i In het land van Ster en Halve Maai I v< Twee Hoofdsteden. Stamboel 1 prHkflJkan c e t CEMrt alle ton dienste staande mid delen paai en perk worden gesteld- Wij vertegenwoor digen hiehet gezag en hebben zorg te dragen in de eerste plaats voor de belangen onzer gemeente en bij de beoordeeling dezer zaak daarop het oog te houden. De directeur is nu een geknakt man, wiens positie is geschokt Spr. is van oordeel dat niet alleen in de gaswereld maar ook in andere overheids- en wellicht particu liere bedrijven, en spr. noemt het waterleidingbédrijf, electriciteitsbedrijf en aanstonds de vemietigingsin- richting, de kans op deze verkeerde praktijken groot ia. Daar zijn ook vertrouwensmannen met goede sa larissen, die men vertrouwt en moet kunnen vertrou wen. En dat alles moet zuiver gehouden blijven van deze verKeerdheden en daaraan moeten wij meewer ken en is het spr. met het oog op deze groote alge- meene belangen niet mogelijk, met de voorstellen van de gascommissie mee te gaan en is naar zijn oordeel de gasdirecteur niet te handhaven. Is alles na bekend? De heer Kamp herinnert er aan, wat hij in de laat ste vergaderingen der gascommissie ook al heeft ge zegd, dat hij er niet zeker van is, dat nu alles be kend is. Spreker heeft niet de overtuiging dat de directeur nog niet meer bedragen ontvangen heeft. Het bevreemdt spr. zóó, dat de heer Meijer zioh niets meer herinnert van de bedragen die hij heeft ontvan gen. Spr. kent de heer Meijer nu al jaren en heeft hem steeds een accuraat man gevonden, die zich al les van zijn bedrijf herinnerde, alles steeds wist te vindenen nu eensklaps in deze zaak herinnert hij zich niets. En de bedragen zijn toch wel zoo be langrijk, dat men die kan onthouden. In den beginne heette het dat de directeur niets had ontvangen van de leveranciers, later werd dat anders en ook de be dragen die genoemd worden, loopen zeeruiteeru De di recteur spreekt van f500 wat meer of minder. Visser en Meiier zijn naar de firma Wilson geweest en toen was het hoogstens f300, bij de justitie werd het f790. En als, wat helaas niet is gebeurd, door de justitie bij de firma Mabeg de boeken in beslag waren ge nomen, hoe zou dan de uitslag van het van die firma gekregen bedrag dan zijn geweest? Spr. herhaalt, Meijer is steeds accuraat geweest, nooit slordig, hoe kan nu ineens in deze zaak alles vergeten zijn. Spr. kan en heeft dat den heer Meijer ook Zondag gezegd, dat alles niet gelooven. Hoa staat het met de kolenleverantie? De heer Honingh zegt, als jong raadslid, die nog niet veel van de gaszaken. weet, eensklaps voor een ernstig vraagstuk gezet te worden. De gaslucht is door het heele land opgewaaid en spr. is het er vol komen mee eens, dat dit kwaad met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Spr. heeft den heer Meijer bij zich gehad en heeft wel de overtuiging, dat hij waarheid spreekt Toch noemt ook spr. het twijfel achtige cijfers en heeft dat ook gezegd. Dat is be labberd en men krijgt als raadslid een akelig gevoel, dat men er niet alles van te weten komt. Spr. zal toch met het rapport mee gaan, maar doet toch de perti nente vraag: hoe staat het met de kólenleveranties, is daar ook iets van cprruptie bekend? Nog meer onwaarschijnlijkheden. De heer Kamp wil aan het door hem gesprokene nog wat toevoegen. De directeur heeft gezegd, dat na de uitbreiding van de Moerbeek niets door hem van leveranciers ontvangen is dan f150. Spr. me moreert dat de Moerbeek-uitbreiaing dateert van 27 October 1923 en het laatst ontvangen bedrag van f300 is van 17 Oct. 1925., terwijl oen bedrag van f130 op 13 Januari 1923 ook niet op de Moerbeek van toepassing is. Spr. noemt al het meegedeelde van den directeur over de cijfers der ontvangen be dragen zeer twijfelachtig. Geen deugdelijke gashouder? De heer Brugman legt er den nadruk op, dat in de gift van f3000 voor hem