HET KASTEEL VAN GRANIET Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Feuilleton. Binnenlandsch Nieuws. Een millioenenwerk te Amsterdam. Donderdag 19 Januari 1928. AGER Alpitti Niim 71ste Jaargang No. 8189. COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- L y en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- 'tiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting- van 17 JanuarL Uitspraken van 10 Januari H. J. van 't H., zwervend, gedetineerd rijwieldiefstal, maanden gev. met aftrek van 3 maanden; Piet de H., Beverwijk, gedetineerd rijwieldiefstal, 5 ïaanden gev. met 3 maanden aftrek; Petrus V., Wervershoof, mishandeling,f 25 boete of f dagen; Petrus de G.f Amsterdam, bedriegelijke bankbreuk, ingesproken; Dr, J. H. Bakkum, Hooger beroep vonnis kantonge- (cht motor- en rijwielwetovertreding, f 80 boete of agen; Cornells B., Broek op Langendijk, valschheld in ge grifte, nader onderzoek op 7 Febr.; E A. M. B„ Medemblik, diefstal, f 30 boete of 30 da- tod, B., Schoorl, Hooger beroepzaak, vrijgesproken. NIEUWE ZAKEN. GEVAAR VEROORZAKEN OP EEN SPOORWEG. De conducteur der N.-S. Willem R., en de machinist br. A., beiden te Alkmaar, staan terecht ter zake dat jor hun schuld en onachtzaamheid de locaaltrein Ber in-Alkmaar op 8 Aug. 1927, de van Schagen komen- ea trein bij de kruising te Koedijk niet heeft afge- wht, waardoor beide treintjes op hetzelfde spoor zijn er&akt en gevaar voor een botsing ontstond. I verdachte A. wordt verdedigd door mr. de Groot, en ndichte R. door mr. Wieringa, bondsadvocaat te treoht. De verdachten waren ln het bezit van een instructie •n waren op dlon grond aansprakelijk. De conduoteur /fe «orate plaats on de machinist in de tweede. Indien do conducteur bij do kruising bij vergissing et vertreksein geeft, dan moet de machinist hem daar- attont maken. Do heer Berkenoelder, hoofd van dienst eft eenlge inlichtingen den dienst betreffende. Laten wij doen uitkomendat door tijdig en krach- remmen door de bestuurders een botsing is voor omen. De machinist erkent dat hij verzuimd heeft door ab- rmaal opgerezen dienstverrichtingen vooraf zijn dienst geling na te zien. De conducteur kent het traject, aar beroept er zich eenlgermate op, dat op geen enkele Mist te voren deze kruising voorkomt. De z.g. injecteurs op deze machines schijnen slecht te irken, daardoor kreeg de machinist extra werk om oor bijvulling van koud water te voorkomen, dat de stel verbrandde. Gebruikt men beide remmen, de lucht- Westighouse-rem, dan is de tram op 40 meter tot itatand. De trammen mogen elkander op 500 meter Dlgen, hier is geremd op 600 meter, dus gevaar was er l»t, aldus verklaart een hoofdmachiniet uit Amster- Ui, als getuige deskundige gehoord. Voorts verklaart deze praktikus, dat indien de injec- Mr niet werkt, de ketel niet gevoed kan worden. Er I dien dag vergeten om de emmers, bestemd voor de iMht-werkendo injecteur, vooraf met water te vullen. )lt moest dus gedurende de rit gebeuren en in dit ge val heeft de machinist dit zelf gedaan. De constructiefout van de injecteurs in thans hersteld. Verdachten zijn beiden gestraft door de maatschappij, o eerste met 4 dagen inhouding en de machinist met thouding van loon. DOOR ETHEL M. DELL Bewerkt door Jhr. R. H. G. NAHUYS. 30. En ook hij zag haar mêt oogen, die niets anders za- I«i dan haar alleen. ,.Kus mij dan, zoete lieveling!" ®Ide hij zacht. „Eerst dan zal ik het zeker weten.' Het werd jongensachtig gezegd, en zij kon niet weige- Rn. De gedachte aan weigeren kwam niet bij haar op. Als in de dagen van weleer, toen zij tezamen jong WWeest waren, gaf haar hart aan den roep van het !tae gehoor. Zij boog zich oogenblikkelijk tot hem over to kuste hem teeder. «Je weet zeker, dat je me noodig hebt?" drong Guy «taterend aan. «God weet het!" antwoordde zij in diepen ernst. HIJ lachte haar toe en sloot de oogen. „Goeden nacht!" 