ITvSÏÏSÏn=SrinTij,'Z0i1Trzre0„ing%rd,e
Binnenlandsch Nieuws.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Katwijks kerkvoogd voor de Haagsche
Rechtbank.
Het ontslag van den gasdirectenr
te Soest
vast te «tellen, welkt reehtevomen voor de laad<
arbeideriplaatijw als de bette moeit worden be
schouwd. Erfpacht vertoont met eigendom menteen
trek van verwantschap. Terwijl tij oorspronkelijk
een recht was, dat vooral dienstbaar werd gemaakt
aan ontginning, is langzamerhand erfpacht ook toe
gepast op stedelijk bouwterrein, met de bedoeling de
gemeenschap te doen profiteeren van de waardever
meerdering van den grond. Bij tijdelijke erfpachten
doen zich moeilijkheden voor, die eigendom uiteraard
niet kent, doordien een regeling omtrent schadever
goeding vooraf moet zijn getroffen, daar al het ge
bouwde bij het einde van het recht toebehoort aan
den eigenaar van den grond. Het afloopen van het
recht en de daaraiede gepaard gaande vermindering
in waarde, ma-ken het hypothecair crediet huiverig
en terughoudend, waar het gaat om belegging in
erfpachtsrechten. Nu is er ook eeuwigdurende erf
pacht, waarvan de Commissie «egt, dat zij den eigen
dom zóó dicht naast, dat er geen reden zou zijn om
naast eigendom nu ook nog erfpacht aan te bevelen.
Ik zou meenen, dat, al is de zekerheid bij altijddu
rende erfpacht grooter dan bij erfpacht op termijn,
toch die zekerheid stellig achterstaat bij eigendom,
en wel door de bepaling van art. 780 B.W., waar twee
gevallen worden geregeld, waarin de erfpachter van
zijn recht kan worden vervallen verklaard, n-1. zoo
hij merkelijke schade aan het goed toebracht of het
zooveel mogelijk misbruikt heeft en verder zoo hij
gedurende vijf op elkander volgende jaren den ca
non niet heeft betaald en vruchteloos bij behoorlijk
exploit, ten minste zes weken vóór het instellen van
de actie tot betaling is aangemaand. Nu zal men
zeggen: dat komt niet veel voor, doch het is duidelijk,
dat de mogelijkheid van deze vervallenverkla
ring voldoende is, om een hypothecaire geldschieter
afkeerig te maken van crediet verleening. Het hangt
immers geheel van de gedragingen van diens schul
denaar. den erfpachter, af, of de zekerheid zal blij
ven bestaan, dan wel door vervallenverklaring van
de erfpacht zal te niet gaan. Er is maar één ding, dat
de erfpacht in het oog van sommigen aantrekkelijk
kan maken, en dat is, dat de waardestijging van den
Srond voor een deel aan de gemeenschap kan komen,
oor een met de jaren opklimmende canon en bij tij
delijke erfpacht ook door het aflossen van den ter
mijn. Toch kunnen m.i. deze voordeelen den door
slag niet geven. Men ziet in verschillende steden de
onbillijke werking van een stijging van den canon,
terwijl de prijzen van woningen en bouwterreinen
aanmerkelijk zijn gedaald. Dit zou men ook voor den
landbouwgrond kunnen 'beleven. En een waardeaan-
was ten profijte van de gemeenschap op het eind van
afloopende erfpacht gaat gepaard met de bezwaren,
die ook de gewone pacht tegen het einde van den ter
mijn te zien geeft; uitbogen van den grond of althans
niet meer de zorg er aan besteden, die noodig is om
zijn productievermogen op peil te houden..
