ITvSÏÏSÏn=SrinTij,'Z0i1Trzre0„ing%rd,e Binnenlandsch Nieuws. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Katwijks kerkvoogd voor de Haagsche Rechtbank. Het ontslag van den gasdirectenr te Soest vast te «tellen, welkt reehtevomen voor de laad< arbeideriplaatijw als de bette moeit worden be schouwd. Erfpacht vertoont met eigendom menteen trek van verwantschap. Terwijl tij oorspronkelijk een recht was, dat vooral dienstbaar werd gemaakt aan ontginning, is langzamerhand erfpacht ook toe gepast op stedelijk bouwterrein, met de bedoeling de gemeenschap te doen profiteeren van de waardever meerdering van den grond. Bij tijdelijke erfpachten doen zich moeilijkheden voor, die eigendom uiteraard niet kent, doordien een regeling omtrent schadever goeding vooraf moet zijn getroffen, daar al het ge bouwde bij het einde van het recht toebehoort aan den eigenaar van den grond. Het afloopen van het recht en de daaraiede gepaard gaande vermindering in waarde, ma-ken het hypothecair crediet huiverig en terughoudend, waar het gaat om belegging in erfpachtsrechten. Nu is er ook eeuwigdurende erf pacht, waarvan de Commissie «egt, dat zij den eigen dom zóó dicht naast, dat er geen reden zou zijn om naast eigendom nu ook nog erfpacht aan te bevelen. Ik zou meenen, dat, al is de zekerheid bij altijddu rende erfpacht grooter dan bij erfpacht op termijn, toch die zekerheid stellig achterstaat bij eigendom, en wel door de bepaling van art. 780 B.W., waar twee gevallen worden geregeld, waarin de erfpachter van zijn recht kan worden vervallen verklaard, n-1. zoo hij merkelijke schade aan het goed toebracht of het zooveel mogelijk misbruikt heeft en verder zoo hij gedurende vijf op elkander volgende jaren den ca non niet heeft betaald en vruchteloos bij behoorlijk exploit, ten minste zes weken vóór het instellen van de actie tot betaling is aangemaand. Nu zal men zeggen: dat komt niet veel voor, doch het is duidelijk, dat de mogelijkheid van deze vervallenverkla ring voldoende is, om een hypothecaire geldschieter afkeerig te maken van crediet verleening. Het hangt immers geheel van de gedragingen van diens schul denaar. den erfpachter, af, of de zekerheid zal blij ven bestaan, dan wel door vervallenverklaring van de erfpacht zal te niet gaan. Er is maar één ding, dat de erfpacht in het oog van sommigen aantrekkelijk kan maken, en dat is, dat de waardestijging van den Srond voor een deel aan de gemeenschap kan komen, oor een met de jaren opklimmende canon en bij tij delijke erfpacht ook door het aflossen van den ter mijn. Toch kunnen m.i. deze voordeelen den door slag niet geven. Men ziet in verschillende steden de onbillijke werking van een stijging van den canon, terwijl de prijzen van woningen en bouwterreinen aanmerkelijk zijn gedaald. Dit zou men ook voor den landbouwgrond kunnen 'beleven. En een waardeaan- was ten profijte van de gemeenschap op het eind van afloopende erfpacht gaat gepaard met de bezwaren, die ook de gewone pacht tegen het einde van den ter mijn te zien geeft; uitbogen van den grond of althans niet meer de zorg er aan besteden, die noodig is om zijn productievermogen op peil te houden.. Nu is het zeker een groote waarheid, dat bij indij king en inpoldering van de Zuiderzee,' de Staat een allesbeheerschende rol heeft gespeeld. Anders dan in gewone gevallen kan men 'hier zeggen, dat de Staat dien grond a.h.w. heeft gemaakt. En zoo zou het hier nog een extra beteekenis kunnen hebben, zoo men volhield, dat de Staat dan zeer zeker ook juist bij deze gronden een aandeel moet hebben in even- tueele toekomstige vermeerdering van de