VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
De Vlucht.
KAARTEN.
VOOR ONZE DAMMERS,
VOOR ONZE SCHAKERS.
EVENTJES DENKEN.
IMI^
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 4 Februari 1928. No. 8198
Vraagstuk No. 64,
IH
Üf
11 m
JJ
m
i u
üt
fü
Ut
11 W
m
SU
S
ii m
m
Hf 8
m
iü m
m §n
SI
üf
SI
in 8
8
Vraagstuk No. 65.
Vraagstuk No. 66.
Vraagstuk No. 67.
ALGEMENE GESCHIEDENIS.
onder leiding van GEO VAN DAM.
Kb4, Tel, Tfl, Ld3, Pe8 en vijf pionnen op e4, d5,
fi, g5, h6.
Wit speelt als sleutel- en tempozet: Lg.7h_81
Nu volgt op leder antwoord van Zwart onmlddei-
Oplossingen der Pandoer-Problemen,
No. 19.
1ste slag: A. Kl.8, B. Kl.boer, C. Kl.9, D. KI. 7.
jde slag: B. R.9, C. R.aas, D, Kl.vrouw, A. Rboer.
slag: D. R.'heer, A. R.8, B. H.heer, C. R.10.
tde slag: D. R.vrouw, A. R.7, B. H.vrouw, C. Sch.ase.
5de slag: D. H.10, A. H.7, B. Kl.10, C. EXheer.
ig: C. Sch.10, D. Sch.boer, A. Sch.8, B. Sch.9.
7de slag: D. H.9, A. H.S, B. Sch.heer; C. Raas.
8ste slag: C. H>.8, D. Sch.7, A. H.boer, B. Sch.vrouw.
Dit probleem kan ook opgelost worden met Kl.8
els troef.
No. 24.
late slag: A. Sch.7, B. Sch.boer, C. Sch.10, D. Sch.8.
2de slag: B. Sch.heer, C. Sch.9, D. H.heer, A. R.vrouw
1de slag: C. Kl.9, D. Kl.heer, A. KL7, B. Kl.8.
Ide slag: D. R.9, A. R.7, B. Kl.aas, C. Sch.aas.
>de slag: C. H.9, D. R.aas, A. H.8, B. H-aaa.
Ide slag: B. H.vrouw, C. Kl.10, D. R.heer, A. H.7.
Ide slag: B. H.boer, C. Sch.vrouw, D. R.boer, A. H.6
Iste slag: C. R.8, D. Kl.vrouw, A. R.10, B. H.10.
No. 38.
1ste slag: A. Kl.10, B. Kl.heer, C. Kl.9, D. Kl.8.
slag: C. H.heer, D. H.9, A. H.8, B. H.boer.
34e slag: C. H.aas; D. Kl.7, A. Hj6, B. R.boer.
ide slag: D H.vrouw, At Rl.10, B. R.vrouw, C. Sch.aas,
5de slag: D. Sch.boer, A. Sch.9, B. Kl.aas, C. Sch-heer.
slag: B. R.9, C. R.aas, D. R.boer, A. R.7.
7de slag: C. Scb.10, D. H.10, A. Sch.7, B. Kl.vrouw.
Slag: B. Sch.S, C. R.8, D. H.7, A. Sch-vrouw.
2de oplosing: (de eerste drie slagen zijn hetzelfde,
tóe slag: D. H.vrouw, A. Sch.vrouw, B. R.vrouw,
C. R.aas.
5de slag: D. Schboer, A. Sch.9, B. Kl.aa», C. Sch.aas.
slag: B. Sch.8, C. Sch.heer, D. R.heer, A. Sch.7.
7de slag: C. R.8, D. H.10, A. R.7, B. K.vrouw.
slag: B. R.9, C. Sch.10, D. H.7, A. R.10.
No. 47.
late slag: A. Kl.8, B. R.10, C. R.vrouw, D. Kl.9.
2de slag: C. Sch.aas, D. R.9, A. Sch-heer, B. R.boer.
3de slag: B. Sch.vrouw, C. H.aas, D. R.8, A. Sch.9.
ide slag: D. Sch.10, A. Sch.8, B. Kl.vrouw, C. H.heer.
5de slag: D. Sch.boer, A. Sch.7, B. H.10, C. H.boer.
6de slag: D. Khboer, A. Kl.7. B. H.8,' C. R.heer.
7de slag: C. H.vrouw, D. R.7, A. H.0, B. R.aas.
i slag: B, H.6, C. Kl.aas, D. KI. 10, A. H.7.
(Bridge-Probleem.)
No. 29.
1 A: SchlO; B.: Sch.4; C.: Sch.7; D.: Sch.Vr.
2. D.: Kl.5; A.: K1.H.; B.: Kl.8; C.: K12.
A.: Sch.A.; B.: Sch.5; C.; Kl.8; D.: SchZ.
A: Sch.3; B.: Sch.9; C.: Kl.4; D.: Sch.H.
9: Kl.10; A.: Kl.A.