Nu is het zeker een groote waarheid, dat bij indij
king en inpoldering van de Zuiderzee,' de Staat een
allesbeheerschende rol heeft gespeeld. Anders dan in
gewone gevallen kan men 'hier zeggen, dat de Staat
dien grond a.h.w. heeft gemaakt. En zoo zou het
hier nog een extra beteekenis kunnen hebben, zoo
men volhield, dat de Staat dan zeer zeker ook juist
bij deze gronden een aandeel moet hebben in even-
tueele toekomstige vermeerdering van de grondwaar-
do. Toch, al ben ik daarvoor niet blind, meen ik,
dat de nadeelen grooter zijn, en dat wij. wat die
waardevermeerdering in de toekomst aangaat, niet
uit het oog mogen verliezen, dat zeer groote indirecte
baten voor den Staat het gevolg zijn van dit groote
werk. Wanneer de grondprijzen stijgen, is dit een
teeken, dat de bedrijfsresultaten vooruitgaan, de
rentabiliteit is verbeterd. Nu weet ik wel, dat er ook
ongezonde prijsstijging is, maar wie te'duur heeft
gekocht, -kan het niet bolwerken, en zoo beteekent
geleidelijke stijging van de waarde van den grond
wel degelijk betere bedrijfsresultaten, uitgedrukt in
geld. Welnu, dan dragen daarvan ook de opbrengsten
van allerlei belastingen, voornamelijk de inkomsten
annuïteit bedraagt 5H pet, de grondrente 4 van
maximaal £5 pet der schuld. Dit scheelt slechts
f 16.20. en zoo waren er op 1 Mei 1925 van de 1146
uitgegeven plaatsjes, slechts 8 met grondrente be
zwaard, d.i. pl.m. 0.7 l) De grondrenten wisselden
van f400 tot f900. Intusschen blijkt wel hieruit, hoe
weinig populair het instituut der grondrente in ons
land is.Het Rijk zal niet anders kunnen doen, dan de
gelegenheid er toe openstellen.
Dr. Trip de Jonge. De Resultaten onzer Land-
arbeiderswet
Hoe aan de behoefte van hypotheek moei
worden tegemoet gekomen?
Wanneer eigendom de beste vorm is en blijft, dan
zal nog even de vraag moeten worden bekeken, hoe
aan de behoefte aan hypotheek zal moeten worden
tegemoet gekomen. Het komt mij buitengewoon
wenschelijk voor, dat bij verkoop de economische
band met den Staat zoo spoedig mogelijk worde ver
broken, opdat de bevolking van het nieuwe gebied
niet in een uitzonderingspositie gerake; vergeleken
met de andere ingezetenen van het Rijk. Er is geen
enkele reden, waarom den Staat, die den grond ver
koopt, de hypothecaire schuldeischer zou moeten wor
den voor een deel van de koopsom. Integendeel, de
Staat, die het werk heeft betaald, en de leeningen
moet aflossen, heeft belang bij volledige betaling na
verkoop van den grond. Ook is elke verdere economi
sche invloed van den Staat als geldschieter in dezen
ongewenscht. Het hypothecaire crediet is dermate ont
wikkeld in ons land, dat de landbouwers, die 'het be
hoeven, voldoende daarvan kunnen gebruik maken,
zonder zich tot den Staat te moeten wenden. Dat
die Staat hier de verkooper is, kan men voor wat het
grondcrediet betreft, als een toevallige omstandigheid
aanmerken. En zoo goed als elders in ons land de
boer van de Overheid niet vraagt crediet tegen hy
potheek verleening, zal ook de boer op de nieuwe
gronden op de hulp van particuliere beleggers en hy
potheekbanken aangewezen moeten zijn. Wegens de
bevordering van het instituut der grondrente zou
misschien voor dezen credietvonm een uitzondering
kunnen worden gemaakt en de Staat kunnen verkoo-
pen met gelijktijdige vestiging van een grondrente.
De zuiver financieele band brengt m.i. hier geen ge
vaar op voor de vrijheid van beweging van den eigen
geërfden boer. Doch ik erken, dat men hierover ook
anders kan denken en de voorkeur kan geven aan
particuliere vestiging ook van de grondrente.
Het grootste voorbeeld van inpoldering is ons land
is geweest de drooglegging van de Haarlemmermeer.
In September 1845 begon de Leeghwater te werken en
op 1 Juli 1852 was de Meer droog. Men had aanvan
kelijk gerekend op een verkoopprijs van f200 p er
H.A., doch bij de eerste van de elf verkoopingen werd
als middenprijs f 738 gemaakt, de totale verkoop van
de 16842 bunders bracht op f7912400. een midden-
prijs van f 473 per bunder. De laatste verkooping had
plaats op 20 Juli 1855. Het Rijk had uitgegeven met
de rente f 12.701.344, waartegenover aan baten had ge
staan f 1.081.344, zoodat het werk had gekost
f 11.620-000. De opbrengst was f7.972.400 en nog
f80.000 actief voor aan het Rijk gebleven eigendom
men, zoodat de Schatkist te dragen kreeg een saldo
van f3.560.000.— als werkelijke kosten der droog
legging. Deze cijfers zijn aan dr. Staring ontleend.