niet de zwaartekracht ligt in het ontvangen van dit bedrag, maar dat de directeur hierdoor elke controle op de leveranties mist, omdat hem de handen door deze gift gebon den zijn. En spr. deelt mee, hoe hem in een ge sprek door een monteur, die de gashouders moest nazien, is meegedeeld, ongeveer 4 jaar geleden, dat het jammJer was dat de groote gashouder heel wat slechter was gemaakt dan de kleine. Spr. kan na tuurlijk niet beoordeelen of deze bewering juist is, maar na zulke handelingen van den directeur geeft zulk een mededeeling veel te denken. De heer Honingh is het met den heer Brugman eens, dat in het aan banden leggen van den direc teur door deze giften het zwaartepunt ligt. Door zulke handelingen wordt hem hef zwijgen opge legd, maar spr. oordeelt, dat van de 100 er 90 pre cies hetzelfde zouden hebben gedaan en oordeelt dat zulke dingen in Waterleidingsbedrijf, Electri citeitsbedrijf ook voorkomen en hoe hooger de amb tenaar, hoe grooter het kwaad. Deze directeur steekt verre boven an deren uit. Voorzitter meent, dat men niet uit het oog mag verliezen het verloop van deze zaak. Naar spr.'s oordeel staat het verloop van deze zaak tegenover vele andere gemeenten zeer gunstig. Onze directeur had direct den moed om het gebeurde kenbaar te maken. Ik keur het gebeurde scherp af, maar ver gelijk alleen de houding van onzen directeur met die van andere directeuren en dan steekt de onze daar verre boven uit. En wij moeten pogen om met ons alen de zaak weer in het reine te traohten te brengen. Ik kan gerust zeggen dat het onze bedoeling is om den man te redden. En dan moeten de heeren wel bedenken, dat als er één directeur is geweest die zich deze zaak heeft aangetrokken, het de onze is geweest, En als er één directeur is geweest die gestraft is voor wat bijl heeft misdreven, het de onze is geweest. Want in de 3Ki maand dat deze kwestie al loopt, is de straf voor hem al streng genoeg ge weest. En is het alleen-nog onze plicht om de ge meente zoo goed mogelijk finantieel te dekken en die bedoeling vindt u in het rapport der gascom missie. De heer Honingh vraagt nogmaals naar het ko- lenonderzoek. VoorzittóV: Al wat wij weten 'ligt in het rapport, verder is ons niets bekend. Wat korting op kolen betreft, daar staat onze directeur tot nu toe buiten. De heer Brugman vraagt enkele inlichtingen over de nieuwe instructie. Voorzitter zegt, dat de belde Raden een concept ontvangen en dit kunnen bespreken. De heer Spaans zegt, met het rapport der gascom missie te zullen meegaan. Spr. oordeelt, dat de gas directeur in zijn houding in deze kwestie gunstig afsteekt bij anderen. Of alles nu precies bekend 1», spr. oordeelt dat dit moeilijk is na te gaan. De di recteur is de kluts kwijt en spr. oordeelt, dat de kwestie nu lang genoeg heeft geduurd en afgewik keld mloet worden. Hoe zit dat met Gantzs? De heer Kriek wil nog even terug komen op de genoten bedragen door den directeur. Hoe groot zijn die bedragen eigenlijk? Wij weten 't niet en spr. wijst op de firma Gautsz. Bijl de Justitie staat ook deze directeur veremld, dat hij bedragen van die fir ma heeft genoten. De directeur zegt van niet. Het wil er bij spr. niet in, dat bij de Justitie onjuiste gege ven# zouden zijn, omdat deze uit de 'boeken zijn ge trokken. De directeur is in deze erg vergeetachtig en van al de verschillende bedragen weet hij mets. Het is of men zich miaar liefst van de zaak wil af maken en zooveel mogelijk in het duister wil laten. De heer Spaans en ook voorzitter zeggen dat de houoing van onzen directeur verre boven die van anderen uitsteekt. Maar dat is onwaar. De directeur is niet uit eigen beweging biji de gascommissie ge komen om zijn fout kenbaar te maken. In de le plaats niet direct, want toen u, M. de V., hem er naar vroeg, werd alles ontkend. Alleen toen zeker iemand in den lande aan het corruptieboompje