ol Uw Zenuwen Gemengd Nieuws. De hongersnood in China. Opzienbare aanhouding in Italië. Ai De uitbarsting van den Krakatai Ernstige gevolgen van inenting in Engeland. In een auto met dubbelen bode Ernstig spoorwegongluk in Britsch-lno dere koeten, dit vooral in dra aeovu* d# txploitv lierekenlng al te zwaar zouden drukken. Er is een regel, die niet straffeloos m&g worden ver zaakt, en die voor alle succes op maatschappelijk- economisch gebied beslissend is, in dien zin, dat zoo •men daarmee niet voldoende rekening houdt, fiasco voor de deur staat; men moet zooveel mogelijk aan sluiten bij bestaande toestanden, hetgeen natuurlijk niet wil zeggen, dat conservatisme door dik en dun de hoogste wijsheid zou zijn. Maar wel moet men geen oogenblik den beganen grond, de werkelijkheid verlaten om toe te geven aan een drang tot experi menteeren. De maatschappij is weinig gebaat met kostbare, onhistorische proefnemingen: wat zij 'be hoeft is voorzichtige bevordering van haar groei, en die is alleen mogelijk, wanneer men uitgaat van be staande toestanden, ook al weten we, dat deze zeker nog voor verbetering vatbaar zijn. Nu is het geen toeval dat de meeste regelingen omtrent binnenlandsche kolonisatie, die alle neerko men op verstrekking óf van grond óf van crediet, den eigendom hebben vooropgesteld. Want in zekeren zin vormt het ideaal van den landbouwer, hoe breede plaats daarnaast ook de pacht moge beslaan, hoe ook nog andere vormen van zakelijk recht dan de eigen dom een plaatsje in de zon vragen en hebben. De eigendom is ook het plechtanker geworden van onze landarbeiderswet. En geen wonder, want de in 19061907 door de Staatscommissie voor den Land bouw gehouden enquête naar den economischen toe stand der landarbeiders, had ondubbelzinnig uitgewe zen, dat de eigendom de meest begeerde vorm van grondgebruik was, Men kan in de samenvatting op vraag h van hoofdstuk IV der Vragenlijst o.a. dit le zen: „Wanneer er één vraag is, die eenstemmig wordt beantwoord, dan is het wel deze, of de arbei ders er prijs op stellen grond in gebruik te krijgen en te behoudenDaarbij wordt de eigendom als het be geerlijkst einddoel beschouwd, en zulks te meer waar de publieke verpachtingen dien finantieelen last steeds drukkender maken, anderdeel» oorzaak zijn, dat men altijd in de onzekerheid verkeert, of men na afloop van den termijn pachter blijven zal van hetzelfde perceel". Ik weet wel. dat de enquête alleen de landarbeiders betrof en niet de landbouwers, maar het is volkomen geoorloofd, dat hier op grond van een uitgebreid onderzoek van de feiten van de land arbeiders wordt gezegd, tot de geheele landbouwende bevolking uit te strekken. Er is geen rechtsvorm van grondgebruik, die uit een oogpunt van zekerheid van gebruik zulke waarborgen biedt als de eigendom, geen vorm ook die het eigenbelang van den produ cent in die mate doet samenvallen met het belang der gemeenschap bij een goede behandeling van den grond en ruime bruto-opbrengsten. Daarbij ontvangt de spaarprikkel van eigendom voortdurend voedsel, daar alle krachten worden geconcentreerd op het groote doel, het bezit in den loop der jaren vrij te maken van schulden. En daarbij komt nog een voor deel van den eigendom naar voren, hierin bestaande, dat eigendom den normalen grondslag vormt voor crediet op langen termijn, dat tot de verkrijging op het behoud van het bezit in staat stelt (z.g. grondcre- diet) en ook nog kan worden aangewend voor de ver krijging van het noodige vaste bedrijfskapitaal als be drijfsgebouwen, inventaris, veestapel. Natuurlijk kan Voor het boerenbeslag en den veestapel ook een be roep worden gedaan op het bedrijfscrediet der 'boe renleenbanken, maar er is niets tegen, een deel