In zijn „-Geschiedenis van het Haarlemmermeer"
wijst de hoofdonderwijzer P. Boekei er op, dat tegen
over deze overblijvende, niet gedekte kosten moet wor
den geplaatst het openen van een rijke bron van
welvaart Hij zegt daar o.a: „Wel was het bruto jaar
lij ksch inkomen van 2000 gld. als voordeel van de in
schrijving op het Meer voor de stad Leiden verloren
gegaan, doch... daar staat tegenover, dat in 1856 de
opbrengst der gewassen in den nieuwen polder in
geldswaarde berekend werd op ruim 2.000.000 gld.
Eene tegenstelling, zóó gunstig, is wel de beste
lofrede op de Droogmaking van het Haarlemmermeer,
V moei'l^^te6^Want0er^dreige^dan'aHerieï
van de drooglegging van het grootste deel der Zuider- p"1*'ont.ainnincr*riflkte kosten waaroD niet te
ook niet door op een deel van mogelijke waardeverhet bouwen van 6611 hu18-
meerdering in de toekomst beslag te leggen en daar-
Wanneer men eenmaal begonnen is, moet natuur
lijk worden afgebouwd, en dan vertoonen zich de
onvoorziene uitgaven als regel in den vorm van
een narekening, die soms erg tegenvalt en de oor
spronkelijke berekening geheel in de war stuurt.
Het komt mij voor, dat, waar het werk geleidelijk
zal verloopen en het Rijk niet genoodzaakt is, alle
gronden tegelijk aan de markt te brengen, het wen
schelijk -is, de eerste moeilijke jaren niet op de
schouders te leggen van de landbouwers, dus voor
een niet te langen overgangstijd de exploitatie te
doen plaats hebben voor rekening van het Rijk. Ik
meen, dat dit ook in het financieele belang van het
Rijk zal zijn. Want gesteld, dat wegens de bovenge
noemde risico's de landbouwers, die zich vestigden
in den Wieringermeerpolder, groote verliezen zou
den lijden en misschien eerst een tweede of derde
opvolgde, die den grond voordeelig kocht, een ren-
deerend bedrijf kon hebben, dan zou dit bij de later
droog komende gronden fataal werken op den ver
koopsprijs, omdat de slechte ervaringen van zoo-
velen dan afschrikwekkend zouden werken. Op één
of andere wijze moet dus de overgang tot een nor
male bedrijfsvoering gemakkelijk worden gemaakt,
zoodat niet dadelijk het abnormale risico de eerst.e
beginjaren het bestaan der nieuwe kolonisten be
dreigt en wellicht zelfs onmogelijk maakt Ik zou
als overgangsmaatregel een stelsel van ex
ploitatie onder bedrijfsboeren en dus voor rekening
van het Rijk rationeel en voorzichtig achten. Maar
het moet een overgangsmaatregel zijn en zoo spoe
dig mogelijk dient de uitgifte in eigendom plaats
te hebben.
Alleen ln ai gendom?
Alléén in eigendom? Zóóver wil ik weer niet gaan,
al is deze .vorm voor mij de beste, die e^erk moet do-
mineeren!
Dezelfde reden-, die er ia om- ter wille van minder
koopkrachttgen iets tmeer van grondrente gebruik
te maken, zal er toe kunnen leiden, ©enigermate
tegemoet te komen aan de behoefte aan pacht-
boerderijen en los pachtland: Ik zeg ©enigermate.