be gon te schudden, en dan deze en dan weer gene viel is de directeur ongerust geworden, dat ook hij van het boompje zou worden geschud en heeft hij uit vrees de zaak aan het rollen gebracht. Alleen dat hij uit eigen beweging het geld heeft gestort en direct kan hem boven anderen doen uitsteken. Dat de di recteur het moeilijk heeft gehad de laatste maanden', is wel waar, aar dit heeft 'hij geheel aan eigen ver keerde handelingen te wijten en zal hij ook zelf heb ben te dragen. Maar ook voor de leden, die jaren lang in de gascommissie hebben gezeten, was het alle9 behalve aangenaam. Ook spr. was 8 jaar lid en had steeds het volste vertrouwen in den direc teur en nu blijkt het door zijn ergerlijke praktijken, dat dit geheel misplaatst is. En spr. wil over het handhaven van den directeur geen uitspraak doen of eerst moet hij weten of zijn voorstel, dat ook de rente hem zal worden opgelegd, terug te betalen, wordt aangenomen. De heer Brugman sluit zioh bij den heer Kriek aan en meent dat de omstandigheden den directeur tot bekentenis hebben gedwongen. Men hoeft hem daar voor geen pluim op den hoed te geven. De heer Meurs zegt ook, dat hij in de jaren dat hij lid der gascommissie was, het volste vertrouwen in den directeur had en spr. vindt het na deze hou ding van den directeur, zeer moeilijk hem te hand haven. Spr. sluit zich volkomen aan bij het voor stel Kriek-—Dekker, om ook de rente te verhalen. De heer Kamp maakt, voor ons onverstaanbaar, een' opmerking tot den voorzitter, wat deze er toe brengt te verklaren, dat als blijkt dat er nog meer verkeerde feiten zijn, als door den directeur is erkend, spr. dan vierkant tegenover den directeur zal staan. De heer Honingh: dat is ook mijn standpunt. De heer Kriek wil 5 rente berekenen, maar dan rente op rente, dus het eerste jaar f 150 rente, bere kend van f3000, volgend jaar 5 van f3150 en dan zoo verder. De heer Meurs zegt dat voor den bewusten ketel een leening is aangegaan tegen 6y2 en dat procent wil spr. vasthouden, daar wanneer de f3000 in de kas van de gasfabriek was gekomen, van deze f 3000 geen rente betaald had behoeven te worden. ▲Ij de f 3000 ln de kas der gasfabriek was gestort Voorzitter maakt er op attent, dat deze f3000, als de directeur ze had geweigerd, nooit in de gasfabriek- kas was gekomen, dus de fabriek nooit ihet rentebe drag zou hebben kunnen verminderen. De heer Kamp zegt ook de rente niet te willen ver ballen. De gemeente had geen nadeel, omdat het nooit het geld had gekregen. De heer Dekker zegt, dat dit niet juist is. Als de directeur deze f3000 in plaats van in eigen zak te steken, in de kas van het gasbedrijf had gestort, had wel degelijk de leening niet f 60.000 maar f 57.000 be dragen en leed de gemeente door de verkeerde hande ling van mijnheer Meijer schade, zoowel in kapitaal als rente. Na nog eenig gepraat komen, wij aan de stemming. Wat moet het eerst ln stemming? Voorzitter wil eerst in stemming brengen punt 1 der' gascommissie-voorstellen. De heer Brugman wi'1 eerst stemmen over het handhaven van den directeur. Spr. kan anders niet stemmen en naar spr.'s oordeel is dit van de verste strekking. Voorzitter is van ander oordeel en handhaaft eerst stemming over punt 1 der gascommissie, n.1.: 1. De gemeenten Nieuwe Niedorp en Winkel aan vaarden de 3000 gulden en storten deze in de kas der Gemeenschappelijke gasfabriek om nader aan te wenden ter versterking van het reservefonds of wel ter extra aflossingen van geldleeningen, en als toevoeging als punt 2 het voorstel-Kriek over de te verhalen rente van 5 pet. rente op rente van de door den gasdirecteur ontvangen gelden. De stemming begint en de heer Brugmanzegt blanco. Voorzitter zegt, dat dit niet kan, anders moet de heer Brugman de vergadering maar even verlaten. Waar de heer Brugman dit blijkbaar onaange naam vindt, wordt goedgevonden dat