van het tegen hypotheek verkregen crediet daarin te ste ken, mits de aflossing zóó geregeld ls, dat zij tred houdt met het in den loop van den tijd intredend waardeverlies, dat eindelijk vernieuwing noodig maakt. In verband met dit waardeverlies moet er echter uitdrukkelijk op worden gewezen, dat aflossing van hypotheekschuld niet noodig is, voor zoover zij is aangegaan om aan den grond te komen. Want deze is onverslij tel ijk en gaat zelfs in waarde vooruit bij normaal, vakkundig gebruik. In dit opzicht verschil len dan ook landbouwhypotheken hemelsbreed van hypotheken op gebouwen en ndere vaste kapitaal goederen. De aflossing van zuivere landbouwhypo theken heeft dit eigenaardige, dat zij echte, d.i. zui vere besparing vormt, omdat er geen waardeverlies tegenover staat, althans geen waardeverlies, die het gevolg zou zijn van slijtage. De eigenaar-exploitant, die gelijdelijk een hypotheekschuld amortiseert, weet, dat hij vooruitgaat, hetgeen volstrekt niet van an dere aflossingen behoeft te gelden, die veel meer een op peil blijven beduiden. Dit is een aantrekkelijkheid te meer van den eigendom als vorm van grondge bruik. I Het is bekend, dat de socialisten met betrekking tot den grondeigendom van een andere meening zijn. Ik heb daarover den degen gekruist met den in: landbouwkringen welbekenden dr. L. H. Mansholt van Westpolder, zelf boer en iemand van onbetwiste land bouwkundige verdienste. Des te merkwaardiger is' 'het te zien, hoe deze wetenschappelijke en practisch hoogstaande man zich heeft laten verstrikken door de socialistische theorie inzake den agrarischen eigen dom. Het is al ettelijke jaren geleden, dat mijn cri- tieken op het bekende Socialisatierapport der S.D. A.P., waarin dr. Mansholt het Landbouwhoofdstuk verzorgde, in verschillende tijdschriften en brochures plaatste. En nu heeft dr. Mansholt mij aangevallen in het Populair Wetenschappelijk Bijvoegsel van het Volk van 16 en 23 April 1921 naar aanleiding van mijn beschouwingen over Socialisatie" in het maand blad „Accountancy" van April, Mei en Juni 1920, met name het laatste gedeelte. Omdat hier zeer princi pieel e gezichtspunten naar voren komen, die hun volle beteekenis behouden bij alle uitgifte van gron den en de keus tusschen de daarbij in aanmerking komende rechtsvormen van grondgebruik, meen ik er goed aan te doen, de in dien pennestrijd gebe zigde argumenten op te halen en aan uw oordeel te onderwerpen. Ik doe dit in het besef, dat de socialis ten zoo vaak zij met agrarische vraagstukken in aanraking komen, zich wegens hun theorie bevinden in een zeer moeilijk parket, waarom men hen zeker niet behoeft te benijden. In het Socialisatierapport werd zoo min van den' eigenaar-exploitant als van dien pachter veel goeds gezegd. Gesproken wordt er van het in wezen verderfelijke pachtsysteem, dat niet be- teekenend kan worden verbeterd, zoolang het parti culiere grondbezit gehandhaafd 'blijft; van het eigen- domstoeval. dat maar al te vaak oorzaak is van on voldoend deskundige exploitatie door grondeigenaars. De slechte boeren zijn overal met den vinger aan te wijzen. Hiertegen heb ik aangevoerd, dat die slechte boeren ongetwijfeld bestaan, doch dat zij zoo de aandacht trekken, zal wel hiervan het gevolg zijn, dat dit uitzondering blijft. Immers de opbrengstcijfers ven verschillende gewassen per H.A. vertoonen door- loopend een stijgende lijn. Als voorbeeld diene winter tarwe. De opbrengst daarvan bedroeg per H.A. van 1851 tot en met 1860 gemiddeld per jaar 19.3 H.L., van 1871 tot en met 1880: 22.7 H.L., van 1891 tot en met 1900: 24.9 H.L. in 1903: 27 H.L.; in 1905: 29-3 H.L.; 1910: 28.6, 1915: 37.9; 1918: 31.9 H.L.; 1921, een record jaar 41.5 H.L. Dan treedt