grondwaar- do. Toch, al ben ik daarvoor niet blind, meen ik, dat de nadeelen grooter zijn, en dat wij. wat die waardevermeerdering in de toekomst aangaat, niet uit het oog mogen verliezen, dat zeer groote indirecte baten voor den Staat het gevolg zijn van dit groote werk. Wanneer de grondprijzen stijgen, is dit een teeken, dat de bedrijfsresultaten vooruitgaan, de rentabiliteit is verbeterd. Nu weet ik wel, dat er ook ongezonde prijsstijging is, maar wie te'duur heeft gekocht, -kan het niet bolwerken, en zoo beteekent geleidelijke stijging van de waarde van den grond wel degelijk betere bedrijfsresultaten, uitgedrukt in geld. Welnu, dan dragen daarvan ook de opbrengsten van allerlei belastingen, voornamelijk de inkomsten annuïteit bedraagt 5H pet, de grondrente 4 van maximaal £5 pet der schuld. Dit scheelt slechts f 16.20. en zoo waren er op 1 Mei 1925 van de 1146 uitgegeven plaatsjes, slechts 8 met grondrente be zwaard, d.i. pl.m. 0.7 l) De grondrenten wisselden van f400 tot f900. Intusschen blijkt wel hieruit, hoe weinig populair het instituut der grondrente in ons land is.Het Rijk zal niet anders kunnen doen, dan de gelegenheid er toe openstellen. Dr. Trip de Jonge. De Resultaten onzer Land- arbeiderswet Hoe aan de behoefte van hypotheek moei worden tegemoet gekomen? Wanneer eigendom de beste vorm is en blijft, dan zal nog even de vraag moeten worden bekeken, hoe aan de behoefte aan hypotheek zal moeten worden tegemoet gekomen. Het komt mij buitengewoon wenschelijk voor, dat bij verkoop de economische band met den Staat zoo spoedig mogelijk worde ver broken, opdat de bevolking van het nieuwe gebied niet in een uitzonderingspositie gerake; vergeleken met de andere ingezetenen van het Rijk. Er is geen enkele reden, waarom den Staat, die den grond ver koopt, de hypothecaire schuldeischer zou moeten wor den voor een deel van de koopsom. Integendeel, de Staat, die het werk heeft betaald, en de leeningen moet aflossen, heeft belang bij volledige betaling na verkoop van den grond. Ook is elke verdere economi sche invloed van den Staat als geldschieter in dezen ongewenscht. Het hypothecaire crediet is dermate ont wikkeld in ons land, dat de landbouwers, die 'het be hoeven, voldoende daarvan kunnen gebruik maken, zonder zich tot den Staat te moeten wenden. Dat die Staat hier de verkooper is, kan men voor wat het grondcrediet betreft, als een toevallige omstandigheid aanmerken. En zoo goed als elders in ons land de boer van de Overheid niet vraagt crediet tegen hy potheek verleening, zal ook de boer op de nieuwe gronden op de hulp van particuliere beleggers en hy potheekbanken aangewezen moeten zijn. Wegens de bevordering van het instituut der grondrente zou misschien voor dezen credietvonm een uitzondering kunnen worden gemaakt en de Staat kunnen verkoo- pen met gelijktijdige vestiging van een grondrente. De zuiver financieele band brengt m.i. hier geen ge vaar op voor de vrijheid van beweging van den eigen geërfden boer. Doch ik erken, dat men hierover ook anders kan denken en de voorkeur kan geven aan particuliere vestiging ook van de grondrente. Het grootste voorbeeld van inpoldering is ons land is geweest de drooglegging van de Haarlemmermeer. In September 1845 begon de Leeghwater te werken en op 1 Juli 1852 was de Meer droog. Men had aanvan kelijk gerekend op een verkoopprijs van f200 p er H.A., doch bij de eerste van de elf verkoopingen werd als middenprijs f 738 gemaakt, de totale verkoop van de 16842 bunders bracht op f7912400. een midden- prijs van f 473 per bunder. De laatste verkooping had plaats op 20 Juli 1855. Het Rijk had uitgegeven met de rente f 12.701.344, waartegenover aan baten had ge staan f 1.081.344, zoodat het werk had gekost f 11.620-000. De opbrengst was f7.972.400 en nog f80.000 actief voor aan het Rijk gebleven eigendom men, zoodat de Schatkist te dragen kreeg een saldo van f3.560.000.