegess
zich In de luchtwegen ophoopend en vastzettend slijm.
Maakt men de longen nu ongevoelig voor den hoest-
prikkel door ze te verdooven - vaak het eenige „succes"
van vele z.g.n. middelen tegen den hoest - dan houdt da
hoest op, zeker, maar het met schadelijke bacteriën ver
zadigde slijm blijft tevens In het lichaam en oefent daar
zijn schadelijken Invloed uit. De mede uit zuivere planten-
sappen bereide Akker's Abdijsiroop echter bevat geen
enkele stof. die in eenlg opzicht schadelijk voor bet
lichaam zou kunnen zijn, maar lost snel en krachtig het
vastzittende slijm op, zoodat dit gemakkelijk ken worden
opgegeven, terwijl zij tegelijkertijd het ademhalings
orgaan versterkt. Hierdoor worden de hoestbuien Dij
bronchitis dadelijk minder benauwd en verdwijnt op den
duur de aanleiding tot den hoest en das de hoest zei
Overal verkrijgbaar ln kokers van 1.50, ƒ175 IS /UO