eenige inzinking in, maar in 1925 is de opbrengst weer 37.6 en in 1926: 37.1 H.L. Hetzelfde algemeen© beeld geven ook de andere ge wassen. Mij dunkt dit is de beste weerlegging van de tendentieuse bewering, dat de slechte boeren overal met den vinger zijn aan te wijzen. Rogge bracht het van 24 H.L. in 1918 tot 314 in 1921, het gaat dan van jaar tot jaar op en neer, in 1925: 29.2. in 1926: 24.7 H.L. Waaraan zijn die doornee stijgende opbrengsten te danken, wanneer de eigen-exploitatie zou leiden tot veelvuldig slechte bewerking van den grond en benadeeling van de gemeenschap? Dat zulke mee ningen van landbouwerszijde worden voorgedragen, toont wel den verderfelijken invloed van de politiek op het gezonde verstand. Zoude misschien de toene ming van het pachtstelsel de oorzaak zijn van de stijgende opbrengsten? Dit is niet vol te houden, voor eerst niet op het standpunt der socialisatiê-comniiosie, die 't pachtstelsel dra slechtst denkbare* vw» va* grondgebruik noemt, maar bovendien niet om deze nuchtere objectieve reden, dat na 1910 de verhouding ten gunste van de exploitatie door eigen-geërfden is verbeterd. In 1888 was 58Vi bedrijven in eigen exploitatie, daarna volgt een afneming tot in 1910 met 50.8 de laagste stand is bereikt, waaraan toe te voegen, dat 47.2 van aJllen cultuurgrond toen door de zen gebruiksvorm was ingenomen. Maar in 1921 is het percentage der eigenboeren gestegen tot 56 pet. van het geheel en de door dezen geëxploiteerde opper vlakte tot 51.9 van allen cultuurgrond. De pacht is dus afgenomen en aan haar toeneming ligt de ver blijdende vooruitgang der opbrengsten dus zeker niet. Intusschen: bij deze zeer klaarblijkelijke fout 'heeft men het niet gelaten. De eenige juiste gebruiksvorm is, volgens het Rapport, de eigen-exploitatie door de gemeenschap, met behulp van gesalarieerde bedrijfsleiders, zet- boeren. Exploitatie door particuliere grondeigenaars, de eigengeërfde en exploitatie door pachters moeten gelijikelijik verdwijnen. Het ligt voor de hand. dat men aldus in conflict kom-t met de mentaliteit onzer land bouwende bevolking, gelijk boven reeds uit de en quête der Staatscommissie is gebleken. Onze land- bouwers willen beide vormen, eigendom èn pacht, j doch laat men maar kiezen, dan zal zij, om begrij- 1 pelijke redenen den eigendom, mits niet te zeer met schulden bezwaard, prefereeren. Dat dit zoo is, blijkt wel hieruit, dat alle verbeteringen, die in den loop der tijden en: nu laatstelijk weer door die Staatscom missie-Pacht, ten aanzien van het pachtcontract worden voorgesteld, de strekking hebben allerlei voordeelen, die de eigendom vanzelf heeft, ook aan den pachter toe te kennen, ik noem het recht op vergoeding voor aangebrachte verbeteringen bij hei eindigen der pacht, het recht op pach tv er lenging of continuatie van pacht, het zakelijk recht van den pachter dat de Commissie-Diepenhorst wil invoeren en zelfs het recht op remissie van pacht of vermin dering van den pachtprijs, wanneer gedurende een pacht jaar of pachtseizoen tengevolge van buiten gewone omstandigheden de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk minder is geweest, dan bij het aangaan der pachtovereenkomst te verwachten was. Mis schien zal men dit laatste betwisten, doch dan be denke men, dat natuurlijk de eigen-exploitatie in het geheel geen pacht heeft te betalen, ook niet in die bedoelde buitengewone omstandigheden van misgewas, rampen, enz., zoodat, wanneer de pachter alsdan gedeeltelijke ontheffing kan verkrijgen van zijn contraotueelen plicht den pachtprijs te beta len, zijn positie wel degelijk nadert tot den eigen- boer, die nooit met pachtprijzen iets te maken heeft. Al die voordeelen van een hervormd pachtcontract