— als werkelijke kosten der droog legging. Deze cijfers zijn aan dr. Staring ontleend. In zijn „-Geschiedenis van het Haarlemmermeer" wijst de hoofdonderwijzer P. Boekei er op, dat tegen over deze overblijvende, niet gedekte kosten moet wor den geplaatst het openen van een rijke bron van welvaart Hij zegt daar o.a: „Wel was het bruto jaar lij ksch inkomen van 2000 gld. als voordeel van de in schrijving op het Meer voor de stad Leiden verloren gegaan, doch... daar staat tegenover, dat in 1856 de opbrengst der gewassen in den nieuwen polder in geldswaarde berekend werd op ruim 2.000.000 gld. Eene tegenstelling, zóó gunstig, is wel de beste lofrede op de Droogmaking van het Haarlemmermeer, V moei'l^^te6^Want0er^dreige^dan'aHerieï van de drooglegging van het grootste deel der Zuider- p"1*'ont.ainnincr*riflkte kosten waaroD niet te ook niet door op een deel van mogelijke waardeverhet bouwen van 6611 hu18- meerdering in de toekomst beslag te leggen en daar- Wanneer men eenmaal begonnen is, moet natuur lijk worden afgebouwd, en dan vertoonen zich de onvoorziene uitgaven als regel in den vorm van een narekening, die soms erg tegenvalt en de oor spronkelijke berekening geheel in de war stuurt. Het komt mij voor, dat, waar het werk geleidelijk zal verloopen en het Rijk niet genoodzaakt is, alle gronden tegelijk aan de markt te brengen, het wen schelijk -is, de eerste moeilijke jaren niet op de schouders te leggen van de landbouwers, dus voor een niet te langen overgangstijd de exploitatie te doen plaats hebben voor rekening van het Rijk. Ik meen, dat dit ook in het financieele belang van het Rijk zal zijn. Want gesteld, dat wegens de bovenge noemde risico's de landbouwers, die zich vestigden in den Wieringermeerpolder, groote verliezen zou den lijden en misschien eerst een tweede of derde opvolgde, die den grond voordeelig kocht, een ren- deerend bedrijf kon hebben, dan zou dit bij de later droog komende gronden fataal werken op den ver koopsprijs, omdat de slechte ervaringen van zoo- velen dan afschrikwekkend zouden werken. Op één of andere wijze moet dus de overgang tot een nor male bedrijfsvoering gemakkelijk worden gemaakt, zoodat niet dadelijk het abnormale risico de eerst.e beginjaren het bestaan der nieuwe kolonisten be dreigt en wellicht zelfs onmogelijk maakt Ik zou als overgangsmaatregel een stelsel van ex ploitatie onder bedrijfsboeren en dus voor rekening van het Rijk rationeel en voorzichtig achten. Maar het moet een overgangsmaatregel zijn en zoo spoe dig mogelijk dient de uitgifte in eigendom plaats te hebben. Alleen ln ai gendom? Alléén in eigendom? Zóóver wil ik weer niet gaan, al is deze .vorm voor mij de beste, die e^erk moet do- mineeren! Dezelfde reden-, die er ia om- ter wille van minder koopkrachttgen iets tmeer van grondrente gebruik te maken, zal er toe kunnen leiden, ©enigermate tegemoet te komen aan de behoefte aan pacht- boerderijen en los pachtland: Ik zeg ©enigermate. En wel om verschillende redenen. Vooreerst, de ge schiedenis wijst het uit, ontstaat in den loop van den tijd hier en daar vanzelf verpachting. Daarvoor zorgen het verkeer en de individueel© omstandig heden de gegadigden, waardoor nu en dan pacht wenschelijk wordt zoowel voor den- eigenaar als voor don adspirant-grondgebrv iker. In Groningen komt het bijv. nogal voor, dat een