'mompelde hij. «Goeden nacht, liefste!" fluisterde zij terug. En uit de stilte die toen volgde, maakte zij op dat hij 'Wals pon was. lemend raakte haar schouder aan, en zij keek op. 'Vrke stond naast haar. „Je kunt hem nu wel alleen 4wn," zeide hij. „Hij za.1 niet wakker worden. (H1J had zacht gesproken, doch het kwam haar voor kt zijn gelaat streng stond. Een flauw gevoel van twij- 1 doortrilde haar. Zij maakte haar hand zachtjes los to stond op. Zij bemerkte dat Kieff reeds gegaan was en een oogen- kk aarzelde zij. Doch Burke nam haar stevig bij den cn voerde haar de kamer uit. „Hij zal niet wakker orden," herhaalde hij. „Je moet het een of ander eten." li i»i ^en huiskamer binnen en met groote ver- ucntlng zag zij dat Kieff zich ook niet d&ar bevond. De was voor de lunch gedekt en Burke liet haar plaats tarnen. ■•Ga. zitten," zeide hij. „Bekommer je niet om Kieff. -u zorgt altijd voor zlchzelven." Zwijgend nam zij plaats. Zij voelde zich ln dat oogen- min of meer in tegenspraak met Burke. Haar lange sijde van Guy scheen haar op de een of De officier de feiten releveerend, achte het tenlaste gelegde wettig en overtuigend bewezen voor beide ver dachten, en dat belden aansprakelijk zijn, en vordert tegen eerste verdachte f 40 boete of 40 dagen, en tegen tweede verdachte f 30 boete of 30 dagen hechtenis. Mr. Wieringa, advocaat van verdachte Willem R. wijst er op, dat zijn cliënt slechts enkele dagen op deze lijn dienst deed en noemde dit een verzachtende omstan digheid. Voorts betwijfelt pleiter dat hier werkelijk gevaar heeft bestaan, althans heeft geen gevolg plaats gehad. Voorts releveert pleiter dat verdachte reeds disceplinair is gestraft en concludeert vrijspraak subsidiair clementie. Mr. de Groot, opponeerende voor den machinist A., betwist dat gevaar aanwezig is geweest, voornamelijk door de waakzaamheid en activiteit van verdachte zel ve, zooals door pleiter nader wordt ontwikkeld. Verdachte is door een constructiefout in de injecteurs verhinderd tijdig van zijn instructie kennis te nemen. Hij heeft met man en macht moeten werken om te ver hinderen dat zijn machine onderweg stil zou staan. Pleiter concludeert derhalve dat geen schuld aanwezig is en verdachte zal moeten worden vrijgesproken. Re- en dupliek volgt hierna; uitspraak a.s. week. ONTUCHTIGE HANDELINGEN. De 53-jarige hardhoorige landbouwer Cornelis Sch. te Sijbecarspel staat terecht ter zake ht plegen van niet nader aan te duiden handelingen met zijn eigen doch ter Cornelia. Deze zaak, waarin mr. Smal optreedt als verdediger, wordt met gesloten dèuren behandeld. Eisch 1 jaar gev. voorw. met 1 jaar proeftijd. Mr. Smal pleitte een voorw. veroordeeling. DIEFSTAL VAN KIPPEN EN EEN BEURSJE. De niet verschenen verdachte W. F. H. te Texel, wordt ten laste gelegd diefstal van 4 kippen en een kralen beursje, welke feiten gepleegd zijn in SeptemberOc- tober van het vorige jaar. Hij boodt die kippen te koop aan bij de weduwe Dekker, beweerende dat hij die kip pen had gekregen van zekeren Mantje, bij wien hij had gewerkt, in plaats van loon. Juffr. Dekker kocht op lang aandringen voor f 3 per stuk, doch het bleek later dat hij die kippen bij Dirk Mantje had gestolen. Voorts heeft hij uit den winkel van mej. de wed. v. d. Vis een kralen beursje ontvreemd, Dit beursje lag in do lade van de