hij blijft zit ten, maar blanco stemt. Het voorstel word.t aangenomen met al de andere heeren voor. Het voorstel-Kriek wordt aangenomen met de heeren Kamp en Spaans tegen en weer de heer Brugman blanco. Uit protest gaan de heeren Kriek en Meurs heen. 1 'De Voorzitter wil verder gaan met stemmen, maar de beer Kriek ziet bezwaar daarin, omdat als door Nieuwe Niedorp een ander besluit wordt genomen en aanstonds in de gezamenlijke raadsvergadering een besluit wordt genomen, dat de rente niet zal worden verhaald, spr. niet zal kunnen stemmen voor handhaving van den directeur. Voorzitter zegt, dat dan het voorstel moet worden gedaan, de verdere behandeling te schorsen, daar als eenmaaJ handhaving van den directeur door beide raden is aangenomen, daarop later geen ver haal meer is. De heer Kriek stelt daarop voor, schorsing der verdeTe behandeling. Voorzitter merkt op, dat de heer Kriek dus voor ongeveer f1000 voor den directeur zijn betrekking té koop stelt. De heer Kriek ontkent dat pertinent. Spr. wil hier volkomen verhaal der genoten gelden in de eerste plaats. In stemming gebracht verklaren de heeren Meurs en Kriek zich alleen voor aanhouden der verdere punten. De andere heeren zijn voor afhandeling. En uit protest verlaten de heeren Meurs en Kriek de vergadering. Zij willen blijkbaar deze kwestie niet verder mee behandelen. Den heer Kamp spijt het, dat de heer Kriek van de zaak een geldkwestie maakt,.dit is het voor spr. niet. Spr. is het te doen om de waarheid en niet of de directeur niet al'les zal betalen: ja of neon. In stemming komt nu, na een paar korte opmer kingen: De Directeur wordt gehandhaafd, echter gebonden aan nieuw te maken inatructiën. Dit wordt aangenomen met de heeren Kamp, Honigh en Spaans voor en de heeren Dekker en Brugman tegen. De beide punten: In de instructie zal worden vastgelegd zoodanige omschrijving, dat gevallen als deze niet meer kun- non voorkomen en alle afwijking, speciaal wat be treft aanvaarding van giften of geschenken, direct ontslag tengevolge zal hebben, en Deze besluiten staan los van de behandeling van eventueel later in te stellen justitioneele handelin gen of onderzoekingen. worden met algemeene stemmen aangenomen. De heeren Meura en Kriek komen weer te ver gadering. De rondvraag levert niets op, zoodat sluiting volgt. (Van onzen Reiscorrespondent.) De Grieken in de 7e eeuw voor Christus blakend van energie en staatsmanskunst, welke later jaren nog zou aangroeien en onder Pericles culmüneeren, waren verziende imperialisten. Zij wisten zich, de meest trategi9che punten ter vestiging uit te zoeken en zoo vinden wij, wanneer wij de Middellandsche Zee en vooral het oostelijk deel bereizen» overal de sporen van hun kolonisatie. In den meest Noord-Oostelijken heek van de Mid dellandsche Zee eindigde die in een smalle straat de Dardaüellen genaamd, die weer toegang gaf tot de Zee vanMarmara, waaruit de betrekkelijk smal le Bosphorus zich een weg naar de' Zwarte Zee baant. Welk een schitterend strategisch punt de Poort tusschen Middellandsche en Zwarte Zee. Op een be paalde plek schuift een arm van den Bosphorus het noórden, het vasteland van Europa in, het is de Gou den Hoorn, omgeven door lage bergen. Hier, juist waar de Gouden Hoorn uit de Bospho rus stroomt, stichtten in 660 v. Chr. de Doriers hun kolonie Byzantium en wel daar waar men thans het z.g.n. Stamboel moet zoeken. Waar nu het Se ra! ligt, vond men eertijds de Acropolis, waar nu de Aja Sophia, de beroemde moskee staat, vond men toen de Agora. Was de ligging zoowel voor handel en scheep vaart als uit strategisch oogpunt gunstig, juist die gunstige strategische ligging bracht het gevaar om aangevallen te worden door eiken vijand, die van Klein-Azië den Europeeschen oever wilde bereiken, met zich. In eiken strijd werd Byzantium gemengd onverschillig of het gold de veroveringsoorlog