eigen-<boer, zoo hij rustend wordt, zijn boerderij verpacht aan een zoon of iemand anders, Er zijn telkens verschuivin- o.gen, waarbij de pachtvorm kan dienst doen. Maar grondrente op het plaatsje te vestigen. De grondrente afgezien hiervan moet men voorzichtig zijn, met is eerst aflosbaar na de algeheele aflossing van het I a h.w. kunstmatig de pacht te forceeren'. Want. en overige deel der schuld, terwijl zij berekend wordt dit is de tweede reden om voorzichtig te zijn: de naar dezelfde rente als voor de hypotheek moet wor-1 gebreken van on® pachtstelsel zijn overbekend, en den betaald. Uit deze bepalingen blijkt wel, dat van elke verbetering, die men daarin voorstaat, roept grondrente een zeer nuttig effect wordt verwacht, beew&ren op naar de andere zijde, doordien de eigen- juist ten behoeve van de minder kapitaalkrachtigen, dom min of meer in het gedrang komt en de nei- En waar dezen zeer zeker ook kans moeten krijgen ging tot verpachten, zoo zij er was. zail verminderen, om Zuiderzeegrond te verwerven, verdient het alles-Door nu den omvang van de pacht belangrijk bij zins aanbeveling, dat het Rijk bij de uitgifte het de uitgifte te vergrooten, worden- ook de bezwaren toe den erfpachtsvorm op groote schaal in te voeren. Zoodat, dit is mijn conclusie, erfpacht het aflegt te gen eigendom, ook bij de uitgifte van de Zuiderzee- gronden. Tegen welke waarde? Grondrente. Vraagt men, tegen welke waarde de Staat de gron den in eigendom zal moeten overdragen, dan ant woord ik: tegen een zoodanigen prijs, dat daarop ge zonde bedrijfseenheden onder gewone bekwame lei ding tot bloei kunnen komen. Natuurlijk zullen bij den vraagprijs voor den grond de kosten van het werk, omgeslagen per H.A., een rol moeten spelen. De Staat mag niet zonder reden waarde zoo maar prijs geven. Maar aan den anderen kant zijn de hoog ste bieders, zoowel van koop- als van pachtprijzen, niet altijd ook de beste landbouwers. Een verstandige grondpolitiek zal hiermede rekening houden en te vens zooveel mogelijk het gevaar ontzeilen van be gunstiging van den één boven den ander. Aan één instelling zou, bij de uitgifte in eigendom, wel wat meer aandacht mogen worden geschonken dan zij tot heden in de praktijk geniet Juist ten be hoeve van de minder krachtige kooper zou het Rijk moeten bewilligen en vergemakkelijken het vestigen van een grondrente. Daardoor wordt de koopprijs lager, terwijl grondrente tevens is een goedkoope vorm van crediet Het aantrekkelijke van grondrente boven hypotheek is, dat zij niet een kapitaalschuld is en ook niet drukt op een persoon, doch op een stuk grond. Grondrente is aflosbaar, maar haar ka pitaalsom nimmer opeischbaar. En nog een voordeel voor den grondgebruiker is, dat hij als met een grond rente bezwaarde eigenaar veel vrijer staat tegenover den heffer, dan de erfpachter tegenover den eigenaar, want grondrente is slechts een financieele verhou ding, terwijl de eigenaar bij erfpacht een controle recht heeft van verre strekking. Daardoor kan grond rente niets afnemen van de voordeelen van zijne ex ploitatie, terwijl het daaraan toevoegt een zeer bruik bare en rustigen vorm van grondcrediet. Het is dan ook wel zeer verwonderlijk, dat, terwijl vroeger rentenkoop zeer gebruikelijk was, grondrente, toch ook een soort van rentenkoop, in onzen tijd haast niet voorkomt De Staatscommissie voor den Land bouw heeft in haar rapport voor verstrekking van grond aan landarbeiders zich zeer gunstig over grond rente uitgelaten, wijl zij inzag, dat deze vorm van crediet belangrijke voordeelen bood boven hypotheek en aan het doel bevorderlijk was. Het