toonbank en do weduwe heeft hem vanuit een anderen kamer in gebukte houding achter den toonbank zien staan. De weduwe heeft hom later geholpen aan sigaretten cn chooolade on was te ver bouwereerd om den man over zijn vreemd gedrag in den winkel te spreken. Eerst veel later heeft zij het beursje gemist. Verdachte heeft het beursje cadeau gegeven aan het 17-Jarige meisje, waarmede hij destijds verkeerde. Hij beweerd toen het beursje gevonden te hebben. De arbeider Leysinga beeft hem tevergeefs voor het beursje 50 cents geboden. Hij meent dat er modder aan kleefd. Verdachte heeft het beursje uitgespoeld en be weerde het bij 't baggeren gevonden te hebben. Eisch tegen verdachte, die reeds meermalen is ver oordeeld, 1 jaar en 4 maanden gev. BEDREIGING MET DOODSLAG. Mej. Grietje F., huisvrouw L., 42 jaar oud en wonende te Avenhorn, staat terecht op grond van het ontstellen de feit, dat zij op 2 Nov. haar dorpsgenoot Dirk Kamp, die op haar erf kwam om alootschouw te houden, heeft bedreigd met woorden en een geopend scheermes, dat zij hem zou doodmaken. Zij heeft den vluchtenden Kamp daarop met het geopend scheermes achtervolgd De 52 jaar oude heer D. Kamp is lid van de Banne. Toen de heer Kamp op het erf kwam, werd hij al reeds vriendelijk begroet door een emmer water, die de juffrouw over hem uitgoot. Kamp was in gezelschap van den getuige Beunder, ook een lid van het polder bestuur. Verdachte zegt dat dit een val3che verklaring is. Zij kan 4 getuigen oproepen, die kunnen verklaren dat die man liegt. Zij heeft geen scheermes in de hand gehad. De 60-jarige veehouder D. Beunder is zeer bijziend en heeft geen scheermes gezien. Wel is de juffrouw, na eerst in de woning te zijn teruggekeerd, op hen aange komen. Verdachte zegt dat deze twee heeren het eens zijn. Zij heeft een stuk geschreven dat zij den rechtbank over handigt. Er bestaat, zegt de heer Kamp, tusschen de echtge noot van verdachte en hem een kwestie, over de be wuste sloot, die door den Hoogen Raad is beëindigd. Verdachte heeft ook een waarschuwingsannonce tegen Kamp in de Courant gezet. Zij schijnt in Avenhorn de schrik van de buurt te zijn, volgens verkregen inlichtingen. De officier merkt op dat de vrouw, voor geen rede vatbaar is en vordert omdat hij de vrouw in 't belang van haar gezin niet gaarne in de gevangenis ziet f 100 boete of 60 dagen. HOOGER BEROEPSZAAK. De 60-jarige slager Petrus L. te den Helder staat ln hooger beroep terecht ter zake het feit dat hij zijn slagerij niet heeft ingericht volgens de eischen der te genwoordige wet. Hij is deswege door het kantonge recht te Helder veroordeeld tot f 3 of 3 dagen. Appellant zegt mondeling toestemming te hebben ge kregen van wethouder van Breda om zoo te mogen door gaan. Hij beweert ook geen geld te hebben om die ver beteringen voor zijn winkel aan te doen brengen. De officier repuireert bevestiging. DIEFSTAL VAN EEN SPAARPOT MET INHOUD. De verdachte Petronella T., huisvrouw S., in België geboren en te Hoorn woonachtig, heeft volgens dag vaarding uit de woning van getuige Jacoba Kossen weg genomen een gelukspop, inhoudende f 25 aan spaargeld. Verdachte ontkent zulks. Mej. Jacoba Kossen, oud 19 jaar, en te Hoorn woon achtig, verklaart dat zij de pop op een kastje in het voorkamertje had staan in de woning harer ouders. Zij heeft die pop op 28 October 's avonds gemist. Haar moe der zeide tegen haar: De pop is van het kastje af. Zij bevatte 20 a 25 gulden in klein geid. Do moeder van de bestolene heeft de verdachte dien dag gesproken, terwijl zij zloh bevond in de onmiddellijke nabijheid harer wo ning. Ze hebben