der Perzen onder Xerxes, den strijd tusschen Athene en Sparta, de veroveringsoorlogen van Philippus en Alexander van Macedonië. Toen de Romeinen hun macht in de Middellandsche Zee uitbreidden, werd Byzantium een der bondgenooten van Rome. De Ro meinen waardeerden den steun van de rijke, gunstig gelegen handelsstad, die Ster en Halve Maan in haar stadswapen voerde. Byzantium was een vrije stad, totdat in de dagen van keizer Septimus Severus (193—496 n. Chr.) het de partij van dsn tegenkeizer Pescennius Niger trok. Belegerd en ver overd door Septimus Severus werd het zijne stads- iechten ontnomen, De keizer zag echter hoe wel gekozen de ligging en hoe fraai de stad was en deed de stadsmuren versterken en stichtte fraaie gebou wen; verbeterde de havens en de door Hadrianus aangelegde waterleiding. Niet lang daarna viel het oog der uit het Oosten opdringende Goten op het rijke Byzantium, doch keizer Claudius wis de herbaren te verslaan en, daardoor de stad te redden. Byzantium nam steeds in beteekenis toe. Het trok in den strijd tusschen Constantijn de Groote eri Li- cinius partij voor den laatste, die er een toevlucht zocht. Constantijn sloeg het beleg voor de stad, welke hij in 324 n. Chr. veroverde. Constantijn, die nu meester over het geheele Ro- meinsche rijk was geworden, koos Byzantium, dat op de grens van twee werelddeelen gelegen was, tot hoofdstad van zijn rijk. Zoo werd Byzantium, omgedoopt tot C ons t an ti n o p e 1, hoofdstad van een rijk en zou, alhoewel dan later van een ander rijk, eeuwen lang hoofd stad blijven. Constantijn de Groote, de Christen-Keizer, stichtte tegenover zijn paleis een kerk, die hij naar de god delijke wijsheid Santa Sophia liet rioemien. Constantinopel, na de splitsing van het Romein- sche rijk, hoofdstad van het Oostelijke Keizerrijk ge worden, werd door de verschillende keizers steeds verfraaid en versterkt, terwijl niet nagelaten werd voor de zich steeds meer uitbreidende christelijke bevolking- nieuwe kerken te doen bouwen. Tooh zou van alle kerken de Santa Sophia de voornaamste blijven. Dit was vooral te danken aan keizer Justi- nianus, die over het Byzantijnsche Keizerrijk re geerde toen dat het toppunt van zijn macht be reikt had. De veldheeren Belisarius en Narses veroverden aan alle zijden grondgebied. Bijna geheel Klein- Azië behoorde tot de kroon van Justinianus. Uit die dagen stamt de stichting van de Johannes kerk te Ephisus, waarover ik in een vorig artikel schreef. Toen in zijn hoofdstad een hevige brand gewoed had, waardoor het centrum der stad en ook de So phia kerk geleden hadden, vond de prachtlievende en kunstzinnige Justinianus gelegenheid om dit centrum fraaier te doen opbouwen. Allereerst" trok zijn aandacht de herbouw van de Santa Sophia. Buitendien werd het paleis vergroot en de eerste brug over den Gouden Hoorn gebouwd. De waterleiding werd verbeterd en het beroemde ondeiaardscho overwelfde reservoir, de Cisterna ba silica, gebouwd. Constantinopel, het oude By- zintium werd een middelpunt op allerlei gebied. Hier bloeiden zoowel wetenschap als handel, kunst zoowel als militaire studie. Een eigenaardige cultuur, gebaseerd zoowel op helleensclr als romeinsch voorbeeld ontstond hier ep verspreidde zich rondom en zou beroemd worden tot in onze dagen, als de Byzantijnsche cultuur. De invloed van het Byzantijnsche rijk op de beschaving is heel groot geweest. Laat ons denken aan de codificeering van hét recht door de juristen van Justinianus, waardoo: het ons nog als Romeinsch recht bekende Corpus Jurls Civilis tot stand kwam. Laat ons denken aan de architectuur en nemen wij als voorbeeld de Aja Sophia te Stamboel, de thans als moskee dienende door Justfnianus gebouwdo Santa Sophia. Zoo fraai is do architectuur van dezo als basilica geconstrueer de kerk, dat Mahomedanen, na de verovering van Constantinopel, hun