gaan op kosten van den eigenaar-verpachter, men zou dus kunnen beweren, dat zij den eigendom aan tasten, voor zoover verpachting plaats heeft. Maar het is dan toch een zeer eigenaardig aantasten, dat hierin bestaat, dat allerlei eigendomsbevoegdheden overgaan op den pachter en dat in werkelijkheid een dubbele eigendom wordt ingevoerd, dat ©eniger mate gelijkt op het bekende en berucht dual ownersbip uit de Iersche land wetgeving van 1881. De kroon zou gezet worden op het werk door vast stelling van overheidswege van de pachten en ver bod aan den pachter, de pacht te beëindigen. Zoover zijn wij gelukkig nog niet, doch wel kunnen al die wenschen beschouwd worden als een ongewilde hulde aan den boereneigendom, die immers al die voordeelen van nature in zich heeft, waarin Üe hervormers onze pachtersbevolking willen doen deelen. Wij- mogen vaststellen, d'at eigendom het ideaal is van den landbouwer, dat daarnaast ook pacht een rol heeft te spelen, waarvan het belang niet mag worden onderschat, en dat de verbeteringen, die •>lien in het pachtcontract bij- wet willen zien aange- L jht, een erkenning zijn van de superioriteit van den eigendom als rechtsvorm van grondgebruik. Wat zegt nu het socialisatie-rapport? De passage, die te vinden is op blz. 73 en 74, is te merkwaardig, dan dat ik haar niet zou overnemen. Men kan daar het volgende lezen: „De staatscommissie voor den landbouw dacht sterk te staan, omdat zij! over ons geheele landi onder de landbouwbevolking meende te kunnen constateeren. een sterken drang tot het verkrijgen van land in eigendom. De staatscommissie heeft echter twee factoren met elkaar verward en is daardoor onjuist in haar conclusies". Wij spitsen de ooren naar wat nu komen gaat. Luistert: „Het ia niet het laaflbeizit waarnaar de landgebruikier hunkert, doch het is het verlangen naar het on gestoord gebruik va.n d'e.n grond, Dit kan hij zich' bijl het particuliere grondbeheer niet ander» verzekeren, dan door eigenaar te worden van den grond Als pachter hangt hem altijd boven het hoofd, dat hij van den grond, dien hij ontgonnen hebt U ooit een pachter ontmoet, die ontgint? of verbeterd heeft, na afloop van den pachttenmijn wordt weggejaagd; koop ia daarom het eenige, wat hem daarvoor vrijlwaren kan. „Wordt evenwel, na het brengen van den grond in handen van die gemeenschap, den landbouwer onder zekere voorwaarden het ongestoord gebruik van den grond voldoende gewaarborgd, dan zal hij ongetwijfeld daaraan verre de voorkeur geven, om dat hij dan het kapitaal, dat anders noodig zou izijn voor den aankoop van het bedrijf, geheel als be drijfskapitaal' kan blijven gebruiken, terwijl boven dien door periodieke herziening van den pachtprija door onpartijdige commissies, het enorme risico van de marktfluctuaties voor een groot deel van zijn schouders wordt genomen. Maatregelen, met beleid genomen, zich aanpassend aan de psyche der land bouwende bevolking (let wel!), en welke beoogen de voorbereiding der socialisatie in den landbouw, zullen de instemming en medewerking; verwerven van bet overgroot© deel dergenen, die thans hetzij als pachter, hetzij! als bezitter van zwaar verhypo thekeerde boerderijen dag aan dag de onzekerheid! van hun bestaan voelen drukken". Ik heb allen eer bied voor de handigheid, waarmede dit tafereel voor de blikken van landbouwend Nederland1 wordt ge schetst en ontrold, maar toch meen ik, dat niet veel boeren zich door het gefluit van den vogelaar zullen laten verlokken, zoodra het hun duidelijk wordt, dat de eigendom hun wordt ontnomen en voortaan alle eigendomsperspectief komt weg te vallen. Nu zal men toch' zeggen: maar wij: mogen dan toch -pachter blijven, wij mogen dan toch het kapitaal, dat