B. speelt nu óf R.aas of Hrt.8. In 'het eerste gevat
ctaakt A. dus een trek op R.7 en daarna een slag
°P Hrt.boer van C.
Speelt B. daarentegen Hrt. 8 uit, met Hrt. 10 en
■haakt C. dus H.boer en H.6.
van J. GROENTEMAN, Amsterdam,
Zwart: 1?.
Wit: 17.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart,
Wiit iïV8n' °P lf 3' 6' 8> 9 U—:l6» 18> 19 en 23U-26.
17 schijven, op 27, 28, 31S3, 35-40, 42, 45,
eni 50.
Wit biedt ziwart een kansje aan,
Om een schijfje winst te slaan.
Er wordt een spiering uitgehangen,
Om een kabeljauw te vangen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 50.
van Mr. Ph. J. BATTEFELD, Amsterdam.
De diagramstand in cijfers was: Zwart, 18 schij
ven op 3, 5—10, 12—<14, 1621, 23 en 26. Wit, 18
ven op 3, 5—10, 12-14, 16—21, 23 en 26. Wit,
18 schijven, op 25, 2720, 3239, 4244, en 4749.
Wit speelt hier 27-22, Zw. 18X27, 29X18, 13X22A,
33-29, 22X24, 35^-30, 24X35, 87-31, 26X28, 83-32,
28X37B, 42X13!!
A) Zwart kan ook 12X23 slaan, maar dan heeft
wit dam door 37—31, 26X37 en 42X2, waarna de
partiji bij goed «pel eveneens door wit gewonnen
wordt.
B) De zet 27|X38 heeft hetzelfde gevolg.
Een belangwekkend Parti]-gedeelte.
Kan wit in onderstaande positie een winnende
doorbraak naar dam forceeren?
Zwart: 14.
5
6
10
11
15
16
'20
21
25
26
30
31.
36
36
ww
40
41
45
46
WH
50
Wit: 14.
De diagramstand in cijfers moet zijh: Zwart 14
schijven, op 2, 3, 12, 13, 15-20, 23, 24, 26 en 29. (I.
J. de Jong, Amsterdam). Wit 14 schijven op 27, 30,
32, 33, 35—38, 40, 42, 45, 46, 48 en 49. (Kerm. de
Jongh, thans te Parijs).
Neen, wit kan zulks niet doen. Hij zag dat op
40-34, 35X44, 33-29, 27—22 (Zw. 18X27), 32X21,
37-31, en 42X11, zwart 12—17, 34-40, 13-18 on
20X40!!! zou laten volgen.
Wel een staaltje van meesterlijk doorzicht en
combinatie-vermogen.
EINDSPEL van H. RINCK.
Zwart: 5.
_hllllli
8
7
6
5
f
a b t d e
Wit: 3.
De diagramstand' in cijfers behoort te zijn: Wit
Ka3, Dg4 en Lb3. Zwart: Ka8, Df2, en drie pionnen
op d5, e2 en f6.
Wit speelt en forceert de winst op 'een zeer inte
ressante en leerzame wijze.
OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 57.
van J. A. W. HUNTER.
De diagramstand was: Wit Ka6, Dbl, Td2, Tf7.
Pdl, Ph3, Lg4 en Lg7, voorts een pion op a5. Zwart
lijk mat;
op: 1. zwart Pc8.
wit 2.
Te7
mat!!
op: 1. zwart c3.
wit 2.
Dd3X
mat
op: 1. zwart LblX.
wit 2.
Td4
mat
op: 1. zwart Lc2.
wit 2.
Td4 of Dc2X
mat
op. 1. zwart d4.
wit 2.
Db7
mat
op: 1. zwart TdlX'(e2)
wit 2.
Te2(X)
mat
op: 1. zwart Te3.
wit 2.
Pc3
mat
op: 1. zwart Tfl.
wit 2.
PhfSS
mat
op: 1. zwart Tf3.
wit 21
L15
mat
op: 1. zwart h5L
wi t 2.
PgöX
mat
„Maseot^-Getallen,
Verscheidene mensohen hebben een zoogenaamd
„geluksgetal". Leg zoo iemand de volgende cijfers
voor: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 (dat is, alle cijfers van 1
tot 9, waarbij alleen de 8 is weggelaten) en vraag
wat zijn (of haar) mascot-getal is. Weet gij dit, en
is het bijvoorbeeld 7, dan antwoordt men, dat ge
hem (haar) er volop van zult verschaffen en gij' ver
menigvuldigt vervolgens de geheel© bovengenoem
de serie met een zóódanig getal, dat het te verkrij
gen product enkel uit zeven zal bestaan. z
Zoek mu (voor elki cijfer dat gekozen kan worden)
den vermenigvuldiger, waardoor men tot het ge-
wenschte resultaat kan komen.
„Een goocheltoer?*
Gevraagd een glas water zóódanig te plaatsen, dat
men het niet kan optillen zonder al het water te
morsen! Uitgezonderd natuurlijk de paar druppels,
die noodwendig altijd aan de wanden blijven han
gen.