moskeeën mot uitzondering van die ln Tunis, Algerije en Marokko gebouwd nebben volgens de architectuur dor Santa Sophia. Kan or schitterender voorbeeld genoemd worden om te getuigen van de bekwaamheid der architecten Anthernios uit TraJleis en Isidoros uit Milet (aan do Miander in Klein-Azië gelegen) de bouwheeren van de kork van keizer Justinianus. Beeldhouwwerkon als het door de Turken ver woeste ruiterstandbeeld van Justinianus, mozaiken, die tot in Italië in het West-Romeinsche rijk navol ging vonden, muurschilderingen die tot in onze da- gen aan kunstenaars tot voorbeeld strokkon. Kan men begrijpen, dat ik merkwaardig te moede was toen ik do Prinseneilanden voorbij gevaren zijnde, Constantinopel in do verto zag verrijzen? Tevoren hadden do Dardanellon reeds een diepen indruk op mij gemaakt. Het deed zoo vreemd aan, uit de wijde zee komende, plotseling binnen te va ren in een betrekkelijk smal vaarwater, voelende dat men dit slechts binnonvaart bij de gratie der aan de oevers wonende bevolking. Dit smalle vaarwa ter was de straat der Dardanellen of Hellespoort. Het is een kwaadaardig vaarwater, met een ver raderlijken stroom met groote stroomsnelheid (bijna 3 K.M. in het uur, dus minder dan in de Bosphorus. waar ze 8 K.M. bereikt.) i°i> i op U De Hellespoort, 60 K.M. lang. 1H tot 7K breed, brengt ons naar de oude geschiedenis té! We zien in gedachten hoe Xerxes in 480 v. Chr. schipbrug van 314, een ander van 360 schepen slaan, om zijn machtig leger naar Europa te k nen overbrengen. Alexander de Groote, van Europeesche zijde mend, viel bier (334 v. Chr.) Klein-Azië binnen. Bijna 15 eeuwen later, in 1190, trok het legert. Kruisridders onder den dapperen keizer Barbari; hier over, om den tocht naar bet Heilige Land m te zetten. Toen het buskruit was uitgevonden, groeidt strategische beteekenis van dit vaarwater. In liet sultan Mohamed II aan beide oevers forten! wen en daarin geschut plaatsen. Zoo was de t< van de Middellandsche Zee naar Constantin» Zwarte Zee afgesloten. Die forten zien er heden romantisch genoeg Zij zouden weinig tegenstand kunnen bieden t modern scheepsgeschut, dat vanuit de Middell sohe Zee het vuur opende, maar in vroeger eeu waren zij geduchte versterkingen, met een 2wi toren als redoute ip het midden. Men ziet in dachte hoe eertijds het garnizoen zich in den ti terugtrok en vandaar met kokend lood en koki olie de belegeraars bestookte, die tot aarzelen bracht door een uitval der belegerden teruggi gen werden. De vesting was weer van vijanden zuiverd. Thans, wanneer één granaat van een modern logsschip dien zelfden-toren mocht treffèn, zal geweldige ontploffing volgen en van het oude zal slechts een ruine over gebleven zijn. De Turken hebben nu echter overal moderne I terijen aangebracht en in den wereldoorlog epl 6 een geducht mijnenveld een woordje mee. Niet ver hier vandaan, op den Europeeschen o?| heeft de mislukte Gallipoli veldtocht, die tienc zenden en tienduizenden Engelschen 't leven ko zonder eenig nuttig effect te noteeren, plaats gel Altijd en altijd bloedvergieten. In onze dagen in de oudheid. Op den Aziatischen oever ligt, eenige kilomei het land, m 't oude Troje. Wie luisterden op sch niet met belangstelling naar den strijd om Ti Zelfs 'de slechtste leerling werd opmerkzaam bil verhaal van het paard van Troje. De boot is inmiddels doorgevaren en we stooi de zee van Marmlora binnen. Later varen we langs de Prinse-eilanden. Een pa gier wb'st mij op een dier eilanden en zegt dat feitelijk hondeneiland moest heetenl Waarom? vi ik. Omdat het nieuwe Turksche Gouvernement Moustaphe Kemal Pacha een nieuwe historie aan eiland verbonden heeft. Ge weet hoe in den Sulti tijd Constantinopel verpest werd door het onrusi rend aantal losloopende honden. Die honden wi 1 weliswaar zonder meester, doch toch nog onder! op op hun wijze georganiseerd. Een