vroeger aan grondaankoop heenging, steken in het bedrijf, en dit bedrijf zal dan toch óns bedrijf blijven, alleen uitgeoefend op gemeenschapsgrondi. Dóch dan- moet men nog maar even- het geduld ne men en1 verder lezen, om te zien, hoe in die staart het vergif schuilt. Want die heele pachltidylle is be stemd te verdwijnen, wat waarlijk geen wonder is, omdat het socialisme gekant is tegen alle privê- kapitaalbezit, dus ook tegen dat van den pachter, en omdat het alle particuliere bedrijfsexploitatie vroeg of laat -zal doen vervangen door gemeensehaps- exploitatie met gesalarieerde leidiers Het heet dan, dat aldus de -psyche der landbouwende bevolking wordt ontzien en d'e band, die de opvolgende ge1- slachten hecht aan den grond, niet wordt doorge sneden. Het is den voorstanders van socialisatie met die pacht niet den minsten ernst want pe.cht.ook als de gemeenschap de eenige verpachtster zou zijn, is in hart en nieren kapitalistisch'. Zij wordt dus hoogstens nog een tijdje geduld, maar zij moet. bif voorischrijdendle socialisatie verdwijnen. Dit ia consequent, en het wordt in het Rapport der S.D A.P. dan ook erkend), waar het op blz.78-77 onder letter H. „de positie van den bedrijfsleider" bespreekt Men kan daarboven gerust d'e woorden schrijven: pachters, die hier binnengaat laat alüs hoop varen. Eerst komen de grootere en middenbe drijven aan de beurt. Daar moete* allereerst d'e ge salarieerd» bedrijfsleiders d'e landbeuwprodlactie overnemen. BW geriBshedrijfjet bltyvra verpacht, maar, aldue het Rapport: „Naarmate in deze uearttfjee do Intensieve cultuur toeneem' met de ontwikkeling van de leiden, zullen ook de voor waarden geschapen worden, die het wenechelijk en doelmatig] maken, ook deze bedrijfjes geleidelijk in •directe gemeenschapsexploitatie te brengen". En het slot in dit onderdeel luidt: „Bij' het bovengeschetste systeem -zal het mogelijk zijn. naar gelang de er varing leert, van lieverlede het instituut van gesa larieerd) bedrijfsleider vangrootere landbouwbedrijven uit te breiden ook tot de kleinere bedrijven." De toestand is dus deze: dat bij socialisatie van den dandbouw dadelijk de eigengeërfde boeren verdwij nen, daar de private grondeigendom wodt afge schaft, dat de pachters van de grootere en middel- bedrij'ven spoedig, zullen volgen, terwijl die van de gezinsbedrijifjes gaan behooren tot een uitstervend ras. In mijn artikel in Accountancy heb ik deze „graue Theorie" onderhanden genomen en betoogd, „dat het die eigendom en niets anders Ie waardoor 5de landhouwei zich koninkje voelt op den. i mmera z ij n grond waaraan ihij met nog heel andere banden is gehecht dan de kapitalist aan zijn brandkast. Een overgamgispachtstedsel (met bedrijfsboerenperspectief mist en zal wel altijd voor hem missen alle beko ring. Het Rapport zegt dan ook „dat het duidelijk is, dat in breede kringen van de bevolking het be sef moet doordingen, dat ingrijpende agrarische hei vormingen onvermijdelijk zijn geworden. Het stel sel der socialisatie-commissie zal alleen ingang vin den en sociaal goed functioneeren, wanneer de boe- re uzi el. evenallo de arbeidersziel, en in het alge meen de menschenziel, een sociale wedergeboorte heeft ondergaan. Voorloopig zal de agrarische bevol king zich liever houden bij den eigendom, dien zij kent, en bij een verbeterd pachtrecht. waarvan de punten van herziening niet zoo moeilijk zijn op te stellen en da middelen tot verbetering al in andere landen zijn beproefd en hier rijpelijk bestudeerd, dan dat zij' den, sprong in het duister zal willen wagen, waartoe het Rapport haar uiitnoodigt en desnoods wil dwingen." Gelijk gezegd. kwam tegen deze be schouwingen dr. Mansholt in het geweer. Hij ontken de met