En wel om verschillende redenen. Vooreerst, de ge
schiedenis wijst het uit, ontstaat in den loop van
den tijd hier en daar vanzelf verpachting. Daarvoor
zorgen het verkeer en de individueel© omstandig
heden de gegadigden, waardoor nu en dan pacht
wenschelijk wordt zoowel voor den- eigenaar als
voor don adspirant-grondgebrv iker. In Groningen
komt het bijv. nogal voor, dat een eigen-<boer, zoo
hij rustend wordt, zijn boerderij verpacht aan een
zoon of iemand anders, Er zijn telkens verschuivin-
o.gen, waarbij de pachtvorm kan dienst doen. Maar
grondrente op het plaatsje te vestigen. De grondrente afgezien hiervan moet men voorzichtig zijn, met
is eerst aflosbaar na de algeheele aflossing van het I a h.w. kunstmatig de pacht te forceeren'. Want. en
overige deel der schuld, terwijl zij berekend wordt dit is de tweede reden om voorzichtig te zijn: de
naar dezelfde rente als voor de hypotheek moet wor-1 gebreken van on® pachtstelsel zijn overbekend, en
den betaald. Uit deze bepalingen blijkt wel, dat van elke verbetering, die men daarin voorstaat, roept
grondrente een zeer nuttig effect wordt verwacht, beew&ren op naar de andere zijde, doordien de eigen-
juist ten behoeve van de minder kapitaalkrachtigen, dom min of meer in het gedrang komt en de nei-
En waar dezen zeer zeker ook kans moeten krijgen ging tot verpachten, zoo zij er was. zail verminderen,
om Zuiderzeegrond te verwerven, verdient het alles-Door nu den omvang van de pacht belangrijk bij
zins aanbeveling, dat het Rijk bij de uitgifte het de uitgifte te vergrooten, worden- ook de bezwaren
toe den erfpachtsvorm op groote schaal in te voeren.
Zoodat, dit is mijn conclusie, erfpacht het aflegt te
gen eigendom, ook bij de uitgifte van de Zuiderzee-
gronden.
Tegen welke waarde? Grondrente.
Vraagt men, tegen welke waarde de Staat de gron
den in eigendom zal moeten overdragen, dan ant
woord ik: tegen een zoodanigen prijs, dat daarop ge
zonde bedrijfseenheden onder gewone bekwame lei
ding tot bloei kunnen komen. Natuurlijk zullen bij
den vraagprijs voor den grond de kosten van het
werk, omgeslagen per H.A., een rol moeten spelen.
De Staat mag niet zonder reden waarde zoo maar
prijs geven. Maar aan den anderen kant zijn de hoog
ste bieders, zoowel van koop- als van pachtprijzen,
niet altijd ook de beste landbouwers. Een verstandige
grondpolitiek zal hiermede rekening houden en te
vens zooveel mogelijk het gevaar ontzeilen van be
gunstiging van den één boven den ander.
Aan één instelling zou, bij de uitgifte in eigendom,
wel wat meer aandacht mogen worden geschonken
dan zij tot heden in de praktijk geniet Juist ten be
hoeve van de minder krachtige kooper zou het Rijk
moeten bewilligen en vergemakkelijken het vestigen
van een grondrente. Daardoor wordt de koopprijs
lager, terwijl grondrente tevens is een goedkoope
vorm van crediet Het aantrekkelijke van grondrente
boven hypotheek is, dat zij niet een kapitaalschuld
is en ook niet drukt op een persoon, doch op een
stuk grond. Grondrente is aflosbaar, maar haar ka
pitaalsom nimmer opeischbaar. En nog een voordeel
voor den grondgebruiker is, dat hij als met een grond
rente bezwaarde eigenaar veel vrijer staat tegenover
den heffer, dan de erfpachter tegenover den eigenaar,
want grondrente is slechts een financieele verhou
ding, terwijl de eigenaar bij erfpacht een controle
recht heeft van verre strekking. Daardoor kan grond
rente niets afnemen van de voordeelen van zijne ex
ploitatie, terwijl het daaraan toevoegt een zeer bruik
bare en rustigen vorm van grondcrediet. Het is dan
ook wel zeer verwonderlijk, dat, terwijl vroeger
rentenkoop zeer gebruikelijk was, grondrente, toch
ook een soort van rentenkoop, in onzen tijd haast
niet voorkomt De Staatscommissie voor den Land
bouw heeft in haar rapport voor verstrekking van
grond aan landarbeiders zich zeer gunstig over grond
rente uitgelaten, wijl zij inzag, dat deze vorm van
crediet belangrijke voordeelen bood boven hypotheek