gevolg is ge weest art. 35 van de Landarbeiderswet, dat den land arbeider vergunt om ter voldoening van ten hoogste 25 pet van het verschuldigde bedrag, een jaarlijksche vestigen van grondrente, desgewenscht, toestaat, al licht tot dezelfde maximale grens van 25 van de koopsom, als inJ de Landarbeiderswot is aangege ven. Er is maar weinig van grondrente bij arbei- van bet pachtstelsel nóg weer in breedër kring ge voeld: dan thans ree-da het geval is. Een laatste en misschien wel het grootste argument is echter dit: dat het mij niet wenschelijk voorkomt, aan 't Rijks- dersplaatsjes gebruik gemaakt Het verschil in rente- domeinbozlt groote uitbreiding te geven. Dit geldt lost is niet heel groot, vergeleken met wat men achul- reeds bij erfpacht, waar nog meer bij gewone pacht ui* ia aan rente en aflowinf bij hypotheek. De Voor eea mati* dooneio-besit beetwt enfl eenige re den. Historisch» voorvallen hebben gemaakt dat ome Staat sulk een matig bezit reed* heeft. BU die boerderijen en losee landen komt een langaaam aangroeiend bezit van bosechen en befboechbare gron den. Bü deze laatste valt veel voor den domeinvorm te zeggen, omdat bosschen veiiger zijn bij de over heid dan bijl particulieren, en allerlei redenen van openbaar belang, voor het behoud van bosechen plei ten. Maar die zuilen- er op d'e Zuid erzeegronden wel nimmer komen. Domeinbezit zal daar wel steeds het karakter hepoen van hoeven en landerijen, die ver pacht worden, gelijk thans het geval is in de rent ambten Breda, Oosterhout. Zwaluwe, Niewaart en Steenbergen, die gezamenlijk een oppervlakte be slaan van 6660 HA. Nu wil ik niet zeggen, dat het per sé verkeerd zou zijn, bü den verkoop van de Zuiderzeegronden iets te reserveeren als domein voor het Rijk. Alleen, dit geschiede dan op zeer beschei den voet. omdat, hoe belangrijker -het domein wordt, hoe oneer kans is er, dat de politiek haar storenden en vermanenden invloed zal doen gelden. De Staat moet niet te veel economische belangen in dit direct beheer hebben, want andera wordt de politieke strijd steeds onzuiverder en het algemeen stemrecht meer en meer een middel, om voor -bepaalde partijen, op de baten, die het Rijk te vergeven heeft, beslag te leggen. Het algemeen belang wordt dan het kind- van de rekening. Ik weet niet, of het nog zoo is, doch toen ik een twintigtal jaron geleden aan Landbouw werkte, werd er b.v. scherp op gelet, dat eon opvol genden domeinpachter van denzelfden godsdienst was als zijn voorganger. Ik denk, dat -dit nog wel zoo zal zijn en dat ook nu nog in Klundert tusschen protestantsche en katholieke domeinhoeven zal wor den onderscheiden. Wanneer het dan b.v. I n ver band met den heelen economischen toestand noodig wordt om de pachten te verhoogen, bevindt de Staat zich, juist als Staat, weer in moeilijkheden, die de particulier niet kent Het is voor den Staat veel moeilijker het juiste commercieele standpunt conse quent in te nemen. Zoo moge imen slechts hopen, dat de Regeering voor oogen moge staan, hetgeen in haar Rapporten en Voorat ellen betreffende den oeconomi- schen toestand der landbouwers de Staatscommis sie voor den Landbouw schreef ten aanzien van do meinbezit: ..Men is het er thans vrijwel over eens, dat een matig domeinbezit. mits dit goed wordt be heerd. alleazine gerechtvaardigd mag heeten. Het is •toch niet te ontkennen, dat, afgescheiden van de rechtstreeksche finamtiee-le voordeelen, die het den fiscus verschaft, dergelijk bezit de administratie dwingt om voeling te houden met een deel der lande lijke bevolking, irich eene meening te vormen nopens de oecanomische en de