zooveel woorden, dat socialisatie den band tusschen boer en grond verbreekt: „Het tegendeel is waar", meent mij geachte tegenstander te mogen schrijven: „Juist door die socialisatie van den land bouw wordt den boer in veel hoogere mate het on gestoord gebruik van den grond gewaarborgd, dan het onder de tegenwoordige kapitalistische verhou dingen mogelijk is. De zeer groote, en steeds in aan tal toenemende groep van pachters zoowel als de met zware hypotheken belaste „eigenaar" zijn thans allerminst zeker, dat ze niet vroeg of laat in het bedrijf, dat ze exploiteeren. worden weggestuurd.' En hij herhaalt, wat in het socialisatierapport staat, dat alleen zekerheid, geen eigendom wordt begeerd, en dat zoodra socialisatie diie zekerheid geeft, alle verlangen naar eigendom zal zijn verdwenen. Ook dat het onderzoek der Staatscommissie voor den landbouw den wensch naar eigendom zou hebben doen blijken, wordt door hem nadrukkelijk weerspro ken en hij zegt. dat de volslagen onjuiste bewering, van prof. B. te meer treft, omdat hij destijds was de ad-'j.-secretaris van bovengenoemde landlbouwcom- mdssie: „Dit maakt de met zooveel stelligheid ge uite bewering des te minder vergeeflijk." Ik werd ge tart, bewijzen uit het werk der Staatscommissie aan te wijzen, waardoor die wensch naar eigendom zou komen vast te staan. Een drietal jaren heb ik met mijn antwoord gewacht, doch toen ik in 1924 in het Algemeen Zuivel- en Melkhygiënisch Weekblad het Pachtvraagstuk behandelde in verband met het Tweede Verslag der Staatscommissie-Diepenhorst, vond ik gelegenheid) een en ander recht te zetten en heb ik van antwoord gediend. De heer Mansholt, lid van deze Commissie, hadi n.1. aan genoemd ver slag een korte afzonderlijke Nota toegevoegd, en zoo kwam de strijdvraag nogmaals aan de orde. Ik heb toen eenige grepen uit het Verslag, der Staatscom missie voor den Landbouw gedaan, waaruit blijkt, dat voor het tarten door mijn geachten bestrijder geen enkele reden bestond. Het ééne geval uit de Betuwe, dat dr. Mansholt had opgediept en waaruit bleek, dat aan pacht boven eigendom de voorkeur werd gegeven, beantwoordde ik met de opmerking, dat die beroep ongelukkig is. omdat de landbouw in de Betuwe wel op het laagste peil staat in heel ons land. Tegenover de ééne aanhaling van dr. Mans holt plaatste ik zoo maar een 12-tal citaten uit het Algemeen Overzicht betreffende den Oec. toestand der landarbeiders uit alle deelen des land®, waarin om eigendom wordt gevraagd. Daaronder figureert waarlijk zelfs de Betuwe, terwijl ook gelijkgestemde berichten uit Hollands Noorderkwartier en den Anna Paulownapolder waren binnengekomen. Iet wat plagend vroeg ik mijn tegenstander: „Was willst Du mehr." En ik vervolgde: „Is hii' tevreden met dit antwoord' waar hii meenlde te rpoeten tarten? Het is waar: die betreft landarbeiders en niet landbou wers. Maar landarbeiders zijn voor de S.D A.P. geen quantité négiligeable en hun wensch om liever eige naar te zijn dan padhtertje (als het mag!) of be- drijfsboertje heeft een niet te onderschatten beteeke nis voor de politieke doeleinden van socialisme en socialisatie. Zou overigens vroeg ik verder de geestesgesteldheid' van „dien" landarbeider op het stuk van eigendom of pacht wel veel verschillen van die van „den" hoer? De heer Mïansholt wil den band) tusschen boer en grond) niet verbreken. Hij1 stelt de vraag, of een algemeen streven merkbaar ia, om naast het ongestoord gebruik van den grond, ook nog den eigendom te hebben. Ik neem gaarne nota van de uit deze woorden sprekende bedoeling. Maar: een zetboer is aangesteld in het bedrijf van een ander! En zoo zal socialisatie aan den landbouwer eigengeërMen den grond en aan alle land' bouwers, dus