samen gewinkeld en zijn toen ieder haars weegs gegaan. De verdachte erkent aan de woning te zijn geweest en eenlge minuten in den gang te hebben gewacht. De juffrouw was echter zeker nog niet thuis gekomen, want zij kreeg geen gehoor op haar herhaald geroep, Toen is zij vertrokken. Tegen de politie heeft zij verklaard niet ln de woning geweest te zijn. Een overbuurvrouw heeft verdachte bij Kramer aan de deur gezien en duwde met haar knie tegen de deur. In het bezit van verdachte is gevonden een aantal stuivertjes. Aan een broertje van de bestolene had zij echter gezegd, dat zij geen stuivertje meer had. Aan die stuivertjes kleefd een soort gips. Verdachte heeft aanvankelijk aan rechercheur de Munk verklaard, dat zij niet aan de woning is geweest. Later is zij op die verklaring teruggekomen. Zij heeft verschillende tegenstrijdige verklaringen aan den agent afgelegd. Een soortgelijke knoop als in den pop moest zijn, is in het bezit van verdachte gevonden. De officier, de omstandigheden uitvoerig releveerend, acht het feit bewezen en requireert 5 maanden gev. DE ROODE HAAN KRAAIT IN DE STOOMWAS- SCHERIJ. In den avond van 8 November werd de veelbesproken en veelbewogen stoomwasscherlj „Blanke" te Castricum grootendeels door 't vuur vernield De oorz. was aanvanke lijk „onbekend" doch al spoedig werd verdenking gekoes terd tegen den eigenaar, een jonge man, C. J. F. en een justitieel onderzoek ingesteld. Met gevelg dat de ver dachte op het bureau van den rechter-coramissaris wel dra een volledige erkentenis aflegde. De zaak ging niet naai' wensch en in een aanval van moedeloosheid had hij dien avond een petroleumkachel- andere onverklaarbare wijze van hem afgesneden te heb ben. Of waren die vreemde woorden, door Kieff geuit, en die nog steeds in haar brein dwarrelden, de oorzaak? Wat het ook was, het stond iedere wederzijdsche inti miteit in den weg. Zij zouden vreemden voor elkander kunnen zijn, die elkander toevallig aan dezelfde tafel ontmoetten. Hij bediende haar, terwijl het Bcheen alsof hij mot zijn gedachten elders was. Haar eigen gedachten toefden uitsluitend bij Guy. Zij at werktuigelijk, half onbewust de deur in het oog hou dende, haar ooren gespitst voor het opvangen van ieder geluid. „Hij zal waarschijnlijk urenlang slapen," merkte Burke op, het stilzwijgen verbrekende. Zij zag hem met schrik aan. Bijna was zij zijn tegen woordigheid vergeten. Zij ontmoette zijn blik en voelde zich een oogenbllk zonderling verward. Het antwoord kostte haar eenige moeite. „Dat hoop ik. Dat lijden is vreeselijk om aan te zien" „Het is erg genoeg," hernam Burke. „Doch de ge woonte van inspuiten met morphine is nog veel erger. Dat is duivelswerk." Haar adem stokte plotseling. Het was haar bijna als had hij haar een steek in het hart gegeven. „O," zeide zij, „doch één keer slechts één enkele maal dat kan toch zeker geen kwaad..." „Houd je hem dan voor de soort van man, die slechts met éénmaal van iets tevreden is?" vroeg Burke Op de vraag werd geen antwóord vereischt; zij ant woordde dus niet. Met eenige moeite verborg zij haar angst en veranderde van onderworp. „Hoe lang zou dokter Kieff hier blijven?" s Burke liet zijn oogen weer op haar rusten. Zij wenschte dat hij haar niet zoo strak aankeek. „Hij zal hem waar schijnlijk er doorheen helpen," zeide hij. „Hoeveel tijd dat zal vereischen is onmogelijk te zeggen. Niet lang, hoop ik." „Heb je dan het land aan hem?" waagde zij te vra gen. „Persoonlijk," antwoordde Burke, „verfoei ik hem. Hij oefent hier feitelijk geen praktijk uit. Om je de Waar heid te zeggen, staat mij iets voor den