technische eisc-hen van het landbouwbedrijf, hetgeen niet nalaten zal een vrucht- dragenden invloed te oefenen op de agrarische poll ak in het algemeen. Een verstandig beheerd domeinbezit is bij machte, ook daarbuiten dén invloed ten goede uit te- oefenen. Dit beperkte doel van domeinen moeten dus bij de uitgifte van de ZJuiderzeegronden de autoriteiten schep in het oog houden Alsdan wordt vanzelf ook de uitbreiding van de pacht op die gronden aan haar natuurlijke ontwikkeling overgelaten. W|. De slotsom. Mijm slotsom ia in het kort dus deze: 1. B-ij- de in cultuur brenging van de- Zuiderzee gronden moet, na een overgangstijd- van ln hoofd zaak eigen be'heer imet gesailarieerde 'bedrijfsleiders, eoo spoedig mogelijk overdracht van den bodem ir\ eigendom aan land-bouwers plaats vinden. Daarbij worden een doelmatige combinatie van groot-, mid del-en kleinbedrijf gevolgd. Grondrente worde -be vorderd. 2. De voorwaarden- voor de overdracht in eigen dom moeten wel nauw veiiband houden met de kosten van het werk, doch niet zóó nauw, dat alleen naar I dekking va-n die kosten ware te «trerven. De indi recte vooratellen laten hier wel eenige speling toe, zoodat vóór alles de bekwaamste landbouwers den grond zullen moeten- krijgen. 3 Naast de eigen-exploitatie der eigengeërfden. worde in beginsel de ontwikkeling van het pacht- wezen aam het verkeer overgelaten. Dit belet niet, j dat reeds dadelijk bij- de uitgifte eenige gelegenheid tot pachten worde opengesteld. 4. Nieuwe domeinvorming moet Mnnon zeer enge grenzen -blijven. Wat Blücher na Waterloo -heeft gezegd in de - woorden: „Was die Schwerter uns erwerben, Lasst die Federn nicht verderben", is ook hier van toepassing. Moge, wat wij in den strijd tegen de zee heroverd hebben, niet bedorven worden door een verkeerde wijze van uitgifte van de tot zoo hoogen prijs verworven gron den. C, Brute, bloemist te Alkmaar, heeft het feit gezien. De diefstal had plaats ln den Hout aohter den muslefcp tuin. De heer Bruin vond het optreden van deze per sonen zeer verdacht en heeft aangifte gedaan, Zij zijn opgespoord op een goed omsohreven signalement, door den heer Bruin verstrekt De heer Berend Hoek, directeur Hout en plantsoen, heeft geconstateerd, de schending van een flink sparre- boompje. Dergelijke diefstallen vinden elk Jaar omstreeks Kerstmis nogal eens plaats, verklaart de heer Hoek. De sparreboom in casu is totaal bedorven. De verdachte M. H. Sm. Is niet verschenen. In zijn woning is de sparretop in beslag genomen. Eisch tegen no. 1 f 60 boete of 60 dagen; tegen no. 2 f 25 boete of 25 dagen. Vonnis Sm, f 40 boete of 40 dogen; 2 f 20 boete of 20 dagen. EEN WEDERSPANNING IN DE HENGSTMAN. De niet verschenen persoon van den verdachte Corn. H. heeft zich te verantwoorden wegens krachtig verzot tegen den veldwachter Bleijendaal te H.H.-Waard, die hem ter zake ordeverstooring in het café „De Hengst man" wenschte te verwijderen. Verdachte vorkeorde on der den invloed en maakte het de anderen aanwezigen in het lokaal, waar gedanst werd,' lastig. H. is een on hebbelijk persoon als hij dronken is. Eisch f 40 boete of 40 dagen. Vonnis f 30 boeto of 80 dagen. I BELEEDIOINQ VAK EEN AMBTENAAR. In denzelfden Kerstnacht ls de veldwachter Bleijen daal, ook dit stuk speelt in den blauwenreigerpolder, be- leedigd door zekeren Cornelia Gr„ die ook heden terecht moet staan, doch niet is versohenen. Verdachte is reeds •enige malen veroordeeld en vertoeft niot meer des nachts in de ouderlijke woning. I Eisch f 26 boete of 25 dagen. Vonnis f 20 boete of 20 HUISVREDEBREUK. De verdachte Willem G. te Enkhuizon niet