en aan het doel bevorderlijk was. Het gevolg is ge
weest art. 35 van de Landarbeiderswet, dat den land
arbeider vergunt om ter voldoening van ten hoogste
25 pet van het verschuldigde bedrag, een jaarlijksche
vestigen van grondrente, desgewenscht, toestaat, al
licht tot dezelfde maximale grens van 25 van de
koopsom, als inJ de Landarbeiderswot is aangege
ven. Er is maar weinig van grondrente bij arbei-
van bet pachtstelsel nóg weer in breedër kring ge
voeld: dan thans ree-da het geval is. Een laatste en
misschien wel het grootste argument is echter dit:
dat het mij niet wenschelijk voorkomt, aan 't Rijks-
dersplaatsjes gebruik gemaakt Het verschil in rente- domeinbozlt groote uitbreiding te geven. Dit geldt
lost is niet heel groot, vergeleken met wat men achul- reeds bij erfpacht, waar nog meer bij gewone pacht
ui* ia aan rente en aflowinf bij hypotheek. De Voor eea mati* dooneio-besit beetwt enfl eenige re
den. Historisch» voorvallen hebben gemaakt dat
ome Staat sulk een matig bezit reed* heeft. BU die
boerderijen en losee landen komt een langaaam
aangroeiend bezit van bosechen en befboechbare gron
den. Bü deze laatste valt veel voor den domeinvorm
te zeggen, omdat bosschen veiiger zijn bij de over
heid dan bijl particulieren, en allerlei redenen van
openbaar belang, voor het behoud van bosechen plei
ten. Maar die zuilen- er op d'e Zuid erzeegronden wel
nimmer komen. Domeinbezit zal daar wel steeds het
karakter hepoen van hoeven en landerijen, die ver
pacht worden, gelijk thans het geval is in de rent
ambten Breda, Oosterhout. Zwaluwe, Niewaart en
Steenbergen, die gezamenlijk een oppervlakte be
slaan van 6660 HA. Nu wil ik niet zeggen, dat het
per sé verkeerd zou zijn, bü den verkoop van de
Zuiderzeegronden iets te reserveeren als domein voor
het Rijk. Alleen, dit geschiede dan op zeer beschei
den voet. omdat, hoe belangrijker -het domein wordt,
hoe oneer kans is er, dat de politiek haar storenden
en vermanenden invloed zal doen gelden. De Staat
moet niet te veel economische belangen in dit direct
beheer hebben, want andera wordt de politieke strijd
steeds onzuiverder en het algemeen stemrecht meer
en meer een middel, om voor -bepaalde partijen, op
de baten, die het Rijk te vergeven heeft, beslag te
leggen. Het algemeen belang wordt dan het kind-
van de rekening. Ik weet niet, of het nog zoo is, doch
toen ik een twintigtal jaron geleden aan Landbouw
werkte, werd er b.v. scherp op gelet, dat eon opvol
genden domeinpachter van denzelfden godsdienst
was als zijn voorganger. Ik denk, dat -dit nog wel
zoo zal zijn en dat ook nu nog in Klundert tusschen
protestantsche en katholieke domeinhoeven zal wor
den onderscheiden. Wanneer het dan b.v. I n ver
band met den heelen economischen toestand noodig
wordt om de pachten te verhoogen, bevindt de Staat
zich, juist als Staat, weer in moeilijkheden, die de
particulier niet kent Het is voor den Staat veel
moeilijker het juiste commercieele standpunt conse
quent in te nemen. Zoo moge imen slechts hopen, dat
de Regeering voor oogen moge staan, hetgeen in haar
Rapporten en Voorat ellen betreffende den oeconomi-
schen toestand der landbouwers de Staatscommis
sie voor den Landbouw schreef ten aanzien van do
meinbezit: ..Men is het er thans vrijwel over eens,
dat een matig domeinbezit. mits dit goed wordt be
heerd. alleazine gerechtvaardigd mag heeten. Het is
•toch niet te ontkennen, dat, afgescheiden van de
rechtstreeksche finamtiee-le voordeelen, die het den
fiscus verschaft, dergelijk bezit de administratie
dwingt om voeling te houden met een deel der lande
lijke bevolking, irich eene meening te vormen nopens
de oecanomische en de technische eisc-hen van het
landbouwbedrijf, hetgeen niet nalaten zal een vrucht-
dragenden invloed te oefenen op de agrarische poll
ak in het algemeen.
Een verstandig beheerd domeinbezit is bij machte,
ook daarbuiten dén invloed ten goede uit te- oefenen.