aantal straten hoorden aan een bepaald consortium van hom Deze lieten binnen hun terrein geen anderen ln toe. Kwam er toch een ongelukkige zwerver bin hun grenzen, dan werd hij aangevallen en verschov Geen Turk stak een hand uit om het „onreine'' te redden, geen Turk zou echter een hond dooi dat is in strijd met den Koran. Kemal Pacha en zijne mede-regeerders wilden honden opruimen, maar konden ze niét laten dooó Iemand wist raad: laat ze vangen en naar een Prinsen-eilanden brengen. Dit 'geschiedde. Maar daar er niet voor voedsol zorgd werd, hebben dè dieren elkaar verslont Survival of the fittest! We naderden den Bosphorus. Daar lag in de vi Constantinopel. Het is onmogelijk den geweldigen druk te beschrijven, welke men van de stad vangt. Gescheiden door den Gouden Hoorn, liggen d aan den Europeeschen oever de drie groote stad deelten die gezamenlijk Constantinopel vormen, oudé Byzantium der Doriers, dat thans Stamboel b links, Galota en Pera rechts. Zacht glooiend loopen de berghellingen omhoog daartegen aan is de stad gebouwd. Het meeste ito neert het oude Stamboel, waar dan vele'groote 1 keeën boven alles uitsteken mét hun enorme koej en de al maar den hemel reikende minarets. X ziet het fraaie park van het Serai, gelegen, waar e de Doriers hun Acupolis stichtten. Maar steeds w dwaalt de blik af naar boven de moskeeën, waan er eenieen al op den rug van den bergketen lig? 'De Aja Sophia, de voormalige Santa Sophia, <1 minder grootsch aan dan de Moskee van den V overaar, de Fethié Dschami, of die van Selim I Mohamed II, met hun veel imposanter koepels en I opstekenden minaretten. Maar wat doen details toe, waar het geheel zoo grootsch is. Nergens heeft binnenkomen van een haven zulk een overweldig den indruk op mij gemaalkt en toch heb ik oen der schoonste havens gezien. Ik herinner mij I gen in Noorwegen, St. Petersburg, Wladiwosl Hongkong Nagasaki, San Francisco en New Y als bijzonder fraaie of imposante havens, maar enkele bezit de bekoring van Constantinopel. Iv mijn meening zit die bekoring in betoovering uitgaat van deze sleutelstad. Wanneer ik een waf zou moeten geven aan Constantinopel, dan zou uit vier sleutels bestaan: één sleutel voor de1 van Europa, éen ander voor die van Azië, éen voor die van de Middellandsche, de vierde voor van de Zwarte Zee. De sleutelstad,, waar vier poorten, twee van ti werelddeelen, twee van twee wereldzeeën elkaar dicht naderen, dat de stad, die tusschen déze pool gebouwd is, afspiegelt hetgeen achter die vier pooi® Te gebeurt. te Mon voelt hier Europa en A2ië, Bijbel en Kol aan, maar tevens voelt men hoe de Koran, zich haar macht bewust, heeft willen uitwisschen Europeesch en Christelijk was. Het is zooala, dadelijk zullen zien, niet gelukt. Slechts hebben f aan die machtsuiting te danken do fraaie Turkse architectuur en Turkecho "kunst, die ons overal Constantinopel treft Terwijl de boot met moeite tegen den hevigen sto kampt, en de haven binnendraait, zien wij in verte- Yidlsh Kiosk, waar Sultan Abdul Hamid de bekwame diplomaat, de z.g.n. Zieke Man, ja! lang zijn residentie had. Sultan Abdul Hamlet, voor geen misdaad terugdeinsde, wanneer inen geschiedschrijvers gelooven moet. Maar laat onst aan wreedheid denken, voor wij den Gouden <Ho: y( en het links en rechts opreizende Constantinopel n! Dè ondergaande zon beschijnt de koperen koepel Moskeeën, de minaretten steken zich scherp af tef de lucht, die afwisselend donker, goudgeel, en getind is. Steeds donkerder wórdt de'lucht, de zon werpt s de laatste stralen als een vaarwelsgroet op de koep der Moskeeën en even later teekenen zich nog slee de minarets scherp tegen de lucht af. Overal vU men de lichtjes in de huizen en in de straten" de bekoring is voorbij.. Het Oosten is overwon» Europa zegeviert ton 3." 1 (Kd 01 dl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 18