aanwezig, heeft zich in den nacht van 26 Deoember niot op de eerste vordering verwijderd uit de verloflooaiiteit van den heer naremaker, die gezegden G niet in zijn ceu'6 weneohte toe te laten. I Eisch en veroordeeling f 20 boete of 20 dagen. De stratenmaker Jan V., vroeger wonende te Hoorn, en thans vertoevende te Veenhulzen, in de rijkswerkin richting, heeft ln de maand Oct. 1927 een buurfiets zich wederrechtelijk toegeeigend en ten eigen bate verkocht Een vriend met name V. Stralen, had het rijwiel gehuurd omdat V. geen crediet meer heeft. Vedachte Visser, een bijzonder groot liefhebber van spiritualla, welke eigen schap hoofdzakelijk de oorzaak is van zijn misère. De officier vordert 3 maanden gevangenisstraf en de P.R. veroordeelt Jan V. tot 2 maanden gev. DIEFSTAL VAN KOPER. De verdachte v. d. V. te Petten, die zich had schuldig gemaakt aan diefstal van koper van de kruiser Prince George, zooals men weet voor eenige jaren nabij Kam perduin gestrand, wordt veroordeeld tot f 30 boete subs 30 dagen. Daarna sluiting. Ik heb gezegd, (Applaus). Wordt vervolgd. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van 30 Januari OMZETTING VOORW. STRAF. De eerste zaak op de rol voorkomende betreft de voorw. veroordeelde Simon P-, die tViAnc op de nominatie staat, deze voorwaardelijke straf op zich te zien toe gepast Het resultaat ls dat de proeftijd verlengd wordt DIEFSTAL OP DE VEERBOOT. De keurig gekleede verdachte D. H. S„ thans gedeti neerd, staat terecht ter zake diefstal, gepleegd ln den nacht van 15 op 16 Jan. op de veerboot „Van Hasselt" Hij bevond zich op deze boot met een jonge dame en heeft zich toen vergrepen aan verschillende lekkernijen, waartoe hij niet gerechtigd was, om. een aantal bon bons. De heer Nijdam, hofmeester, te Enkhulzen woonach tig, als getuige gehoord, verklaart dieij nacht belast te zijn met het toezicht op het buffet en heeft verschil lende snoeperijen, alsmede sigaren, gemist, een en ander ter waarde van f 7.50. De waarde van de vermiste bon bons bedraagt ongeveer f 2. De officier elscht tegen verdachte, die een erkend re cidivist ls, reeds meermalen ter cake vermogensdelicten veroordeeld, 2 maanden gev. Mr. Wynne ambtshalve toegevoegd, acht de geeischte straf ln dit geval wel wat zwaar. Hij roept de clementie in van den Pol. Rechter en verzoekt in ieder geval af trek van voorarrest Verdachte wordt daarop veroordeeld tot 1 maand met aftrek. VOORTGEZETTE ZAAK ZAKKENDEEFSTAL TE SCHARWOUDE. Dirk S. te Avenhorn heeft op 6 Januari terechtgestaan wegens diefstal van een partij zakken ten nadeele van de verkoopvereen. De heer Wiggers, ambtenaar van het genootschap, wordt gehoord en adviseert een voorw. straf. De of ficier vordert 4 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. Uitspraak: 8 maanden voorw. met 2 proefjaren DIEFSTAL VAN EEN DENNETOP EN MEDEPLICH TIGHEID. De verdachte M. H. S. en ztjn vriend Joh. S., vletschlp- pers te Alkmaar, staan terecht, ter zake van het feit, dat ztj in den middag van 21 Dec. ln het wandelbosch te Alkmaar met onderlinge samenwerking zich hebben toegeeigend een dennekruln. welke moest dienst doen als Kerstboompje. i, v«rtA£ht» hakt* tetqlt m trad* -**J<usht» stond op 4ni ottktfk, t* M«a fl€ on*«*d kwwm. O* h**r EEN JAAR GEEiSCHT. Scherp requisitoir van het Openbaar Ministerie Gister heeft voor de Haagsche rechtbank de zaak te gen den Katwljkschen reeder D. P. gediend, ale ln zijn kwaliteit van penningmeester van kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente voor een waarde van f 20.000 aan obli gaties, toebehoorende aan de Ned. Herv. kerk, ten eigen bate