Dit beperkte doel van domeinen moeten dus bij de
uitgifte van de ZJuiderzeegronden de autoriteiten
schep in het oog houden Alsdan wordt vanzelf ook
de uitbreiding van de pacht op die gronden aan haar
natuurlijke ontwikkeling overgelaten.
W|. De slotsom.
Mijm slotsom ia in het kort dus deze:
1. B-ij- de in cultuur brenging van de- Zuiderzee
gronden moet, na een overgangstijd- van ln hoofd
zaak eigen be'heer imet gesailarieerde 'bedrijfsleiders,
eoo spoedig mogelijk overdracht van den bodem ir\
eigendom aan land-bouwers plaats vinden. Daarbij
worden een doelmatige combinatie van groot-, mid
del-en kleinbedrijf gevolgd. Grondrente worde -be
vorderd.
2. De voorwaarden- voor de overdracht in eigen
dom moeten wel nauw veiiband houden met de kosten
van het werk, doch niet zóó nauw, dat alleen naar I
dekking va-n die kosten ware te «trerven. De indi
recte vooratellen laten hier wel eenige speling toe,
zoodat vóór alles de bekwaamste landbouwers den
grond zullen moeten- krijgen.
3 Naast de eigen-exploitatie der eigengeërfden.
worde in beginsel de ontwikkeling van het pacht-
wezen aam het verkeer overgelaten. Dit belet niet, j
dat reeds dadelijk bij- de uitgifte eenige gelegenheid
tot pachten worde opengesteld.
4. Nieuwe domeinvorming moet Mnnon zeer enge
grenzen -blijven.
Wat Blücher na Waterloo -heeft gezegd in de -
woorden:
„Was die Schwerter uns erwerben, Lasst die Federn
nicht verderben", is ook hier van toepassing. Moge,
wat wij in den strijd tegen de zee heroverd hebben,
niet bedorven worden door een verkeerde wijze van
uitgifte van de tot zoo hoogen prijs verworven gron
den.
C, Brute, bloemist te Alkmaar, heeft het feit gezien.
De diefstal had plaats ln den Hout aohter den muslefcp
tuin. De heer Bruin vond het optreden van deze per
sonen zeer verdacht en heeft aangifte gedaan, Zij zijn
opgespoord op een goed omsohreven signalement, door
den heer Bruin verstrekt
De heer Berend Hoek, directeur Hout en plantsoen,
heeft geconstateerd, de schending van een flink sparre-
boompje. Dergelijke diefstallen vinden elk Jaar omstreeks
Kerstmis nogal eens plaats, verklaart de heer Hoek. De
sparreboom in casu is totaal bedorven.
De verdachte M. H. Sm. Is niet verschenen. In zijn
woning is de sparretop in beslag genomen.
Eisch tegen no. 1 f 60 boete of 60 dagen; tegen no. 2
f 25 boete of 25 dagen.
Vonnis Sm, f 40 boete of 40 dogen; 2 f 20 boete of
20 dagen.
EEN WEDERSPANNING IN DE HENGSTMAN.
De niet verschenen persoon van den verdachte Corn.
H. heeft zich te verantwoorden wegens krachtig verzot
tegen den veldwachter Bleijendaal te H.H.-Waard, die
hem ter zake ordeverstooring in het café „De Hengst
man" wenschte te verwijderen. Verdachte vorkeorde on
der den invloed en maakte het de anderen aanwezigen
in het lokaal, waar gedanst werd,' lastig. H. is een on
hebbelijk persoon als hij dronken is.
Eisch f 40 boete of 40 dagen. Vonnis f 30 boeto of
80 dagen.
I BELEEDIOINQ VAK EEN AMBTENAAR.
In denzelfden Kerstnacht ls de veldwachter Bleijen
daal, ook dit stuk speelt in den blauwenreigerpolder, be-
leedigd door zekeren Cornelia Gr„ die ook heden terecht
moet staan, doch niet is versohenen. Verdachte is reeds
•enige malen veroordeeld en vertoeft niot meer des
nachts in de ouderlijke woning.
I Eisch f 26 boete of 25 dagen. Vonnis f 20 boete of 20
HUISVREDEBREUK.
De verdachte Willem G. te Enkhuizon niet aanwezig,
heeft zich in den nacht van 26 Deoember niot op de
eerste vordering verwijderd uit de verloflooaiiteit van
den heer naremaker, die gezegden G niet in zijn ceu'6
weneohte toe te laten.