OPLOSSINGEN DER PUZZLES.
uit het voorlaatste nummer.
No. 88. Zooals onze hotelier het wilde klaar
spelen om al zijn gasten ieder aan een bed' te hel
pen, is het onmogelijk! De elfde persoon krijgt nl,
heelemaal geen bed, want daar de tiende man het
negende bed krijgt, zou nummer elf op de tiende
slaapgelegenheid beslag moeten leggen, maar dat
gebeurt niet. De persoon, die als tweedie in het eer
ste bed ligt en geroepen wordt, is dus niet gast. No.
11, maar is en blijft gast No. 2. De eigenlijke elfde
gast is en blijft dus ook zonder bed'!
Zierdaar de foutieve basis, waarop de redeneering
van den hotelier gegrond is.
No. 59. We geven hieromtrent een oplossing hoe
aan alle eischen voor deze tooverruit gesteldi kan
worden voldaan. Er zijn natuurlijk meerdere soort
gelijke oplossingen mogelijk.
20
2
4
6
8
20
8
6
4
2
20
4
2
8
6
20
6
8
2
4
20
20
20
20
20
20
De namen der goede oploss(t)ers der verschillende
problemen worden in een volgende rubriek bekend
gemaakt. Alle inzendingen steeds s.v.p. rechtstreeks
te zenden aan den Redacteur: Geo van Dam, „Huize
Zonnestralen", te Baara.
Denkt u den winter óók in
ttajn hotel door te brengen
Neen! Ik was eigenlijk al
drie maanden geleden van plan
geweest te vertrekken, maar ik
WC zoo op tegen de rekeningL*.
Als Be drink, dan li bei al
leen om mijn verdriet te ver
drinken.
r* scbifot, dat faaw ver
driet gahaal* goed
kan!
De ronde wereld draait maar door,
En mijdt haar naaste buren,
Dat is al sedert eeuwen zoo,
Dat zal nog eeuwen duren!
Wij stappen op dien bromtol rond,
Met een vrij dunne ondergrond,
Gewoonlijk met een grootetn mond,
En allerhande kuren!
We worden er wat draaierig van.
Daar gaat het wel op lijken,
Wanneer we alles bij elkaar
Van naderbij bekijken!
De Charleston doet wat onwijs,
De sport floreert tot eiken prijs,
En de belasting stelt een eisch
Om niet te vergelijken!
De vrouw op leeftijd doet wat dwaas»
En wil dien leeftijd sparen,
Ze draagt een afgeknipte rok,
Met afgeknipte haren l
Dat is betrekkelijk hóAr zaak,
't Moderne schaft soms veel vermaak,
Maar boe 't verband houdt met haar taak,
Is moeilijk te verklaren!
We gaan graag met de tijden mee,
En vreezen niet den vuurdoop,
Is er bezwaar voor contant,
Dan nemen we 't in huur-koop!
Zoo hangt het een van 't ander af,
Al gaat het raderwerk wat straf»
De maatschappij blijft toch in draf
Door standsverschil en duur-koop!
We houden stijf elkander vast»
En voor den schijn bescheiden,»
Maar glijdt de naaste buurman uit,
Dam laten we hem glijden!
Een ieder zorgt voor zijn bestaan,
Met niet geringe eigenwaan,
Gaat soms op and'rer teenen staan,
Dat is de eisch der tijden!
Wie spelen ieder onzen rol
Den tijd ons toegemeten,
Zóó zijn we jong, zóó zijn we oud,
En worden dan vergeten!
We volgen vrijwel 't zelfde spoor,
De oude wereld draait maar door,
Daar is ze dan ook draaibaar voor,
En schijnt van niets te Kvetenl!
Februari 1928.
(Nadruk verboden.)
KROES.
Oorspronkelijk verhaal door SIR0LFI
(Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.)
Over den langen, broeden, schitterend aangeleg-
den weg van Maagdenburg naar Brandenburg raas
de een snelle auto voort. De motor bromde met
een zwanen toon, als een bewijs, dat de wagen met
een snelheid vér hoven de 60 K.M. per uur reed. Het
was een koude winternacht en de schijnwerpers
van den auto boorden een witte baan van licht in
het duister. In den gesloten auto, welke van binnen
slechts flauw verlicht werd door het lampje op het
instrumentenbord, zat slechts één persoon. D'e be
stuurder, die in d'e kraag van zijn jas gedoken, met
gespannen aandacht voor zich uitkeek, Over den
lichtbeschenen weg. Af en toe mompelde hi| iets
voor zich heen.
„Als ik dat geweten had," .gromde Philip van
Norden in zich zelf, „had' ik er nooit aan begon
nen. Wat een' dwaasheid, om zoo'n weddenschap
aan te gaan, om1 in één dag van Amsterdam! naar
Berlijn te rijden! En dat in den winter, als het al
om vier uur 's middags donker ia.