had aangewend Van de zijde der Katwijkenaren was voor deze zaak groote belangstelling. Uit het getuigenverhoor komt vast te staan, dat nie mand verwacht had,, dat zooiets kon gebeuren. De de biele was verrassend. Algemeen werd gedacht, dat de zaken van P. uitstekend gingen en het is nog altijd een raadsel, waar het geld gebleven ls. Verdachte had de obligaties bij de nationaals bank te Katwijk beleend om met het verkregen geld zijn crediteuren te betalen. Hij bekent, dat hij een bedrag van f 25000, het kan ook min der zijn, uit de kas en de bezittingen der Ned. Herv. gemeente heeft weggenomen. In later jaren gingen zijn zaken wel beter, maar ln het begin waren de verliezen te groot. Vervolgens hield het O. M., mr. Rijkens, zijn requi sitoir. Spr. begon met te constateeren, dat het ten laste gelegde bewezen was Dit betrof alleen verduistering van obligaties. Maar er is veel meer door verdachte verduis terd, circa 20 a f 25.000. Dat hij dit in zijn positie van penningmeester van en kerkgenootschap had gedaan, vond spr. schandelijk. Hij genoot het volkomen vertrou wen. Daarom moet hem dit mldrijf zeer ernstig worden aangerekend. Dat de boeken slecht werden gecontro leerd, was gen excuus voor zijn gesties en voor voor waardelijke veroordeeling, waartoe de reclasseering ad viseerde, is geen aanleiding. Gezien den ernst van het delict moet een zware straf geeischt worden en het o.m. vroeg daarom veroordeeling tot één Jaar gevangenis straf. Uitspraak over 14 dagen. WAAROM DE DIRECTEUR ER OP STAAT ONT SLAGEN TE WORDEN. Naar onlangs is meegedeeld, -heeft de gasdirecteur van Soest ontslag uit zijn functie gevraagd, wegens het aannemen van f 700 van de firma Wilson. In een onderhoud, dat de directeur had met een corr. van het Hdbld., deelde hij mee. dat de gemeente Soest een paar jaar geleden het besluit nam tot stichting van een gasbedrijf. Het gas zou van de gemeente Amers foort betrokken worden, terwijl aan de firma Wilson werd opgedragen, het buizennet te leggen. Met. de bij komende werken, o.a. den bouw van een gashouder, de stichting van gebouwen enz., was hiermede een bedrag van f300.000 gemoeid. September 1926 werd met de uitvoering dezer werken begonnen en Mei 1927, dus zeven maanden later, kon het bedrijf ge opend worden. De aanleg yan het geheele gasbedrijf was uitgevoerd onder toezicht van den heer Visser, zonder eenige andere hulp- Wegens ziekte van den opzichter der firma Wilson. nam de heer Visser, op verzoek van deze firma, gedurende 2 a 3 maanden, diens functie waar, waarvoor hij een bedrag van f 700 ontving. De heer Visser erkent, dat het een fout geweest is, dat hij van te voren niet aan B. en W. toestemming gevraagd heeft, mede dit toezicht uit te oefenen. Aan den anderen kant echter, dient ver meld te worden, dat den directeur, die toen nog tij delijk in functie was. noch een instructie, noch een reglement was voorgeschreven, zoodat het hem niet verboden was, voor anderen iets,tegen betaling, te verrichten. Niettegenstaande dat, heeft de meester, nadat de heer Visser hem medegedeeld had, dat hij het bedrag van 1700 had aangenomen, dezen geadviseerd zijn ontslag aan te vragen. De beide wet houders hebben daarop nog aan den heer Visser ge vraagd, of deze bereid was de f 700 terug te st-orten in de gemeentekas, in welk geval zij bereid waren -hunne medewerking te verleenen tot zijn handhaving, •maar dan op minimum salaris. Hierop heeft de heer Viseer gemeend in geen geval te moeten ingaan, om dat hij van oordeel is, dat de Gemeente absoluut «een F«6ht heeftop die 1706.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 2