I Eisch en veroordeeling f 20 boete of 20 dagen.
De stratenmaker Jan V., vroeger wonende te Hoorn,
en thans vertoevende te Veenhulzen, in de rijkswerkin
richting, heeft ln de maand Oct. 1927 een buurfiets zich
wederrechtelijk toegeeigend en ten eigen bate verkocht
Een vriend met name V. Stralen, had het rijwiel gehuurd
omdat V. geen crediet meer heeft. Vedachte Visser, een
bijzonder groot liefhebber van spiritualla, welke eigen
schap hoofdzakelijk de oorzaak is van zijn misère.
De officier vordert 3 maanden gevangenisstraf en de
P.R. veroordeelt Jan V. tot 2 maanden gev.
DIEFSTAL VAN KOPER.
De verdachte v. d. V. te Petten, die zich had schuldig
gemaakt aan diefstal van koper van de kruiser Prince
George, zooals men weet voor eenige jaren nabij Kam
perduin gestrand, wordt veroordeeld tot f 30 boete subs
30 dagen.
Daarna sluiting.
Ik heb gezegd,
(Applaus).
Wordt vervolgd.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van 30 Januari
OMZETTING VOORW. STRAF.
De eerste zaak op de rol voorkomende betreft de
voorw. veroordeelde Simon P-, die tViAnc op de nominatie
staat, deze voorwaardelijke straf op zich te zien toe
gepast Het resultaat ls dat de proeftijd verlengd wordt
DIEFSTAL OP DE VEERBOOT.
De keurig gekleede verdachte D. H. S„ thans gedeti
neerd, staat terecht ter zake diefstal, gepleegd ln den
nacht van 15 op 16 Jan. op de veerboot „Van Hasselt"
Hij bevond zich op deze boot met een jonge dame en
heeft zich toen vergrepen aan verschillende lekkernijen,
waartoe hij niet gerechtigd was, om. een aantal bon
bons.
De heer Nijdam, hofmeester, te Enkhulzen woonach
tig, als getuige gehoord, verklaart dieij nacht belast te
zijn met het toezicht op het buffet en heeft verschil
lende snoeperijen, alsmede sigaren, gemist, een en ander
ter waarde van f 7.50. De waarde van de vermiste bon
bons bedraagt ongeveer f 2.
De officier elscht tegen verdachte, die een erkend re
cidivist ls, reeds meermalen ter cake vermogensdelicten
veroordeeld, 2 maanden gev.
Mr. Wynne ambtshalve toegevoegd, acht de geeischte
straf ln dit geval wel wat zwaar. Hij roept de clementie
in van den Pol. Rechter en verzoekt in ieder geval af
trek van voorarrest
Verdachte wordt daarop veroordeeld tot 1 maand met
aftrek.
VOORTGEZETTE ZAAK ZAKKENDEEFSTAL TE
SCHARWOUDE.
Dirk S. te Avenhorn heeft op 6 Januari terechtgestaan
wegens diefstal van een partij zakken ten nadeele van
de verkoopvereen.
De heer Wiggers, ambtenaar van het genootschap,
wordt gehoord en adviseert een voorw. straf. De of
ficier vordert 4 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren.
Uitspraak: 8 maanden voorw. met 2 proefjaren
DIEFSTAL VAN EEN DENNETOP EN MEDEPLICH
TIGHEID.
De verdachte M. H. S. en ztjn vriend Joh. S., vletschlp-
pers te Alkmaar, staan terecht, ter zake van het feit,
dat ztj in den middag van 21 Dec. ln het wandelbosch
te Alkmaar met onderlinge samenwerking zich hebben
toegeeigend een dennekruln. welke moest dienst doen
als Kerstboompje.
i, v«rtA£ht» hakt* tetqlt m trad* -**J<usht»
stond op 4ni ottktfk, t* M«a fl€ on*«*d kwwm. O* h**r
EEN JAAR GEEiSCHT.
Scherp requisitoir van het Openbaar Ministerie
Gister heeft voor de Haagsche rechtbank de zaak te
gen den Katwljkschen reeder D. P. gediend, ale ln zijn
kwaliteit van penningmeester van kerkvoogden der Ned.