geest, dat zijn bevoegdheid hem ontnomen is, reeds eenige jaren gele den. Hetgeen niet wegneemt, dat hij een uiterst knap dokter is. Hij houdt van gevallen zooals dit." Deze woorden maakten indruk op Sylvla. „Dan zal hij ook slagen," zeide zij. „Het kan niet anders of hij moet slagen!" „Je kunt gerust aan hem overlaten dat hij zijn best zal doen," hernam Burke. FRISOBMI >_^O^5^)O^Octj3i2è£0rai— M.V.DOUWE EGBERTS TABAKS-FABRIEKEN tje ontstoken, daartegenaan een licht brandbaar schot getrapt, en toen het geheele rommeltje met petroleum overgoten. Daarop had hij de wasscherij gesloten en had de rest aan het toeval overgelaten. Het resultaat was dan ook aanvankelijk in alle opzichten „schitterend", doch nu kwam de misere. Toch stond de verdachte, ge let op den ernst van het feit, er nog niet ongunstig voor, daar 't rectasseeringsrapport zeer in zijn voordeel pleitte en de officier blijk gaf te willen medewerken om verdachte, die thans een kruidenierswinkel in Am sterdam als broodwinning heeft, op de been te brengen, Gevorderd werd 1 Jaar gev. voorwaardelijk met 8 proef jaren. De verdediger van verdachte, mr. H. Kusters, die hem reeds vóór hij zijn erkentenis aflegde, als raadsman terzijde stond, hield een krachtig pleidooi, waarin hij onder meer den borg van verdachte, een bejaard ma kelaar uit Weesp, beschuldigde den auotor intellectualis van de brandstichting to zijn. Pleiter ontkent dat do brand algemeen gevaar had opgeleverd on sloot zich ten slotte aan bij do oonclusie, van het openbaar mini sterie. Uitspraak a.s. Dinsdag;. REUSACHTIG PLAN. Sediert eenige (maanden is ten Riaaidtmize te A'dam gedeponeerd 'n reusachtig plan, ontworpen door ar chitect StaaJ, in opdracht van een bouwonderneming aan wier hoofd als directeur staat de heer Nicolaaa Hülle, Beoogd wordt het1 stichten van een perceel van ruim veertig meter hoog. en van een aantal daaraan grenzende woonhuizen. Als plaats van vestiging, van dit enorme complex is aangegeven het Daniël Willinlcplein aan het einde van de Amstellaan, op de terreinen, door de Noor- der- en Zuider-Ainstellaan begrensd. Het hoog© gebouw zou worden opgetrokken daar, waar zich Noorder- en Zuider-Aimistellaan vereeni gen. Ter rechter- en ter linkerzijde zouden een aan tal woonhuizen komen, die den economischen opzet van het grootsche plan mogelijk moeten maken. Het groote gebouw is bestemd als pension voor Gedurende den overigen tijd van het maal werd wei nig door hen gesproken. Er scheen niets te zeggen te zijn. In zekeren zin gevoelde Sylvla zich als verlamd. Zij kon haar gedachten slechts op één enkel punt vestigen, en zij gaf zich onmerkbaar, doch niej: verkeerd verstaan baar rekenschap, dat zij te dien opzichte niet hetzelfde voelden. Het schonk haar verlichting, toen Burke van tafel oprees. Zij verlangde vurig, tot Guy terug te gaan. Zij koesterde een bijna onweerstaanbaar' verlangen met hem alleen te zijn, zelfs al was hij zich haar aanwezig heid niet bewust. Zij hadden elkander zoo lang geleden gekend, vóór zij naar dit land van vreemden was geko men. Was bet dus zoo vreemd, dat nu zij elkander op deze manier weder hadden ontmoet, de oude keten op nieuw was samengesmeed? En dit verlangen van haar was zoo sterk thans sterker dan het ooit geweest was. Zij hield zich eenige oogenblikken onledig met het op ruimen van de tafel voor Kieff; daarop keerde zij zich om ten einde naar Guy te gaan, doch was verrast, Burke nog bij de deur te zien staan. Zij wierp een vragende blik op hem, en als wilde hij daarop zijn antwoord geven, legde hij een hand op haar schouder en hield haar terug. Hij sprak