eigengeërfdien en pachters hun bedrijf ontnemen, om hen tot aangestelden te maken in het in technische eenheden verdeelde alomvattende ge meenschapsbedrijf. waarin heel de landbouwvoort- brenging georganiseerd zal worden! Moet men nu spreken van 't handhaven of van 't verbreken van een band', ook al zouden de bedrijlfsboeren van va der op zoon de organische voortbrenging blijven lei den? Niet eens meer een eigen bedrijf! Waarom niet liever rondweg erkend, dat het socialistisch ideaal in gaat tegen wat aan boeren en boerenarbeider» dierbaar is: eigen grond, eigen bedrijf! Mijn geachte tegenstander sta mij toe. dat ook ik hém weerspreek. n.1dat socialisatie van grond) en bedrijf den band verbreekt tusschen boer en grond ën bedrijf, en dat die band. betuige den drang, naar grondgebruik voor eigen rekening en vooral naar grondeigendom, hij de in den landbouw werkzame bevolking van boeren en arbeiders te gader. juist door de belang hebbenden als iets kostbaars wordt onderhouden!. Wie hem doorsnijdt en wat is afnemen van den grondeigendom en van het bedrijf anders voor het gezonde boerenverstand? kriigt het meerendeel der in dat bedrijf werkzame krachten Piet mee, •maar vierkant tegen zich. Troelstra heeft een® ge- csegd. dat voor men kan gaan, socialiseeren, eerst de arbeiders moesten worden gesocialiseerd'. Welnu, hetzelfde geldt van de landbouwende be volking. De hoer en de boerenarbeider moeten zich waarlijk binnenst buiten keeren, voor en aleer zij de positie van gesalarieerde in het gemeenschaps bedrijf zullen gaan verkiezen boven het hebben van een eigen bedrijf of bedrijfje op gepachten of liefst •eigen grond'. De weinige gevallen, dat eigen beheer slaagt ik wensch daar «iets van af te doen be wijzen voor de volkomen algemeen en uniform be doelde agrarische politiek van het socialisme niets hoegenaamd. Wanneer enkele gemeenten vooral op historische gronden wat landerijen hebben en zon der ongelukken i® eigen beheer exploiteer»* «ai. Maar wanneer era algemeen» laadepoUttek «Lag mk •turra d« «mraaliaati» fan 4im „■oei&liaati» ra aldu» H tero» d«r landelijk» brro'lkiajr tem*fitte" kreeg: men zou ale eenig resultaat de waarheid 11 speuren der spreuk, dat het met onwillige hoo ,«n slecht hazen vangen ls. Een boer heeft veel m tbt. en ook wel eenige minder goede eigenschappen, ond de eerste reken ik zijn onverzettelijkheid, zijn t« r,Ael beid, al heeft deze ook wel weer schaduwzij Maar 't is toch wel een deugd, dat iemand zich aalf wat de kern raakt van zi}<n bestaan, niet laat d)w| K gen, ook niet door wie het goed met hem mee Wordt vervolg komen tot ruat en worden gesterkt door Ml|nhardt'* Zgnuwta bietten. Glazen Buisje 70 ct. Bij apoth. en Drogisten. 11 JK DE TOESTAND VERERGERT MET DEN DAQ de iln, Uit Peking, S0 Jan. De internationale eteuno d missie voor de slachtoffers van den hongersnood d mee, dat de toestand in Sjantoeng en Zuid-Tsjili it 1' den dag erger wordt. De dorpelingen sloopen de sen en verkoopen het materiaal om aan voedefi komen. De emigratie naar Mandsjoerije gaat op gn schaal voort In sommige districten is de helft dig bevolking geëmigreerd. IIIL rijk •htln ie r E ben deri DE DICHTERES AMALIA GUGLIELMINETTI Z GEARRESTEERD. bok jmi bei fcn. aste len Donderdag is de dichteres Amalia Guglielminett Turijn gearresteerd. Een paar dagen tevoren een ander Italiaansch schrijver, wiens schuilt Pittigrilli is, aangehouden wegens beleedigende ui !en gen over het fascisme en zijn leider. De aanklacht gen Pittigrilli berustte op zekere uitdrukkingen brieven van hem aan mej. Guglielminetti. De scl ver en de dichteres waren, toen Pittigrilli die brie j schreef, met elkaar bevriend. Later was er echter breuk tusschen hen