Herv. gemeente voor een waarde van f 20.000 aan obli
gaties, toebehoorende aan de Ned. Herv. kerk, ten eigen
bate had aangewend Van de zijde der Katwijkenaren
was voor deze zaak groote belangstelling.
Uit het getuigenverhoor komt vast te staan, dat nie
mand verwacht had,, dat zooiets kon gebeuren. De de
biele was verrassend. Algemeen werd gedacht, dat de
zaken van P. uitstekend gingen en het is nog altijd een
raadsel, waar het geld gebleven ls. Verdachte had de
obligaties bij de nationaals bank te Katwijk beleend om
met het verkregen geld zijn crediteuren te betalen. Hij
bekent, dat hij een bedrag van f 25000, het kan ook min
der zijn, uit de kas en de bezittingen der Ned. Herv.
gemeente heeft weggenomen. In later jaren gingen zijn
zaken wel beter, maar ln het begin waren de verliezen
te groot.
Vervolgens hield het O. M., mr. Rijkens, zijn requi
sitoir. Spr. begon met te constateeren, dat het ten laste
gelegde bewezen was Dit betrof alleen verduistering van
obligaties. Maar er is veel meer door verdachte verduis
terd, circa 20 a f 25.000. Dat hij dit in zijn positie van
penningmeester van en kerkgenootschap had gedaan,
vond spr. schandelijk. Hij genoot het volkomen vertrou
wen. Daarom moet hem dit mldrijf zeer ernstig worden
aangerekend. Dat de boeken slecht werden gecontro
leerd, was gen excuus voor zijn gesties en voor voor
waardelijke veroordeeling, waartoe de reclasseering ad
viseerde, is geen aanleiding. Gezien den ernst van het
delict moet een zware straf geeischt worden en het o.m.
vroeg daarom veroordeeling tot één Jaar gevangenis
straf.
Uitspraak over 14 dagen.
WAAROM DE DIRECTEUR ER OP STAAT ONT
SLAGEN TE WORDEN.
Naar onlangs is meegedeeld, -heeft de gasdirecteur
van Soest ontslag uit zijn functie gevraagd, wegens
het aannemen van f 700 van de firma Wilson. In een
onderhoud, dat de directeur had met een corr. van
het Hdbld., deelde hij mee. dat de gemeente Soest een
paar jaar geleden het besluit nam tot stichting van
een gasbedrijf. Het gas zou van de gemeente Amers
foort betrokken worden, terwijl aan de firma Wilson
werd opgedragen, het buizennet te leggen. Met. de bij
komende werken, o.a. den bouw van een gashouder,
de stichting van gebouwen enz., was hiermede een
bedrag van f300.000 gemoeid. September 1926 werd
met de uitvoering dezer werken begonnen en Mei
1927, dus zeven maanden later, kon het bedrijf ge
opend worden. De aanleg yan het geheele gasbedrijf
was uitgevoerd onder toezicht van den heer Visser,
zonder eenige andere hulp- Wegens ziekte van den
opzichter der firma Wilson. nam de heer Visser, op
verzoek van deze firma, gedurende 2 a 3 maanden,
diens functie waar, waarvoor hij een bedrag van
f 700 ontving. De heer Visser erkent, dat het een fout
geweest is, dat hij van te voren niet aan B. en W.
toestemming gevraagd heeft, mede dit toezicht uit
te oefenen. Aan den anderen kant echter, dient ver
meld te worden, dat den directeur, die toen nog tij
delijk in functie was. noch een instructie, noch een
reglement was voorgeschreven, zoodat het hem niet
verboden was, voor anderen iets,tegen betaling, te
verrichten. Niettegenstaande dat, heeft de
meester, nadat de heer Visser hem medegedeeld had,
dat hij het bedrag van 1700 had aangenomen, dezen
geadviseerd zijn ontslag aan te vragen. De beide wet
houders hebben daarop nog aan den heer Visser ge
vraagd, of deze bereid was de f 700 terug te st-orten
in de gemeentekas, in welk geval zij bereid waren
-hunne medewerking te verleenen tot zijn handhaving,
•maar dan op minimum salaris. Hierop heeft de heer
Viseer gemeend in geen geval te moeten ingaan, om
dat hij van oordeel is, dat de Gemeente absoluut «een
F«6ht heeftop die 1706.