niet ter stond en zij kreeg een vreemde gewaarwording dat hij verlegen was. „Wat is er partner?" vroeg zij, Guy met een vastbe raden besluit uit haar gedachten zettende. Hij boog zich even tot haar over. Hij liet zijn hand niet zoo heel zwaar op haar drukken. Het was als trilde er een sterke kracht in zijn binnenste, die tot aan de toppen van zijn vingers door hem gevoeld werd. En toch was zijn gelaat volkomen strak, zelfs streng, toen hij zeide: „Sylvia, ik heb mij tot dusverre geen enkel recht tegenover je aangematigd. Doch vergeet niet laat niemand je er toe bewegen, het te vergeten dat ik het recht daartoe bezit! Er zou een dag kunnen aan breken, waarop ik het opeisch." Deze verklaring schudde haar ruw uit haar voorin genomenheid wakker. Het bloed vloog haar naar d9 wangen. „Burke! Ik begrijp je niet!" riep zij snel adem halende, want haar hart klopte als een hamer. „Ben je krankzinnig geworden?" „Neen, krankzinnig ben ik niet," zeide hij, en lachte flauwtjes, „Ik doe niets anders dan voor onze gemeen schappelijke belangen waken, meer niet." Zij opende de oogen wijd. „En toch begrijp ik je nog niet." zeide zij. „Ik meende dat je beloofd hebt dat wij overeengekomen zijn dat je mij steeds mijn gang i zoudt laten gaan." „Tenzij je daarvan misbruik maakte," liet Burke vol gen. t Ondanks zichzelve wankelde zij even, daar zoowel zijn toon als zijn houding van zulk een onverzettelijkheid getuigden. Doch het volgende oogenbllk had zij zich hersteld en zag hem rechtop, onbevreesd aan. „Ik geloof, dat je niet volkomen begrijpt wat je tegen mij zegt," zeide zij. „Je bent vermoeid en je ziet alle dingen verkeerd. Wil je vanmiddag wat >ust ne men? Ik weet zeker, dat je behoefte daaraan hebt. En vanavond..." zij hield een oogenblik op, want niettegen staande haar moed was zij beginnen te beven „van avond", herhaalde zij, om wederom op te houden, toen zij zijn hand op zich voelde drukken, wat haar hart on duldbaar snel scheen te doen kloppne. „Ga voort," zeide hij met zachte, uiterst kalme stem. „Eindig alsjeblieft! Wat moet ik vanavond doen?" Al haar krachten verzamelende, zag zij hem onver vaard aan. „Hoop ik," voleindigde zij, „dat je bij me zult komen om te zeggen dat je berouw hebt." Met een hevigen ruk hief hij het hoofd op. Zij zag zijn oogen fonkelden met een gloed dien zij niet durfde trotseeren. Snelle twijfel rees bij haar op. Zij trachtte zich los te maken, doch hij greep haar nu ook bij den anderen schouder, haar recht voor zich uit houdende. „En stel, dat ik dat doe," zeide hij met een diepe trilling ln zijn stem die haar door merg cn been ging, „wat krijg ik daarvoor dan terug? Waaruit zal mijn be looning bestaan?" Het kostte haar een hevigen strijd haar zelfbeheer- schlng te herwinnen, en zij riep al haar schoonen moed die haar nimmer ln den steek had gelaten, te hulp. Zij zag hem lachend recht in de oogen, met een heer lijken, onverschrokken lach. „Dan zul je den kus des vredes ontvangen," zeide zij. De uitdrukking van zijn gelaat veranderde. Een oogen blik deed zijn greep haar zeer knelde haar. Met een onwillekeurig inhouden van den adem sloot zij de oogen wachtende, in spanning, over zij wist niet wat. Daarna verdween de spanning als bij tooverslag. Hij had haar losgelaten en liet haar gaan. „Dank je," zeide hij met een stem die eigenaardig ge smoord leek. „Doch ik geloof niet, dat ik juist op het oogenblik daaruit veel troost kan putten." Toen hij haar verliet, hield hij zijn handen krampach tig gesloten. Zij durfde hem niet volgen en evenmin te rugroepen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1