onttsaan en nu had mej. Gug minetti den schrijver aangegeven. Deze wist ecl aan te toonen, dat de gewraakte uitdrukkingen li aan zijn brieven waren toegevoegd, waarop hij vrijheid is gesteld en zijn vijandin werd gearrestei Naar men zegt, had mej. Guglielminetti refige' maatregelen getroffen om naar Frankrijk te vlucht maar zooals boven is gebleken, is haar dit niet geit DE BEVOLKING VLUCHT HET BINNENLAND Naar Aneta uit Batavia meldt, is.de kust van B; tam verlaten en maakt den indruk, dat de bevolk overal is weggetrokken. De kampongs zijn voor grootste deel leeg, de Chineesche toko's nagenoeg gesloten. Uit het Laboeansche zijn 7000 Chinw naar het binnenland gevlucht, zoodat er practi geen handel meer is. P( De Paketvaart organiseerde drie trips naar plaats van uitbarsting 'bij den Krakatau. De Ri .vei phius en de Treub werden onmiddellijk volgeboei t Er zijn thans vijf punten van eruptie, alle van krachtige werking. Donderdag was de werking regelmatiger. Rustpoozen van langeren duur opgevolgd door erupties van grootere hoogten. De leider van de Krakatau-expeditie. van S is In den morgen van 5 Jan. j.1. te Priok teruggek Hij verklaarde in een interview met Aneta, dat Krakatauverschijnsel moet worden toegeschreven de werking van den ouden, in 1883 uitgebarsten kaan, welke thans onder de zee-oppervlakte om halve, dan weer om de heele minuut tot uitbarst komt, waarbij lavabommen en asch, gepaard aan terstoomzuilen, van tachtig tot tweehonderd met&|rKl de hoogte worden uitgeworpen. De werking is gedurende het laatste etmaal toi nomen. 'Binnenkort heeft vermoedelijk een hernlfl de expeditie daarheen plaats van langeren duu den. lg( 0' 1; j Cal ELF BJ_N UKKEN OVERLEDEN. Naar Reuter uit Londen meldt, wordt uit Sydney nomen, dat te Besumdaberg elf kinderen zijn ovorli aan een Inenting tegen dyphteritls, terwijl buiten nog zes kinderen In zeer ernstigen toestand verkei Volgens de berichten moet het serum ontvangen van het departement van gezondheid. HANDIGE SMOKKELTRUC. Uit Aken wordt gemeld, dat aan het douane-U te Straz nabij de Duitsch-Nederlandsche grens een passeerende luxe auto, welke van de Nederlandsche1 kwam, is aangehouden. De douane-beambten ma termen voldoende te hebben om verdenking te ren tegen de personen, die in den wagen zaten «n gevolg was, dat een zeer nauwkeurige visitatie had, welke ruimte benut was door er ongeveer derd pond koffie in te bergen. Op deze schalksche had men de koffie via de Nederlandsche grens Duitschland weten te smokkelen. De bestuurder, zekere S., woonachtig te Aken, werd op staanden gearresteerd en op transport naar Aken gesteld. BI zich daar voor de Justitie hebben te verantwoorden- De wagen en de koffie zijn natuurlijk in beslag nomen. j. Men heeft redenen om aan te nemen, dat op wijze sedert geruimen tijd enorme hoeveelheden** uit Nederland over de grens naar Dulschland gero» keld zijn. Een uitgebreid onderzoek wordt ingeste GROOT AANTAL DOODEN EN GEWONDE* Uit Rangoon, in Brttach Indië, komt B een ernstig spoorwegongeluk op de lijni Mc Rangoon, op ongeveer 175 K.M. van laatstgen locomotief, twee bagagewagens en gen derde klas lijn van een brug neergestort, w tuigen werden verpletterd. Er rijn acht do i der wie de machinist en de s^ker van d tlef. Verder telde men negenentwintig gev^njie Nadere bijzonderheden worden nog afgewac Later wordt gemeld: nTVV)r«« Volgens nadere bijzonderheden over het spw ongeluk ontspoorde de trein bij een bnig doordat^ bout was verwijderd. De machinist, de sto reizigers werden gedood, 28 personen werofl wond van wie H> ernstig. SabotlI!}. M *1 Verscheidene der wagons, die bij het spw^JJ geluk i* de rtrie> terecht kwutw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 2